Hoofdstuk 6:

De volgende maandag aan de ontbijttafel spraken professors Vector en Stronk Ginny aan.

"Zeg, Ginny, die Alkenaer..."

".. Ik ben ermee bezig, Augusta!" antwoordde ze geïrriteerd. Het gesprek met Harry lag nog te erg op haar maag om vriendelijk te zijn. Ze vroeg zich af hoeveel Harry van haar droom gehoord had, dat ze de laatste zin geroepen had wist ze zeker. 'Nu zal hij zich wel helemaal hét voelen', dacht Ginny cynisch 'nu hij weet dat zijn jeugdliefde nogaltijd van hem houd.'

Ze zag het onderwerp van haar gedachten de grote zaal binnenkomen. Ostentatief verliet ze de oppertafel.

Het eerste lesuur gaf ze aan de leerlingen die hun puist voor Bezweringen wilden halen. Zesentwintig zesdejaar kwamen luid kakelend het lokaal binnen, Ole Nilsson voerde -natuurlijk- het hoogste woord.

"Luisteren jullie?" zei Ginny om de aandacht te vragen, ze had niet veel nodig om deze klas in bedwang te houden. Ze kende nog een paar van de Griffoendors die nog heel erg klein waren toen zij nog op school zat.

"Vandaag doen we de cameoflagespreuk, deze bezwering kan erg van pas komen als je stiekem iets wil uitvoeren, ik stel voor dat jullie dan ook goed opletten"

De klas lachtte, het was bekend dat Professor Wemel een zus was van dé Fred en George Wemel van ToverTweelingsTopfopshop.

"Deze toverpspreuk is non-verbaal. Lees eerst de theorie op pagina 64 en oefen dan per 2, ondertussen kom ik rond om jullie te helpen. 3...2...1...START!"

Al gauw leek het alsof het klaslokaal leeg was, maar Ginny's getrainde ogen zagen de vormen in relief bewegen. Eén grote vlek met een hanekam bukte zich en ging op de grond liggen. Spijtig genog voor Ole Nilsson was even later de spreuk uitgewerkt. Ginny zag nu duidelijk hoe hij probeerde één van Fred en George's instantmoerassen te installeren.

"Beste meneer Nilsson, hoewel ik blij ben dat u doorheeft waarvoor de spreuk nuttig kan zijn, apprecieer ik het niet dat u mijn vloer probeert vuil te maken!"

De blonde zweed sprong recht en bloosde hevig. Een van zijn vrienden, Lander Eerslaghs lostte dat goed op door een cameoflagespreuk over hem uit te spreken, zodat de rest van de klas Ole's rode gezicht niet kon zien.

Ginny lachtte: "Vijf punten naar Ravenklauw voor een uitstekende demonstratie van het nut van deze bezwering!"

Ole en Lander grijnsden zelfvoldaan naar elkaar en Ginny knipoogde naar hen, ze had het wel voor die twee.

Toen Nilsson het lokaal verliet op het einde van de les hield Ginny hem tegen.

"Ik verklap je dit alleen maar als je beloofd het enkel in Sneep's lessen te gebruiken." Ole knikte "Je moet de fnuikspreuk eerst van de vloer halen voor je het moeras probeerd te activeren."

"Natuurlijk, daarom lukte het niet!"

"Inderdaad, jij moet nog een beetje oefenen want je hebt dat Wemel-zintuig niet" plaagde ze

"Weet ik Prof. Jij bent cooler dan de rest van de leraren, alhoewel Potter ook wle in de buurt komt"

"Professor Potter, Ole!"

De jongen wuifde Ginny's opmerking weg en liep het lokaal uit.

Ginny zelf ging naar het bijlokaaltje om de kussens te halen die de eerstejaars zouden verbannen vandaag.

Eén voor een sijpelden ze het lokaal binnen. Toen de bel ging zag Ginny dat Alex er niet bij was.

"Waar is Alex, Lisa?" vroeg Ginny aan het meisje met de zwarte haren. Ze spatte bijna van enthousiasme om Ginny's vraag te beantwoorden.

"Hij is daarnet flauwgevallen bij verweer, Professor Harry is met hem naar de ziekenboeg."

"Flauwgevallen? Was het ernstig?" vroeg Ginny ongerust, eigenlijk mocht ze dat vreemde jongetje wel, hij werkte grondig in op har moederinstinct.

"Weet ik niet professor" antwoordde Lisa.

Ginny liep haastig de klas uit. Ze riep nog over haar schouder: "Ik ga naar de ziekenboeg, de lessen vallen weg, oefen jullie banvloek tegen woensdag!"

Ze snelde naar het schoolhospitaal. Daar zag ze een bed met de levensloze vorm van Alex in, mer Harry ernaast, in een zetel.

"Wat is er gebeurd?" vroeg ze aan Harry

"Hij viel flauw, ineens lag hij op de grond. Ik heb hem tot hier gedragen. Die jongen weegt geen derig kilo meer, Gin. Volgens Madame plijster is hij zichzelf aan het...

"... uithongeren." maakte Ginny zijn zin voor hem af.

"Inderdaad" zei Harry stil.

Geschokt ging Ginny op een krukje zitten dat naast Alex' bed stond. Ze nam de rechterhand van de jongen in haar hand en ze schrok toen ze zijn polsen zag. Ze waren zo dun, vel over been, om eerlijk te zijn. Zijn lippen zagen blauw en zijn haar was dof en pluizig. Ze werd zo kwaad op zichzelf, had ze dit niet kunnen zien aankomen? Had zijn voogd niet kunnen waarschuwen voor een eetstoornis?

"Ik heb er genoeg van Harry!" Hij keek op en keek haar vragend aan. "ik heb het gehad! Zijn voogd is niet naar Zweinstein gekomen om over zijn zwijgen te praten, ik vraag me af of ze wel geinteresseerd is in hem! Ik ga erheen, vanavond!"

"Dan ga ik met je mee."

"Nee Harry, ik heb geen bescherming nodig, ik denk niet dat..."

"Ik wil gewoon even controleren of het niet zo is als bij de Duffelingen, Ginny..."

Natuurlijk, dacht Ginny bij zichzelf, daarom trekt Harry zich het lot van Alex zo aan, hij herkent zichzelf in dit jongetje..

"Okee, dan gaan we samen. Ik wil over een half uur ofzo vertekken. Kan je misschien Hedwig vooruit sturen om te zeggen dat we eraan komen?"

Hij knikte en liep de zaal uit.

Alex lag nog steeds bleekjes in het ziekenhuisbed. 'Wat heeft deze jongen meegemaakt dat hij dit zichzelf aandoet?' dacht Ginny. Ze pinkte een traan weg en beende de ziekenboeg uit, klaar om Alex' nicht uit te vragen over zijn verleden.

Een half uur later ontmoetten Harry en Ginny elkaar in de gang.

"Gaan we verschijnselen?" vroeg hij. Ze knikte.

Samen liepen ze het kasteel uit, over de oprijlaan.

"En euh.. hoe gaat het met je?" vroeg hij

"We hoeven niet te praten, Harry" antwoordde Ginny

Ze passeerden de poort met de gevleugelde everzwijnen.

"Platanenlaan 19, Cambridge was het toch?" vroeg Harry. Wederom knikte Ginny

"Ik zie je ginder" zei ze en met een plop verdwenen ze.