Dit is denk ik de meest angsty chapter tot nu toe, dus ik heb je gewaarschuwd…
Ow, Sue-AnneSparrow, bedankt voor je review! Jammer genoeg kan ik niet meer mensen bedanken...


Hoofdstuk 7
Seeing it happen, feeling it happen.

Ze gilde zo hard ze kon, en probeerde tegelijker tijd zo snel mogelijk vooruit te komen. Ze worstelde tegen de gelatine achtige lucht terwijl ze af en toe angstig achter zich keek. Het haalde haar in, ze zou verliezen. Ze zou vermoord worden. Iemand moest haar gillen toch gehoord hebben? Misschien durfde niemand haar te helpen, bang om zelf ook gepakt te worden. Waar was iedereen toch? Alles was leeg en toch kwam ze niet vooruit. Ineens dook er iets voor haar neer, ze keek omlaag en zag een dode vogel liggen. Het beestje had duidelijk zijn nek gebroken, of iemand had hem gebroken. Opnieuw keek ze achterom, het was nu heel dichtbij. Binnen een paar seconden zou het haar nek breken en zou zij net als het vogeltje dood op de grond liggen. Ze gilde nog een laatste keer en werd toen omver geduwd.


De telefoon ging en Mort werd wakker, hij was zoals gebruikelijk, in slaap gevallen op de bank. Hij ging met tegenzin recht opzitten keek even op zijn horloge. Half vier 's nachts. Wie in godsnaam belde er om half vier 's nachts? Hij pakte de telefoon vast en wilde hem weer op de haak leggen zodat hij weer verder kon slapen. Maar net voordat hij weer had opgehangen bedacht hij zich en bracht het toestel naar zijn oor.

"What?" Vroeg hij met schorre stem. Het was stil aan de andere kant van de lijn. "Who's there?" Nog steeds kreeg hij geen antwoord. "Look, if you're trying to irritate me, you're doing a fine job. So, if you don't mind I am going to sleep again." Hij wilde net weer de telefoon op de haak gooien toen hij iets hoorde aan de andere kant van de lijn. Hij had het niet verstaan. "What was that?"

"Come to the place you killed that black fellow and mister Greanleaf. We have to talk. Half past five" Zei de man aan de andere kant van de lijn.

"Where the hell are you talking about?" Mort had de stem herkent en wilde niet net zoals de vorige keer dat dezelfde man dit vroeg geconfronteerd worden met twee dode mensen in zijn auto. Voor de derde keer wilde hij de telefoon neer leggen, maar net voordat hij zijn hand richting haak bewoog zei de man weer wat.

"I shouldn't do that, if I where you." Mort aarzelde nog even, maar legde toen toch de hoorn of de haak. Hij keek om zich heen en tot zijn afschuw zag hij dat de kamer schemerdonker was. Er kwam wel wat licht naar binnen zodat sommige spullen net op enge bloeddorstige wolven leken. Mort schudde het beeld van zich af, hij en zijn stomme fantasie! Toch voelde hij zich angstig. Hij moest het licht aan doen, hij stond op en negeerde zijn pijnlijke enkel. Hij liep naar de kamer en wilde het licht aan doen, toen hij realiseerde dat het nog steeds kapot was. Hij vloekte in zichzelf, nu moest hij de hele weg naar de keuken nog gaan strompelen. Hij was nog niet op de helft toen hij over één van de planken struikelde en op de grond terecht kwam. Het was zo donker dat de planken op de vloer en de rest van de troep niet te zien was. Jezus wat was hij slim zeg! Gelukkig had hij de klap behoorlijk met zijn handen kunnen opvangen. Verstrooit stond hij op en vervolgde zijn weg naar de keuken, eventuele obstakels vermijdend. Hij vond de licht schakelaar, maar toen hij het licht aan wilde doen. Kwam hij tot de ontdekking dat ook dat licht het niet meer deed. Snel probeerde hij het licht op de tafel, ook niet. Hij hoorde een vreemd geluid van brekend glas uit de hoek komen. Hij keek er heen, maar het enige wat hij zag was zwart. Het was te donker. Hij hoorde zijn hart kloppen in zijn oren.

"Who-who's there?" Vroeg hij met een trillende stem. Hij pakte een stok vast die hij op tafel had gevonden, hij wist niet precies wat voor een stok het was, maar het zou maar moeten doen. Hij liep één stap vooruit toen hij een hand op zijn schouder voelde en zich in een schikbeweging omdraaide. Omgeven door duisternis stond daar een vrouw. Amy om precies te zijn. Opnieuw hoorde hij een geluid uit de hoek komen. Hij draaide zich weer weg van Amy. Voetstappen van iemand kwamen dichterbij.

"Shooter?" Vroeg hij, met dezelfde trillende stem.

"It's me allright." Zei hij terug met dat afschuwelijke Mississipi accent. Mort stapte achteruit. Weg van Amy en al helemaal weg van Shooter. Ze stonden nu een meter van hem vandaan kijkend naar elkaar. Opnieuw hoorde hij allemaal stemmen in zijn hoofd. Stemmen die hem bekent voorkwamen, maar ook stemmen die hij nooit eerder had gehoord. Ze begonnen verluisterend, maar werden steeds luider en dreigender. Hij keek naar Amy en Shooter die tegen elkaar aan het schreeuwen waren, hij kon het niet verstaan. Niet boven alle stemmen in zijn hoofd. Hij zag hoe Shooter uithaalde en Amy op haar kaak raakte. Op dat zelfde moment voelde hij de ijzeren smaak van bloed in zijn mond.

It's not real. It's not real. Zei hij tegen zichzelf, maar toen hij een straaltje bloed uit de hoek van zijn mond voelde lopen, verloor zijn gezonde verstand het. Hij keek angstig om zich heen, op zoek naar een oplossing. Hij voelde de stok in zijn hand en zonder erbij na te denken haalde hij uit. De stok taakte Shooter's hoofd maar in plaats dat Shooter naar voren viel, strompelde hij zelf naar voren en viel op de grond. Hij bleef even zitten op handen en knieën. Wat moest hij doen? Hij was de werkelijkheid helemaal vergeten, vergeten dat het allemaal fantasie was, dat alles weg zou zijn als hij het niet meer zou geloven.


Melanie werd badend in het zweet wakker, ze greep naar haar keel en zuchtte opgelucht toen ze voelde dat haar hoofd nog op de juiste manier op haar romp zat. Ze had in het afgelopen jaar niet meer zo'n enge nachtmerrie gehad. Ze ademde een keer diep in en uit en ging toen rechtop zitten. Ze liep naar de badkamer en schonk een glas water in. Ze dronk het in één tuig leeg. Haar handen trilden nog naar en toen ze in de spiegel keek zag ze dat haar haren nat waren van het zweet en haar wangen rood. Ze gooide wat water op haar gezicht en voelde zich daarna al een stuk beter. Ze wilde weer naar bed gaan maar toen ze de kamer binnen kwam bedacht ze dat ze eigenlijk helemaal geen behoefde had aan slaap. Het was al half zes en over twee uur moest ze toch op haar werk verschijnen. Ze deed haar natte nachtjapon uit en trok een korte spijkerbroek had. En een T-shirt met spaghetti bandjes, ze was het warme weer van de dag daar voor nog niet vergeten. Ze pakte een elastiekje van haar nachtkastje en liep naar de badkamer. Daar kamde ze haar haar en deed het elastiekje in. Ze liep de trap af en ging op de bank zitten. Vaag in haar achterhoofd hoorde ze het gezoem nog. Ze huiverde aan de gedachten. Het was echt jaren geleden geweest dat ze zoiets gedroomd had. De eerste keer dat ze een soortgelijke nachtmerrie had gehad was vlak na, vlak nadat die man in die taxi haar had gegrepen en geprobeerd haar te wurgen. Heel toevallig liep er net op dat moment een jongen langs die de politie had gebeld en de man knock out had geslagen. Na die dag had ze de meest gruwelijke nachtmerries gehad. Het gezoem had vast te maken met de radio die de hele tijd aam het knarsen was in de taxi. Daarna was ze ook nooit meer in een taxi gestapt en zekers niet in een met een kapotte radio.

Haar maag rommelde en ze besloot wat eten te gaan maken, ze liep naar de keuken en graaide een zak brood uit de brood trommel. Ze maakte twee broodjes met kaas voor haarzelf, at ze op terwijl haar gedachten afvoerde naar Mort. Haar baas had eerst besloten om Mort naar iemand anders te sturen en in het psychiater te laten blijven, of hij nou wilde of niet. Maar Melanie had hem op ander ideeën gebracht, ze had gezegd dat als Mort moest blijven hij waarschijnlijk nog gekker zou worden en misschien uiteindelijk zelfmoord zou plegen. Ze had dat één keer meegemaakt en wilde het niet nog eens riskeren. Vreselijk had ze het gevonden om te zien hoe de vrouw op de grond lag, een straal bloed sijpelde uit een gat ik haar hoofd. Ze schudde de beelden van zich af. Ineens was het broodje met kaas niet meer zo aantrekkelijk en liet ze de helft staan. Waarom had zij die vrouw nou net gevonden? Waarom kon er niet net een ander iemand dienst hebben op dat moment? Een man of zo die er niet drie jaar later nog een broodje kaas voor liet staan. Ineens kwamen er beelden in haar hoofd van Mort die dood op de grond lag, en net als de vrouw, zijn ogen wijd open en een straal bloed dat tussen zijn haren door op de grond lag.

Melanie, you fool! Zei ze tegen zichzelf, why the hell do you think about that? Ze stond op van de tafel en voelde zich ineens heel nerveus. Misschien was Mort te veel voor haar. Ze had wel met behoorlijk ernstige gevallen te maken gehad, maar met een waarschijnlijk moordenaar nog nooit.


Te angsty? Please review! puppy eyes I beg you! PLEASE! uhm... ja...