Here ye go Suey! Hoofdstuk 8! Heb ik ooit gezegd hoe blij ik ben met je reviewtjes? Nou, ik ben er super blij mee. Als ik ze niet kreeg, dan was ik waarschijnlijk niet eens begonnen aan dit verhaal!
Er word best vaak van POV verwisseld in dit hoofdstuk, denk zeg het maar ff.
Hoofdstuk 8
Losing it all
Mort's ogen stonden wijd open gesperd en hij ademde zwaar. Hij leunde met zijn ene hand op de tafel terwijl hij met zijn andere hand zijn haren van zijn gezicht veegde. Sommige stemmen in zijn hoofd waren niet harder dan verluisteren, maar andere waren oorverdovend hard. Terwijl hij toe keek hoe Amy en Shooter onverstaanbare dingen tegen elkaar schreeuwde, begon Mort's wereld te draaien. Vreemde kleuren verschenen voor zijn ogen, terwijl hij alleen Shooter en Amy goed bleef zien. Hun omtrek bleef heel scherp terwijl de rest van de wereld langzaam in vreemde kleuren en vlekken verdween, terwijl het eigenlijk precies andersom moest zijn. Shooter pakte Amy's boven armen vast om zo duidelijk te maken dat hij het meende. Mort voelde Shooter's handen in zijn vel snijden.
Melanie reed naar haar werk op de fiets, het was niet ver en de auto was snikheet. Het was nog redelijk vroeg, toch scheen de zon al vel en maakte lange schaduwen op de weg. Zo was het weer heerlijk vond Melanie, niet te heet en niet te koud. Gelukkig had ze vandaag maar een korte dag, 3 cliënten, waar ze het prima mee kon vinden. Misschien zou ze nog wel naar Mort gaan. Ze had er vandaag toch alle tijd voor. Ze reed het pleintje op en zette haar fiets in het rek. Daarna liep ze de praktijk binnen en liep naar haar kantoor. Ze ging zitten en pakte de dossiers van de mensen die ze vandaag zou ontvangen uit haar tas en ging aan het werk.
De dag ging snel voorbij, anderhalf uur later was ze klaar en kon ze eigenlijk weer naar huis. Ze liep naar haar baas, zoals ze altijd deed nadat ze klaar was. Ze leverde hem was papieren en liep naar buiten waar de zon net zo warm als de dag daarvoor aan het schrijnen was. Het zadel van haar fiets was gloeiend heet, gelukkig stond er een lekker briesje dat nog een beetje verkoelend werkte. Ze stapte op en fietste weer richting haar huis, maar toen ze bijna thuis was bedacht ze zich en reed langs de straat waar ze normaal gesproken af sloeg. Ze zou naar Mort gaan, ze moest haar baas laten zien dat ze het wel aan kon. Het was best een lange tocht naar zijn huis, maar de bospaatjes waren heel rustgevend en Melanie genoot er van. Als ze ooit ging verhuizen zou ze ook hier in de buurt gaan wonen, lekker rustig. Na een lange tocht kwam ze dan toch aan bij Mort's huis. Ze zette haar fiets tegen een boom die naast het huis stond en liep naar de deur.
Vaag hoorde Mort iemand op de deur kloppen, maar hij reageerde er niet op. Hij had geen zin open te doen. Zijn hoofd deed zeer en hij had geen idee waar hij precies was. Hij had zijn ogen gesloten en wist alleen dat hij op iets kouds lag. Weer werd er geklopt, Mort bleef liggen. Hij had er geen zin meer in, hij zou hier eeuwig blijven liggen tot hij dood ging.
Melanie klopte nog een laatste keer op de deur, weer geen antwoord. Ze keek om zich heen en zag Mort's auto staan. Hij had last van zijn enkel herinnerde ze zich, hij zou nooit gaan lopen, fietsen of autorijden. Waar was hij? Melanie begon zich zorgen te maken en opnieuw kwamen er beelden in haar hoofd van de vrouw die zichzelf had doodgeschoten. Ze moest naar binnen, ze liep naar het raam en keek de kamer in. Niemand te zien. Dan maar inbreken, dacht ze en liep terug naar de deur. Ze legde haar oor op de deur en luisterde terwijl ze op verschillende plekken klopte. Daar. Ze liep een meter naar achter en met volle kracht duwde ze zich tegen de deur. Na een derde keer gaf de deur het op en zwiepte open met een harde knal kwam hij tegen de muur aan. Zelfs als Mort het geklop niet had gehoord had hij dit moeten horen. Melanie was bang, ze wilde het liefst weg gaan en iemand anders naar Mort laten zoeken. Toch liep ze de kamer in en keek eerst daar rond.
Mort hoopte dat wie het ook was aan de deur snel weg zou gaan en hem met rust zou laten. Één ding was zeker, hij zou niet open doen. Hij bleef liggen. Mort hoorde een krakend geluid en een zwiep, en vervolgens knal van iemand die de deur veelte hard had open gegooid. Fuck, dacht hij, Why can't they just go if nobody opens the bloody door?
De kamer was nog steeds een rommeltje. Melanie zuchtte, daar ging ze. Eerst liep ze naar een deurtje achter in de kamer en ademde een keer diep in en opende toen de deur. Er was niemand. Ze liep weer terug en liep de keuken in. De tafel was gekanteld, stoelen lagen door de hele keuken en alle lampen die er stonden waren gebroken. Ze liep naar Mort die met zijn ogen gesloten op de vloer lag, ze zag dat Mort met zijn ene arm onder de tafel was gekomen. Eerst moest ze die tafel recht zetten. Ze liep erheen en wilde hem recht op zetten, alleen dat ging zo makkelijk nog niet. De tafel was loodzwaar.
"Fuck, heavy!" zei ze en probeerde het nogmaals. Langzaam kwam de tafel omhoog en ze kreeg hem recht op. Ze hurkte naast Mort neer. Ze was heel opgelucht dat hij geen gat ik zijn hoofd had waar bloed uit sijpelde en dat hij nog gewoon ademhaalde.
"Mort, wake up" zei ze terwijl ze hem een beetje heen en weer schudde. Mort verroerde zich niet. Opnieuw probeerde ze hem wakker te schudden, maar hij reageerde niet. Ze kon hem ook niet nu alleen laten, wat moest ze nou doen? Wat was er toch gebeurd? Het leek wel of hij een gevecht had gehouden of zo.
Ze stond op en liep door de keuken. Er lag een stoel op het aanrecht en één was er tegen de muur terecht gekomen en zo een poot verloren en een derde lag middenin de ruimte. Ze keek weer naar Mort en toen naar de tafel, hoe had hij die omver gekregen? Hoe kon iemand zo'n troep maken in zijn eentje? Ze liep weer terug naar Mort, wat moest ze nou doen.
"Sod off…" Verluisterde Mort ineens. Melanie hurkte weer naast Mort neer.
"You're awake." Zei ze, haar instinct was om te vragen wat er was gebeurd, maar haar psycholoog kant weerhield haar daarvan. "Come on, try to sit." Mort opende nu langzaam zijn ogen en het verbaasde haar dat hij luisterde. Hij duwde zich om hoog met zijn handen, maar hij zakte door de arm waar de tafel op was gevallen. Melanie hielp hem en zag de blauw paarse plek op zijn arm.
"It's nothing." Zei Mort toen hij zag dat ze naar zijn arm keek. Zelf was hij er nog niet zo zeker van of het niets was, maar hij had geen zin in dat medelijdende gedoe. Hij wilde op gaan staan, maar het zat hem vandaag niet mee, hij zakte door zijn enkel en gelukkig waren Melanie's reflexen snel genoeg om hem op de vangen. Hij voelde zich duizelig, hij keek naar de plek waar de avond daarvoor Shooter en Amy hadden gestaan. Hij bracht zijn hand naar zijn mond, maar hij voelde geen bloed. Hij trok zijn mouwen omhoog, de plek waar Shooter Amy had vast gepakt, was ook weg. Er was geen wond van te bekkenen, alleen op zijn arm waar de tafel op was gevallen. Hoe kon hij het dan gevoeld hebben?
"What's the matter?" Vroeg Melanie.
"Nothing," antwoordde hij en liet snel zijn mouwen weer zakken, "Not importand."
Melanie had gelijk door dat Mort loog. Not importand, yeah, right. Maar uit evaring wist ze dat ze daar niet gelijk over moest beginnen. Ze bracht Mort naar de bank en haalde wat te drinken voor hem. Toen zat ze tegenover hem op een stoffige stoel. Het viel haar op dat niets in Mort's huis echt schoon was. Ze had er een hele tijd over gedaan om een schoon glas te vinden en had er uiteindelijk één gevonden achter in een kastje. Mort zat voor zich uit te staren en zei niets meer. Melanie opende haar mond een paar keer maar wist ook niet precies wat ze moest zeggen, alles wat ze had moeten zeggen volgens haar psychologische opleiding leek niet meer geschikt. Gelukkig hielp Mort haar uit de brand door zijn mond open te doen en iets te verluisteren:
"Thank you." Melanie keek verast op, hier had ze niet op gerekend.
"For what?" Vroeg ze voorzichtig. Mort gaf geen antwoord meer en had zijn ogen gefocust op de muur achter haar. "Mort, can you tell me what happened to you?" Mort schudde langzaam zijn hoofd.
"You wouldn't understand." Zei hij, "You wouldn't believe it."
"I would like to know." Zei ze in een lieve stem, maar dat had ze beter niet kunnen doen. Mort keek geïrriteerd haar kant uit.
"Quit al the psychology crap and just act human!" Schreeuwde hij. Melanie keek hem verbaast aan.
"I am sorry, what…?" Vroeg ze, maar Mort onderbrak haar.
"You know what I mean, stop acting as if you're the most sweat confidential person in the world! Because you are not, behind my back you talk to police and your boss."
"I talk to my boss, that's right. But, I don't talk to him about everything and about the police, I never ever talk to them unless you want me to." Antwoordde Melanie. Mort keek haar even doordringend aan en ging toen weer door met het staren naar de muur.
TBC
Hier de vertalingen:
You know what I mean, stop acting as if you're the most sweat confidential person in the world! Because you are not, behind my back you talk to police and your boss. – Je weet wat ik bedoel, verschuil je niet achter dat lieve vertrouwelijke doek. Want je bent niet vertrouwelijk, achter mijn rug praat je met politie en je baas.
I talk to my boss, that's right. But, I don't talk to him about everything and about the police, I never ever talk to them unless you want me to. – Ik praat wel tegen mijn baas, maar niet over alles. En over de politie, ik praat nooit met hen, behalve als je wilt dat ik dat doe.
Echt heel vervelend, ik voel weer een writers block opkomen, maar ik hoop dat die snel voorbij gaat! Want zo in de vakantie is het wel fijn als je gewoon kan schrijven!
Als je een leuk verhaal wilt lezen, lees dan de verhalen van Sue-AnneSparrow! ZIJN GEWELDIG! (zo, dat ook weer gezegd)
Please review you all!
