Aloha! Ik heb net het eerste hoofdstuk en ik krijg gelijk een review van sue-annesparrow! Thanx! Maar nu weer verder met het verhaal! Ik heb dit hoofdstuk een beetje verandert… R&R!

"Blabla" praten

Blabla gedachten

Blabla Mijn notities

------------------------------

Emely's rug deed nog wel pijn maar het was al een stuk minder dan de dag ervoor. Misschien komt het omdat ze vandaag eindelijk weg kon uit deze hel. Ze stond op, deed haar kleding aan en liep naar buiten, in de mooie schitterende ongelofelijke KUT ZON! Dat ding brandde haar ogen er zowat uit. Ze liep naar de scheepskade en zag daar allemaal mannen in roze shirts staan met driehoeken erop getekend. Fijn… de homo club dacht ze en ze liep naar de groep toe. De barman maakte zich los van alle andere mannen die aan elkaar kleefden als honing. Hij liep naar Emely toe en kuste haar nu op allebei haar wangen. De andere mannen maakten opgewonden geluidjes en ze stormden allemaal tegelijk naar Emely, wie met grote ogen toekeek hoe de mannen naar haar toerenden. Ze was zo verbaasd dat ze helemaal vergat om weg te rennen. De mannen sprongen als het ware boven op haar en probeerden allemaal haar een zoen te geven. Maakte niet uit waar.

Tien minuten later wist Emely zich eindelijk te bevrijden uit de massa mannen.

"OKE MENSEN!" Schreeuwde ze en de mannen stonden een voor een op. "Meneer, uhhhh, Barman! Je zei dat je een boot voor me had?" De barman rechtte zijn rug en stak zijn borst vooruit.

"Zeker, schat! Volg mij!" riep hij uitbundig en hij liep over de kade. Emely keek naar de boten die er lagen en dacht aan welke van haar zou moeten zijn. Ze hoopte natuurlijk een kleintje die makkelijk bestuurbaar zou zijn en donker zodat hij niet zo opviel. Maar ze had weer eens pech, want ze zag de barman naar het grootste en opvallendste schip lopen. Hij was werkelijk gigantisch en knalroze.

"Ja… uuhhhh bedankt… Maar ik zal maar eens gaan!" Ze probeerde de plank op te lopen maar de mannen moesten haar nu weer allemaal knuffelen. Ze riepen allemaal door elkaar dat ze hen niet moest vergeten, eentje gaf haar zelfs een zwaard. Emely wist zich los te maken en liep de plank op. Ze zwaaide nog even en hees in haar eentje het anker op wat ongeveer een uur duurde. Daarna rende ze over het dek om de zeilen naar beneden te krijgen en toen dat was gelukt na een half uur, voer ze eindelijk weg van Tortuga.

Ze zat 2 dagen op het schip en haar ogen brandden helemaal van het zonlicht dat op de rand van het schip viel, ze had nooit gedacht dat roze zo de zon kon reflecteren. Ze nam een slok rum en keek over het schip. Ze hield van de zee, het was zo groot en oneindig. Je kon zo ver varen als je wou en dan kon je nog veel verder. Je voelt je vrijer dan ooit op een schip. De wind in je haar, of over je hoofd als je kaal bent… Emely zuchtte en krabde aan haar hoofd. Als ze goed keek kon ze Port Royal al zien liggen. Nog maar 1 dag en dan kon ze eindelijk naar bed. EINDELIJK! Ze had te hele reis niet geslapen. En denk nou niet van WTF want dit is heel logisch! Ik bedoel: zit je vlakbij Tortuga en dan ga je naar bed en dan word je wakker in Kaapstad. JE WEET HET NIET!

Toen Emely eindelijk in Port Royal aankwam werd ze begroet door lachende mensen en kinderen die wezen naar haar schip.

"JA JA JA! HET IS EEN HOMO SCHIP! IK WEET HET!" ze meerde aan en liep over de aanleg steiger toen ze de penning meester tegen kwam.

"Het kost 3 shilling om je boot hier aan te meren.!" ze keken allebei naar het roze 'geval'. Hij met gigantische ogen. Emely met een sarcastische blik.

"Noem je dit een schip?" vroeg ze aan hem, maar hij was nog te druk bezig met het staren naar het roze ding. "Hallo? Meneer Penningmeester?" Hij reageerde niet. Emely haalde haar schouders op en liep verder naar de stad. Daar liep ze een winkeltje in en kocht daar nieuwe kleren waarmee ze niet teveel zou opvallen. Nee, geen jurk! Gewoon een normale broek en een wijd overhemd. Ze liep weer verder en kwam langs een smid. Ze keek naar het zwaard wat 1 van de homo's haar had gegeven en zag dat hij ook roze was. Jezus… Die mensen zijn echt gek… dacht ze en ze gooide het zwaard weg. Ze keek naar haar geldbuidel en zag dat ze nog wel genoeg geld had voor een nieuw zwaard. Ze liep de smid in en zag een man zwaar op een stuk metaal slaan, zweet op zijn gezicht. Ze deed de deur harder dicht dan dat de bedoeling was en de man draaide zich met een ruk om.

"Sorry, mevrouw. Ik zag u niet." Zei hij terwijl hij zijn handen afveegde aan een doek. Emely knorde even, niemand noemde haar mevrouw. Ze schudde haar hoofd en zei dat ze Emely heette.

"Emely… Mijn zus heette Emma… Het lijkt op elkaar." De man keek even doordringend naar Emely en draaide zich weer om en keek naar het metaal wat blijkbaar een zwaard moest worden.

"Wat wilt u, Mevrouw?"

"Je naam." Was haar simpele antwoord.

"Will."

"Will wie?" Emely begon dit leuk te vinden.

"Will Turner" Oké, Emely vond het niet meer leuk. Ze keek wil met grote ogen aan en haar mond was opengevallen. Ze viel met dezelfde gezichtsuitdrukking flauw.

"Emely?" was het eerste wat ze hoorde toen ze weer bijkwam.

"Godver, m'n kop doet pijn!" was het eerste wat zij uitkraamde. Will lachte en Emely stond op van het bed, waar Will haar blijkbaar had opgelegd.

"Wat is er?" Was haar vraag toen Will haar ongemakkelijk aankeek.

"Ik moet even weg, ik heb meneer Brown-" Hij werd onderbroken door Emely.

"Wie is dat?" vroeg ze en ze wees naar een man die op een stoel sliep met een rum fles in zijn hand, hij snurkte behoorlijk hard.

"Dat is meneer Brown. Zoals ik al zei: hij is mijn baas en ik denk dat hij niet zo snel wakker zou worden. Raak alsjeblieft niks aan, ik wil niet dat je jezelf pijn doet." Will liep naar de deur en ging naar buiten. "Tot zo" zei hij nog voordat hij de deur dichtdeed.

Emely zuchtte en plofte neer op een hooibaal.

Nu alles op een rij!

1 ik kom hier met een homo schip

2 ik loop een smid binnen om een nieuw zwaard te kopen

3 ik zie een man en we spelen een naamspelletje

4 hij zegt zijn naam

Wat was die naam... Will... Turner! Dat was het! Will Turner! Turner! Oke… Dit is niet goed...

Ze stond weer op van de hooibaal en liep naar een houten kruk en sleepte die mee naar de donkerste hoek van de ruimte en ging daar zitten. De deur ging langzaam open en ze zag een gezicht om de deur kijken. Het was het gezicht van een man, een piraat om precies te zijn. De man liep naar binnen en merkte Emely blijkbaar niet op. Hij had zijn handen gebonden via een ketting en keek om zich heen. Hij liep naar een aambeeld waar een hamer in zat gestoken. Hij legde zijn hoed neer en hij greep de hamer, maar meneer Brown liet zijn rum fles op de grond vallen en de man draaide zich supersnel om. Hij liep langzaam naar meneer Brown en sloeg hem zachtjes met de hamer. Emely grinnikte. Die man word nergens wakker van.

"Hij word niet wakker." Zei ze met een zachte fluister stem. De man draaide zich snel om en keek om zich heen.

"Wie ben je?" Zei hij.

"Je geweten…"

"Echt waar?"

"Jaha…"

"Weet je het zeker?"

"Ja…"

"Heel zeker?"

"JA VERDOMME! GA NOU IETS ANDERS DOEN!"

Meneer Brown werd niet wakker en de man draaide zich weer om. Om vervolgens zich weer snel om te draaien en 'WHOA!' te roepen. Meneer Brown draaide zijn hoofd een beetje en snurkte toe weer verder. De man liep weer naar het aambeeld en probeerde de kettingen om zijn polsen te breken door met de hamer erop te slaan. Hij raakte blijkbaar gefrustreerd, want hij trok zijn handen uit elkaar in een poging om de kettingen stuk trekken. Toen zag hij de wielen en de ezel. Hij greep een gloeiende pook uit het vuur en duwde die tegen de ezel aan, en die maakte een geluidje van schrik en begon te lopen. De man stopte de kettingen tussen de wielen en de ketting ging stuk. Hij keek even triomfantelijk en zijn gezichtuitdrukking veranderde snel in die van verbazing want de deur ging weer open.

Emely zuchtte opgelucht. Will is terug. Ze zag hoe Will door de deur heen liep, de ezel kalmeerde en naar meneer Brown keek. "Precies waar ik je heb achtergelaten." Hij keek rond en riep naar Emely. Zij riep terug en Will keek al naar de hamer. "Niet waar ik jou heb achtergelaten" zei hij met een half naar de zijkant gebogen hoofd. Hij zag de hoed en greep erna, maar hij werd gestopt door een zwaard die op de rug van zijn hand tikte. Will keek omhoog en zag de piraat.

"Jij bent degene die ze zoeken, de piraat." Zei hij terwijl hij langzaam zijn hand terugtrok.

"Je ziet er bekent uit… Heb ik je eerder bedreigt?" vroeg de piraat. Emely was geschokt door zijn stem. Ze had verwacht dat hij ruwer zou zijn. Niet zo zacht en kalm.

"Ik probeer piraten te vermijden." Zei Will scherp.

"Nou, dan zal het erg zijn om dat te veranderen" zei de piraat en hij liep naar de deur. Will greep een zwaard en daagde de piraat uit.

"Weet je zeker dat dit een goed idee is? Vechten met een piraat?"

"Jij hebt Miss Swann bedreigt!" De piraat gleed met zijn zwaard langs die van Will.

"Een klein beetje maar…" en het gevecht begon.

"Je weet wat je doet, echt waar. Maar hoe is je voetenwerk? Als ik hierheen stap…" de piraat stapte achterwaarts naar links en Will stapte automatisch mee. "En als ik hierheen stap dan…?" De piraat stapte weer en Will stapte mee. De piraat haalde nog een keer uit met zijn zwaard en Will blokte die ook.

"Ta!" zei de piraat en hij rende naar de deur, maar Will was sneller en hij gooide zijn zwaard precies boven de balk die de deur afsloot. De piraat keek even geschokt maar probeerde het zwaard eruit te trekken. Toen dat niet lukte probeerde hij de balk naar boven te bewegen maar dat lukte ook al niet. Will keek triomfantelijk. De piraat draaide zich weer om en liep naar Will over een soort wipwap-ding, pratend.

"Dat is een fantastisch trucje, maar weer sta jij tussen mij en mijn weg naar buiten en nu heb jij geen wapen." En hij greep zijn zwaard weer. Will keek even snel achter zich en greep toen gelijk een zwaard waar hij mee bezig was en die gloeide dus ook nog aan de bovenkant. De piraat keek erna maar hij had niet genoeg tijd want Will haalde naar hem uit. De ezel begon weer te lopen en de wielen begonnen ook weer te draaien. Ze stonden bij een rond draaiende balk en de piraat keek naar alle zwaarden die daar hingen. Ik gebruik het woord 'zwaard' wel veel niet dan:p lol.

"Wie deze allemaal?" De piraat en Will wisselden van plek.

"Die maak ik en ik oefen met ze, drie uur per dag!" ze vochten verder.

"Je moet eens een meisje vinden, mate. Of, de reden dat jij drie uur per dag oefent is dat je al een meisje heb gevonden maar dat je haar helaas niet kan versieren… Je bent toch geen eunuch of wel soms?" Will keek woedend. Dat zal ik ook doen als iemand mij een eunuch zou noemen... dacht Emely.

"Ik oefen drie uur per dag voor als ik een piraat tegenkom, dat ik hem kan vermoorden!" schreeuwde hij. Dat is hard... dacht Emely. Ze sprongen weer op het wipwap-ding en het begon te schommelen. Ze bleven vechten en Emely lette even niet meer op, het was te eentonig. Toen ze weer opkeek zag ze de twee mannen nergens. Waar zijn ze? Koffie aan het drinken of zo... Ze hoorde gestommel boven haar hoofd. Ze keek omhoog en zag nog net hoe Will sierlijk van de balken afzwaaide en hoe de piraat een zak vol zand leeg strooide in Will ogen. Voordat Will zijn ogen weer open had, had de piraat zijn pistool al op Will gericht. Will greep nog net een bijl en merkte toen het pistool dat in zijn gezicht zat geduwd.

"Je speelde vals!"

"Pirate." De piraat keek snel op toen er gestommel buiten de deur kwam.

"Move."

"Nee." De piraat haalde het veiligheids ding van het pistool.

"Please move?"

"Nee! Ik kan niet zomar uit de weg gaan en jou laten ontsnappen!"

"Deze kogel is niet voor jou bedoelt!" Will fronste en Emely verslikte zich in haar drinken. Ze zag hoe meneer Brown de piraat met zijn fles bewusteloos sloeg. De deur werd open gebroken en de soldaten kwamen binnen stromen.

"Daar is hij!" riep een van de soldaten. De soldaten renden naar de bewusteloze piraat en richtten hun musketten op hem.

"Meneer Brown, u heeft geholpen in het vangen van een gevaarlijke voortvluchtige!"

"Ik doe gewoon mijn burgelijke taak meneer Norrington." Will zuchtte en Emely was nog steeds aan het stikken.

"Nou mensen, jullie zullen dit altijd herinneren als de dag dat Captain Jack Sparrow bijna ontsnapt was. Neem hem maar mee."

Nadat de piraat was weggehaald liep Emely naar een stoel en ging erop liggen. Ze viel bijna meteen in slaap, ze was doodop.