Emely schok wakker van een kanonskogel die vlakbij insloeg. Ze keek om zich heen en zag dat Will bezig was een bijl los te wrikken.
"Will, wat is er aan de hand?" vroeg ze slaperig.
"Pirates." Was zijn antwoord voordat hij uit de deur rende. Emely was gelijk klaar wakker en greep ook haar spullen. Toen ze naar buiten rende wist ze niet wat ze zag. Overal dode mensen, huilende kinderen, ontploffingen en gillende mensen. Tussen dat alles liepen allerlei piraten. Het leek allemaal een beetje op Tortuga maar dan iets minder vrolijk en iets meer ontploffingsgevaar. Een van de piraten zag haar en kwam op haar af. Emely slaakte een gilletje, deed haar handen boven haar hoofd en rende weg. De piraat keek haar even vreemd na en trok toen zijn schouders op. Emely was snel naar het huis van de gouverneur gerend en klom nu via de achterkant van huis naar binnen. Ze hoorde een geweer schot and allemaal gegil. Ze gleed een stukje naar beneden en klom weer omhoog. Ze klom door een raam en stond midden in een grote kamer met een open haard en een tafel. De deur ging open en Emely sprong in een kast en hield haar adem in. Ze hoorde allemaal gestommel en een zacht stemmetje. Opeens werd de kastdeur opengetrokken. Emely stond recht tegenover een andere vrouw met bruine ogen en dik bruin haar. De vrouw keek Emely aan en sprong daarna ook in de kast.
"Wat doe je hier!" fluisterde ze druk. Emely wou net antwoorden toen de deur werd opengegooid en er twee piraten binnen kwamen.
"We weten dat je hier zit, popje!" riep een van hen. Emely keek naar de vrouw en zei geluidloos: 'Popje?' De vrouw trok haar schouders op. Emely zat niet meer op te letten en was nu aan het kijken naar het medaillon dat de vrouw vast had. Een schok ging door haar heen…
(Flashback)
"Will! Waar ben je toch! Will!" Emely wist nog hoe erg de ontploffing was geweest. Ook al was het een tijdje geleden. Ze zag alle mensen van de crew dood boven water drijven maar ze zag Will nergens. Ze bleef maar rond het wrak zwemmen in de hoop dat er met hem niks gebeurt was. Ze zag nog net een hand bovenwater komen. "WILL!" Schreeuwde ze in paniek. Ze dook onderwater en zag dat hij al een eind naar beneden was gezakt. Ze kwam even boven om adem te halen en dook toen snel naar beneden. Ze greep hem om zijn arm en trok hem zo snel als ze kon omhoog. Ze had zelf nauwelijks lucht meer en zwarte vlekken vormden zich voor haar ogen. 'Nog even volhouden' zei ze in zichzelf. 'Nog heel even!'
(einde flashback)
Emely schok wakker uit haar dagdroom doordat het licht in de kast opeens weg was: Er stond iemand voor de deur. "'Ello, Poppet!" Zei de man die voor de kastdeur stond. De piraat gooide de deur open en de vrouw riep snel: "Parley!" De piraten keken haar, in verwarring gebracht, aan en Pintel zei zachtjes: "What?" De vrouw ging door.
"Ik beroep me op het recht van Parley. Volgens de Code die opgezet is door de piraten Morgan en Barthley moeten jullie mij en mijn vriendin naar jullie Kapitein brengen." Emely keek haar aan met een WAT!-blik. Ze keek Emely aan met een blik die duidelijk zei: 'Werk mee!' Emely sloeg haar armen over elkaar heen en knorde even in stil protest. Ze liet de vrouw maar lekker het 'gesprek' voeren.
"Ik ken de Code…"
"Wij zijn veilig tijdens the Parley."
"Weg met die Code!" zei de piraat met het houten oog.
"Ze willen naar de Capt'n gebracht worden! En dat mogen ze ongehinderd doen. We moeten ons houden aan de Code!" zei de man na een tijdje. Dezelfde man die ook voor de deur had gestaan. Hij glimlachte walgelijk. Blijkbaar had de vrouw nu ook wel door dat 'Parley' niet echt het slimste idee was. Ze werden vastgebonden en naar buiten gesleurd. Emely liep vrolijk mee, maar de vrouw was aan het worstelen om los te komen. Emely zag haar even omkijken en zij keek ook om. Daar stond Will, verbaast en bezorgt te kijken naar hun. Emely maakte een gebaar met haar hoofd dat zei, 'het komt goed' vlak voordat ze meegesleurd werd naar de boten. "Een vraagje," Fluisterde Emely, "Hoe heet je?"
"Elizabeth Swann. En jij?"
"Emely." Was het enige wat ze zei. Elizabeth keek haar vreemd aan en Emely keek snel weg. (A/N: Je komt er nog wel achter waarom.)
Emely keek omhoog naar het schip. 'The Black Pearl…' Ze klommen erop en Emely zag een vage man met een gigantische hoed met veren. En een aap. De piraat met het houten oog trok haar verder mee naar Elizabeth die nu voor een grote donkere man stond. De man zei iets wat Emely net niet kon horen. Ze liepen verder naar het andere groepje en Emely hoorde Elizabeth iets zeggen over onderhandelen. De grote man sloeg haar en de vage man greep zijn hand. "En jij raakt degene onder bescherming van Parley niet aan!" zei hij. Emely sprong naast Elizabeth en de man met de grote hoed keek haar even aan. Hij richtte daarna zijn aandacht weer op Elizabeth.
"Captain Barbossa, ik kom negotiëren over het staken van de hostiliteiten tegen Port Royal." Zei Elizabeth. Barbossa lachte.
"Dat zijn veel moeilijke woorden, Miss. Wij zijn maar gewone piraten. Wat wilt u?"
"Ik wil dat jullie vertrekken en nooit meer terugkomen." Zei Elizabeth met op elkaar geklemde tanden. De piraten lachten, maar nadat Emely ze een blik gaf hielden ze op.
"Ik ben niet bevoegd om op uw vraag positief te antwoorden." (A/N: Dit heb ik zelf verzonnen, ik kon het niet goed vertalen. Ik versta de helft niet van wat die vent allemaal zegt!) Elizabeth keek hem even aan. Barbossa boog naar voren.
"Dat betekent, nee!" Elizabeth keek hem woedend aan. Emely ging vanzelf een stukje van haar afstaan. 'Ik hoop dat ze op mij niet zo boos wordt!' dacht ze.
"PRIMA!" zei Elizabeth nog steeds boos. Ze trok de ketting met het medaillon eraan los van haar hals en liep naar de reling.
"Ik laat het vallen!" riep ze terwijl ze het medaillon overboord hield.
"Mijn schip ligt vol met sieraden. U denkt dat dat kleine ding belangrijk voor mij is?" vroeg Barbossa lacherig. "Waarom?" vroeg hij daarna serieus.
"Hier zoeken jullie naar! Ik herken dit schip! Ik zag het acht jaar geleden bij de overtocht vanaf Engeland!"
"Echt waar?" vroeg Barbossa en hij deed zijn hoofd een stukje opzij.
"Prima, als het niks voor jullie betekend kan ik het net zo goed weggooien." En Elizabeth liet het medaillon een stukje vallen. De piraten sprongen naar voren en Barbossa riep. "Nee!" Elizabeth keek triomfantelijk en Barbossa lachte even. Hij liep op hun af.
"Wat is je naam, juffie?"
"Elizabeth… Turner." Emely's hoofd schoot omhoog. Ze keek verbaast naar Elizabeth. Elizabeth boog haar hoofd.
"Ik ben een dienstmeid in het huis van de Gouverneur." Emely schudde haar hoofd. 'Dom, zo dom' dacht ze. Barbossa draaide zich om naar de crew. "Miss Turner!" zei hij en de crew begon te fluisteren. Barbossa draaide zich weer om naar Elizabeth.
"En hoe komt een dienstmeid aan zo'n sieraad? Een erfstuk misschien?"
"Ik heb het niet gestolen als je dat bedoelt!"
Emely maakte een geluidje van ongeloof. Elizabeth keek haar weer met die grote ogen aan. Emely glimlachte even en boog haar hoofd om naar haar nagels te kijken.
"En ye?" vroeg Barbossa nu aan Emely. Ze keek naar hem omhoog.
"Wat?"
"Hoe heet je?"
"Emely."
"Emely wie?"
"Maakt dat wat uit?"
"Ja!"
"Oké, oké. Rustig! Emely Jones. Ben je nu blij?"
"Dolblij." Emely rolde met haar ogen.
"Prima, als jullie mij dat medaillon geven beloof ik dat we nooit meer terug komen." Elizabeth keek even bedenkelijk. Maar gaf toen het medaillon aan Barbossa
"Afgesproken?" vroeg Elizabeth. Barbossa draaide zich weer om en liep weg nadat hij een knik had gegeven aan de grote man achter hem. De man knikte terug
"Kanonnen binnenhalen en maak je gereed om uit te varen!"De crew ging snel aan het werk. Barbossa liep weg en Elizabeth en Emely renden achter hem aan.
"Wacht eens even! Je moet naar het land brengen! Volgens de Code…" Begon Elizabeth.
"Ten eerste, over jullie terugbrengst is niet onderhandeld dus ik moet niks! Ten tweede, je moet een piraat zijn voor de Code en dat zijn jullie niet! Ten derde… de Code zijn meer richtlijnen en niet echte regels! Welkom aan boort van The Black Pearl, Miss Turner en Miss Jones!" En hij liep weer verder. De twee vrouwen keken hem ongelovig na.
