Hoofdstuk 3
Na twee dagen was Matt genezen verklaart en kon hij weer gewoon naar huis. Nou ja, naar huis kon je het ook weer niet noemen. Matt woonde in een weeshuis omdat zijn moeder gestorven aan kanker was en zijn vader voor zijn werk de hele wereld rond moest. Zijn vader kwam twee keer in het jaar langs, op zijn verjaardag en van kerst tot nieuwjaar. Voor de rest reisde hij de wereld rond. Matt werd de zijn Mentor opgehaald en naar het weeshuis gebracht. Onderweg vroeg ze niet veel pas toen hij er was zei ze dat Mattew pas morgen naar school moest. En als hij meer tijd voor zijn herstel nodig had moest hij maar bellen. In het weeshuis was het rustig want iedereen was waarschijnlijk naar school. Hij ging naar boven richting zijn kamer. Zijn kamer bestond uit een ruimte. Daar stond een bed, kast, bureau en wat andere dingen. Hij had een kamer voor zichzelf omdat zijn vader aardig wat geld verdiende. De meeste kinderen moesten een kamer delen. De wc's en badkamers werden met iedereen gedeeld. Het weeshuis had in totaal 24 kinderen. Matt ging op zijn bureaustoel zitten en keek naar buiten. Hij had uitricht op een groot bos en daarachter zag je een meer. Versuft keek hij naar het meer en het bos. Opeens zag hij in de lucht een apart soort van vogel vliegen, het was heel apart want je kun een lange staart zien en de vogel had een lange hals. Het was een draak! De draak vloog het bos in en verdween. Snel had Matt besloten om te kijken of hij de draak van dichterbij kan zien. Hij trok zijn schoenen en jas en rende naar buiten het bos in. Het bos was in het begin nog niet zo dicht bebos. Maar des de dieper hij in het bos liep des de donkerder het werd. Hij liep wel een kwartier door het bos toen hij verderop een donkere schadauw zag liggen. Langzaam en voorzichtig liep Mattew er op af. Toen hij er op ongeveer 5 meter afstand stond zag hij dat een groot rood wezen. Het wezen het geel/oranje ogen en een lange spitse neus. Een lange hals, lange staart en grote poten met daaraan lange klauwen. De draak bewoog zijn hoofd naar Matt en keek hem aan. Van schrik stapte Matt achter uit en over een boomstronk waardoor hij op de grond viel. " Aauw!" Toen zijn hoofd de grond raakte voelde hij de wond weer steken. Snel stond Matt op en rende het bos uit.
" Het begint echt te gek te worden. Ik zie andere spiegelbeelden en draken. Volgens mij zijn mijn hersens echt beschadigd."dacht Mattew toen hij thuis in zijn kamer was aangekomen en op zijn bed was gaan liggen. Zijn gedachte bleven maar bij die droom. Die wilde maar niet weg gaan. Al dit rare gedoe was ook begonnen na die droom. " Als ik weer zo'n rare illusie heb ga ik echt weer even terug." Hij keek naar de klok. Het was half drie. Dus zijn klas was al uit. Als hij nou eens naar zijn beste vriend Joost Krijger ging om zijn verhaal te vertelen. Matt trok zijn jas aan en pakte zijn fiets. Hij fietste met een grote bocht om het bos heen naar zijn vriend in de stad. De stad was groot en altijd druk. Matt hoopte dat hij geen klasgenoten tegen kwam want daar had hij nou echt geen zin in. Joost woonde aan de andere kant van de stad dus ging Matt dwars door het centrum van de stad. Hij maakte een omweg toen hij Mieke en haar beste vriendin Kelly op een hoek van de straat zag staan. Joost woonde in een flat op de 3de verdieping. Eenmaal daar parkeerde Matt zijn fiets op de hoek en liep de flat binnen. Hij liep de trap op en hoorde zijn voetstappen door het gebouw heen galmen. Opeens hoorde hij nog twee voetstappen door het gebouw galmen. Matt keek naar beneden om te kijken of daar iemand liep, en toen naar boven maar de enige die het gebouw liep was hij. Toen hij even stopte met lopen stopte, stopte de voetstappen ook. Snel liep Matt naar boven en belde aan bij het huis van Joost. Het duurde een tijdje en toen deed Joost de deur open. Joost gezicht zag er eerst heel bezorgd uit en toen hij Matt zag begon zijn gezicht op te klaren. Joost gaf Matt een stevige knuffel. " Laat me nooit meer zo schikken." Gelukkig liet Joost Matt toen los want Matt had het gevoel dat hij bijna begon te stikken. " Kom binnen" Joost liet Mattew binnen en ze liepen samen een kleine woonkamer binnen. Matt was hier zo vaak dat het een vertrouwde plek begon te worden. Er was een haard in de hoek van het huis die aan het branden was. Tegen de muur stond een tv en daar voor stond een kleine bank en een rookstoel. De warme knusse kamer gaf Matt het gevoel dat hij hier veilig was. " Moet je wat te drinken?" Matt schrok even wakker uit de trans die het vuur hem had gebracht. " Ja lekker." Matt ging zitten op de bank en even later kwam Joost met twee warme dampende koppen chocomel aan gelopen en ging naast hem zitten. " Hoe voel je je?"vroeg Joost op een voorzichtige toon. " Oké." "Gelukkig man. Want je had de hele klas wel even laten schrikken." " Oooh. Wat gebeurde er dan precies met me?" " Nou. Ik was mijn werk aan het maken en hoorde opeens een harde bonk en Marrie hard gillen. Dus ik keek op en zag jou daar op de grond liggen en een plas bloed onder je. Naderhand zijn iedereen dat je bewusteloos op een of andere manier was gevallen en je met je hoofd tegen de ijzeren punt van het bureau opbotste. Maarja, jij lag daar dus roerloos op de grond en alle meisjes begonnen de gillen, watjes, en iedereen liep op je af. De EHBO werd gehaald en kon je niet bijbewustzijn halen en je had een vreselijke hoofdwond. Dus moest je naar het ziekenhuis. En meneer Filso droeg je weg. Toen mevr. Janssen terug kwam zei ze dat je naar de intensive care was gebracht en dat ze voor de rest nog niets wist. We mochten voor de rest van de dag naar huis en als we wouden hoefde we de volgende dag ook niet te komen. En daar maakte iedereen natuurlijk gebruikt van. Toen we vandaag weer op school kwamen gingen de geruchten rond dat je in coma lag. Dat was het gene wat me dus ook zo ongerust maakte. En dat was het. Wat heb jij mee gemaakt?" " Nou.."begon Matt. " Ik heb liever dat je dit niet gaat doorvertellen. Toen ik in de rij stond verdween alles opeens om me heen. En er was een fel licht." Ooohh misschien was je wel dood!" " Nee jo. Er viel een vuurrode steen naar beneden die recht voor me neus stopte en begon op te gloeien. Het was net of de steen van binnenin leefde. Opeens keek ik om me heen en was ik omringd door duisternis. Alleen boven me was er een stipje licht. Toen ik mijn arm er naar uitreikte begon de steen heel erg te gloeien en kwam er een soort van rode gloed om me heen. Toen die rode gloed verdwenen was, was ik een kop groter en had ik een soort van middeleeuws pak aan. Toen ik weer naar boven keek zag ik dat het lichtpuntje verdwenen was en voelde ik een pijnlijke steek in mijn hoofd die waarschijnlijk van die klap kwam. De pijn verspreide over mijn hele lichaam. Toen viel ik op de grond en kreeg ik geen lucht meer. Alles werd nog donkerde dan het was en ik hoorde niks meer." Matt nam even een korte pauze. " Nou ga verder."zei Joost ongeduldig. " Nou ik hoorde de stem van mevr. Janssen naar mijn roepen met een soort van paniek. Ik hoorde gegil om me heen en iemand kreeg de opdracht om de EHBO te halen. Toen de EHBO kwam vroeg hij of ik een sein wou geven als ik hem hoorde. Ik hoorde hem wel maar kon geen kick geven. Ik hoorde dat hij zei dat ik bewusteloos was en dat ik naar het ziekenhuis moest. Toen ik een natte doek tegen mijn hoofd kreeg voelde ik die pijn weer uit mijn droom. Ik voelde dat ik werd opgepakt en naar de auto werd gebracht. Even kon ik mijn ogen open doen en daarna verloor ik geheel mijn bewusteloos. Ik werd wakker in het ziekenhuis en de doktor vertelde aan mij wat hij zou gaan doen. Toen kreeg ik een verdoving en werd pas naar twee dagen wakker. Toen ik wakker was geworden stapte ik naar een tijdje uit bed. Ik keek naar een spiegel en zag eerst mezelf en toen ik even met me ogen knipperde zag ik een ander spiegelbeeld dan eerst. Ik zag de jongen die ik was in mijn droom. Maar hij was al weer snel verdwenen. Toen ik de volgende dag was ontslagen zag ik iets vliegen boven het bos. Het vloog het bos in en ik ging er achteraan. Eenmaal in het bos zag ik een draak. Denk ik. Hij keek naar mij en ik rende uit angst het bos uit. Toen ik naar jou op weg was en ik de trap opliep hoorde ik meer voetstappen dan alleen die van mijn. Maar ik was de enige in het trappenhuis. Je denkt toch niet dat ik gek word hé?" " Nee man. Het kan een illusie zijn geweest. Of de droom was een visioen. Maar ik denk dat het best wel echt kan gebeuren. Ik bedoel er zijn genoeg dingen die boven ons hoofd gaan. Mijn achter tante zegt dat ze aura's kan lezen. En echt! Ze merkt waarneer je boos, bang blij of verdrietig of zelfs verliefd ben." " Ben je dat"vroeg Matt nieuwsgierig. Joost begon lichtjes te blozen. " Nee! Maar verder over jou. Je kunt best een gave hebben om dingen te zien die wij niet kunnen zien. Waarom gaan we niet even naar het bos om te kijken of er echt een draak zit. Misschien kan ik hem ook zien?" " Nee."zei Matt die opeens moe werd en echt geen zin had om weer een keer voor een illusie weg te rennen. " Ik ben moe en ga vroeg slapen om morgen niet weer bewusteloos te vallen." "Ok. Zie je morgen dan." En Joost liet Matt de deur uit.
