Hoofdstuk 28: kracht van de spiegel.

'wat leuk om jullie weer te zien...en vooral jou Harry Potter': zei Voldemoort kill.

Ik hielp Harry overeind.

'nu jullie allemaal hier zijn...kan ik jullie makkelijk vermoorden...mag ik deze keer zus?': zei Voldemoort.

'maar natuurlijk leef je uit': zei Lira.

Voldemoort richten zijn toverstok op mij en Harry en hij riep: 'CRUCIO!'.

Er kwam een groene straal naar ons toe. Ik duwde Harry weg, ik kreeg de straal tegen me aan. Ik voelde een ontzettende pijn over mij heel lichaam.

Ik viel plat op mij rug, op de kouwe grond. Ik had het gevoel dat ik niet meer kon bewegen.

'KIRI!': riepte Harry.

Hermelien en Ron hielpen me overeind.

'IMPERIUS!': zei Voldemoort. Ik zag dat Harry werd opgetild.

'nu ga je dood...Potter':zei Voldemoort. Ik zag dat Harry zowat gewurgd werd.

'HARRY!': riepte Hermelien.

Ik maakte me los van Hermelien en Ron. Ik pakte de spiegel.

'kracht van de spiegel help hem!': riep ik.

Er kwam een groot licht straal uit de spiegel, en het raakte Voldemoort aan. En Harry viel op de grond naar adem te happen.

'vervloekt': zei Voldemoort.

'het komt door die spiegel': zei Lira.

Harry werd overeind geholpen door Ron.

'iemand nog een idee?': vroeg Hermelien.

'die spiegel Kiri, kun je het opnieuw gebruiken?':vroeg Harry.

'ik weet niet': zei Ik en keek naar de spiegel die ik mijn hand had.

'kom op zeg, jij bent een spiegel, nog wat': zei Ron.

Daar had hij een punt in, ik ben toch volgens Lira een spiegel heks, dus moest het me lukken om die heks en Voldemoort te verslaan.

'oké, ik heb een idee, als ik die spiegel omhoog hou, moeten jullie je toverstokken op de spiegel richten': zei Ik.

'en wat gebeurt er dan?': vroeg Hermelien.

'let maar op, NU1': riep Ik en hield de spiegel omhoog, Harry, Ron en Hermelien richten hun stokken op de spiegel. Uit hun toverstokken, kwam een lichte straal die de spiegel raakte.

De spiegel werd helemaal wit, er na een snelle seconde kwam er uit de straal een sterke witte straal, en het raakte Lira en Voldemoort.

'NEEEEEEEEEE!': riep Lira.

Toen de straal weg was.

Zagen we dat Lira weg branden.

'IK KRIJG JULLIE WEL, WACHT MAAR AF!': zei Lira en verdween.

Ik viel achterover neer, en ik werd opgevangen door Harry.

Maar waar was Voldemoort?. Hij was weg.

'waar is hij?': vroeg Ik en stond weer op.

'hij lijkt wel, verdwenen': zei Ron.

'hij is niet echt weg': zei Harry.

'laten we hier weg gaan': zei Hermelien.

'ga je gang Kiri': zei Harry.

'breng ons naar kasteel Zweinstein':zei Ik tegen de spiegel en we verdwenen, weg van het bos met de cirkel, en we kwamen in de grote hal van Zweinstein terecht.

Het was stil, niemand was er, tot dat.

'ah, jullie zijn daar':zei Professor Sneep.

Hij liep naar ons toe. Hij keek ons bedreigend aan.

Maar gelukkig kwam Perkamentus.

'rustig aan Severus, Harry en zijn vrienden, hadden ergens druk mee, ik neem het wel over':zei Professor Perkamentus vriendelijk.

Professor Sneep ging weg.

'Ron, Hermelien, ga jullie maar naar de leerlingen kamer van Grifoendor, ik moet nog even praten met Kiri en Harry':zei Professor Perkamentus.

'is goed meneer, tot zo Harry en Kiri': zei Hermelien en liep weg met Ron.

Ik en Harry moesten Professor Perkamentus volgen.

In zijn kantoor.

'als eerst wil ik je bedanken Kiri dat je de leerlingen heb gered met je spiegel': zei Professor Perkamentus.

'maar hij is van Lira':zei Ik.

'en nu van jou, als ik me niet vergis heeft Lira gezegd dat je een spiegel heks was?':vroeg Professor Perkamentus.

'klopt, en ik snap er niks van':zei Ik.

'je moeder was een spiegel heks en je grootmoeder':zei Professor Perkamentus.

'maar waarom zat mijn moeder op Zweinstein?'; vroeg Ik.

'ze zat op Zweinstein, omdat ze niet naar de school voor spiegel heksen wou, veel heksen zijn na die school op het slechte pad gezet, en daarom wou zij dat jij naar Zweinstein ging': zei Professor Perkamentus.

'oké, maar waarom herkende ik een paar mensen, die ik nog nooit heb gezien of wat dan ook?':vroeg ik.

'omdat spiegelheksen, kunnen in de toekomst kijken, en ze kunnen mensen herkenen als, bijvoorbeeld vijand of vriend is, toen je Harry ontmoeten, herkende je hem als je achterneef, maar je was nergens van bewust': zei Professor Perkamentus.

'en waarom moest hij me in de gaten houden?':vroeg Ik.

'omdat ik wist dat er rare dingen zouden gebeuren met jou en Harry, zoals je ontdekte dat Harry je achter neef was, of dat jij een krachtige spiegel in handen kreeg, zo moet je het zien als rare dingen':zei Professor Perkamentus.

'en die kracht dan?':vroeg ik.

'die kracht van de spiegel is bijzonder sterk, alleen een heks als jij kon het beheersen, en het kan extra kracht opzuigen uit toverstokken':zei Professor Perkamentus.

'zoals in het bos, toen we tegen Lira en Voldemoort vochten':zei Harry.

'Voldenmoort?';vroeg Professor Perkamentus.

'ja, hij was er bij, hij was de broer van Lira, en na die sterke straal van die spiegel, was hij ook weg net als Lira':zei Harry.

'maar Lira branden weg':zei Ik.

'en waar is Voldenmoort nu?':vroeg Professor Perkamentus.

'dat weten we juist niet, maar hij is niet helemaal weg, zoals Lira':zei Harry.

'dat begrijp ik, jullie kunnen gaan, het gevaar van Lira is geweken':zei Professor Perkamentus.

Ik en Harry liepen naar de deur, maar in de opening bleef ik staan.

'Professor':zei Ik.

'ja?';vroeg Professor Perkamentus.

'waarom is mijn vader vermoord door Voldenmoort?": Vroeg Ik.

'dat is een vraag, waar je zelf het antwoord moet zoeken':zei Professor Perkamentus.

'maar, weet u het zelf niet?';vroeg ik.

'ik weet het wel, maar het nu geen tijd voor antwoorden, ga maar slapen, het zal je goed doen':zei Professor Perkamentus.

Ik liep de deur uit, en ik zag Harry nog staan.We liepen naar de slaapzaal.

'weet je Harry, wat ik wou vragen, heb jij echt niet Hedwig niet naar me gestuurd toen ik bij mij tante was?': vroeg Ik.

'nee, ik weet het zeker':zei Harry.

'oké': zei Ik.

'ik vind het ook rot voor je dat je ouders ook gestorven zijn':zei Harry.

'we lijken wel op elkaar Harry';zei Ik.

'hoe bedoel je?':vroeg Harry.

'jij verloor je ouders toen je 1 jaar was en ik ook, jij bent ondergebracht bij je oom en tante, en ik was ondergebracht bij stiefouders': zei Ik.

'wat een toeval';zei Harry.

'inderdaad': zei Harry.

We liepen verder. Toen we in de slaap zaal waren. Was er niemand, de haard stond nog aan.

'nou, eh welterusten dan maar':zei Harry.

'ja, welterusten':zei Ik. En Harry liep naar boven.

Ik liep naar het raam, ik zag nog de volle maan en sterren. De maan scheen mooi over het water.

Ik bekeek de spiegel, hij glansde nog mooi, nooit gedacht dat zo mooi ding ooit van het slechte was.

Ik zuchten, ik zat nu te denken, dat we morgen de zomervakantie was, dus morgen was de laste dag op Zweinstein, ik zal het missen.

Ik heb hier vrienden gemaakt, avonturen beleef, spreuken geleerd, naar zwerkbal gekeken en gezien hoe Suki en haar team won. Hoe ik heb gedanst op het kerst bal met Harry, ik er achter kwam dat hij mijn achter neef is, en dat ik een spiegel heks ben.

Dat ik Jumper heb gekregen van tante Melina, hoe haar kende en haar landgoed. En al die andere fijne momenten die ik op Zweinstein heb meegemaakt.

Ik gaapte, en ik liep naar de slaapzaal, ik trok voorzichtig mij pyjama aan en ik legde de spiegel in mijn tas, en ik ging achterover liggen, trok de dekens naar me toe, en ik sloot mij ogen, en viel in slaap.

En ik hoop dat ik nu betere dromen ga krijgen, zonder nachtmerries.


BLIJF R&R!