In dit hoofdstuk ga ik proberen wat meer pirate-talk te gebreuken, dus dingen als: 'het is' word 'tis' en zo. Zeg maar of je het goed of niet goed vind!
It's bad luck to bring a woman aboard
Hoofdstuk 5
Weird coincident, eh?
"Jack? Wat uh…?" Zei Will nadat hij de deur open had gedaan en Jack had zien staan.
"Nou, ja… slecht nieuws… MIJN boot is er zonder CAPTAIN vandoor gegaan!" antwoordde Jack boos. Will kon zich niet inhouden en grinnikte, Jack wierp een dodelijk blik zijn kant op en liep zonder verder nog iets te zeggen langs Will heen naar binnen.
"Ja, doe of je thuis bent." Zei Will sarcastisch.
"In dit krot?" Grapte Jack.
"Als je er te goed voor bent, dan kun je net zo goed gaan…" Op dat moment kwam Elizabeth de kamer in. Ze wreef in haar ogen en gaapte.
"Good morning, sunshine." Zei hij. Elizabeth was ineens klaarwakker en keek met grote ogen naar Jack.
"JACK?" Vroeg ze met overslaande stem.
"Captain Jack, luv. Ben je dat vergeten?"
"Hoe kan ik dat vergeten? Na die… hoeveel keer heb je het gezegd?" Jack haalde zijn schouders op en liep naar de keuken, waarschijnlijk op zoek naar rum. Het duurde niet lang of hij had al wat gevonden. Zonder te vragen begon hij te drinken. Will en Elizabeth keken hem raar aan.
"Wa?" Vroeg Jack, waardoor Will en Elizabeth grinnikten.
"Ik ga naar bed, zie je morgen wel Jack." Zei Will.
"Blijft hij hier?" Vroeg Elizabeth.
"Yeah…" Antwoordde Jack.
"Vraag maar niets." Informeerde Will haar en liep de trap op, gevolgd door Elizabeth.
Amy liep langs de oevers van Port Royal, ze luisterde hoe de zee tegen de boten klotste die er stonden. Ze was naar buiten gegaan, nadat ze wat gegeten had. Ze had gehoopt dat ze iemand tegen zou komen die de avond daarvoor ook the Pearl niet had bereikt zodat ze samen op weg konden gaan hem weer te vinden.
: KLONG :
"SHIT!" riep Amy uit toen ze met haar hoofd tegen iets massiefs was aangeknald. Ze wreef over haar voorhoofd. Ze hoorde gegrinnik en draaide haar hoofd in de richting van het geluid.
"Wat nou?" vroeg ze kwaad. Ze hoorde dat het kinderen waren die lachten, twee, een jongen en een meisje en waarschijnlijk was de jongen ouder. Op één of andere manier stopten ze met lachen het moment dat ze hun richting op keek, of in ieder geval dacht dat ze hun richting op keek.
"Sorry" zei het jongetje, "ik wist niet dat… uh… je niets kon zien."
"Tis al goed." Zuchtte Amy. "Jij kon ut ook nie weten."
"Ik ben Jack." Zei het jongetje.
"Toevallig, ik ken un Jack." Zei Amy terug, "Ik ben Amy."
"Elise!" zei het meisje, Amy schatte haar, 4 of 5 jaar oud. "En ik ben morgen jarug!"
"Hoe oud word je dan?" Vroeg Amy.
"Al heel oud!"
"Echt niet!" Zei Jack. "Je word maar 5! Das helemaal niet oud!"
"Ech wel!"
"Ech nie!" De twee begonnen te bekvechten. Amy grinnikte.
"Ik ben 11." Zei ze.
"Ik ben al 13!" zei het jongetje, maar iets vertelde Amy dat hij loog.
"Echt niet! Jack is 9!" Zei Elise.
"Echt nie!" Begon Jack weer.
"Ech wel!"
"Ech nie!" Amy barste in lachen uit.
"Het maakt toch niet uit?" zei ze.
"Waar woon je?" Vroeg Elise.
"Ik woon op een bood." Zei ze, "en waar wonen jullie?"
"Bij mama en papa!" Zei Elise.
"Zo zeg je dat niet! Want iedereen woont bij hun vader en moeder!"
"Das nie waar!" Riep Elise.
"Wellus!"
"Nietus!"
"Ik woon niet bij mijn vader en moeder." Zei Amy.
"Zie juh wel!" Zei het meisje.
"Waarom woon je niet bij je ouders?"
"Ik weet niet waar ze zijn, misschien zijn ze wel dood." Zei Amy, "maar waar wonen jullie nou?"
"Ik breng juh er wel heen!" Het meisje begon al weg te lopen.
"Zo doe je dat niet!" Zei Jack. "We moeten haar helpen, ze kan niet zien!"
"Dat hoeft nie hoor, ik kan jullie prima volgen."
Anamaria had de heerschappij over het roer weer overgenomen en genoot van het uitzicht. Ze probeerde nergens aan te denken, maar ergens achter in haar gedachte bleef ze aan Jack en Amy denken. Ze wilde zo graag terug naar Port Royal om te zien dat ze oké waren, dat ze er zo dicht mogelijk bij in de buurt bleef. Gelukkig had niemand door dat ze zo langzaam gingen. Of ze deden gewoon of ze niets doorhadden. Het was morgennacht nieuwe maan, wat betekende dat ze ongezien Port Royal opnieuw konden benaderen.
"Amy!" Amy hoorde dat Kelly haar riep en draaide zich richting haar.
"Wat?" vroeg ze.
"Kom even." Amy liep naar Kelly toe, ze luisterde goed waar de stem vandaan was gekomen.
"Wat?" vroeg ze opnieuw, een beetje geïrriteerd.
"Je kan beter niet de stad in gaan. Nog niet in ieder geval. Als iemand er achter komt wie je eigenlijk bent, dan weet ik ook niet wat ze met je gaan doen." Amy zuchtte.
"Oké…" ze draaide zich weer richting Elise en Jack. "Sorry, ik kan nie, andere keer misschien?"
"Goed!" riep Jack.
"Waarom kan ze niet?" Vroeg Elise.
"Ze mag niet, kom je we moeten naar huis." Antwoordde haar broer.
"Doei!" riep Amy en liep met Kelly het schip op. "Hoe kom je eigenlijk aan dit schip?"
"Het is niet mijn schip, het is van Aisly, en als je wilt weten hoe zij eraan komt, dan kun je dat beter aan haar vragen. Het is een lang verhaal." Zei Kelly.
"Is Aisly een pirate?" Vroeg Amy en ging zitten op een van de stoelen die rond een klein tafeltje stonden. Ze hoorde Kelly hetzelfde doen.
"Min of meer wel ja, ze was een pirate. Maar toen ze zwanger was, is ze in Port Royal gebleven."
"Heeft ze een kind?"
"Ja, of had eigenlijk. Haar man heeft het meisje meegenomen toen ze nog heel klein was. Aisly weet niet waar ze is."
"Wat erg!" Zie Amy, "Hoe heette of heet ze?"
"Emeline, maar begin er maar niet over tegen Aisly. Het ligt nogal gevoelig."
"Oké" zei Amy en dacht na over wat Kelly had gezegd. "Maar als Aisly een pirate is, hoe kan ze dan in Port Royal wonen?"
"Simpel, niemand behalve jij en ik weten het."
"Maar ben je dan niet bang, dat nu ik het weet dat ik het ga doorvertellen?"
"Nee, want je vergeet een heel belangrijk punt, wij weten ook van jou dat jij een pirate bent." Antwoordde Kelly.
"JACK!" Jack schrok wakker en keek om zich heen.
"Waar? Waar is de brand!" Riep hij, en hoorde gelach. Hij keek om zich heen en zag Will aan tafel zitten en Elizabeth tegen hem schreeuwen.
"JEZUS MAN! Jij kan snurken! En, je hebt al onze drank opgedronken…" Ze wees naar de tafel, waarop 3 lege flessen stonden.
"Nou, het was niet echt veel…" Antwoordde Jack en stond op van de bank waar hij de avond daarvoor in slaap was gevallen. "En sinds wanneer scheld jij met Jezus man?"
"Uhm… sinds ik bij Will woon…"
"Geeft ze mij de schuld!" Riep Will. Op dat moment kwam er een jongetje binnen.
"MIJN GOD!" Riep Jack. "Jullie hebben een kind!" Will grinnikte. En liep naar het jongetje toe.
"Waar is je zus?" vroeg hij. Jack sloeg zijn ogen ten hemel.
"Bloody hell! Twee kinderen!"
Als je meer wilt lezen, you better review!
-xXx- Me-loves-Orli
