Na een hele lange tijd, een veelte lange tijd, heb ik besloten toch verder te gaan. Nou, hier dan hoofdstuk 8! Bedankt voor de reviews!


It's bad luck to bring a woman aboard.

Hoofdstuk 8
Thunder

Jack was de rest van de nacht en een groot deel van de volgende dag niet achter zijn vertrouwde roer vandaan gekomen. Totdat hij half slapend er achter vandaan was gehaald door Anamaria en Mr. Gibbs. Anamaria stond nu voor het roer, Amy, die uiteraard ook heel blij was terug te zijn liep naar Anamaria toe, het ging al een stuk gemakkelijker te lopen zonder te zien. Eerst was ze als de dood geweest ergens tegenaan te lopen of te struikelen, maar ze vertrouwde haar lichaam en haar herinnering aan hoe het schip eruit zag.

"Heey, Amy." Begroette Anamaria haar toen ze naast haar was komen staan. "Ik ben echt blij dat jullie terug zijn!"

"Ik ben anders ook blij terug te zijn!" Glimlachte Amy terwijl ze haar gezicht in het zachte briesje hield. "Ik heb het hier echt gemist." Op dat moment hoorde Amy voetstappen hun kant op komen en ze wist dat het Jack was, die waarschijnlijk al wel wat rum op had.

"Die is vast boos dat ik zijn plek heb in gepikt" Verluisterde Anamaria. En zoals Anamaria al had voorspeld begon Jack iets onverstaanbaars tegen haar te gillen terwijl hij tussendoor af en toe hikte. Anamaria grinnikte en gaf een ruk aan het stuur die ervoor zorgde dat Jack omviel.

"Ow, sorry Jack. Ik had niet door dat je te dronken was om nog op je benen te staan als ik dat deed." Anamaria zorgde ervoor dat het niet duidelijker kon zijn dat ze sarcastisch was.

"Capzun Jack" Zei hij en raakte ineens heel erg geïnteresseerd in een emmer die een beetje aan het heen en weer rollen was op de grond.

"Man hoeveel heb je op? Het kost wel heel veel rum om jou zo dronken te maken!" Jack keek naar Anamaria terwijl hij probeerde op te staan, maar faalde. En begon toen na te denken over hoe veel rum hij nou ook alweer gedronken had. Amy zei nog een laatste woord tegen Anamaria en liep toen naar de railing. Ineens had ze een raar gevoel dat ze bekeken werd. Een rilling liep over haar rug, toen ze een vreemd geluid hoorde. Iemand was bij haar in de buurt.

"Hallo?" Vroeg ze, haar stem zo onverschillig mogelijk laten klinkend. Maar niemand gaf antwoord. Toch wist ze zeker dat er iemand was, en dat werd bevestigt toen ze opnieuw iets hoorde bewegen. Ze draaide zich om en zag een vage witte vlek in haar zwarte wereld. Ze keek verschikt naar de vlek, en realiseerde zich dat het op een soort dier leek. Ze wreef door haar ogen en keek nogmaals, dit keer was er geen witte vlek meer te zien. Dat was vast normaal, helemaal niets raars aan. Vertelde ze haarzelf, iedereen die blind is heeft af en toe vast ook van dat soort fantasieën. Ze draaide zich weer om naar de zee.


De nacht was aangebroken en een kleine regenbui hing boven de oceaan. Amy die op het dek zat tegen een houten vat, was bijna in slaap gevallen tot ze opeens wakker werd van een luid gerommel. En ineens wist ze wat het was, onweer. Verschikt keek ze om zich heen.

Ze had niet vaak onweer mee gemaakt. Maar de paar keer dat ze het had mee gemaakt waren niet echt prettig geweest. Meestal kwam onweer met een hevige storm mee en dat betekende dat alles onder water zou komen te staan.

"Amy, aan de kant!" Amy werd mee gesleurd. "Blijf hier,"

"Wat gebeurd er?"

"Onweer, hopelijk komt het niet te dichtbij." Voordat Amy nog wat kon vragen werd ze weer alleen gelaten. Ze hoorde het geluid van inslaand bliksem. Dat klonk nog helemaal niet ver weg.

"4 kilometer." Vertelde Jack haar, alsof hij haar gedachten had gelezen. "Komt onze kant op. Hopelijk neemt ie die storm niet mee." Amy hoorde de wind over het water razen, en nu pas voelde ze dat het regenbuitje dat een paar minuten geleden nog onschuldig leek, behoorlijk heftig was geworden. Opnieuw klonk er een donkerslag. En dit keer werd het sneller gevolgd door de bliksem.

"Haal het zeil naar beneden!" Riep Jack.

"Maar captain," Hoorde ze Anamaria zeggen.

"Wil je dood? Haal het zeil naar beneden!"

"Zo heftig is het toch niet? We hebben wel vaker door een storm heen gevaren."

"Niet door zo'n storm." De regen werd per minuut zwaarder en het duurde niet lang of iedereen was kledder.

"2 kilometer!" Schreeuwde een van de bemanning over het kletterende water heen. "Waarom maken we geen baad de andere kant op?"

"Die storm komt te snel op ons af en het is beter er klaar voor te zijn als hij komt dan een nutteloze poging tot vluchten te riskeren. Where's the rum?" Antwoordde Jack, "'k heb het nodig! Ah, daar!" Amy hoorde hem door het water op het dek lopen en vervolgens zijn vertrouwde rum pakken. De zee begon nu ook wilder te worden, het schip schommelde en Amy stond tegen de cabine te leunen, op zo'n moment had ze echt graag willen zien wat er gebeurde. Ze hoorde overal bemanning rondrennen en dingen tegen elkaar schreeuwen die over het luide geklots van water niet hoorbaar waren voor haar. Ze voelde zich nutteloos. Amy schok zich dood toen het hele schip ineens naar rechts wiekte, ze kon zich nog maar net rechtop houden aan de railing. Ze hoorde een plons in het water.

"Wat was dat!" Schreeuwde ze.

"Niets, gewoon wat spul." Antwoordde iemand haar. Het schip wiekte nu de andere kant op, en Amy greep de railing vast om recht op te blijven. Ze had geen idee meer waar ze was, ze voelde verward om zich heen, op zoek naar iets dat haar zou kunnen helpen.

"Amy!" Hoorde ze Jack roepen en werd toen vooruit geduwd, ze viel op de grond met Jack naast haar. Ze hoorde een harde knal en vervolgens een plons Jack stond op, "Mijn schip!" Schreeuwde hij. "Fuck, de kanonnen schieten los!" Amy stond ook snel op en het werd haar duidelijk dat Jack haar net had gered van een rollend kanon die recht op haar af was gekomen en die nu dwars door de railing in het water was gevallen. "Amy, probeer aan de kant te blijven, ga tegen de mast staan of zo!" Amy luisterde naar Jack en na een aantal lange minuten had ze de mast gevonden. Ze leunde er tegen aan. Ze wilde het niet toegeven, maar ze moest wel, zij was nu het meest kwetsbaar en als ze niet uitkeek zou dat nog wel eens ten koste kunnen gaan van iemand anders. Ze hoorde Jack nog een paar keer wat wanhopige dingen schreeuwen over zijn schip dat nog in Davy Jones' locker was voordat de storm voorbij zou zijn toen zijn stem werd overmeesterd door een harde donderslag. Amy die niets meer wilde horen bedekte haar oren met haar handen. Even was alles gedempt, tot iemand haar handen weg trok.

"Amy, je moet zelf ook opletten, dat doe je niet door daar met je oren dicht te staan, als er dan iets op je af te komen heb je helemaal geen kans!" Anamaria was alweer weg gerend voordat Amy wat terug kon zeggen. Anamaria had gelijk, misschien kon ze dan wel niets zien, ze had nog altijd oren en die moest ze gebruiken, waarschijnlijk kon zij beter horen dan wie dan ook op het hele schip. En ineens voelde ze zich niet zo nutteloos meer. Ze hoorde nog wat over boord vallen.

"M'n RUM! Fuck!" Gilde Jack met een hoge stem. En Amy kon zich niet bedwingen een glimlach verscheen op haar gezicht terwijl ze hard begon te lachen. "Dus jij vind dit grappig!" Amy werd door elkaar heen geschud.

"Behoorlijk." Lachte ze, maar ze stopte abrupt toen ze een gil hoorde. Jack liet haar los en rende richting het geluid. Amy volgde hem en realiseerde zich opnieuw hoe makkelijk het was om mensen te volgen door te luisteren naar hun voetstappen. Jack kwam tot stilstand en begon iets weg te duwen. Amy kwam naast hem staan en voelde dat het een zwaar houten ding was. Ze begon ook te duwen.

"Ow, God!" Mr. Gibbs was naar hen toe gelopen. "'k heb je gezegd dat het ongeluk bracht een vrouw aan boord te nemen." Even dacht Amy dat hij het over haar had, tot ze zich realiseerde dat het Anamaria was die achter het voorwerp vast was komen te zitten.

"Breng haar in veiligheid. Amy, ga mee, als Anamaria dit is overkomen…" Begon Jack, maar Any die geen zin had nog een keer te horen dat ze in gevaar liep, meer gevaar dan de rest in ieder geval zei geïrriteerd:

"blablabla…" Ze wist dat Jack gelijk had en liep zoals haar gevraagd was mee. Ze was eerst een hele tijd bij Anamaria gebleven, maar die was niet wakker geworden, toen was ze naar haar eigen bed gegaan. Ze realiseerde zich hoe veel enger het was hier dan op het dek, dan mochten hier wel geen loodzware dingen heen en weer knallen en je liep niet het gevaar overboord te vallen, hier wist je niet wat er gebeurde daar boven.


Hoe erg is het? Vreselijk? Moet ik nooit meer doorgaan met schrijven? Ik hoop niet dat je dat denkt!

Please Review!