Ik ben eindelijk weer hersteld van NaNoWriMo, heeft me wel een hele tijd gekost … maarja! Ik heb het dan ook gehaald

Voor iedereen die niet weet wat NaNoWriMo is, National Novel Writing Month, in één maand 50.000 woorden schrijven, iedere November.

Dit is niet het langste hoofdstuk dat ik ooit geschreven heb... (iedereen: Gelukkig!)


Hoofdstuk 10
Rust voor de storm

"Ik zal het je toch een keer moeten vertellen, denk ik." Vertelde Jack haar, nadat ze hem had verteld over de gebeurtenissen. Amy keek hem raar aan, ze had niet verwacht dat Jack haar ook maar iets redelijks als antwoord had kunnen geven. "Je bent niet altijd op the Pearl geweest, weet je? Zo'n tien jaar geleden, we hadden net een eiland bereikt, iedereen was eten aan het zoeken en bezig. Toen ik een vreemd geluid hoorde, het bleek gehuil te zijn, begon ik het te volgen, tot ik uitkwam bij jou."

"Je bedoeld dat je mij gevonden hebt? Op een eiland?" Jack knikte. "alleen, wat heeft dat te maken met wat ik heb gezien."

"Nou, je was niet echt blij toen ik je vond."

"Vind je het gek!" Grapte Amy, Jack negeerde haar.

"Ik bedoel," vervolgde hij "je was al niet blij vóórdat ik je vond. En je begon steeds gekker te doen, om je heen te slaan en gillen enzovoort." Hij stopte even voordat hij verder ging, "er verscheen iets op je schouder, een wond. Heb je je nooit afgevraagd hoe je dat litteken gekregen hebt?" Amy voelde haar schouder, ze had zich nooit echt afgevraagd hoe ze eraan kwam, de meeste aan boord van de Black Pearl hadden ergens wel een schrammetje, vandaar dat ze er nooit bij na had gedacht.

"Hoe kwam dat? Wat gebeurde er dan?" Vroeg Amy nieuwsgierig.

"Dat weet ik niet, het leek of iets dat voor bij onzichtbaar was je krabde. Als jij zegt dat je iets gezien hebt vannacht, dan heeft dat waarschijnlijk hier mee te maken." Amy wist niet hoe ze moest reageren. Ze was net verteld dat de dingen die ze gezien had, niet zomaar een onschuldige hallucinatie waren geweest. Wat moest ze hier nu mee beginnen? Opgelucht was ze in ieder geval niet, dat was ze geweest als iemand haar had verteld: 'Ag, maak je maar geen zorgen het is niets hoor.'

"Wat moet ik nu doen?" Vroeg Amy nerveus. "zien jullie dan echt niets?" Jack schudde zijn hoofd.

"Ik heb niets gezien en ik denk dat jij de enige bent die last van ze heeft. Hoe zien ze er eigenlijk uit?"

"Dat weet ik niet precies, ik denk menselijk." Zei Amy. "Denk je dat het geesten zijn?" Jack glimlachte alsof wat ze gezegd was een grap was, maar toen hij doorkreeg dat ze het meende vervaagde de lag en keek hij nerveus.

"Vast niet." Zei hij, maar ze wist niet zeker of ze dat kon geloven. Jack keek over het dek, alsof hij controleerde of die nog geestvrij was.

"Jack?" Vroeg Amy, Jack keek om en zag Amy sarcastisch naar hem kijken.

"Even serieus, denk je dat het geesten zijn?" Vroeg Amy opnieuw.

"Een geest? Zoals de vliegende Hollander?" Zei hij bijna bedenkelijk, "Zou kunnen." Besloot hij te zeggen.

"Bedankt" Zuchtte Amy sarcastisch, "je had je bij je eerste standpunt aan moeten sluiten. Wat moet ik tegen een stel geesten beginnen?"

"Niet veel?" Amy porde hem hard in zijn zij.

"Misschien een sugestie?"

"Waar hebben jullie 't over?" Vroeg Annemaria die aan kwam lopen.

"Geesten." Zei Jack simpel. Opnieuw werd hij in zijn zij gepord door Amy.

"Hoezo?" Vroeg Annemaria met een opgetrokken wenkbrauw.

"Nikt," zei Amy snel en ze stond op, "ik ben beneden als jullie me nodig hebben."

Toen Amy buiten gehoorafstand was keek Annemaria Jack aan.

"Wat is er aan de hand?" Vroeg ze. Jack zuchtte en begon te herhalen wat er allemaal gezegd was.

"Je maakt een grapje." Zei Annemaria, "toch?" Jack schudde zijn hoofd. "Niet?" Nu was het haar beurt om verschikt rond te kijken op zoek naar monsters.

"Alleen Amy kan ze zien." Zei Jack, "waarschijnlijk hebben wij er geen last van."

"Dan moeten we zorgen dat ze Amy niets doen." Zei Annemaria, "maar wat als ze nooit weggaan?"

"Ik denk dat ze uit eindelijk weg gaan." Zei Jack die op zijn kompas keek en toen naar de zee. "Gelukkig is de zee een stuk rustiger geworden." Het was waar, de zee was heel rustig.

"De oceaan kent vele gezichten, we kunnen alleen hopen dat het vannacht rustig blijft." Antwoordde ze. "Maar waarom denk je dat ze uiteindelijk weg gaan?"

"Ze hebben zich al een hele tijd niet laten zien, ik denk dat we ze ergens wel weer kwijt raken en dat het dan weer een paar jaar duurt voordat ze ons gevonden hebben." Zei Jack, die nu lang niet zo geïnteresseerd meer was in het geestenverhaal. Annemaria volgde zijn blik. In de verte op de horizon was iets te zien.

"Wat is dat?" Vroeg ze, Jack haalde zijn schouders op.

"Maar ik denk niet dat het goed is." Wat het ook was, het bleek hun kant op te komen. "We moeten omkeren." Annemaria keek hem aan.

"Wát is het dán?"

"Ik denk dat dit de stilte voor de storm is." Jack wees op het water, "het is veel té rustig, aangezien we net door een storm heen zijn gekomen." Annemaria was het ermee eens.

Het schip werd omgekeerd, maar na een uur bleken ze nog steeds dichterbij te komen, het haalde hen in.

"Cap'n!" Werd er geroepen vanuit het kraaiennest. "Een orkaan! En hij naderd!"

"Wat?" Vroeg Jack die voor de zoveelste keer naar het figuur keek, "hoe snel?"

"Redelijk langzaam, maar hij nadert wel."

"Hebben we tijd om weg te komen?"

"Aye, maar we moeten opschieten!" Riep de man terug.

"Welke kant op?" vroeg Annemaria.

"Stuurboord!" was het antwoord van de man. Jack keerde het schip en hopelijk zouden ze op deze manier de orkaan kunnen ontwijken, maar dat kon niet met alle zekerheid gezegd worden.

Iedereen keek af en toe zenuwachtig om naar de naderende orkaan, het werd duidelijk dat hij steeds sneller over het water rees. Alhoewel het water nog steeds rustig was, werd het duidelijk dat dat niet al te lang meer zou duren. The Pearl was gelukkig snel, maar hopelijk ook snel genoeg.

De avond kwam al snel en nu was Jack niet de enige meer die te veel rum op had. Waarschijnlijk hadden ze de orkaan ontweken.

Amy at wat van een broodje en zat onderuitgezakt op een houten emmer te leunen tegen Jack's benen, die met de minuut geïrriteerder werd. Hier zag Amy de lol wel van in en wilde dus ook niet meer weg gaan. Jack, die waarschijnlijk niet alles meer recht zag, wist ook niet wat hij met haar aanmoest en liet het daarom maar toe.

"Cap'n Sparrow!" werd er geroepen en iemand schudde Jack door elkaar. "We hebben een probleem, het lijkt erop of de orkaan gekeerd is." Amy sprong op en Jack, die zich eindelijk weer vrij kon bewegen, rende terug naar het roer. Het leek erop of Jack in een keer weer nuchter was, of zo nuchter als Jack kon zijn. Een paar kilometer afstand van het schip zagen ze de enorme orkaan razen.

"Een half uur geleden ging hij nog de andere kant uit!" Riep Amy. "Dit is geen normale orkaan!"

"Daar lijkt het niet op." Zei Jack, "maar dat feit gaat ons er ook niet van redden."

Amy die zich opnieuw vreselijk begon te voelen. Ze wist dat er een groot gevaar naderde, maar wist niet precies waarvandaan en hoe groot het was, of hoe het eruit zag. Ze draaide zich naar de plek waar hij vandaan zou komen en sprong meteen daarna weer een paar meter naar achter.

"Ik kan hem zien!" Tussen al het zwarte om haar heen zag ze, alsof het een negatief was de grote orkaan in sierlijke bogen op hen af komen, maar verder van dat zag ze niets. Als ze naar rechts keek, alles zwart, links was alles zwart. Alles behalve de orkaan waren zwart.

"Je doet wat?" Vroeg Jack.

"Ik kan de orkaan zien!" Riep ze opnieuw. "Ik zie hem!"

TBC


Ik moest hier gewoon eindigen, vergeef me…

Ondanks alles, kun je nog altijd een reviewtje achter laten! Anders ga ik heel lief en zielig kijken… (hum-hum)

BB- Emma Lou