THANKS for the REVIEWS! YAY FOR YOU!

Dit hele hoofdstuk is een flashback, just so you know.


4) 2 left

Adán lachte en hief zijn eerste glas rum, Emilio en Jack hieven de hunne ook en samen proostten ze.

"Op onze vriendschap!" Riep Emilio, de drie vrienden lachten, typisch Emilio. Adán keek afwezig om zich heen. Jack's ogen kruisten die van Emilio en beide dachten hetzelfde. Soms leek hun vriend in een soort van roes te verkeren, ze schonken er geen aandacht meer aan, maar het was niet normaal. Op die momenten was hij afwezig en keek gewoon wat om zich heen, waarschijnlijk niets ziend. Sommige mensen verklaarden hem voor gek, anderen, gelovigen, dachten dat de duivel zijn lichaam van tijd tot tijd overnam en zo waren er nog meer verklaringen voor Adán zijn gedrag. Jack en Emilio, die alle redenen onzin vonden en wisten dat Adán een goed persoon was, waren hiermee dan ook de enigen. Adán had nooit iemand kwaad gedaan, maar toch werd hij verafschuwd.

"Nog plannen voor vanavond?" Vroeg Emilio, Adán schudde zijn hoofd.

"Misschien…" grijnsde Jack.

"Laat me raden," zei Emilio, "is 't vrouwelijk?" Jack schudde onschuldig zijn hoofd. "Dat is me een beetje té onschuldig, Jack."

"Tja, de dames vinden me nou eenmaal leuk, wat doe je eraan?" Grapte hij, ook al was wat hij zei waar. Na nog geen vijf minuten zaten Emilio en Adán inderdaad alleen.

"Dit gebeurd nou altijd." Zei Adán, Emilio wist niet zeker of zijn vriend het goed- of kwaadschiks bedoelde. Adán kenende, waarschijnlijk goedschiks.

"Neem 't hem niet kwalijk." Grinnikte Emilio, "zouden wij ook doen, als hij ze niet allemaal zou inpikken." De twee lachten.

Die avond, nadat ze het café verlaten hadden, zat Jack weer thuis. Het was al lang over middernacht en hij was redelijk moe. Hij hoorde gestommel op de gang en vroeg zich af wie er zo laat nog op was. De deur ging langzaam open, hij keek op en zag Adán in de deuropening staan.

"Wat is er?" Vroeg hij, lichtelijk bezorgt, bij het zien van de blik in de ogen van zijn vriend. "Is er iets mis?" Adán antwoordde niet. "Adán?" Adán sloot de deur achter zich en ging rustig op één van de stoelen in de kamer zitten. Jack nam weer plaatst op de rand van het bed en keek zijn vriend nog steeds vragend aan. "Zeg alsjeblieft iets." Probeerde Jack en het leek even te werken. Adán was van plan wat te zeggen, maar sloot zijn mond toch weer. Jack stond op en liep naar hem toe. Adán verrekte geen spier en bleef gespannen zitten. "Wat doe je hier zo laat nog?"

"Opruimen." Zei Adán, het was het eerste dat hij gezegd had. Zijn stem was laag en net iets luider dan een fluistering. Jack legde een hand op zijn vriend zijn schouder.

"Wat moet je opruimen?" Adán's ogen flitsten naar hem toe en Jack deed een stap achteruit. Adán was woedend, maar waarom?

"Zij zeggen het." Sprak zijn vriend.

"Wie? Wie zeggen wat?" Vroeg Jack.

"Opruimen." Zei hij weer.

"Wat moet opgeruimd worden?" Adán stond op van zijn stoel.

"Hij." Jack was in de war, wat was er toch aan de hand en waarom deed Adán zo vreemd.

"Misschien moet je even naar buiten." Besloot Jack. Adán schudde zijn hoofd.

"Eerst opruimen."

"Oké, zeg me wat je op moet ruimen, wie is hij?" Adán rees zijn hand. Hij wees naar Jack, wiens ogen groot werden.

"Hij."

"Mij! Waarom? Dit is niet grappig oké, Adán?" Jack kreeg geen antwoord. Adán haalde iets uit zijn broekzak en Jack herkende het gelijk als een mes.

"Hij moet opgeruimd." Hij begon op Jack af te lopen, die langzaam achteruit liep.

"Waarom doe je dit? Wat heb ik gedaan?"

"Stelen."

"Wat? Ik heb niets gestolen!" Riep Jack verbaast.

"Jawel!" Adán was nu echt woedend. Hij balde zijn vuist en haalde uit. Jack moest moeite doen om zijn evenwicht te bewaren en verloor die toen Adán opnieuw uithaalde, zijn hoofd knalde tegen de punt van een kastje aan en even leek hij zijn bewustzijn te verliezen. Hij keek om zich heen en zag zijn pistool liggen. Langzaam, zodat Adán het niet zou merken begon hij naar het wapen toe te kruipen. Hij pakte het op en hield het veilig achter zijn rug. Hij stond op en probeerde nog naar de deur te rennen, tevergeefs, Adán had hem vastgegrepen. Hij haalde uit met het mes en Jack die het zag aankomen trok zich los uit Adán's grip en richtte het wapen. Zonder af te wagen schoot hij. Hij zag Adán op de grond vallen en realiseerde wat hij gedaan had. Hij rende de deur uit en de trap af naar beneden, alles om weg te komen.

"Jack, wat gebeurd er?" Riep zijn vader van bovenaan de trap, "'t is midden in de nacht!" Jack keek op met geschrokken ogen. "Ik dacht dat ik een schot hoorde." Zijn vader geeuwde en Jackdraaide zich om en sprintte de deur uit. Hij kon hier niet langer blijven, als iemand ontdekte wat hij had gedaan…

TBC


REVIEW! Pleazzzzzzz?

-xxx-