Hoofdstuk 4: Een onrustige nacht
"Zozo, de ontsnapte heeft wat vriendjes gevonden", zei Messias.
"En hijzelf is ook redelijk krachtige."
"Ja, meester. In het gevecht met de Midgar Zolom gebeurde er iets onverwacht. Toen de slang de laatste slag wou doen begon er een groene aura rond hem te dansen en zijn staf die hij bij had begon te zweven. Daarachter kwam er een zilverachtige wind die iedereen op de been hielp", zei kloon 98.
"Hm, Het zou toch niet zijn. Zij was toch de laatste", antwoordde Messias die er bedrukt uitzag.
"Goed dat je verslag uitbrengt. We zullen die jongen in het oog moeten houden."
Kloon 98 knikte en volgde Messias naar het ondergrondse lab in Midgar.
"Maar kunnen we beginnen met het tweede deel van het plan", vroeg Messias.
"Ja, meester. Ik ben al met het kloon proces begonnen. Een deel is al klaar en kunnen vertrekken met het geconcentreerd MAKO vloeistof", zei kloon 98
"hahahaha, als monster de wereld terug teisteren zal alles in chaos zijn en dan kunnen we ongestoord beginnen met de opgravingen in de noordere krater", zei Messias met een duivelse lach.
"98, stuur een aantal van de klonen erop uit om die kinderen te volgen, ze moeten kost wat kost gestopt worden en als ze het niet lukt wil ik dat jij met ze afrekent. Neem een identiteit aan om dicht genoeg te komen oké."
Kloon 98 knikte en ging naar de tubes in het lab een groot deel was hersteld en in gebruik terug genomen. Hij deed een aantal tubes open waardoor er lichamen naar buiten vielen. De lichamen kwamen allemaal in beweging. Voor kloon 98 stonden nu drie jongemannen van een jaar of 20 volledig in het zwart gekleed.
Hij rustte ze allemaal uit met zwaarden en gaf ze ook allemaal een flesje met vloeibaar geconcentreerd MAKO.
"Vertrek maar ik ga ondertussen is horen hoe het met 99 is", zei Messias.
98 knikte en vertrok samen met de 3 klonen op weg naar Florian & Co.
Messias sloot zijn ogen en bracht zijn handen naar zijn hoofd om telepathisch in contact te komen met 99.
"99, hoor je mij."
"Ja, meester. Wat verlangt u", antwoordde 99 direct terug.
"geef verslag van u huidige status", vroeg Messias.
"Wij zijn nu momenteel per boot naar het westelijk continent aan het varen en dan gaan we langs cosmo canyon naar Nibelheim."
"Goed, maar versnelt het tempo want een groep achter jullie is ook op weg naar Nibelheim met ons ontsnapte er ook bij", zei Messias.
"Moet ik ze afmaken anders", zei 99.
"Nee, hoeft niet. Ik heb 98 de taak gegeven om het op te lossen. Ga jij maar Nibelheim om Cloud te vangen we hebben hem nodig", antwoord Messias.
"en als je hem hebt, ga dan naar Rocket town daar zul je wel het nodige vervoer vinden."
"Oké meester, we zullen uw bevelen opvolgen",antwoordde 99 en verbrak het contact.
"oké, grote jongen. De baas wil dat we rapper gaan", zei 99 tegen 100 die naast haar stond.
100 gromde wat en knikte dan.
"Om niet op te vallen zullen we best onze cape's wegdoen en een gewone naam keizen", zei 99.
100 gromde weer en knikte dan.
"amaai, jij bent ook een leuk gezelschap."
In de tunnel van Junon naar Midgar zijn de vier krijgers aan het uitrusten van het gevecht met de Midgar Zolom.
Iedereen was aan het slapen behalve Dion. Hij zat wakker aan het vuur nog denkend aan het gevecht. Toen hij iedereen vertelde wat er allemaal gebeurd was toen ze knock-out lagen trokken ze hun ogen wijd open. Ze hadden niet verwacht dat ze zomaar en Ancient tegen het lijf gingen lopen onderweg. Nu werd het ook duidelijk dat Dion stemmen kan horen. Een Ancient heeft de mogelijkheid om met de planeet te communiceren.
Opeens zag hij dat Lee zat te woelen in en lawaai te maken. Hij begon iets onverstaanbaar te mompelen in zijn slaap. Na een tijd begon het erger te worden en schudde hij harder.
Dion kwam dichter en wou hem wakker schudden. Bij het moment dat hij Lee aanraakte viel hij neer en werd alles zwart voor zijn ogen.
Dion stond opeens in een zwarte ruimte. Alles was weg en al zijn vrienden ook.
"Halo, is er iemand", riep hij.
"Halooooo!"
Dion liep wat rond maar vond niets dan alleen één grote zwarte leegt. Na een tijd lopen hoorden hij opeens gepraat. Hij liep in de richting van de conversatie en zag dan in de verte twee personen. Naarmate hij dichter kwam herkende hij één van de twee personen. Het was Lee.
"Waarom, wil je niet mee in het licht, naar al je vrienden. Zie ze wachten op jouw", zei Sain tegen Lee die zijn hand naar hem uitreikte.
"Nee…Er is iets mis…Dit is maar een droom", zei Lee proberend weg te raken maar hij werd tegengehouden.
"Maar nee, alles is in orde. Kijk maar je vader staat daar ook op jou te wachten"
Lee keek achter Sain en zag zijn vader staan naar hem te wuiven. Hij zag zijn vader en liet alle weerstand vallen. Hij stapte langzaam naar Sain en in de richting van het licht achter hem. Hij raakte in een trance en op het gezicht van Sain kwam een zachte grijns. Lee had hem bijna bereikt toen hij uit de trance ontwaakte door iemand dat riep.
"Lee! STOP", riep Dion luid die nu op hem afliep.
Lee keek om en zag Dion aan lopen.
"Wat doet hij hier", zei Sain kwaad.
Lee keek terug naar Sain en zag dat zijn ogen rood gloeien. Achter hem verging het licht en verdween iedereen die er stond. Dion kwam bij Lee staan een keek Sain is goed aan.
"Zo, jij bent hier ook. Wel dan moet ik maar nu eens voorgoed met jouw afrekenen" zei Sain terwijl hij lachte.
"Hoe kom jij hier", vroeg Lee die eindelijk uit de ban was en terug naar achteren ging.
"Ik weet het niet volledig, jij was aan het woelen en ik wou je wakker maken maar toen ik je aanraakte was ik opeens hier", verklaarde Dion.
"Dus dit is een droom. Maar als dit een droom is wie ben jij dan", vroeg Lee aan Sain.
"Ik ken hem", zei Dion.
Lee keek hem aan en dan naar Sain.
"Dat is Messias", zei Dion met een bevende stem.
"Wel, wel, wel. Jij bent lastiger dan ik dacht. Eerst ontsnap je van mij en dan heb je de kracht om in iemand zijn dromen te stappen. En wat er dan tijdens het gevecht met de Midgar Zolom gebeurde weet ik ook", zei Messias die Dion met een grijns aankeek.
Lee en Dion keken hem verward aan. Hoe kon hij nu van dat gevecht weten, hij was er niet bij.
"Ha, ik heb die slang op jullie gestuurd. Jullie vonden het toch leuk hoop ik."
"Dus dan neem ik aan dat die drie monsters dat ons aanviel, toen we Dion vonden, ook van u kwamen", zei Lee.
"Ja, natuurlijk, de slang en die drie monster waren nog maar een test het ergste moet nog komen ze."
"Wat wou je eigenlijk van mij", riep Lee die voor de eerste keer boos werd.
"Wel je hoeft niet te roepen hoor, ik ben niet doof. Wel, voor jou had ik iets speciaal in petto maar ik werd altijd op afstand gehouden. Maar als je de antwoorden wilt hebben, dan zul je terug naar je afkomst moeten gaan. Als dat nog gaat", zei Messias en met het laatste begon hij hard te lachen.
"Maar nu jij, er is iets met u. Want een normaal mens kan niet zomaar de droom van een ander binnendringen. En dan die ontsnapping in Midgar was zeker verbazend. Ik had iets in gedachte maar dat kon gewoon niet want de laatste is 20 jaar geleden gestorven maar dit bewijst mijn ongelijk. Jij bent een Ancient. Wel niet voor lang dan"
"Kom Lee, we zijn hier weg", zei Dion die zo rap mogelijk weg wou.
"Wat zijn jullie nu al weg, het feestje gaat nu beginnen. Kom maar tevoorschijn mijn slaven", riep Messias. Rond Messias kwam een helder wit licht dat in de grond verdween. De grond barste open een verscheidene monsters van alle soorten kwamen tevoorschijn.
"Je weet toch dat als je sterft in deze droom je geest verdwijnt en je lichaam een leeg omhulsel gewoon wordt", zei Messias en hij gaf het commando dat de monsters moesten aanvallen.
Lee en Dion draaiden zich om en liepen direct weg. Het grootste probleem was dat ze geen wapens bij hadden. Ze hoorde de horde achter hun aankwamen, ze zaten in de problemen en wisten niet hoe ze uit deze droom moesten komen.
Opeens kwamen ze aan een afgrond en ze zagen geen andere weg om te vluchten.
"Zeg kun jij niet over de bloemetjes en de bijtjes dromen of zo", vroeg Dion sarcastisch. Lee keek hem boos aan en keek dan terug naar voren om de horde op hun af. Op een paar meters van hun bleven ze staan. De monster maakte een doorweg en ze zagen Messias naar hun komen.
"Jullie dachten toch niet te ontsnappen, zo'n kans krijg ik toch niet meer. Het zou wel een zonde te zijn om jou te doden Lee maar ja jij bent lastiger dan ik dacht", zei Messias.
Lee wist niet wat hij bedoelde, wat moest Messias in hemelsnaam van hem. Hij kende niets meer van zijn verleden hij heeft toch geen enkel nut.
"Wel, ik denk dat we het maar eens gaan afmaken val ze maar aan mijn beestjes."
De monster gingen weer op de twee af om ze af te maken.
De twee wisten niet wat ze moesten doen. Ze konden zich niet verdedigen en weglopen konden ze ook niet. Ze zaten volledig in de val.
Spring, spring in de afgrond
Dion keek rond want hij hoorde weer een stem maar het was deze keer niet de zachtaardige vrouwelijke stem die hij normaal hoorde. Het was een ruwe stem van een man. Hij wist niet of hij deze moest vertrouwen en keek dan naar Lee. Tot zijn verbazing keek hij ook rond alsof hij iets hoorde. Hij draaide zich opeens om en pakte Dion zijn arm stevig vast.
"Sorry", zei Lee en hij spring de afgrond en sleurde Dion met zich mee.
"Whaaaaaaa"
Ze bleven maar vallen en Dion dacht dat ze dit niet gingen overleven. Hij kon niets zien beneden zich.
"Geen zorgen", zei Lee die nog steeds zijn arm vast had.
"Geen zorgen! We vallen wie weet hoe diep en dan zegt hij geen zorgen", riep Dion.
Hij keek naar Lee zijn gezicht en zag dat hij lachte. Dat was voor de eerste keer dat hij hem zag lachen. Hij kende hem nog niet lang maar van Elena en Florian te horen liet hij nooit veel emotie's tonen.
Opeens zag Dion iets beneden hem, een soort van landschap. Wanneer hij bijna op de grond was begonnen de twee zachter te vallen en lande ze langzaam op de grond.
"Zeg, Lee had jij die stem ook gehoord",zei Dion.
Lee keek naar het landschap voor hem en negeerde hem. Dion keek ook naar het landschap en zag dan dat het een begraafplaats was.
"Wat in hemelsnaam doen we hier", zei Dion.
Lee ging naar het kerkhof alsof hij door iets werd aangetrokken. Dion volgde hem maar kreeg er de kriebels van.
Als ze de grafzerken voorbij liepen zag Dion dat er niets opstond. Hij vond dit maar raar, hoewel over een begraafplaats dromen is ook al raar genoeg.
"Euh, waar gaan we henen Lee"
De jongeman zei nog steeds niet hij bleef maar steeds doorlopen.
"oké, negeer mij dan, ik ben zo te zien niemand", zei Dion sarcastisch.
Dion bleef maar praten totdat hij tegen Lee op liep.
"huh, is er iets."
Lee keek naar drie grafzerken.
Twee gewone met tekst op en de andere was een grote zuil met een vreemd symbool en wat tekst op.
Dion ging wat dichter staan om de tekst te kunnen lezen.
Op de rechtse grafsteen stond: Hier ligt Yuri Hirougi harmonixer.
Op de linkse stond: Hier licht Alice Hirougi echtgenoot en moeder.
En op de zuil konden ze een vreemd rood teken zien. Een pentagram met symbooltjes in.
Onder het symbool stond ook een zinnetje maar het was in een andere taal.
Chren Halen Abios Ori Salvos
"Euh, verstaat jij dat", vroeg Dion. Lee knikte nee maar ging dichter bij de zuil staan. Hij kent dat symbool ergens van maar hij kon zich niet herinneren vanwaar.Het symbool op de zuil begon te gloeien Hij raakte stilletjes het symbool aan en kreeg opeens een stekende hoofdpijn. Beelden flitsen voorbij maar hij kon niet zien wat er gebeurde.
"Lee! Gaat het", riep Dion wanneer hij Lee in elkaar zag storten.
"Ah, daar zijn jullie", zei een mannelijke stem achter hem.
Dion keek om en zag Messias en zijn leger aan het begin van het kerkhof staan.
"Wel, zijn jullie klaar om jullie ondergang te ondergaan"
De monster begonnen het kerkhof binnen te gaan in de richting van de twee. Dion deed zijn ogen dicht toen ze bijna bij hen waren. Hij wachtte af op de verscheurende klauwen van de monsters maar er gebeurde niets. Hij keek weer en zag dat de monsters stilstonden en rondkeken. Ze voelden dat er nog iets anders was rondom hun, iets dat hen vanuit de duisternis in gaten hield.
"Wat is er aan de hand", zei Dion stilletjes.
"Hij is hier", zei Lee en hij stond terug op en draaide zich om naar de monsters.
Dion keek hem raar aan en keek dan ook naar de monsters. Hij hoorde een laag gegrom en keek opzij. Daar in de duisternis keken twee bloedrode ogen hun allemaal aan.
"Niet weer, ik ben weg", zei Messias en in flits verdween hij.
Vanuit een de duisternis kwamen de twee roden ogen dichterbij en ontstond er een gedaante. Dion keek met afgrijzen naar het wezen toen hij zichtbaar werd. Het was een grijze demon met 2 grote leerachtige vleugels. De demon stapte langzaam op de horde monsters af. Het sprong in de lucht en vloog met volle vaart op de wezens af. De monsters wilden zich verdedigen maar werden aan flarden verscheurd door de vlijmscherpe klauwen van de demon.
"Wat is dat", zei Dion fluisterend.
"Chaos", zei Lee die naar de demon keek alsof hij bezeten was.
"Huh, Chaos? Ken jij dat ding"
"Ik heb in Kalm deze droom ook gehad en dan kwam hij ook tussenbeide. En zijn naam heb ik van mijn vader geleerd. Mijn vader kan in zo'n wezen veranderen. En de inscriptie op de zuil bekijk die is goed."
Dion keek naar de inscriptie. Het viel hem op dat elk woord met een hoofdletter begon. Hij zag het dan opeens als je de eerste letters samen voegde kreeg je:
CHAOS
"Dus dat betekent dat hij aan onze kant staat", zei Dion met een beverige stem.
"Dat zullen we te weten komen als hij gedaan heeft met zijn slachtpartijtje."
"Euh, is het misschien niet beter dat we een uitweg zoeken dan"
Lee zei niets meer en bleef naar het wezen kijken. Hij voelde een angst voor het wezen maar tegelijk ook een soort van veiligheid een comfort. Hij wist niet wat hij moest denken. En dan die twee grafstenen wat hadden die met Chaos te maken en tot slot die beelden in zijn hoofd. Werd hij gek, of was het iets anders.
Chaos bleef maar als een bezetene alle monsters aan flarden scheuren. Na een tijdje had hij ze allemaal afgeslacht en stond hij rustig in het midden van het kerkhof. Hij draaide zich om en keek met zijn twee rode ogen naar Dion en Lee. Dion kreeg een rilling over zijn rug als hij die ogen zag. Hij wou gewoon terug wakker worden en uit deze droom ontwaken. Lee keek recht in zijn ogen en had het gevoel dat hij hem langer kende, dat hij hem al eerder gezien had eeuwen gelden.
Het beest kwam langzaam op de twee af. Dion keek angstig toen het monster op hen afkwam.
Hé, worden jullie twee wakker het is tijd om te vertrekken
"Huh, Elena", zei Dion en verdween dan in het niets.
Lee keek nog steeds naar Chaos totdat hijzelf ook verdween.
Chaos ging naar de plaats waar de twee stond en bleef daar aan de zuil staan wachtend op iets.
"Ah, jullie worden dan nog eens wakker. Het zou begot nog eens tijd worden",zei Florian.
"We moeten vertrekken ze."
Lee en Dion kwamen alle twee bij en keken eerst rond.
"Wat is er een slechte nacht gehad", zei Elena die alles aan het inpakken waren.
"Euh, zoiets", zei Dion die stiletjes rechtkwam.
Lee kwam ook recht maar zei niets.
"Kom, we moeten vertrekken als we de boot nog willen halen. Want het is nog een eindje naar Junon", zei Florian die zijn zwaard pakte.
De twee knikte en maakte zich klaar.
Nadat ze de grot verlieten duurden het nog een paar uurtjes voordat ze in Junon aankwamen. Daar hadden ze net op tijd nog de boot die naar het vakantiedorpje costa del Sol vaarde.
Onderweg tijdens de bootreis had Lee een jeuk op zijn pols. Hij deed zijn metalen handschoen uit en zag dat het symbool van op de zuil nu op zijn hand stond.
Hij wist niet wat het moest betekenen maar als hij erachter wou komen moet hij naar de plaats van zijn afkomst gaan zoals Messias had gezegd.
"Verdomme, nu was die demon daar weer", zei Messias woedend en sloeg met zijn vuist een van de bureau's in het ondergrondse laboratorium kapot.
"Nu kan ik zeker die jongeling niet aan mijn kant krijgen. En het ergste is als hij weet hoe hij hem moet oproepen. Hij zal dan nog tien keer krachtiger zijn dan dat experiment Vincent"
"hehehe, maar ja als hem het ooit moest lukken die God te bevrijden en te gebruiken zal hun nog een verassing te wachten staan want hij is niet de enige met een demonengod."
"99, hoe zijn de stand van zaken," zei Messias telepathisch
"Wij zijn aan Cosmo Canyon nog een beetje en we zijn in Nibelheim,"antwoorde 99
"oké, maak maar spoed want die jongeren zijn op komst, 98 gaat ze stoppen maar ik heb mijn twijfels dat hij gaat slagen."
"Meester, u denkt toch niet dat die jongens zo krachtig kunnen zijn."
"Wel, ik heb mijn twijfels maar er is iets met die jongelingen."
"Oké, meester ik en 100 zullen vaart maken we gaan in Cosmo Canyon nog overnachten en dan zullen we s'morgens vertrekken."
"oké, 98," zei Messias en sloot het telepathisch contact af.
"Kom 100 we gaan naar Cosmo Canyon om te overnachten dan kunnen we morgen direct naar Nibelheim", zei 98.
"Maar eerst, weet je nog welke schuilnaam je nog hebt?"
"…Kong…Diehardt…", gromde Kong.
"Goed, al goed dat je zo'n goede hersenen hebt", zei 98 sarcastisch.
"En ik ben Karin Newling begrepen."
Kong gromde wat. "We zullen dat als een ja maar nemen. Kom we gaan"
De twee gingen naar de ingang van Cosmo Canyon. Cosmo Canyon was een dorp dat volledig tegen de wal van een ravijn was gebouwd. De huizen waren allemaal uitgehouwen in de rots. Karin keek het met bewondering aan. Ze gingen naar de poort waar twee wachters stonden.
"Wie zijn jullie en wat is de bedoeling van dit bezoek", vroeg één van de wachters.
"Ik ben Karin Newling en dit is mijn broer Kong Diehardt, wij zijn maar simpele reizigers die onderdak voor de nacht zoeken"
"Uhm, voor simpele reizigers zien jullie er goed bewapende uit", zei de tweede wachter wantrouwend.
"Donan en Konan, laat die twee door moeten jullie nu elke reiziger zo ondervragen, straks durven ze niet meer naar deze stad komen",zei een stem.
Karin keek naar de trap achter de bewakers en zag een grote rode leeuw naar benden komen. Op zijn hoofd had hij verscheidene littekens van gevechten en op het punt van zijn staart brandde een fel vlammetje.
"Goedenavond reizigers, ik ben Nanaki beschermer hier, ik heet jullie van harte welkom in Comso de stad van kennis", zei Nanaki
Terwijl hij langzaam naar de twee wandelde.
"Dank u wel he… euh Nanaki", zei Karin.
"Hahahahaha, zeg maar anders Red dat zegt iedereen hier ook", zei Red.
"Kom ik zal jullie de herberg tonen."
Karin knikte en volgde samen met Kong, Red naar de herberg.
"Zo hier kun je een kamer huren. Als je wilt je kunt nog veel van Cosmo Canyon zien, zoals de publieke bibliotheek die over de geschiedenis van de aarde en zijn bewoners gaat maar ook astrologie en legendes. Sommige gaan ook naar het hoogste punt van deze canyon voor het uitzicht of verzamelen zich rond het eeuwige vuur waar je juist voorbij zijn gelopen."
"Dank je Red", zei Karin en nam afscheid van de rode leeuw.
Kong gromde wat en wou zijn bijlen die hij bij had vastpakken totdat Karin hem stopt.
"Ik weet dat het één van hen is maar als we nu een opschudding veroorzaken kan dat misschien voor moeilijkheden zorgen. Je kent onze missie", zei Karin stil.
"Maar Red je hebt de van de kolos toch gezien ogen toch gezien en die andere was ook niet normaal",zei één van de wachters die aan de ingang van de Canyon stond.
"Ja, ik weet het, die grote is ingespoten met MAKO energie. Daarom dat ik ze binnen liet", antwoordde Red.
De wachter keek hem raar aan. "Je weet goed genoeg als mij dat jullie geen enkele kans maken tegen zo'n man", verklaarde Red.
"Ja, maar wat als ze hier nu toch beginnen te vechten dan zijn ze al binnen."
"Wel, ik heb het gevoel dat ze zover niet zullen gaan. Die vrouw, zij is anders dan de man, ik zie het in haar ogen. Die rode ogen heb je ze al niet ergens anders ook gezien", zei Red.
"Ik denk dat ik weet wat je bedoeld, wil je iets dat we doen terwijl zij hier zijn."
"Ja, drie dingen. Ten eerste hou die twee in de gaten en zeg mij alles wat ze doen en ten tweede stuur iemand naar de watervallen oosten van de canyon om een oude vriend te halen en naar Nibelheim om Cloud te informeren, ik denk dat het hem ook aangaat," commandeerde Red.
De wachter knikte en maakte er direct werk van. Hij stuurde twee mannen op weg en beval de rest van de wacht om de twee in het oog te houden zoals.
"Kong, ga jij maar slapen ik wandel nog wat rond", zei Karin.
Kong knikte en ging de slaapkamer binnen. Karin was blij dat ze even van hem verlost was. Ze ging de herberg buiten om een frisse neus te halen, iets wat heel moeilijk is met een reusachtige zwetende vent naast u. Ze liep het eeuwige brandende vuur voorbij en zag een moeder met haar kind gezellig bij het vuur zitten. De moeder had het kind omhelsd waardoor het kind knus in de moeder haar schoot sliep.
Toen Karin dit allemaal zag kwam er een traan uit haar ogen.
"Ha , stomme meid denkt daar niet aan, dat doe je niets", zei ze tegen zichzelf.
Van toen Messias haar had vrijgelaten had uit de tubes had ze geen herinnering van vroeger maar soms had ze flitsen van gebeurtenissen die ze niet begreep of niet kende.
Maar één gebeurtenis stond gegraveerd in haar hart. Het was die van een vrouw die een klein meisje vasthield net als die moeder haar kind vasthield. Ze wist dat die flits iets belangrijk was en verstopte die diep in haar ziel zodat Messias die niet te weten komt. Ook al is het haar meester ze dacht dat hij niet akkoord zou zijn als ze aan zo'n dingen dacht.
Ze liep door en kwam dan aan de trap die naar de bibliotheek leidde. Ze besloot om een boek te gaan lezen. In Midgar las ze altijd boeken als ze niets te doen had, alleen was dat niet evident vanwege dat de meeste bijna onleesbaar waren. Ze kwam de bibliotheek binnen en keek rond wat voor boeken er allemaal waren.
Geen enkel boek van de geschiedenis van de planeet stond haar aan en ze dacht dat ze hier rap buiten ging zijn totdat ze een boek bij legendes zag staan.
Het was getiteld: Harmonixer.
Ze wist niet waarom maar de titel kwam haar heel bekend voor. Ze pakte het boek en begon erin te lezen.
"Zo, nog zo laat bezig", zei een aardige stem achter haar.
Ze verschoot en sprong recht maar zag dan dat het Red was.
"Ow, sorry. Euh ja, ik lees altijd boeken als ik met mezelf geen blijf weet", zei Karin.
"Welk boek ben je aan het lezen als ik het vragen mag."
"Harmonixer," zei Karin terwijl ze het boek terug sloot.
"Ah, het volk met de kracht om krachtige demonen op te roepen."
"Ken je het?"
"Wel ja, ik heb al de boeken hier 2 keer gelezen."
Elena keek met bewondering naar hem.
"Als je wilt, geef ik wat uitleg over de Harmonixer," zei Red terwijl ze naast haar ging zitten.
"dat zou leuk zijn", zei Karin die zich naar Red draaide.
"Wel de Harmonixer waren een volk die en dezelfde tijd als de Ancients leefde. Dit is wel nooit bewezen en daarom dat het maar een legende is. Ze zouden de kracht hebben om met demonen van een andere dimensie te kunnen praten. Maar er waren sommigen die de kracht hadden om ze op te roepen en ze als wapen tegen de vijand te kunnen gebruiken. Hoe dit juist in werking gaat weet ik niet maar eens ze dit deden waren ze zeer krachtig"
"Zo wat is er dan gebeurt met ze, ze als ze zo sterk waren", vroeg Karin.
"Wel dat is het rare, ze zouden gewoon op en dag verdwenen zijn. Gewoon van de aardbodem of dat zeggen ze toch. Er waren een paar documenten over ze maar geen enkel was betrouwbaar genoeg. Sommige geloven dat deze mensen echt bestaan hebben."
"En, jij", vroeg Karin voorzichtig.
"uhm", antwoordde Red niet wetend wat hij moest zeggen.
"Wel, ik denk dat ze bestaan hebben, eigenlijk ik ben vrij zeker", zei hij.
"Hoe weet je dat zo zeker?"
"Vanwege dat er ergens was vermeld dat de Harmonixer twee demongoden hadden opgeroepen. De demongoden Twist & Chaos en één van die twee heeft een aantal jaren terug zijn entree gemaakt in deze wereld."
Karin trok wijde ogen van verbazing toen ze dit allemaal hoorde.
"Heb ik iets verkeerd gezegd", zei Red die haar aankeek.
"Nee, sorry, bedankt voor het verhaal ik ga nu slapen als je het niet erg vind", zei Karin.
"Nee zeker niet, een goede nachtrust."
Karin wenste hem ook goedenacht en ging dan terug naar de herberg met het steeds het verhaal in haar hoofd.
Ze besloot dat ze er later zou over denken want ze moeten eerst een opdracht vervullen.
