Hoofdstuk 2 Computers
Toen nam ik een besluit. Ik zou me niet laten kennen. Ik zou gewoon 's nachts bij dat meisje gaan zitten zonder klagen. Ik zou nog ongeveer een maand bij dat meisje zitten. Ik zou niet klagen. Maar daarna... Daarna zouden we eens goed praten. En met goed bedoel ik ook echt goed. Zo'n opdracht zouden ze me nooit meer geven. Daar zorg ik wel voor.
Ik liep weer naar de gang en verdwijnselde met een zachte plop. Idioot, die Potter. Hij wist net zo goed als ik dat door de nieuwe veiligheidsregels op Zweinstein leraren wel konden verdwijnselen en verschijnselen. Idioot. Ik kwam aan op de gang van het jongerenhuis en maakte mezelf onzichtbaar. Jongerenhuis, zo werd dat genoemd. Er zaten 'jongeren' van 12 tot 18 die geen ouders meer hadden. Weeshuis, zo noemde ik het. Dat was het ook. Alleen deze jongeren schenen een probleem te hebben. Wat voor probleem, geen idee. Een probleem. Alleen het meisje niet. Het meisje van 14, waarvan we pas de krachten hebben ontdekt toen ze 14 werd. Zij had geen probleem, maar ze zou er een krijgen wanneer blijkt dat dit allemaal een grote grap is. Ik zag niks aan het meisje. Ze heeft gewoon geen krachten. Dit is gewoon een of andere test. En ik zou hem doorstaan. Ik zou hier net zolang blijven als nodig is.
Ondertussen was ik weer bij de deur van haar kamer aangekomen. Hij zat dicht. Voorzichtig opende ik hem en wrong mezelf tussen de spleet door zodra die groot genoeg was. Ik ging weer zitten op de walgelijke rode sofa. Haar hele kamer was walgelijk. Wit met rood. Walgelijk. De muren waren wit, en alle meubels van without. Alle andere dingen waren rood. Walgelijk. Volgens mij val ik in herhaling.
Ondertussen was het meisje opgestaan. Ze had de deur open zien gaan, maar zag niemand binnenkomen. Ze liep naar de deur toe en sloot hem weer, om vervolgens op de (rode) bureaustoel te gaan zitten. Ze drukte een paar knopjes in en opeens lichte het scherm voor haar op. Dreuzeluitvindingen... allemaal rommel. Het meisje drukte op knopjes voor haar en er verschenen letters op het scherm. Ze schreef blijkbaar iets. Ik besloot om te kijken wat. Misschien kon ik ook wel haar naam ontdekken op dat scherm, want dat was iets wat we nog steeds niet wisten. Haar naam. Het meisje stopte even met knopjes indrukken om op het scherm te kijken. Goedkeurend knikte ze en pakte vervolgens haar muis vast. Een muis, zo noemden dreuzels het. Stommelingen. Een muis was een dier. Het meisje klikte een keer en er verdween een schermpje, maar prompt kwam er een nieuw schermpje voor in de plaats. Ik las wat er stond.
"Bedankt voor je review. Hij is toegevoegd.
Sluit dit venster."
Blijkbaar had ze een review gegeven. Wat dat was, zou ik pas later achterkomen.
Het meisje klikte weer en een nieuw schermpje kwam nu over het oude heen. Dit scherm was helemaal wit. Totdat ze weer knopjes in begon te drukken. Er verschenen weer letters op het scherm. Ik stond over haar schouder mee te kijken, terwijl ze dat zelf niet door had. Ik las wat ze nu op het scherm schreef.
"Niemand
Ik ben Niemand.
Niemand is mijn naam.
Niemand van dat ene land
Ik ben Niemand zonder schaam
Ik heb Niemand nodig
En Niemand wil mij
Niemand is overbodig
En Niemand is vogelvrij
Niemand is niemand, zou je denken
Niemand is slechts een weerspiegeling in het raam
Maar Niemand kan je verdriet of vreugde schenken
Niemand die trots is op haar naam
Niemand wil alleen haarzelf zijn
Slechts een weerspiegeling in het glas
Niemand is niemand, en niemand heeft pijn
Niemand staat met beide benen op de grond in het gras
Niemand is een begrip wat niet aan te tonen is
Iedereen is Niemand, en Niemand is iedereen
Niemand zit achter de boom en Niemand zit in de nis
Niemand is dichtbij en Niemand is ver heen."
Ik stond versteld. Dit bedacht ze zomaar even? Dit zoog ze zo uit haar duim? Zoiets zou ik nog in geen jaren kunnen produceren. Ik schrok van het scherm, dat weer oplichtte. Nu kwam er weer een ander scherm over het oude heen. Deze was blauw en rechts zag ik wat namen staan. Namen van liedjes, kwam ik achter. Ik bekeek haar 'playlist'. Nightwish, Within Temptation... Ik had er wel eens van gehoord. Ik had vaker dreuzels moeten onderzoeken... en ook hun muzikanten. Het meisje klikte ergens op en opeens klonk er harde metal ergens vanuit de kamer. Ik kon niet ontdekken waar er boxen hingen en dus ging ik er maar vanuit dat het uit het rare apparaat kwam wat de dreuzels 'computer' noemden. Het meisje opende weer een ander scherm. Ze klikte ergens op en er verscheen op het scherm:
"Welkom, Autumn.
Als je niet automatisch doorgestuurd wordt door je browser, klik dan hier"
Hebbes. Autumn. Ik wist niet of dat haar echte naam was, of dat het gewoon een naam was die ze gebruikte, maar ik wist in ieder geval een naam. Autumn. Apart, ze leek me niet een persoon die van de herfst hield. Vaak was ze übervrolijk en zong ze hard met de muziek mee. (Ik moet toegeven dat ze niet slecht zingt). Ze leek meer iemand voor de lente, of zomer. Een vrolijk persoon.
Nog even ging ze door met dingen schrijven, en toen drukte ze op een stuk of 7 kruisjes in de rechterbovenhoek en zag ik een compleet blauw scherm. Ze klikte nog op een paar dingen en even later werd het scherm zwart. Ze drukte een knopje op een grote elektronische kast in en nu was het hele scherm weg. Het lampje brandde niet meer. Tsja, dreuzels... ik zal ze nooit begrijpen.
Het meisje graaide haar pyjama van ergens uit de hoek van haar bed en liep weg. Ik bleef zitten. Even later kwam ze terug met haar kleren in haar handen, die ze op een stoel neergooide, en haar pyjama aan. Ze haalde het elastiekje uit haar haar en gooide het los. Overdag had ze het altijd standaard in een strakke staart getrokken. Dat deed ze elke dag. Zonde, eigenlijk. Ze had best mooi haar. Autumn stapte in haar bed en trok de dekens dicht om zich heen. Het lampje ging uit en ze draaide nog even. Toen hoorde ik niks meer dan een rustige ademhaling. Nu werd het saai. 9 uur zitten en niks doen. Ik maakte het me gemakkelijk in de rode sofa.
De volgende ochtend om half 7 ging haar wekker af. Ik schrok op. Blijkbaar was ik ingedoezeld... toch niet genoeg anti-slaapdrank genomen. Puntje voor de volgende nacht. Autumn draaide zich om. Er kwam een diepe zucht vanuit de hoek waar het bed stond en even later gooide Autumn de dekens van zich af. Ze stapte uit bed en begon zich aan te kleden. Toen ze even later de kamer uit was, liep ik ook weg. Op de gang maakte ik mezelf zichtbaar en verdwijnselde naar Zweinstein. Ik liep naar Perkamentus' kantoor. 'Ketelkoek.'
Ik stapte binnen en perkamentus keek op van iets wat op zijn bureau lag.
'Ah, Severus. Hoe ging het?'
'Niks bijzonders. Oja, wel. Ze heet Autumn.'
'Nee Severus, ze heet Marjolein. Dat heb ik net gisteravond uitgevonden. En nog een heleboel meer. Ga zitten, Severus.'
'Ze gebruikte de naam Autumn op haar computer' zei ik terwijl ik ging zitten in een niet zo comfortabele stoel met een hoge, rechte rugleuning.
'Dat kan, dat kan. Maar nu. Het verhaal van Marjolein.'
