Hoofdstuk 5
Hij liep diep in gedachten door de gangen en zag daarom pas laat het groepje Zwadderaars op hem afkomen.
"Kijk eens jongens, als dat niet de grote verader is", zei Patty terwijl ze hem met een gemene glans in haar ogen aankeek.
Korzel, Kwast en Blaise, die met haar meegelopen waren, hadden Draco inmiddels omsingeld.
"Aan de kant Park, ik wil er langs", zei Draco terwijl hij z'n toverstok op Patty richtte. Onmiddellijk richtte Korzel, Kwast en Blaise hun toverstok op Draco. Draco hield z'n toverstok op Patty gericht en keek Korzel en Kwast vragend aan.
"Dus jullie werken nu voor die koe?", zei Draco terwijl hij naar Patty knikte.
"Ze is toch geen koe?", zei Korzel terwijl hij Kwast vragend aankeek.
"Ze werken niet voor verraders", zei Patty terwijl ze Draco aankeek. Ze knikte bijna ongezien richting Blaise en hij zei snel de ontwapeningsspreuk. Draco's toverstok vloog uit zijn handen en Korzel en Kwast pakte Draco gelijk stevig vast. Draco probeerde los te komen uit hun greep, maar dat lukte niet. Hij had ze niet voor niets ooit als zijn lijfwachten uitgezocht. Hoewel hun brein misschien niet erg groot was, was hun kracht dat wel. Hij stopte met het vechten tegen zijn oude lijfwachten, omdat hij wist dat het toch niet zou uithalen. Met zijn arrogante blik in plaats keek hij op naar Patty. Hij wist dat wat ze van plan waren nooit veel goeds kon zijn, maar hij was niet van plan om zijn angst te laten zien.
"Weet je Draco, het is jammer dat je zo een slechte keuze moest maken. Wij hadden zo een goed koppel kunnen zijn", zei Patty terwijl ze hem met een nep zielig gezicht aankeek.
"Het had nooit wat geworden tussen ons Park. Ik houd namelijk niet van dieren."
Patty keek hem woedend aan en sloeg hem hard in z'n gezicht. Draco besloot door te gaan met het jennen. Zolang ze zich druk maakte om de opmerkingen die hij maakte en hem daardoor te vuist ging had hij nog de beste kans om er met zo min mogelijk schade van af te komen. Gebroken botten en ribben had mevrouw Pleister zo genezen, met de wat duistere vloeken duurde het echter een stuk langer.
"Heb ik een gevoelige snaar geraakt?", zei Draco terwijl hij Patty uitdagend aankeek. "Je gelach lijkt meer op het geloei van een koe en dan nog je uiterlijk."
Draco kreeg niet de kans om nog verder te gaan want Patty haalde opnieuw uit. Dit keer raakte ze hem nogal hard op z'n neus en Draco wist zeker dat hij een bloedneus zou hebben.
Ginny was bezig met haar ronde. Ze was dit jaar klassenoudste geworden en moest erop toezien dat er na 21 uur geen leerlingen meer door de gangen liepen. Hoewel veel andere klassenoudsten dit een rotklusje vonden, vond Ginny het helemaal niet erg. Nu kon ze tenminste rustig over Harry fantaseren zonder dat ze gestoord werd. Vanavond was opnieuw zo'n avond. Het was een doordeweekse avond en het gebeurde bijna nooit dat ze dan nog leerlingen betrapte. Haar gedachten dwaalde dus al snel af naar Harry. Ze kon maar niet stoppen met aan hem te denken, maar hij zag haar nog steeds alleen als Ron's kleine zusje. Daar moest ze dus verandering in brengen.
Ze werd in haar gedachten gestoord toen ze ineens stemmen hoorde komen uit een gang verderop. Ze liep richting de gang waar ze de geluiden vandaan hoorde komen, klaar om de personen weer terug te sturen naar hun afdelingskamer. Ze draaide de gang in en schrok van wat ze daar aantrof. Ze zag verschillende Zwadderaars om iemand heen staan die ze in elkaar aan het slaan waren.
"Wat zijn jullie aan het doen?", floepte Ginny eruit voordat ze er erg in had.
De Zwadderaars die eerst nog alleen aandacht voor Draco hadden draaiden zich om en zagen Ginny staan.
"Kijk eens jongens, het wordt hier nog gezellig", zei Patty met een wrede lach.
Ginny zag dat ze hun toverstok op haar richtte. Ze moest hier zo snel mogelijk weg komen, de vraag was hoe. Ze wist zeker dat als ze zich om zou draaien om weg te rennen er verschillende spreuken naar haar zouden worden gegooid. Zij kon dan maar beter degen zijn die als eerste een spreuk riep. Ze richtte haar stok op Patty en zei snel de vleddervleervloek. Ze bleef niet wachten om te kijken wat er hierna gebeurde, maar draaide zich om en liep zo snel mogelijk de gang uit.
Tot haar opluchting hoorde ze geen spreuken die haar kant op werden geworpen. Ze bleef echter doorrennen, ook toen ze de gang al uit was. Ze wilden niet het risico lopen dat ze haar misschien toch gevolgd waren.
"Waarom rent u zo laat nog door dit gedeelte van het kasteel?"
Ginny stopte met rennen en draaide zich langzaam om. De stem die dit zei kon ze maar al te goed. Voor de deur van een lokaal stond professor Sneep. Het had haar eigenlijk niet zo moeten verbazen om hem te zien, aangezien ze zich nu ook op Zwadderich terrein bevond.
"Professor, ik ben blij u te zien", zei Ginny terwijl ze nog een beetje nahijgde.
"Ik kan niet zeggen dat het wederzijds is juffrouw Wemel", zei Sneep met een zuur gezicht. "Wat doet u hier eigenlijk?"
"Professor u moet meekomen", zei Ginny terwijl ze weer in de richting liep waar ze vandaan kwam. Sneep bleef echter gewoon staan. Ginny merkte dit en draaide zich weer om.
"Volgens mij haalt u een paar dingen door elkaar juffrouw Wemel", zei Sneep. "Ik ben namelijk de professor en u de leerling. U heeft daarom helemaal niets te zeggen over wat ik wel en niet moet, ik daarentegen ben wel in staat om u opdrachten op te leggen."
"Maar professor..", begon Ginny.
"Ik was nog niet uitgesproken", zei Sneep bot. "Jullie Griffoendors zijn ook allemaal hetzelfde. Totaal geen respect meer voor hun meerdere. Als jullie in mijn afdeling hadden gezeten had ik jullie die gewoontes wel afgeleerd."
Ginny begon ongeduldig te worden. Het was dan weliswaar een Zwadderaar die in elkaar werd geslagen, maar als Griffoendor en klassenoudste was het toch haar plicht om die persoon te helpen. Sneep was echter niet van plan om zomaar mee te komen, dus ze moet het op een andere manier proberen. Midden in Sneep´s preek begon ze weer terug te rennen naar de plaats van het gevecht. Ze kon alleen maar hopen dat haar plan lukte, anders bevond ze zich zo meteen in een gevaarlijke situatie.
Sneep was net aan het uitleggen hoe onverantwoord Griffoendors zijn, toen hij Ginny ineens weg zag rennen.
"Juffrouw Wemel, stop onmiddellijk!"
Hij zag Ginny echter nog steeds doorrennen. Met een snelle pas begon hij haar te volgen. Hij schrok van wat hij zag toen Ginny stopte. Daar op de grond lag een hard bloedende Draco. Zijn eens zo blonde haar had nu een vreemde roze kleur op sommige plekken door het bloed. Van de daders ontbrak ieder spoor. Snel leviteerde Sneep de gewonde Draco de lucht in.
"Juffrouw Wemel, volg mij."
Ginny volgde Sneep naar de ziekenzaal. Toen mevrouw Pleister de gewonde Draco zag liep ze snel op hem af. Sneep leviteerde hem netjes op één van de bedden en zodra hij daarop lag begon mevrouw Pleister gelijk verschillende spreuken te zeggen om het bloeden te stoppen.
"Wat is er met hem gebeurd?", vroeg mevrouw Pleister.
"Het ziet er naar uit dat Draco gevochten heeft met iemand", zei Sneep.
Ginny maakte een geluid van ongeloof, maar zei verder niets.
"Wilde u iets zeggen juffrouw Wemel?", zei Sneep een beetje geïrriteerd.
"Als het een normaal gevecht had geweest had hij nu nooit zo toegetakeld geweest."
Ze schudde haar hoofd. "Ze waren gewoon met meerdere tegen hem alleen bezig."
Mevrouw Pleister luisterde al niet meer naar het gepraat en ging verder met Draco verplegen. Langzaam gingen Draco´s ogen een beetje open. Sneep en Ginny hadden echter niets in de gaten en gingen gewoon door met hun gepraat.
"En nu is het genoeg. De patiënt heeft rust nodig en dat gaat hij niet krijgen als jullie zo blijven bekvechten", zei mevrouw Pleister boos.
"De patiënt is hier hoor", zei Draco.
Ze waren allemaal zo druk om elkaar boze blikken te geven dat ze niet in de gaten hadden dat hij inmiddels alweer bijgekomen was.
Verschrikt keek iedereen om.
"Hoe voelt u zich?", vroeg mevrouw Pleister terwijl ze snel allemaal drankjes begon te pakken voor Draco.
"Ik leef nog", antwoordde Draco.
"Wat is dat nu weer voor een antwoord?", zei mevrouw Pleister een beetje geïrriteerd omdat ze niet serieus genomen werd.
"Nou, als er niemand het groepje had gestoord had ik hier nu waarschijnlijk niet meer gezeten."
"Zo moet je niet praten", zei mevrouw Pleister.
"Nee, hoe had ik het dan moeten zeggen. Ze wilden me vermoorden, onder de grond stoppen, van deze wereld verwijderen."
"Nou, dat valt vast wel mee."
Draco gaf haar een ongelovige blik maar zei verder niets.
"Zei je net dat ze je wilde vermoorden?", zei Ginny met een bedachtzame blik in haar ogen.
"Ik dacht dat ik dat net wel duidelijk had uitgelegd, maar laat het maar weer aan een Griffoendor over om het nog steeds niet te begrijpen. Wat doe jij hier eigenlijk?", zei Draco terwijl hij ook de anderen vragend aankeek.
Ginny besloot zijn vraag te negeren en ging verder.
"De persoon die jullie dus stoorde heeft jou dus van de dood gered?"
Draco gaf haar een blik alsof hij wilde zeggen duh…, en Ginny ging snel verder.
"Dat betekent dus dat je een wizardsdebt aan diegene verschuldigd bent."
"Als je het zo stelt", zei Draco terwijl hij er over nadacht. "Alleen jammer dat we niet weten wie mij gered heeft hè?", zei Draco met een blik die duidelijk het tegenovergestelde vertelde.
Ginny kreeg een triomfantelijke glimlach op haar gezicht.
"Ik weet wel wie jou gered heeft", zei Ginny met haar glimlach nog steeds in plaats. "Ik was namelijk de persoon die jullie stoorde."
Draco´s ogen werden wat wijder, maar al snel had hij zijn masker van onverschilligheid weer op.
"Hoe jammer ik het ook vind om jullie onderonsje te onderbreken", zei Sneep met een grimas, "er zijn wel belangrijkere vragen te stellen. Wie waren bijvoorbeeld de personen die jou aanvielen?"
"Dat weet ik niet", zei Draco.
Sneep keek hem onderzoekend aan.
"Ik geloof je niet."
"Dat is dan uw probleem niet waar", zei Draco uitdagend.
Hij wist hartstikke goed wie zijn belagers waren, maar hij wist ook dat als hij dat zou zeggen er zeker nieuwe aanvallen op hem zouden komen. Hij kon dus maar beter zijn mond houden.
"Prima, dan zegt u niets", zei Sneep hoewel hij daar niet zo blij mee leek. "Juffrouw Wemel, ik verwacht u morgenavond om half 8 in mijn kantoortje.
"Wat! Waarom!", zei Ginny verbaasd.
"Voor strafwerk natuurlijk", zei Sneep met een gemene lach. "Als ik het me goed herinner had ik u toch duidelijk gezegd te stoppen toen u ineens wegrende."
"Maar..", zei Ginny.
"Ik ga niet met u in discussie. Gaat u nu naar uw afdelingskamer voordat ik er nog meer strafwerk van maak."
Boos stormde Ginny de ziekenzaal uit. Mevrouw Pleister riep haar nog na over dat ze niet met de deuren moest gooien, maar Ginny hoorde het al niet meer.
