Hoofdstuk 11.
Terwijl Harry naar de grote zaal liep merkte hij dat er iets aan de hand was. Overal werd er druk gemompeld en stonden mensen in groepjes bij elkaar. Zodra hij echter langs liep viel het gesprek stil. Harry kreunde. Hij wou dat hij zich toch wat sneller had aangekleed zodat hij samen met Hermelien naar de grote zaal kon lopen. Ron lag nog steeds in de ziekenzaal.
Zodra hij de grote zaal inliep werden zijn vermoedens bevestigd. Iedereen leek te stoppen met praten en staarde naar hem. Harry slikte en liep naar zijn gebruikelijke plek aan de Griffoendor tafel bij Hermelien. Hij vroeg zich af wat deze reactie nu weer veroorzaakt had. Hier hoefde hij echter niet lang op te wachten. Hij schonk een glas pompoensap in en wilde net een slok nemen toen Hermelien sprak.
"Harry, je had het toch ook gewoon eerst tegen mij kunnen zeggen? Ik zal je er echt niet voor veroordelen hoor."
Harry zette zijn glas weer neer.
"Hermelien, waar heb je het over?"
Als antwoord duwde ze de ochtendprofeet onder z'n neus. Harry's ogen werden bijna net zo groot als z'n brillenglazen. Voor hem lag de ochtendprofeet met op de voorpagina een grote foto van hem en daarnaast de kop "Harry Potter is Gay!"
Harry staarde niets ziend voor zich uit. Om eerlijk te zijn was hij het ook al vergeten. Toen hij weer terug was gelopen naar de afdelingskamer was hij opgelucht om te horen dat Hermelien een smoes had verzonnen om Malfidus's aanwezigheid te verklaren. Hij was daarna nog druk bezig geweest met zijn huiswerk en behalve soms kort terugdenken aan 'de kus' en het verzinnen wat hij tegen Perkamentus zou gaan zeggen had hij zich niet meer beziggehouden met Draco.
"Harry, gaat het wel goed?", vroeg Hermelien bezorgt.
Wat denk je? Natuurlijk gaat het niet goed, wilde Harry schreeuwen. Hij bleef echter nog steeds voor zich uit staren.
"Harry, zeg toch wat", zei Hermelien die de blik in Harry's ogen maar niets vond.
"Wat moet ik zeggen Hermelien? Dat ik boos ben dat de ochtendprofeet weer begonnen is met het schrijven van onzin? Dat ik teleurgesteld ben dat jij die onzin ook zomaar gelooft? Wat wil je horen!", zei Harry die haar een beetje boos aankeek.
Ginny staarde stilletjes vanaf een hoekje van de Griffoendor tafel naar het hele tafereel. Zij was misschien nog wel het meest geschrokken toen ze de krant las vanmorgen. Maar wat ze nu zojuist hoorde bracht haar op een idee. Harry had zojuist gezegd dat hij geen homo was. Hem kennende zou hij ook graag het tegendeel willen bewijzen. En wie was er beter geschikt om zijn vriendin te zijn dan zijzelf? En als ze eenmaal wat met elkaar hebben hoeft ze er alleen maar voor te zorgen dat dat zo blijft.
Harry werd er gek van. De hele dag was hij tijdens de lessen het mikpunt van verschillende pesterijen. Ook werd er veel om hem heen gefluisterd. En hoewel z'n eigen klasgenoten zeiden dat ze hem geloofden als hij zei dat hij geen homo was, bleven de meeste jongens toch nogal ver bij hem uit de buurt. Hij zat in de afdelingskamer en staarde voor zich uit. Hij wist zeker dat hij niet nog zo'n dag wilde meemaken. Waarom was hij ook op Draco's pesterij ingegaan? Waarom moest hij nu weer bewijzen dat hij een typische Griffoendor was die eerst handelde en daarna pas nadacht. Hij zuchtte en sloot z'n ogen. Er moest toch een manier zijn om hier vanaf te komen? Hij opende z'n ogen weer en zag Ginny vlak voor hem staan. Net wat hij nodig had om z'n dag nog beter te maken, één van z'n fans die hem opnieuw over het artikel kwam uithoren.
"Harry, ik vroeg me af of je misschien m'n vriendje wilde zijn", zei Ginny terwijl ze begon te blozen.
Oké, dat kwam onverwacht, dacht Harry terwijl hij Ginny aanstaarde. Hij wist niet of hij moest huilen of lachen. Wanneer snapte ze nou eens dat hij niets van haar wilde? Hij overwoog om haar te vertellen dat het artikel in de ochtendprofeet toch klopte, zodat ze hem misschien eindelijk met rust zou laten. Hij grimaste. Als vandaag dan een voorbeeld zou zijn hoe de rest van het jaar eruit zou komen te zien kon hij dat maar beter niet doen.
Bovendien was zij toch al met Malfidus? Hij herinnerde zich vaag dat Hermelien vanmorgen iets gezegd had over dat Malfidus het had uitgemaakt met haar. Dus zelfs hij was niet in staat om het met haar uit te houden.
"Harry?", vroeg Ginny terwijl ze hem een beetje onzeker aankeek.
"Hmm", zei Harry die zichzelf dwong haar aan te kijken.
"Ik dacht… nou, omdat je zei dat wat in de ochtendprofeet stond niet klopte, nou…"
De drang om te lachen was voor Harry nu gewoon te groot. Snel camoufleerde hij zijn lach als een kuch. Ginny was vast heel aardig enzo, maar om nou iemand als vriendin te hebben die nog niet eens één zin normaal tegen je kon zeggen. Bovendien deed ze net alsof nu hij zei geen homo te zijn, hij automatisch verliefd op haar was ofzo. Hoewel…
Een nogal Zwadderich-achtige gedachte sprong in z'n hoofd. Als hij haar nu gewoon zijn vriendin kon laten spelen waren de roddels waarschijnlijk wel gelijk verdwenen. Hij keek weer op en zag Ginny hem verwachtingsvol aankijken.
"Oké."
"Wat?", stamelde Ginny nogal verrast.
"Ik wil je vriendje zijn", zei Harry terwijl hij opstond.
Voordat hij wist wat hem overkwam was Ginny hem al om z'n nek gevolgen.
"Hoe fijn dat ik het ook vindt dat je dit zo leuk vindt Gin, misschien kun je m'n nek loslaten als je wilt dat we nog wat langer dan alleen vandaag iets hebben."
Alsof ze een stroomstoot had gekregen liet ze hem alweer los. Harry keek verrast op. Het was duidelijk dat zij dit allemaal erg serieus nam.
"Zullen we wat gaan eten?", vroeg Harry terwijl hij z'n hand uitstak. Hij kon niet wachten om iedereen hem met Ginny te laten zien. Dat zal al die roddels wel stoppen.
"Graag", zei Ginny terwijl ze zijn hand vastpakte en ze samen naar de eetzaal liepen.
Onderweg bleef Ginny maar van die verliefde blikken zijn kant op sturen. Hij glimlachte, dit was een heel goed plan. Ze hadden de deuren van de grote zaal bereikt en een beetje bezitterig legde Harry een arm om Ginny's nek. Hoe meer mensen Ginny en hem samen zagen, hoe beter. Zoals hij al verwacht had keken veel mensen verrast op toen ze hem samen met Ginny binnen zagen komen. Ze hadden zijn gebruikelijke plek aan de Griffoendor tafel bereikt en ze gingen zitten. Harry zag dat veel mensen nog steeds naar hem aan het staren waren. Als hij er zeker van wilde zijn dat hij iedereen overtuigt had moest hij nu nog één ding doen. Langzaam leunde hij naar Ginny toe en hij zag ook dat zij naar hem toe leunde. Hij begon haar te zoenen terwijl hij vanuit z'n ooghoeken de zaal rondkeek. Zijn ogen bleven hangen op de alleen zittende figuur aan de Zwadderich tafel. Dit liet Malfidus wel zien dat hij geen homo was.
"Wat zijn jullie aan het doen?"
Verschrikt keken Ginny en Harry op.
"Ron", stamelde Ginny, "je bent weer uit de ziekenzaal."
Ron keek echter nog steeds van Ginny naar Harry. Harry en Ginny begonnen een beetje zenuwachtig te worden onder zijn blik.
"Luister Ron, dit is..", begon Harry. Hij stopte echter toen hij een glimlach op Ron's gezicht zag verschijnen.
"Ik wist wel dat jullie een keer bij elkaar zouden komen. Gefeliciteerd", zei Ron terwijl hij hun lachend aankeek. "Als jij met Ginny trouwt kunnen we zelfs familie worden Harry", zei Ron terwijl hij naast Harry ging zitten.
Harry glimlachte maar zei niets. Hij had nou niet echt plannen om met Ginny te gaan trouwen. Stilletjes begon hij te eten terwijl Ron en Ginny maar niet uitgesproken raakten over het feit dat hij misschien wel familie van hen werd. Tot zijn opluchting bleef Ginny niet al te lang zitten en ging ze al snel naar een groepje giechelende meisjes die wat verderop aan de Griffoendor tafel zaten en die maar verlegen blikken naar Harry bleven werpen.
"Harry, jij en ik moeten toch eens serieus praten", zei Ron.
Verbaasd draaide Harry zich om. Hij was opgelucht geweest dat Ron hem niet gelijk vermoord had toen hij hem met Ginny zag zoenen, maar misschien zou dat nu nog komen.
"Als grote broer ben ik uiteraard verplicht om bepaalde dingen te zeggen. Ik vind het heel fijn dat jij en Gin bij elkaar zijn, al had je wel een paar misstappen nodig om tot die conclusie te komen. Maar als jij haar op één of andere manier pijn doet of kwetst, dan weet ik je te vinden."
Harry slikte. Hij kon moeilijk tegen Ron zeggen dat hij haar alleen maar gebruikte vanwege het krantenartikel. Waarom had hij ook niet eerst wat beter nagedacht voor hij wat deed?
"Uiteraard zijn deze woorden natuurlijk niet nodig, aangezien we allebei wel weten dat jij haar nooit zou kwetsen."
Harry knikte een beetje ongemakkelijk. Het werd hem nu zo ongeveer onmogelijk gemaakt om Ginny te dumpen als hij Ron als vriend wilde behouden.
"Harry, moest jij vanavond niet naar professor Perkamentus?", zei Hermelien die zo Harry's gedachtegang onderbrak. Harry schrok. Door dat gedoe met Ron en Ginny was hij dat al helemaal vergeten. En wat nog erger was, hij wist nog steeds geen goede smoes om Malfidus's aanwezigheid in hun afdelingskamer te verklaren. Het was jammer dat Ron niet gehoord had van Ginny's date met Malfidus. Hij wist zeker dat Ron dat nooit had goedgekeurd en geprobeerd zou hebben om Malfidus te vermoorden. Dan had hij dit probleem nu ook niet gehad. Snel stond hij op en zei gedag tegen Ron en Hermelien terwijl hij naar het kantoortje van Anderling liep. Rennen had geen zin omdat hij toch nooit meer op tijd kon komen.
Toen hij bij het kantoortje aankwam stonden Draco en professor Anderling al ongeduldig te wachten.
"Ah, meneer Potter, u heeft toch nog besloten om te komen", zei professor Anderling streng.
"Sorry dat ik zo laat ben professor", zei Harry.
"Bewaar je excuses maar voor professor Perkamentus. Nu jullie er dan eindelijk allebei zijn kunnen we er naartoe. Volgt u mij", zei professor Anderling terwijl ze richting Perkamentus kantoortje begon te lopen.
"Psst Potter", fluisterde Draco toen ze net op weg waren.
Harry besloot om hem te negeren. Alles wat hij tot nu toe tegen Draco had gezegd had hem alleen maar problemen bezorgt, met als voorlopig hoogtepunt het artikel in de ochtendprofeet.
"Hé Potter", fluisterde Draco opnieuw die duidelijk z'n best deed om Harry's aandacht te trekken. Opnieuw deed Harry alsof hij doof was en liep hij stilletjes achter professor Anderling aan die inmiddels Perkamentus kantoortje bereikt had. Ze zei het wachtwoord en Harry volgde haar de ronddraaiende trap op naar boven. Hij was blij dat ze het kantoortje eindelijk bereikt hadden omdat hij niet wist hoe lang hij Draco nog had kunnen negeren.
"Ga zitten jongens", zei Perkamentus terwijl hij naar de twee stoelen tegenover zijn bureau wees.
Harry nam plaats en zag dat Anderling het kantoortje weer verliet.
"Minerva heeft me nogal een aantal, hoe zal ik het zeggen, interessante dingen over jullie beide verteld."
"Professor het is niet.." begon Harry.
"Ik begrijp dat professor Anderling het hoogstwaarschijnlijk mis had, getuige ook jouw optreden zojuist in de grote zaal."
Draco grijnsde en Harry begon een beetje te blozen.
"Dat neemt echter niet weg dat ik nogal benieuwd ben hoe jullie in deze positie verzeild zijn geraakt."
Harry en Draco hielden allebei hun mond.
"Ach ja… Soms is het goed voor de mens om nieuwsgierig te blijven", zei Perkamentus. "Wat me echter meer zorgen baart is het feit dat jullie de laatste tijd bijna nooit meer in het lokaal geoefend hebben."
Terwijl Perkamentus dit zei gaf hij Harry een doordringende blik over z'n kleine brillenglaasjes.
"Het zal niet meer gebeuren professor", zei Harry.
"Nee Harry, ik denk ook inderdaad niet dat dat nog gaat gebeuren."
Harry haalde opgelucht adem. Dit gesprekje ging veel beter dan hij had durven denken. Waarom had hij zich hier ook alweer zoveel zorgen om gemaakt?
"Dit zal namelijk niet meer gebeuren omdat vanaf nu er ook iemand op toe zal zien hoe jullie het duelleren afgaat. Vanaf nu zal professor Sneep jullie assisteren."
Ik hoop dat jullie het een leuk stukje vonden! Laat aub wat van je horen!
In het volgende hoofdstuk: meer Harry/Draco en onverwachte wendingen!
