Hoofdstuk 17

Langzaam deed Draco z'n ogen open en keek om zich heen. Hij was in een soort kleine kamer terecht gekomen. Door het kleine raampje dat er in zat kwam een donker licht, het moest dus inmiddels al avond zijn. Voorzichtig stond Draco op en liep naar de deur. Hij deed de klink naar beneden, maar zoals hij al verwacht had zat hij op slot. Hij besloot de kamer eens wat beter te bekijken. In de hoek bij het raampje stond een bed waar een groot zwart sprei over lag. Verder waren het kale witte muren, die het kamertje een beetje een ziekenhuissfeer gaven. De stoel naast het bed maakte het geheel af.

De deur van het kamertje ging krakend open en als een reactie hierop greep Draco gelijk naar z'n toverstok. Alleen om tot de ontdekking te komen dat z'n toverstok er niet meer was. Vanaf de deur klonk een geamuseerde lach.

"Draco, Draco, Draco, toch. Je dacht toch niet dat we je je toverstok zouden teruggeven."

"Vader", zei Draco terwijl hij opkeek naar de man die hem al die jaren groot gebracht had. Lucius z'n gezicht verharde.

"Dat ligt er maar net aan of je de juiste keuze maakt."

Deze woorden veroorzaakten een pijnlijke steek in z'n borst. Hoewel hij altijd had geweten dat zijn vader de heer van het duister boven alles stelde, hoopte hij toch dat zijn vader z'n eigen zoon belangrijker vond. Niet dus.

"Kom Draco, het is tijd", zei Lucius terwijl hij z'n masker opzette en de deur openhield voor Draco.

Draco's gedachten begonnen in sneltreinvaart te werken. Hij zou waarschijnlijk opnieuw moeten kiezen. Als hij nu opnieuw zou weigeren zou hij ongetwijfeld vermoord worden. Terwijl als hij het teken zou nemen hij mee zou moeten werken aan Harry's ondergang.

Ik houd niet meer van je.

De hatelijke woorden spookten opnieuw door z'n hoofd. Potter had hem dus niet meer nodig, dan zou hij ook wel even laten zien dat hij verder kon gaan. En wat was daar een betere manier voor dan om zich aan te sluiten bij Voldemort? Met een kwaadaardige blik in z'n ogen en een zelfverzekerde houding volgde hij z'n vader de vele gangen door. Waar hij ook was, het was in ieder geval een groot oud huis, niet veel kleiner dan Malfoy Manor zo te zien. Z'n vader klopte op een grote donkere eikenhouten deur en de deur ging vanzelf open. In het midden van de kamer stond Voldemort met om hem heen in een halve cirkel allemaal dooddoeners. Terwijl zijn vader zich tussen de kring voegde liep Draco naar voren.

"Zo jonge Malfidus, nu ontmoeten we elkaar toch weer. Ik ga ervan uit dat je inmiddels een keuze hebt kunnen maken."

Langzaam viel Draco op z'n knieën en boog zijn hoofd terwijl hij vanuit z'n ooghoeken Voldemort bleek aankijken.

"Ik kies voor u mijn heer."

"Sta op jonge Malfidus."

Langzaam kwam Draco omhoog terwijl hij z'n hoofd gebogen hield.

"Steek je arm uit."

Het verbaasde Draco dat Voldemort hem niet strafte, had hij dan zo hard nieuwe volgers nodig? Draco deed wat hem gezegd was en hoorde hoe Voldemort dichterbij kwam. Toen hij Voldemort's bijna onmenselijke vingers zijn mouw op voelde stropen was z'n eerste reactie om z'n arm weg te trekken. Met veel wilskracht kon hij zichzelf echter inhouden. De pijn die hij hierna voelde had hij graag ingeruild voor die onmenselijke vingers. Het voelde alsof z'n hele arm in brand stond. Hij zag hoe het zwarte teken zich langzaam begon te vormen op z'n bleke huid. De kamer begon voor zijn ogen te draaien en hij kreeg een misselijk gevoel. Hij deed z'n best om bij bewustzijn te blijven, maar langzaamaan begon het toch zwart te worden voor zijn ogen. Hij voelde hoe de kracht uit z'n benen verdween en langzaam zakte hij in elkaar.

Hij hoorde de stemmen al voordat hij z'n ogen weer opendeed. In z'n arm voelde hij een kloppende pijn op de plaats waar nu ongetwijfeld het duistere teken zat. Een golf van misselijkheid kwam opnieuw over hem als hij dacht aan hoe Harry zou reageren als hij wist wat Draco nu deed. Hoe teleurgesteld hij zou zijn. Hij schudde z'n hoofd. Wat maakte hij zichzelf toch wijs? Het zou hem waarschijnlijk niets kunnen schelen. Hij hield toch niet van hem.

Hij deed z'n ogen weer open en zag hoe de heer van het duister hem aan het aanstaren was. Snel probeerde Draco weer op te staan, maar hij was nog te zwak en zakte weer door z'n knieën. Hij besloot daarom om maar vanaf deze knielende positie Voldemort aan te kijken. Voldemort bleef hem doordringend aanstaren zonder dat hij wat zei. Draco begon zich een beetje ongemakkelijk te voelen maar was vastbesloten niet de eerste te zijn die sprak. Uiteindelijk verbrak Voldemort de stilte.

"Hoewel je nu de juiste keuze hebt gemaakt ben ik je eerste afwijzing nog niet vergeten."

Draco slikte, dit kon nooit veel goeds beteken.

"Je zult moeten bewijzen dat je echt loyaal aan mij bent. Daarom heb ik een opdracht voor je. Mocht je falen dan…."

Voldemort maakte z'n zin niet af, maar Draco wist zeker dat dat z'n dood zou betekenen.

"Ik wil dat je ervoor zorgt dat Potter donderdagavond om 20 uur in het midden van het Verboden Bos is. Hoe je het voor elkaar krijgt maakt mij niet uit, als je er maar voor zorgt dat hij nog leeft. Ik zal degene zijn die hem van zijn zielige leven beroofd."

Een soort lach verscheen op Voldemort's gezicht. "Niet langer zal hij ons in de weg lopen! Heb je je opdracht begrepen", zei Voldemort terwijl hij Draco strak aankeek.

"Ja heer", zei Draco terwijl hij slikte. Hoe moest hij dit nu weer gaan doen.

"Mooi, dan is het nu tijd voor je afstraffing."

Draco kreeg de tijd niet eens om in paniek te kijken want verschillende stralen vlogen al op hem af. De pijn die hij voelde was werkelijk niet te beschrijven en hij gilde het uit. Hij wist zeker dat hij op dit moment zou sterven. De pijn was gewoon te erg. Al snel overnam het duister hem en was hij voor de tweede keer vandaag buiten bewustzijn.

Toen hij z'n ogen opendeed zag hij dat hij weer in hetzelfde kamertje was als eerst. Hoewel hij wel pijn had was het minder pijn dan hij verwachtte. Hij stroopte z'n mauw op en zag het lelijke teken zitten. Voorzichtig ging hij er met z'n vingers overheen. Het was nog steeds erg gevoelig en leek werkelijk in z'n huid gebrand. Gisteravond was dus geen nachtmerrie geweest. Langzaam kwam hij overeind en voorzichtig probeerde hij te gaan staan. Hij zette een paar stappen totdat de deur ineens openvloog. Geschrokken keek hij om. Ze moesten zeker een spreuk hebben uitgesproken die hen waarschuwde zodra hij uit bed stapte. Z'n vader stond in de deuropening en liep langzaam op hem af. Gespannen wachtte Draco af wat hij zou doen. Met een harde klap maakte zijn vaders hand contact met z'n gezicht.

"Vind je het soms leuk om je vader voor schut te zetten en de familienaam te schande te brengen", siste Lucius kwaad. "Het uitgillen om een beetje pijn en zelfs tot twee keer toe je bewustzijn verliezen. Hoe denk je dat dat er tegenover de andere dooddoeners uit heeft gezien!"

Draco hield wijselijk zijn mond. Het was duidelijk dat z'n vader hier geen antwoord op verwachtte.

"Eerst het teken weigeren en nu weer dit! Vind je het leuk om je familie voor gek te zetten?"

Lucius keek Draco vol woede aan.

"Je zorgt maar dat deze opdracht slaagt. Als je faalt zal de wraak van onze heer niets lijken vergeleken met wat ik zal doen", zei Lucius waarschuwend.

Draco slikte.

"Hier is een viavia die je over tien minuten naar Zweinsveld zal brengen. Zorg dat deze opdracht slaagt en dat onze familie trots op je kan zijn", zei Lucius terwijl hij een hand op Draco's schouder legde en hem de viavia gaf.

"Succes."

Draco keek toe hij zijn vader het kamertje weer verliet. Hij stond er een beetje hulpeloos bij met de viavia in z'n handen en zijn toverstok die op het nachtkastje lag. Hoe die daar gekomen was zou hij niet weten, hij was al lang blij dat hij hem weer terug had. Nu begon echter het lastigste van zijn opdracht, hoe moest hij Potter het bos in krijgen…..

Harry was een paar uur later weer verlost van de verlamspreuk, maar niet voordat Sneep met Ron en Hermelien gesproken had. Sneep had hen verteld dat ze Harry onder geen beding uit het oog mochten verliezen, de precieze reden had hij niet gezegd. Tot Harry's ongenoegen deden Ron en Hermelien precies wat Sneep had gezegd en volgden ze hem overal naartoe. Een paar keer dacht Harry erover om gewoon te vertellen wat er met Draco aan de hand is in de hoop dat zijn vrienden hem zouden laten gaan. Hij zag echter het boze gezicht van Ron al voor zich, die zou zeggen dat het Malfidus's verdiende loon zou zijn. En Hermelien als stem van de wijsheid zou vast zeggen dat het een val was en dat hij toch een dooddoener was. Nee, Harry kon onmogelijk vertellen wat er met Draco aan de hand was als hij hun vriendschap niet in gevaar wilde brengen.

Verschillende keren had hij geprobeerd om aan hun oplettendheid te ontsnappen. Eén keer was hij heel dicht bij een geslaagde poging. Hij wachtte die avond totdat Ron eindelijk sliep. Snel trok hij z'n onzichtbaarheidsmantel aan en verliet hij stilletjes de slaapzaal. Hij dacht dat het hem eindelijk gelukt was. Nog voordat hij echter de deur van de afdelingskamer bereikt had, nog voordat hij zelfs de trap was afgelopen, werd hij al gestopt. Hermelien had op de één na onderste trede één of andere spreuk uitgesproken waardoor zijn voeten bleven vastkleven aan de trap. Z'n kamergenoten waren vast gewaarschuwd om over die tree heen te stappen. Een beetje ontmoedigt maar nog niet van plan om het op te geven begon hij z'n schoenen los te maken, dan ging hij maar zonder schoenen verder. Nog voordat hij z'n schoenen uithad voelde hij echter hoe de onzichtbaarheidsmantel van hem werd afgetrokken. En voor hem stond Hermelien. Ze had, zo bleek, behalve de plakspreuk ook een spreuk gezegd die haar waarschuwde wanneer iemand erop stapte. Zijn ontsnappingspoging was dus opnieuw mislukt.

Harry zat die ochtend moe en bezorgd aan het ontbijt. Hij had die nacht geen oog dichtgedaan en zat ook nu nog bijna constant met z'n gedachten bij Draco. Zijn verbazing was dan ook groot toen hij de blonde Zwadderaar gewoon aan de Zwadderich tafel zag zitten. Verbaasd staarde hij naar Draco, maar die leek vastbesloten Harry te negeren. Hij was ook weer in het middelpunt van de belangstelling aan de Zwadderich tafel. Hoewel Harry het fijn vond dat Draco schrijnbaar weer verder was gegaan kon hij een naar gevoel toch niet onderdrukken. Want wat heeft ervoor gezorgd dat zijn status zo plotseling weer hersteld is?

Harry wilde graag met Draco praten om te vragen wat er gebeurd was, maar dit bleek een onmogelijke opgave. Ten eerste leek Draco vastbesloten om Harry te ontwijken en zelfs als dat niet het geval was geweest leken Hermelien en Ron nog steeds vastbesloten om hem niet uit het zicht te verliezen. Zelfs de lessen van Draco en hem had Sneep deze week uitgesteld zodat ook hier geen kans was om met Draco te spreken. Het was inmiddels donderdagmiddag en Harry zat in z'n slaapzaal te bedenken hoe hij Draco toch te spreken kon krijgen, toen hij ineens een uil hoorde tikken op het raam. Nieuwsgierig maakte hij het raam open en zag hoe de bruine uil sierlijk op zijn bed landde. Nieuwsgierig haalde hij het papiertje van zijn poot. Hij vouwde het open en begon te lezen. Een glimlach kwam op z'n lippen toen hij zag wat er stond. Het was een briefje van Draco met de vraag of hij hem vanavond wilde spreken. De plaats en tijd stonden met sierlijke letters op het papier geschreven. Deze dag was zojuist een stuk beter geworden, dacht Harry blij.


Dit en het vorige hoofdstuk zijn eigenlijk een beetje vullers. In het volgende hoofstuk zal de actie komen ;)