Hoofdstuk 19

Langzaam opende Draco zijn ogen. Z'n hoofd voelde aan alsof het ieder moment uit elkaar zou barsten. Het felle licht dat hem groette leek de pijn alleen maar erger te maken en snel sloot hij z'n ogen weer. Hij probeerde zich weer te herinneren wat er was gebeurt maar de pijn in z'n hoofd zorgde ervoor dat hij niet goed kon nadenken, dus gaf hij het maar op.

"Meneer Malfidus bent u wakker?"

In de verte hoorde Draco een vrouwenstem naar hem roepen maar hij was te vermoeid om te antwoorden.

"Ik ga u nu een drankje geven dat u moet doorslikken. Het zal ervoor zorgen dat de pijn in uw hoofd iets minder wordt."

Draco hoefde geen antwoord te geven want hij voelde al hoe een drankje in z'n mond werd gegoten en slikte het automatisch door. In de verte hoorde hij gefluister, maar hij kon zichzelf er niet toe zetten om geconcentreerd te luisteren. De pijn in z'n hoofd was nog niet echt minder geworden en hij begon zich af te vragen of het drankje wel werkte. Na een aantal minuten zakte de pijn echter voor een groot deel weg tot er alleen nog een zacht geklop in z'n achterhoofd eraan herinnerde. Opnieuw opende hij langzaam z'n ogen. Dit keer merkte hij dat er van een erg fel licht geen sprake was. Hij probeerde z'n omgeving in zich op te nemen. Hij lag in een bed wat zo te zien in de ziekenzaal stond. Verschillende schermen die om z'n bed stonden zorgden er echter voor dat hij hier niet echt zeker van kon zijn.

Voorzichtig probeerde hij uit bed te gaan. Hij had altijd al een hekel gehad aan de ziekenzaal en wilde er daarom ook zo snel mogelijk weg. Hij probeerde naast het bed te gaan staan, maar viel als een soort zoutzak op de grond. Zijn benen leken de kracht wel niet te hebben om hem te dragen.

"Shit", mopperde hij terwijl hij in de verte voetstappen hoorde naderen. Het scherm werd weggeschoven en voor hem stonden professor Perkamentus, professor Anderling en….

Draco knipperde met z'n ogen om te zien of hij het wel goed zag. Natuurlijk wist hij dat hij nog leefde, maar hij had niet verwacht dat hij ook nog maar iets met hem te maken wilde hebben.

"Ow wat doet u nou uit bed, daar bent u nog lang niet sterk genoeg voor."

Madame Plijster kwam hoofdschuddend aangelopen.

"Harry zou je me even kunnen helpen?", zei Madame Plijster terwijl ze Draco's arm al vastpakte. Draco draaide zich naar Harry, zeker wetend dat hij zou weigeren, maar tot zijn verbazing liep hij naar Draco's andere kant terwijl ze hem samen weer op het bed tilden.

"Bedankt", mompelde Draco die zich wat ongemakkelijk voelde. Hij vond het maar niets om van anderen afhankelijk te zijn en was verbaasd dat ze hem wilden helpen na wat hij had gedaan. Hoewel, misschien was dat het hem nou juist. Misschien wisten ze nog wel niet wat hij had gedaan. Hij keek naar professor Anderling en Perkamentus maar kon niets te weten komen uit hun gezichtsuitdrukking.

"Draco ik zou graag willen weten wat er allemaal gebeurt is", zei Perkamentus terwijl hij hem serieus aankeek.

"Het is mijn schuld dat professor Sneep dood is, is dat wat u wilt horen", zei Draco terwijl hij slikte.

"Waarom vertel je me niet hoe jullie in die situatie terecht gekomen zijn", zei Perkamentus rustig.

"Het is allemaal mijn schuld", zei Draco terwijl hij naar z'n handen staarde.

"Severus was een volwassen man en wist wat hij deed Draco. Hij heeft mij een brief geschreven waarin hij jullie plan uitlegde en duidelijk maakte dat jij niet aansprakelijk was."

"Maar dat ben ik wel", zei Draco terwijl hij z'n blik op z'n handen gericht hield. Hij haalde een keer diep adem. "Als ik niet… Als ik… het is allemaal mijn schuld."

"Ik zou graag jou kant van het verhaal willen horen Draco en ik denk dat Harry daar ook recht op heeft. Het is namelijk nogal schokkend als je beste vriend de afdelingskamer komt ingelopen en zegt dat jij hem hebt vermoord terwijl hij gewoon z'n huiswerk aan het maken was."

Draco keek even naar Harry en zuchtte. Hij wist dat dit moment een keer moest komen. Hij haalde een keer diep adem en begon met vertellen. Z'n ogen hield hij strak op het voeteneind gericht, hij kon gewoon niet iemand aankijken.

"Ik… Tijdens het Zweinsveld weekend ben ik met een viavia naar de heer van het duister gebracht. Daar werd ik zo ongeveer gedwongen om het duistere teken te nemen. Als ik zou weigeren zouden ze me vermoorden. Ik besloot om het teken te nemen in de hoop er dan vanaf te zijn. Ik had beter moeten weten", zei Draco met een humorloze lach. "Ze hadden voor mij een speciale opdracht. Ik moest ervoor zorgen dat Harry op donderdagavond om 8 uur in het verboden bos was, anders zouden ze me alsnog vermoorden."

Hij keek op en staarde Harry aan.

"Ik kon het niet. Ondanks onze ruzie kon ik je niet zo verraden. Ik moest dus een alternatief verzinnen, maar de tijd begon te dringen. Professor Sneep merkte dat ik nogal rusteloos was, maar ik weigerde te vertellen wat er was. Hij wist dat ik het duistere teken had en nadat hij wat navraag had gedaan bij andere dooddoeners kreeg hij te horen over mijn opdracht. Hij confronteerde me en vertelde me dat hij er alles aan zou doen om ervoor te zorgen dat m'n opdracht niet zou slagen. Ik zei dat ik Harry ook geen kwaad wilde doen, maar dat als ik niet met hem het bos in zou komen ik zo goed als dood was. Dat was toen professor Sneep met het verwisseldrank idee kwam. Ik wilde in eerste instantie hier niet aan meewerken, omdat ik wist wat er dan waarschijnlijk met hem zou gebeuren. Hij zei echter dat het mijn enige keus was en dat als ik dit niet zou doen ik wel meer dan mijn eigen leven in gevaar bracht, namelijk dat van duizenden andere. Hij vertelde hoe ik m'n toekomst nog voor me had en hoe hij ervoor zou zorgen dat ik niet dezelfde fouten als hem zou maken. Ik merkte dat je met me wilde praten Harry, maar ik kon je gewoon niet onder ogen komen. Ik moest zorgen dat jij me niet aan het volgen was en daardoor jezelf in gevaar zou brengen, dus schreef ik jou het briefje met de vraag om me te ontmoeten. Ik hoopte dat dat zou voorkomen dat je me volgde. Ik en professor Sneep vermomd als Harry liepen dus naar het bos, waar die stomme wezelvriend van je ons hele plan nog bijna deed mislukken."

Draco kreeg een boze gezichtsuitdrukking terwijl hij er weer aan terugdacht.

"We hebben weten te voorkomen dat hij ons volgde en gingen het bos in. Daar verscheen de heer van het duister met enkele dooddoeners en dat was…." Draco slikte. "Dat was toen…"

Hij kon de woorden gewoon niet uitspreken. Perkamentus knikte dat hij het begrepen had en Draco ging verder.

"Ze verdwijnselden weer en ik bleef bij professor Sneep. Dat was toen Wemel ineens kwam aanlopen en…."

Draco probeerde zich te herinneren wat er daarna gebeurt was, maar het was allemaal een grote waas voor hem.

"En het volgende dat ik weer weet is dat ik hier wakker werd."

Iedereen bleef stil en Draco durfde niet op te kijken, bang dat hij teleurstelling in hun ogen zou zien. Het was uiteindelijk Perkamentus die de stilte verbrak.

"Wat gebeurt is is gebeurt en we zullen weer verder moeten. Het feit dat Voldemort denkt dat hij Harry heeft vermoord kan in ons voordeel werken. We moeten ervoor zorgen dat hij zo lang mogelijk in die waan blijft. Bijna alle zwadderaars zijn voor de vakantie naar huis gegaan en Minerva?"

"Ik heb met de Griffoendors gesproken en ze beloofden hun mond te houden", antwoordde professor Anderling.

"Harry het is belangrijk dat zo min mogelijk mensen je zien. Het is het beste als je je afdelingskamer niet uitkomt."

Harry keek een beetje boos naar Perkamentus, duidelijk niet blij met dit nieuws.

"Als je iets te eten wilt hebben kun je Dobby of één van de andere huiselfen roepen."

Harry zuchtte en knikte. Hij had z'n vakantie wel iets anders voorgesteld dan opgesloten in de afdelingskamer.

Draco hoorde alles rustig aan en zag Madame Plijster zijn kant oplopen.

"Als jullie dan nu de patiënt met rust willen laten. Hij heeft rust nodig", zei Madame Plijster terwijl ze het groepje streng aankeek.

"Het gaat prima", zei Draco protesterend, hij wilde hier het liefste zo snel mogelijk weg.

"Nee, dat gaat het niet", zei Madame Plijster. "Je zult nog zeker drie dagen in bed moeten liggen. Je lichaam heeft het zwaar te verduren gehad en is, zoals je net al ondervonden hebt, gewoon nog niet sterk genoeg om je te dragen."

"Drie dagen!", zei Draco geschrokken. Hij dacht dat hij in het ergste geval nog een drankje zou krijgen waardoor hij nog een paar uur hier zou moeten blijven. Dat hij hier nog drie dagen vast zat had hij echter niet gedacht.

"Drie dagen", bevestigde Madame Plijster. "En u zult in uw bed moeten blijven."

Draco keek haar boos aan maar zie niets. Hij wist dat ze hem alleen maar wilde helpen, maar om drie dagen lang in bed te liggen had hij ook niet echt zin in.

Madame Plijster kuchte toen ze zag dat het hele gezelschap nog steeds om Draco's bed heen stond.

"Juist Poppy, we zullen weer eens gaan."

Professor Perkamentus en Anderling draaiden zich al om, maar Harry bleef Draco nog wat langer aankijken. Draco keek terug. Er waren zoveel dingen die hij tegen hem wilde zeggen, maar hij wist dat dat op dit moment niet kon.

"Kom je Harry?", zei Perkamentus terwijl hij achterom keek. Harry draaide zich om en het moment was gebroken. Draco zag hoe Harry de ziekenzaal uitliep. Nu iedereen weg was voelde hij pas hoe moe hij eigenlijk was en langzaam viel hij in slaap.

Hij opende z'n ogen en keek in het rond. Het was inmiddels al donker dus het zou wel avond zijn. Hij rekte zich uit en stopte halverwege de beweging. Daar zag hij Harry staan. Het was duidelijk dat hij nog niet goed wakker was, want hij wist dat Harry in de Griffoendor afdelingskamer moest blijven. Bovendien, waarom zou Harry hem nu nog willen zien. Hij wreef in z'n ogen en keek opnieuw. Nu zag hij inderdaad niets anders dan duisternis. Het was duidelijk dat hij zich net vergist had.

"Ik vroeg me al af wanneer je eindelijk een keer wakker werd."

Draco draaide zich om en zag Harry aan de andere kant van zijn bed staan.

"Harry?", zei Draco.

"Ik hoor dat je m'n naam nog niet vergeten bent."

Draco staarde Harry verward aan.

"Maar wat doe je hier? Perkamentus had gezegd dat je de afdelingskamer niet uit mocht." Hij wilde ook vragen waarom Harry naar hem toe was gekomen, maar wilde hem niet gelijk wegjagen. Als hij maar geduld had zou hij daar vast vanzelf achterkomen. Harry haalde z'n schouders op.

"Ik wilde zien hoe het met je gaat en…."

Harry stopte even en keek Draco aan. "Ik wilde zeggen dat het me spijt."

Draco keek Harry niet begrijpend aan.

"Waar heb je het over? Jij bent niet degene die ervoor gezorgd heeft dat… dat er nu iemand dood is."

Harry schudde z'n hoofd.

"Weet je nog toen het zo regende en jij me achterna kwam naar buiten?"

Draco's ogen verkleinden zich. Dat wist hij nog maar al te goed, dat was toen Harry hem vertelde dat hij niet van hem hield.

"Ik meende niet wat ik toen zei Draco. Ik hou nog steeds van je."

Hoewel Harry oprecht over kwam keek Draco hem toch een beetje argwanend aan.

"Wie zegt mij dat je je morgen niet weer bedenkt en zegt dat je me haat?"

"Ik heb je nooit gehaten, niet echt", zei Harry. "En ik beloof je dat ik de waarheid spreek Draco."

Draco bleef stil en keek Harry recht in z'n ogen. Harry begon zich een beetje ongemakkelijk te voelen door Draco's stilte en z'n gestaar.

"Draco?", zei Harry een beetje onzeker, bang dat hij een fout had gemaakt door hier vanavond te komen.

"Ik was zo boos op je na die ochtend. Ik begreep het niet en was vastbesloten wraak op je te nemen nadat je me zo rot had laten voelen. Alleen het gekke was, dat toen de ultieme mogelijkheid om wraak te nemen kwam, om jou uit te leveren aan de heer van het duister. Ik kon het gewoon niet."

Draco lachte humorloos. "Al die tijd wilde ik wraak nemen en toen kon ik het gewoon niet."

Harry bleef stil en keek Draco aan. Hij wilde naar Draco toegaan en zeggen dat het hem speet, maar hij was bang dat Draco boos op hem zou worden. Hij kon niet echt hoogte krijgen van Draco's gedrag. Hij besloot het risico te nemen en overbrugde de afstand tussen hemzelf en Draco's bed. Toen hij het bed bereikt had bleef hij stil staan, een beetje onzeker over wat hij nu wilde doen.

"Je hebt het juiste gedaan. Ik had dat toen nooit mogen zeggen, het spijt me", zei Harry opnieuw.

"Weet je wat het ergste was. Wat nog wel het ergste van alles was. Ondanks wat je gezegd had, ondanks dat je mij duidelijk had gemaakt dat je niet van me hield. Ik ben nooit gestopt van jou te houden", zei Draco terwijl hij Harry in de ogen keek.

Harry voelde hoe hij naar voren leunde en was even bang dat Draco z'n hoofd weg zou draaien en hem zou vragen waar hij nou helemaal mee bezig was. Maar dit gebeurde niet. Toen Harry bijna bij Draco's mond was overbrugde Draco zelf de laatste centimeters totdat hun lippen elkaar raakten.