Hoofdstuk 20
Draco werd gek van het wachten. Harry had gisteravond beloofd om de volgende avond opnieuw langs te komen en hoewel Draco wist dat het veiliger zou zijn als Harry niet kwam kon hij het niet helpen om er toch naar uit te kijken. Dit vooruitzicht zorgde er in ieder geval voor dat hij al die misselijkmakende drankjes innam en zich aan zijn bedrust hield. Oké, misschien maakte hij het Madame Plijster niet altijd even gemakkelijk en had hij misschien ook wel een beetje gezeurd, nou ja heel erg gezeurd. Maar wat had ze verwacht door hem die drie dagen bedrust toe te schrijven.
De avond was nu echter eindelijk gekomen. Draco keek op de klok en zag dat het 21 uur was. Waar bleef Harry? Wist hij dan niet hoe Draco al de hele tijd op hem aan het wachten was? Hij zuchtte geïrriteerd en keek nogmaals naar de boeken die Madame Plijster hem had gebracht om te lezen. Als ze serieus dacht dat hij in z'n vakantie leerboeken ging lezen moest ze misschien zelf eens één van haar medicijnen innemen. Draco glansde opnieuw naar de klok: 5 over 9. Waarom leek de tijd nou tien keer zo langzaam te gaan als je alleen maar in bed mocht liggen?
Draco sloeg het deken van zich af en ging overeind zitten. Hij had er genoeg van. De hele dag had hij al in dit rotbed gelegen en het werd tijd dat hij er eens uitging. Het zag er nog niet naar uit dat Harry snel zou komen en de ziekenzaal was ook zo goed als verlaten. Mooi, er was dus niemand die hem kon tegenhouden.
Hij sloeg z'n benen over de bedrand en haalde een keer diep adem. Hij kon dit wel. Die stomme zuster wist er gewoon niets van en hij zou dat bewijzen ook. Zodra hij de ziekenzaal uit zou lopen zou hij eerst even naar haar toe gaan.
Net toen hij het bed wilde afgaan zag hij Harry ogenschijnlijk uit het niets verschijnen.
"Waar ben jij mee bezig?", zei Harry terwijl hij Draco's staat in nam. Draco zat met z'n ziekenhuisgewaad aan aan de rand van het bed. De dekens van z'n bed waren naar één kant geschoven en het zag ernaar uit alsof hij ieder moment het bed uit kon gaan.
"Ik zal je laten zien dat die zuster geen idee heeft waar ze het over heeft."
Harry zag Draco's vastbesloten blik en schrok. Hij had die blik vaker gezien en wist dat het dan bijna onmogelijk was om hem nog op andere gedachten te brengen. Hij wist echter ook dat als hij niets zou doen Draco waarschijnlijk nog meer gewond zou raken. Madame Plijster had het eigenlijk nooit mis en Harry kon ook niet geloven dat ze dit keer een fout had gemaakt.
"Maar Draco weet je dan niet meer hoe je gister op de grond belande?", zei Harry langzaam.
Draco keek hem boos aan, duidelijk niet blij om daar weer aan herinnerd te worden.
"We zijn nu weer een dag verder."
"Draco waarom ga je niet gewoon weer in je bed liggen", zei Harry voorzichtig, proberend om Draco niet kwaad te maken. "Doe nou geen overhaaste domme dingen die…"
"Wou je zeggen dat ik dom ben Potter", zei Draco terwijl hij Harry boos aankeek.
Harry rilde toen hij Draco weer z'n achternaam hoorde gebruiken. Waarom moest hij nou altijd zijn woorden verdraaien.
"Dat is niet wat ik zei, ik…"
Maar Harry werd opnieuw afgekapt door Draco.
"Nee, maar dat is wel wat je bedoelde nietwaar?"
Harry zuchtte. Hij wist dat het op dit moment onmogelijk was om door te dringen tot Draco.
"Nou als je het allemaal dan zo goed weet, laat maar zien dan. Verwacht alleen geen hulp of medelijden als je straks op de grond ligt", zei Harry terwijl hij Draco aankeek.
"Maak je geen zorgen, ik heb je hulp niet nodig. Ik ben prima in staat om mezelf te helpen."
Harry schudde z'n hoofd. Hij wist dat het Draco nooit zou lukken, maar soms kon hij zo eigenwijs zijn. Hij deed z'n armen over elkaar en keek naar Draco, wetend dat dit nooit goed kon gaan.
Draco haalde een keer diep adem. Hij kon dit wel. Hij zou Harry en die zuster wel eens laten zien dat hij hen niet nodig had. Voorzichtig zette hij één voet op de grond terwijl hij zichzelf nog beet hield aan het bed. Hier gaat ie dan. Hij liet het bed los, maar nog voordat hij één stap kon zetten zakte hij al in elkaar en kwam in een hoop op de grond terecht.
Tranen begonnen zich in z'n ogen te vormen, maar hij knipperde ze snel weg. Het was niet zozeer de pijn van de val die voor deze tranen zorgde, die viel best wel mee. Het was vooral vanwege het feit dat hij er zo van overtuigd geweest was dat hij dit kon. Hoewel Madame Plijster en zelfs Harry hem verteld hadden dat het niet zou lukken geloofde hij hen niet. Maar in plaats van hun ongelijk te bewijzen heeft hij zichzelf alleen maar belachelijk gemaakt voor de ogen van Harry.
Hij zag een hand voor z'n gezicht verschijnen en keek op. Voor hem stond Harry die met een soort van medelijden in z'n ogen naar hem keek.
Hij hoefde zijn medelijden niet. Hij meende wat hij net zei, hij had zijn hulp niet nodig.
"Ik dacht dat je me niet zou helpen", zei Draco terwijl hij Harry een kwade blik toewierp. Het effect van zijn blik ging echter gedeeltelijk verloren door de manier waarop hij daar op de grond zat.
"Doe niet zo moeilijk en pak gewoon m'n hand aan", zei Harry die geen zin had om hier ruzie over te maken.
"Bewaar je heldencomplex maar voor mensen die het kunnen gebruiken Potter. Ik heb je hulp niet nodig."
Draco's woorden deden pijn en Harry liet z'n hand onmiddellijk zakken.
"Prima, zoek het dan zelf maar uit."
Boos liep Harry naar de stoel die in de hoek van het met schermen afgeschermde bed stond.
Draco wist dat hij Harry pijn had gedaan met z'n woorden, maar hij moest weten dat Draco niet weer één van z'n hulpeloze slachtoffertjes was. Hij kroop met behulp van z'n handen richting het bed. Nu kwam echter het moeilijkste, hoe kwam hij weer op het bed? Hij keek even richting de stoel waar Harry zat en zag hoe Harry al z'n bewegingen volgde. Vastbesloten om niet op te geven pakte hij één van de poten van het bed vast en probeerde zich hieraan omhoog te trekken. Dit lukte echter niet. De kracht in z'n armen was dus ook nog niet wat het een paar dagen geleden geweest was. Dat, of hij was de laatste dagen zoveel bijgekomen dat hij z'n eigen gewicht niet meer aankon. Hij wist dat het hem nooit zou lukken om in z'n eentje weer in het bed te komen.
Hij glansde naar Draco en zag dat die nog steeds naar hem aan het kijken was. Hij zuchtte. Hij had twee opties. Of hij zou Harry moeten vragen om hem te helpen, of hij zou de nacht op de vloer moeten doorbrengen en morgen aan Madame Plijster moeten zeggen wat hij gedaan had. Hij keek weer naar Harry en wist wat hij moest doen. Hij wist echter ook dat Harry het hem niet makkelijk zou maken. Waarom leek dit alles ook alweer zo'n goed idee?
Harry staarde Draco geconcentreerd aan. Hij zag hoe Draco probeerde om zichzelf het bed in te tillen en hoe dat niet lukte. Draco was nu zo te zien aan het denken en Harry was benieuwd wat er nu in hem omging. Hij zag hoe Draco een keer diep adem haalde en wachtte rustig af.
"Harry zou je me misschien willen helpen?" Draco keek naar de grond terwijl hij deze woorden zei, te beschaamd om hem aan te kijken.
Harry wist dat het veel moeite kostte voor Draco om deze woorden te zeggen en hoewel hij al wist dat hij hem zou helpen moest hij hem eerst laten inzien wat hij had gedaan.
"Maar Draco toch, je hebt Harry Potter, de grote held toch niet nodig", zei Harry sarcastisch.
Draco kromp ineens bij het horen van Harry's woorden. Hij wist dat hij het hier zelf naar gemaakt had, maar stiekem had hij toch gehoopt dat Harry hem gewoon zou helpen zonder hem eerst van dit soort vragen te stellen.
"Sorry, dat had ik niet moeten zeggen", mompelde Draco bijna onverstaanbaar.
"Wat zeg je? Ik spreek geen mompelaars", zei Harry.
"Ik zei het spijt me, oké", zei Draco nu wat harder. "Ik had dat niet mogen zeggen. Het is duidelijk dat ik het niet alleen kan. Ik heb gefaald oké. Dus… Ga je me nog helpen of moet ik de rest van de nacht op de grond doorbrengen", zei Draco een beetje wanhopig.
Langzaam stond Harry op. Hij wist dat hij misschien nog iets had moeten zeggen over de manier waarop Draco de laatste zin uitsprak, maar hij kon zichzelf er niet toe zetten. Hij liep naar Draco toe en met z'n sterke armen had hij hem al snel weer in z'n bed gelegd.
Zodra hij weer in z'n bed lag keek Draco onmiddellijk weg van Harry. Wat hij zojuist gedaan had was gewoon te vernederend. Nu Harry gezien had hoe zwak hij eigenlijk wel niet was wilde hij vast niet meer bij hem zijn.
"Draco."
Harry zuchtte toen hij zag dat Draco niet van plan was om hem aan te kijken. Soms kon hij zo eigenwijs zijn.
"Draco kijk me eens aan."
Nog steeds lag Draco met z'n rug naar Harry toegedraaid.
"Ik was hier gekomen om je wat gezelschap te houden en ik dacht dat je het gezellig vond, maar als je de hele avond zo gaat doen kan ik beter maar weer gaan."
Er kwam beweging in de grote hoop op bed en langzaam draaide Draco zich om.
"Nee! Ik bedoel, ik zou het niet erg vinden als je bleef."
Harry glimlachte en ging bij Draco op bed zitten.
"En vertel eens, wat heb je vandaag allemaal gedaan", zie Harry een beetje plagend.
"Je bedoelt behalve de hele dag in bed liggen en de meest gore drankjes naar binnen werken?"
"Aaaaaww", zie Harry met een kleine glimlach. "Hoe kunnen we er eens voor zorgen dat je je wat beter voelt."
"Nou, ik weet wel wat", zei Draco en hij trok Harry aan z'n shirt naar zich toe.
Harry's handen kwamen automatisch naast Draco's hoofd terecht zodat hij Draco niet zou pletten. Draco leunde iets naar voren en zoende Harry die hem terugzoende.
Hij wist eigenlijk niet zo goed wat hij hier deed. Oké, dat was een leugen, hij wist prima wat hij hier deed. De vraag was of hij het kon. Hermelien had hem opnieuw de hele dag aan z'n kop lopen zeuren dat hij z'n excuses moest aanbieden aan Malfidus omdat hij hem zo had toegetakeld toen hij dacht dat hij Harry vermoord had. Het gezeur werd alleen maar erger nadat ze van Harry hadden gehoord wat er werkelijk gebeurt was.
Hier liep hij nu dus, door de donkere en verlaten gangen van Zweinstein richting de ziekenzaal. Hij wist dat ze hem waarschijnlijk nooit bij Draco zouden laten dus besloot hij om 's avonds te komen in de hoop niemand tegen te komen. Z'n excuses aanbieden. Hij haalde z'n neus op. Wat hij wel niet over had om Hermelien te laten zien dat hij van haar hield.
Hij liep stilletjes de ziekenzaal op en begon langzamer te lopen toen hij stemmen hoorde. Was er dan nog iemand bij Malfidus? Hij naderde de schermen die het bed afschermde en keek voorzichtig om het hoekje. Hij schrok van wat hij daar aantrof. Harry lag half op Malfidus en was hem aan het zoenen. Zonder z'n aanwezigheid verder bekend te maken draaide hij zich om en rende de ziekenzaal uit. De deur viel met een klap achter zich dicht.
Beelden van een zoenende Harry en Draco gingen door z'n hoofd. Hij dacht dat Harry hem begrepen had. Hij dacht dat Harry hem belangrijker vond, maar het was nu duidelijk hoe hij echter over de dingen dacht. Zonder erbij na te denken liep hij richting één van de vele geheime gangen die naar Zweinsveld gingen. Hij was boos en verdrietig dat zijn beste vriend hem zo kon verraden. Hij kwam in Zweinsveld terecht en liep gelijk richting 'de drie bezemstelen'. Misschien dat een paar boterbiertjes of iets sterkers zijn pijn kon verzachten.
Harry werd de volgende ochtend om elf uur wakker geschud door een hysterisch uitziende Hermelien. Ze probeerde hem iets te vertellen maar praatte zo vlug dat hij er niet veel van begreep.
"Herm wat doe je hier, dit is de jongensslaapzaal. Bovendien is het vakantie dus we kunnen uitslapen."
Hermelien keek hem een beetje boos en verontwaardigd aan dat hij duidelijk niet goed naar haar geluisterd had. Ze duwde de ochtendprofeet in z'n handen en wachtte hoe hij erop zou reageren.
Harry zocht z'n bril, zette hem op en bekeek de krant die Hermelien hem zojuist in z'n handen had geduwd. Hij schrok van wat hij las.
"Maar… maar… dat kan niet. Dit kunnen ze toch niet weten", zei Harry die een beetje wanhopig naar Hermelien keek. Op de voorpagina stond een grote foto van hem met daaronder een verhaal dat hij niet alleen niet dood was, maar dat hij ook nog iets zou hebben met Draco Malfidus.
"Oh shit, Draco", zei Harry terwijl hij gelijk uit bed sprong.
De kans was groot dat Lucius en de andere dooddoeners dit ook hadden gelezen en als dat het geval was dan liep hij groot gevaar.
Hermelien keek Harry een beetje bedachtzaam aan.
"Jullie zijn nog steeds samen", zei ze meer als een soort conclusie dan een vraag. Harry luisterde echter niet en was inmiddels in gevecht met z'n schoen waarvan de veters juist vandaag hadden besloten om in de knoop te zitten. Eindelijk had hij ze aan en zonder verder nog ergens op te letten rende hij de slaapzaal uit. De weinige mensen die in de afdelingskamer waren keken vreemd op toen ze Harry ineens als een gek naar de uitgang zagen rennen.
"Harry nee! Straks ziet iemand je!", gilde Hermelien hem nog na.
Harry luisterde echter niet. Het enige wat hij in z'n hoofd had was Draco. Draco die in gevaar was. Hij rende richting de ziekenzaal en lette niet op de geschokte gezichten van de mensen van andere afdelingen waar hij langs rende. Hij gooide de deur van de ziekenzaal open en rende meteen naar het bed waar Draco gister nog in lag. Hij schrok toen hij zag dat het leeg was en een naar gevoel bekroop hem.
"Harry wat doe jij hier, je hoort je afdelingskamer helemaal niet uit te komen", zei Madame Plijster terwijl ze op hem kwam afgelopen.
"Waar is hij", zei Harry terwijl hij Madame Plijster boos aankeek alsof zij de schuldige van dit alles was.
"Harry waarom kalmeer je eerst niet een beetje. Ik heb anders wel een drankje waardoor je…"
"Waar is Draco", onderbrak Harry Madame Plijster boos. Madame Plijster schrok een beetje van Harry's humeur maar bleef rustig.
"Zijn vader heeft hem vanmorgen vroeg opgehaald."
Terwijl Harry naar de woorden luisterde leek het wel alsof er een knop in z'n lichaam werd omgezet. Z'n woede leek in één keer verdwenen en wat overbleef was een leeg gevoel vol wanhoop en zorgen over Draco. De dooddoeners hadden Draco en wisten dat hij gefaald had….
