Wie ben jij?
Opmerkingen:
Zo hier is het volgende hoofdstuk. Veel plezier!
Ik snelde naar beneden. Wat niet goed voor mijn been was, want die begon aardig te steken. Toen ik eindelijk de trap af was, die veel langer werd als je pijn had. Stond ik oog in oog met de blonde vrouw uit mijn droom. Ik keek haar met grote ogen aan. Het was raar om haar zo te zien. Net alsof je Lucky Luke uit je fantasie wereld trok en in de werkelijkheid zetten.
'Kijk me alsjeblieft niet zo aan. Ik weet dat je me bent vergeten, maar toch. Ik ben Sally Po. Eén van je vrienden. Herken je me ergens van?' vroeg ze. Ze bleef me vragend aan kijken. Ik knikte zwakjes. 'Ah, fijn zo. Nou ja. Het is natuurlijk niet fijn dat je niks meer weet. Maar daarvoor ben ik hier ook.' Zei ze. Ze hing de sjaal die ze om had om de kapstok. 'Kom laten we ergens gaan zitten.' Zei ze en ze liep al naar de zitkamer.
Zo te zien voelde Sally zich wel thuis in dit huis. Te minste meer dan ik. 'Ik voelde me zo schuldig tegenover jou. Nu nog steeds.' Begon Sally. Ik had eigenlijk nog geen woord gezegd. Maar dat was wel goed zo. 'Ik bedoel, ik heb je niet eens opgezocht in het ziekenhuis. Maar de bezoekuren vielen precies op mijn drukke werkuren. Wil je me dat vergeven?' vroeg ze.
Weer knikte ik. 'Tong verloren?' zei ze daarna oprecht. Maar niet op zo'n pesterige manier die je verwacht bij die vraag. Maar vriendelijk en met een brede lach op haar gezicht. 'Nee, ik ben alleen een beetje verbaasd.' Bracht ik uit.
'Om mij te zien?' vroeg Sally. Ik knikte maar weer. 'Oké, maar zal ik dan maar wat vertellen over jezelf? Ik geloof dat je familie nog al druk is.'
Een fijn gevoel vulde me. Eindelijk iemand die wat ging vertellen waar ik in geïnteresseerd was.
Voordat ik mijn goedkeuring had gegeven begon Sally al te praten.
'Nou waar moet ik beginnen. Bij ons dan maar? Onze ontmoeting was niet echt een normale ontmoeting. Het was in de oorlog en je had me gered van een paar bruten. Maar dat is een lang verhaal. Ik kan beter iets over het heden vertellen. Je was net van Mars terug gekomen. Daar had je gewerkt met een van je partners. Zechs. Toen je weer hier was, was je een beetje down. Dus zijn we een avondje gaan stappen, toen werd je aangereden.' Vertelde Sally op rap tempo.
Ik had moeite om het bij te houden. 'Dus jij was erbij?' vroeg ik toen alles bezonken was. 'Ja, daarom voel ik me ook zo schuldig.' Het bleef weer even stil. 'Nou laten we wat drinken. Koffie?' vroeg Sally terwijl ze op stond. Ik knikte weer. Blijkbaar voelde Sally zich hier echt thuis.
Aan de keukentafel had Sally me meer verteld over de oorlog. Eerder gezegd de oorlogen. Ze vertelde wat ze in hielden. Wat mijn positie was. Ze vertelde over Mars. En ze vertelde over mijn werk nu, als preventer. Ik knikte soms alleen tussen de stukjes door. Maar nu was het echt voor de eerste keer dat er ene stilte viel. Ik besloot ook wat te vertellen.
'Ik droom.' Zei ik kort. Sally keek op. 'Waarover?'
'Over herinneringen denk ik. Jij kwam er ook in voor. Maar het is nu allemaal weer vaag en ik ben het grootste deel al weer vergeten.' Legde ik uit. Saly keek bezorgd naar me.
'Waar ging het zowel over?' vroeg ze.
'Ik kan me iets herinneren van een feestje. En de andere was er verdrietig.' Omschreef ik de dromen. Hoe stom klonk dit? Maar Sally leek het helemaal niet stom te vinden.
'Verdrietig? Op wat voor een manier?' vroeg Sally. Ik sloot mijn ogen. De beelden kwam langzaam terug.
'Nee, je mag niet huilen. Niet om hem!'
Ik deed mijn ogen weer open. 'Ik moest huilen. Maar ik wou niet huilen en toen voelde ik een woede naar boven komen.' Beschreef ik het gevoel wat gedetailleerder. 'Misschien moet je nog wat rusten en daarna pas je verleden ontrafelen.' Gaf Sally mij advies. Ik keek verdrietig. Ik wou nu weten wie ik was. Wat ik deed. Waarom ik huilde. Waarom ik boos was. Wie wie was. Ik wou het allemaal weten. Sally legde vriendschappelijk haar hand op de mijne. 'Rustig aan Lu. Het komt allemaal wel.' Zei ze moederlijk. Kon ze mijn gedachte lezen? Toen voelde ik pas de tranen van frustratie over mijn wangen lopen. Ik veegde ze weg met de rug van mijn hand. 'Het spijt me.' Mompelde ik. 'Ik ben gewoon erg moe.' Verklaarde ik daar achteraan. 'Dat begrijp ik. Dan laat ik je nu wel weer met rust. Ga slapen, dan wordt alles een stuk beter.' Zei Sally de onze kopjes op het aanrecht zette.
Een mooie melodie weerklonk door de kamer. Buiten was een grote rode massa te zien. Ik was op Mars! Mijn blik ging terug naar de zwarte en witte toetsen van de piona. De bluesie melodie kwam van mij. Ik speelde piano. En verdomd goed ook. 'Lu, je weet dat ik meer van klassiek hou.' Zei een zware stem. Twee handen werden op mijn schouders gelegd. 'Zechs! Besluip me niet als ik piano speel.' Zeurde ik. Maar mijn stem klonk vrolijk.
'Sorry, maar je zat zo perfect met je rug naar me toe.'
'Ja het is goed moet je!' riep ik en ik schudde de handen speels weg. Toen draaide de twee handen mijn piano kruk om. Nu zat ik weer een stuk lager. Ik keek recht in twee licht blauwe ogen. Blauwe ogen waar je in kon weg dromen.
'Lu, we moeten praten.' Zei hij nu erg serieus. Opeens kreeg ik het heet. Praten? Waarover?
'Natuurlijk.' Zei ik benieuwd naar zijn nieuws.
Er trok iets aan me. 'Lu! Wakker worden. Je hebt nu wel genoeg geslapen.' Drong een stem door in mijn hoofd. Ik wou mijn hoofd bewegen, maar dat ging niet goed. Mijn nek was stijf geworden. 'Gaat het wel?' vroeg die zelfde stem. Ik kreunde als reactie. Daarna besefte ik pas dat ik in de keuken was. Nog steeds. Ik was in slaap gevallen met mijn hoofd op de tafel nadat ik Sally had uit gezwaaid.
Ik draaide mijn nek voorzichtig heen en weer. 'Ja, het gaat al weer.' Gaf ik nu in gewone mensen taal antwoord. Lennerd, die naast me stond knikte en liep terug naar het fornuis. Ik kwam ondertussen bij van het oncomfortabele dutje. 'Zo, we eten vandaag salade met pasta!' riep Lennerd vrolijk. Hij zette een pan met tomatensaus op tafel.
'Moeten we niet op Jazz wachten?' vroeg ik. Misschien was ze al thuis, maar Lennerd had maar twee borden gedekt.
'Nee, die woont samen met haar vriend. Had ze je dat nog niet verteled?' vroeg Lennerd verbaasd.
'Kan wel. Dan ben ik het alweer vergeten.' Zuchtte ik. Ik verwisselde van stoel zodat ik achter een bord kwam te zitten. 'Ik hoop dat je honger hebt, want dit is een geweldig diner!' riep Lennerd trots en overmoedig. Hij ging tegenover mij zitten.
'Waarom woon ik niet op mezelf?' vroeg ik opeens. Lennerd keek me vreemd aan. 'Wil je weg dan?' vroeg hij een beetje zielig. 'Nee, nee! Begrijp me niet verkeerd, maar ik heb er wel de leeftijd voor. Toch?' zei ik vlug. Ik schepte langzaam wat salade, pasta en tomatensaus op. 'Oké, ik begrijp je.' Zei Lennerd en hij propte wat pasta in zijn mond.
'Je woont hier omdat je geen huis had op aarde. Toen je van Mars kwam stond je ongeveer op straat. Oh, je weet natuurlijk nog niks van Mars.' Bedacht hij opeens. 'Nee, Sally heeft me alles verteld. Nou ja, zo'n beetje alles.'
'Goed, je kwam dus terug en je was helemaal uitgebrand. Je had hier wel drie dagen in je bed gelegen voordat je weer naar je werk ging. Dus leek het ons een goed idee om samen te wonen.' Vertelde Lennerd tussen een hap salade door. Opeens had ik geen honger meer. Waarom heb ik drie dagen in mijn bed gelegen? En telkens als ik Mars hoorde liepen de koude rillingen mijn rug op. Ik legde mijn vork neer. 'Ik heb geen honger meer. Ik ga boven even slapen.' Zei ik. Lennerd keek bezorgd op.
'Je gaat je record van drie dagen toch niet verbeteren? Want als dat het geval is trap je morgen ochtend gewoon uit bed.' Zei Lennerd. Wat was hij toch een heer. Ik schudde mijn hoofd. 'Even bijkomen van het ziekenhuis.' Zei ik en ik liep weg. 'Ja, dat zei je toen ook.' Mompelde Lennerd.
Ik ijsbeerde rond in mijn kamer. Het hele woord Mars zat me niet lekker. Een vaag gevoel van paniek ging door me heen. Ik moest afleiding hebben. Opeens viel mijn oog op de stereo. 'Wat voor een muziek zal ik draaien?' vroeg ik me af. Ik drukte op de play-knop en een cd begon te draaien. Er geluid dat mij wel beviel weerklonk door de kamer. Ik kende dit liedje. 'Piece by piece van Katie Melua.' Mompelde ik.
Ik hield dus van blues. Of in ieder geval wat er op leek. 'In de droom speelde ik een blues liedje.' Herinnerde ik me weer. Ik vroeg me opeens af of ik nog steeds kon piano spelen. Ik liet me op mijn bed vallen en sloot mijn ogen. 'First of all must fly. My dreams of you and I.
There's no point of holding on to those.' Zong ik zachtjes mee. Tranen vormde zich in mijn ogen. Een vreemd gevoel van verlies vulde me. Maar ik wist niet waarom. Het voelde alleen zo erg, dat ik mijn tranen niet binnen kon houden. En ik huilde stilletjes, de avond door.
Opmerkingen:
Ik weet het is een zielig einde. En sorry, het schrijven duurde iets langer dan verwacht. Ik had een inspiratie probleempje. Ik hoop dat dit hoofdstuk lang genoeg en dat het leuk was. Oja, het liedje van Katie Melua is ook niet van mij. Misschien moet je het eens luisteren, dan snap je waarom ik het wel bij Noin vind passen. Maar je bent tot niks verplicht. Gewoon mijn vreemde smaak qua muziek.
RyneC
