Chapter tree
Wraak
'Jij!' siste Harry. Een uitdagende grijns verscheen op het gezicht van de in het zwart geklede vrouw. Ze stond nog geen drie meter van Harry vandaan.
'Ja ik.' zei ze kinderachtig.
Een paar tellen lang staarde Harry in de kille ogen van Bellatrix van Detta, bittere haat borrelde bij hem op, zo veel haat had hij nog nooit gevoeld.
Zonder te aarzelen richtte hij zijn toverstok op Bellatrix' hart, Bellatrix richtte haar toverstok ook op Harry.
'Wat ga je doen, Potter? Ga je me kietelen?' vroeg ze uitdagend.
'Nee,' zei Harry duister,' ik ga hetzelfde doen als wat jij met Sirius Zwarts hebt gedaan.'
'Moet ik nu bang zijn?'
'Ja, misschien wel.' een venijnige grijns verscheen op Harry's gezicht. 'Wat wil je nog zeggen voor ik je vermoord?'
Bellatrix staarde naar Harry, haar kille ogen straalde onzekerheid uit.
'Ben je soms bang, bang voor de dood?' vroeg Harry, de grijns op zijn gezicht werd breder bij het zien van Bellatrix angstige gezicht.
'Jij zal eerder in je graf liggen dan ik, Potter!' zei Bellatrix, maar Harry hoorde dat haar stem trilde.
'Weet je, laten we het eerlijk spelen, we gaan duelleren!'
'Ja, we gaan duelleren, goed idee, maar verwacht er niet te veel van Potter, je gaat deze keer niet ontsnappen!'
'Buig voor de dood!' snauwde Harry 'Avada Kedavra!'
Een groene lichtflits ontsnapte uit Harry's toverstok en suisde door het stof op Bellatrix af. Lenig ontweek Bellatrix de dodelijke lichtstraal, die in het niets verdween.
'Potter, een onvergefelijke vloek? Dat moeten we straffen!' Haar stem was weer kil en duister, vol haat. 'Crucio!'
Harry's botten brandden. Tegen elke vierkante centimeter van zijn huid, werd naar zijn gevoel, een heet mes gehouden. Zijn ogen rolden in zijn kassen, zijn hoofd stond op springen. Als het niet snel ophield zou zijn hoofd openbarsten van de pijn. Even snel als de pijn gekomen was, verdween de deze ook weer. Nog nahijgend van de pijn, bleef Harry op de grond liggen, zijn botten deden zeer; elke vierkante centimeter stond in brand.
'Deed het pijn, Potter?' mompelde Bellatrix venijnig. 'Serpensortia!'
Een enorme zwarte slang kwam uit de toverstok van Bellatrix en landde op de stoffige grond.
Sissend kwam de slang op Harry afgegleden, de slang was bijna twee meter lang.
De slang maakte zich klaar om te bijten zodra ze bij Harry was. Ze was klaar om met haar giftige tanden in zijn huid te boren.
'Stop.' zei Harry tegen de slang. De slang bleef roerloos op de met stof bedekte grond liggen, braaf en gehoorzaam.
'Evanesco.' Zodra Harry dat gezegd had verdween de slang in het niets.
'Ben je soms vergeten dat slangen naar me luisteren, Bella?' zei Harry, terwijl hij overeind krabbelde.
'Niemand noemt mij Bella!' siste Bellatrix kwaad.
'Behalve Voldemort.' vulde Harry aan. De pijn was weggetrokken, hij was weer klaar om verder te gaan met het duel. Zonder op antwoord te wachten richtte Harry zijn toverstok weer op Bellatrix en stuurde een volgende groene lichtflits op Bellatrix af. Die miste Bellatrix op een haar na.
'Harry!' We zochten je overal!'
Harry draaide zich verbaasd om, Hermelien en Ron hadden hem gevonden.
Harry had zich nooit mogen omdraaien; een oranje lichtstraal raakte hem met volle kracht in zijn rug. Met een harde smak kwam Harry op de grond terecht. Het leek alsof Harry was getroffen door een lading messen, bloed sijpelde op de stoffige grond.
'Harry!' In paniek kwam Hermelien naar Harry toe gelopen, gevolgd door Ron. 'Harry, alles goed?'
Voorzichtig ging Harry rechtop zitten. Zijn kleren waren bedekt met bloed.
'Harry, zeg iets.'
Harry negeerde Hermelien, de haat werd sterker als ooit te voren. Voorzichtig stond hij recht en richtte zijn toverstok op Bellatrix. Woede, haat…
'AVADA KEDAVRA!' riep Harry, de derde groene lichtstraal suisde op Bellatrix af. Bellatrix verroerde zich niet, ze keek alleen maar verbaasd naar de groene vloek die steeds dichterbij kwam, de vloek des doods, de vloek waarmee zoveel mensen gedood werden, de vloek waarmee Harry's ouders waren vermoord.
Een grote, gouden vogel verscheen uit het niets en slokte de groene lichtstraal op.
Het was Felix de Feniks. Door het opslokken van de groene lichtstraal vloog Felix in brand en veranderde in een hoopje as waaruit een kaal kuiken verscheen.
Harry werd zich ervan bewust van wat hij had gedaan, hij was zichzelf niet geweest. Hij durfde Ron en Hermelien niet aan te kijken. Met een luid "plopje" verscheen een oude tovenaar met een lange, grijze baard en lange, grijze haren. Hij droeg een halfmaanvormig brilletje waar meestal vrolijke, twinkelende ogen achter te zien waren, maar nu straalden die ogen woede uit.
'Harry,' begon Perkamentus streng,' wat had dat te betekenen?'
Harry staarde afwezig voor zich uit, Bellatrix stond daar nog steeds verbaasd voor zich uit te staren. Voorzichtig draaide Harry zich om en hij zag Ron en Hermelien geschokt naar hem kijken. Zonder iets te zeggen, zonder verder na te denken, rende Harry hen voorbij, weg van iedereen. Hij bleef rennen, het stof zorgde ervoor dat hij niet goed kon ademen.
Aan het einde van de Wegisweg stond het prachtige gebouw van de tovenaarsbank: "Goudgrijp". Naast de bank zag Harry dat er een klein zandweggetje liep. Waar zou het naartoe leiden? Zou hij het volgen? Is het wel veilig?
Hij besloot om te kijken waar het naartoe liep, erger kon het toch niet worden, ofwel?
Het paadje leidde hem langs bomen en struiken. In de verte zag Harry bomen staan, het leek wel een sprookje. Haastig volgde hij het paadje, hij had echt zin om onder één van die bomen te gaan zitten, uit de hitte, uit het stof. Dan kon hij ook alles eens op een rijtje zetten.
De bomen stonden in een park, het park was omringd door een fraai, zilver hek.
Het zandweggetje leidde naar de ingang van het park waar een groot bord stond met als opschrift: "Het tovenaarspark"
Harry liep het park binnen en volgde het zandweggetje. Aan de zijkanten van het weggetje stonden prachtige bomen waarin vogels vrolijk floten.
Na vijf minuutjes wandelen splitste het pad, je kon naar rechts, of naar links.
Harry besloot om naar rechts te gaan. Het pad kronkelde langs struiken en langs een mooi fonteintje. In de verte hoorde Harry eenden, er moest dus een vijver in de buurt zijn.
Even later verscheen een prachtige vijver in Harry's gezichtveld. In de vijver zwommen eenden en zwanen tussen de waterlelies. Harry verliet het zandweggetje dat een bocht naar links maakte en hij liep naar de mooie vijver. Rond de vijver stonden oude, fraaie treurwilgen; hun blaadje wiegde in de wind. Met een diepe zucht ging Harry onder een grote treurwilg zitten. De blaadjes van de wilg hingen treurig in de vijver en bewogen mee met de stroming van het water. De wonden op Harry's lichaam die de spreuk van Bellatrix had gemaakt waren ondertussen gestopt met bloeden.
Wat had hij gedaan? Waarom had hij dat gedaan?
Gedachten raasden door zijn hoofd, gedachten aan wat er zonet gebeurd was, het duel tussen hem en Bellatrix. Was hij nu even slecht als een dooddoener? Drie dodelijke vloeken had hij afgevuurd; gelukkig hadden ze alle drie hun doel gemist.
Harry hoorde voetstappen zijn kant opkomen; verbaasd draaide hij zich om, het waren Ron en Hermelien.
'Wat is er gebeurd?' vroeg Hermelien voorzichtig. Harry stond op en keek Hermelien doordringend aan. Het rare gevoel van woede borrelde weer op, de onbeschrijfbare haat.
'Harry, je, je, je ogen.' stotterde Hermelien bang.
Ron maakte een sprongentje van schrik, zijn ogen straalden doodsangst uit.
Harry trok zijn toverstok en richtte die op Hermelien, zijn lippen vormde een kille grijns.
'Wat, toch niet bang?'zei Harry uitdagend. Hermelien was doodsbleek, haar ogen waren groot van angst en verbazing.
'Harry, wat doe je nu?' mompelde Ron, terwijl hij naar Harry toe stapte.
'Waag het niet om dichter te komen!' snauwde Harry kwaad.
Ondertussen had Ron zijn toverstok ook al getrokken en richtte hem op Harry.
'Als je Hermelien iets doet, doe ik jou wat.' Rons stem trilde een beetje.
'Zeker?' siste Harry verraderlijk, 'Harry richtte zijn toverstok op Ron en op het zelfde moment riep hij :'Avada Ke-' maar voor hij zijn spreuk kon afmaken werd hij geraakt door de ontwapeningsspreuk van Hermelien; zijn toverstok vloog uit zijn hand en Harry wankelde achterover en viel uiteindelijk in de vijver. Het koude water maakte hem weer wakker. Het duurde even voor hij besefte wat er gebeurd was. Een stekende pijn verspreidde zich over zijn litteken en alles werd donker voor zijn ogen; hij zakte dieper naar de bodem van de vijver.
I'm falling forever
I've got to break through
I'm going under
(Evanescence , Going Under)
---------------------------------------------------------------
Harry Potter en karakters behoorden toe aan Warnerbroders en JK.Rowling. Behalve: Familie Den Adel en Dimitrie Rafnael en andere zelf verzonnen personage's. Ook Het plot behoord aan mij toe.
