Een spannend potje risk en een tikkende klok

Voldemort liep de kamer in en keek naar een bord. Op het eerste gezicht lijkt het een Risk-bord. Met pionen in verschillende kleuren en een grote kaart. Maar net zoals alles in Voldemorts huis, was dit ook niet wat het leek.

Het was echter een plattegrond van de belangrijkste magische plaatsen. Met zijn vingers schoof Voldemort pionen heen en weer. Enkele zwarte pionen schoven richting zweinsveld, plotseling komen er witte pionen naar zweinsveld. Er breekt een gevecht uit en de witte pionen winnen. Voldemort kijkt boos naar het bord, met een vingerbeweging gaat alles terug naar zijn eerste positie. Voldemort bestudeerd het bord en probeert wat andere manieren uit waarop de zwarte pionen (de dooddoeners), het zullen winnen van de witte pionen (leden van de Orde van de Feniks). Plotseling verscheen er een glimlach op Voldemorts gezicht. Hij heeft een nieuwe tactiek gevonden. Hij pakt een stuk perkament en schrijft wat aantekeningen op.

Er zijn een paar dagen verstreken sinds Voldemort begon te glimlachen. Hij staat in zijn kamer voor een spiegel, hij doet zijn masker op en loopt naar buiten. Daar staat een leger van dooddoeners klaar in zwarte gewaden en allemaal gemaskerd. "Laten we gaan," sprak Voldemort. Zelf verdwijnselde hij het eerst.

Met een harde knal verschijn Voldemort in Zweinsveld. "Vanisco" galmde Voldemorts stem door de lege straten. Voor zijn ogen stortte een huis in elkaar. Voldemort liep door en vernietigde nog meer winkels en barren. De drie bezemstelen, zwijnskop, Zacharnius bezweken ook onder deze vernietigende spreuk. Voldemort liep nog steeds alleen door, er was geen dooddoener te zien. Voldemort keek voorzichtigt om zich heen terwijl hij door liep, alsof hij iemand verwachtten. Alleen kwam er niemand, Zweinsveld lag al voor de helft in puin en brokstukken. Plotseling stopte Voldemort en draaide zich om, achter hem stond de Tovertweelings Topfopshop nog overeind. Voldemort leek totaal niet verrast dat zijn spreuk niet had gewerkt.

"Dus hier zijn al die dappere moedige strijders die het tegen de Duistere Heer willen opnemen. Verborgen terwijl een vreemdeling Zweinsveld verwoest. Zijn jullie echt de beste die er zijn, je zou het niet zeggen. Wat zou Harry hier wel niet van zeggen, wat kennen jullie Harry niet. De leider van de orde van de feniks. Inderdaad ik weet alles, kom er nu maar uit helden op sokken.

"Niemand noemt mij laf." Plotseling kwam er een man door de deur lopen, hij had rood haar en sproeten. Hij draag een wit gewaad met een afbeelding van een Feniks op de achterkant. "Je wilt vechten, kom maar op."

"Ron, nee doe het niet. Hij wil dat je reageert. Dat is niet zomaar een dooddoener dat is Voldemort zelf." Hermeliens stem klonk paniekerig. Rons gezicht liep over van verbazing, terwijl Voldemort met een grijns zijn masker van zijn gezicht haalde.

"Je bent wel een erg slim modderbloedje."

"Ze is inderdaad erg slim, maar ze is geen modderbloedje," reageerde Ron verontwaardigd. "Ze is net zo goed als, nee zelfs beter dan iemand met tovenaarsouders."

"Afkomst verander je niet," antwoordde Voldemort op Ron's opmerking. Zonder op antwoord te wachten liep hij Ron voorbij en stak zijn hoofd om de deur. "Zo er zijn hier nog meer mensen. Ik dacht al dat jullie de enige waren, die hier op wacht stonden. Leuk je weer te zien Lupos, zag ik jouw niet vorige week samen met Vaalhaar die arme kinderen te grazen nemen.

"Alsof we daar intrappen, ons een beetje tegen elkaar opzetten. Lupos zou nooit iemand kwaad doen. Toch Lupos?" vroeg Tops aan Lupos.

Alle blikken waren nu op Lupos gericht, zodat Voldemort rustig naar binnen kon lopen en achter Hermelien ging staan.

"Nee, natuurlijk niet," reageerde Lupos verontwaardigd. "Zullen we onze aandacht even op Voldemort richten. Hermelien achter je!"

Iedereen draaide zich om en zagen hoe Voldemort achter Hermelien stond. Toen hij haar schouder pakte voelde hij een rare tinteling. Daarna verdwijnselde hij met haar, naar het krijsende krot. Daar aangekomen gaf hij haar toverstok aan iemand in de schaduw en bond haar vast aan een stoel. "Hou jij haar in de gaten, ik ben straks terug. Als er leden van de orde komen hou je zo lang mogelijk op en daarna ga je weg. Haar neem je mee, ze kan ons nog van pas komen."

Ondertussen zaten de leden van de orde ook niet stil. Helaas is de zoekruimte nogal groot als deze de hele wereld beslaat. Onverwacht verscheen er een twee personen voor Rons ogen, terwijl de ene weer zo snel verdwijnselde dat hij amper zichtbaar was, bleef een meisje met krullen achter.

"Hermelien," riep Ron. Hij stormde op haar af en gaf haar een grote knuffel of beter gezegd probeerde. Hermelien duwde Ron namelijk weg en ze trok haar toverstok om een teken in de lucht te maken. Meteen verschijnselde er enkele leden van de orde. Allemaal in een wit gewaad met een feniks op de rug.

"Hermelien, is alles goed met je, waar was je heen, hoe ben je terug gekomen, weet je zeker dat het goed gaat," Topsstruikelde bijna over haar woorden, daar deze vragen in twee seconde te stellen.

"Rustig, rustig," zei Hermelien bezorgd. "Ja, alles gaat goed met me. Ik was in het krijsende krot en een van de dooddoeners heeft me terug gebracht. Ik weet niet wie het was, hij droeg een masker." Hermelien zag er erg rood uit en leek erg vermoeid.

"Hij droeg helemaal geen masker, ik zag een paar blauwe ogen," reageerde Ron verontwaardigd. "Ik weet wat ik zag."

"Nou, dat is te merken Ron. Ten eerste droeg hij wel een masker, ten tweede zaten er gaten in om door heen te kijen en ten derde waren zijn ogen groen en niet blauw. Ten vierde kreeg ik een bericht mee van de dooddoener, die ik vijf minuten naar aankomst hier moest open maken." Ze pakt het perkament en haalde het rode lint eraf. Ze las snel door, terwijl haar ogen steeds groter werden. Uiteindelijk keek ze op. "We moeten hier weg, ik weet wat Voldemorts plan is." Ze duwde het bericht in Lupos hand en verdwijnselde toen. Iedereen keek haar verrast na, Lupos pakte het bericht en begon het voor te lezen.

"Hermelien, is alles goed met je, waar was je heen, hoe ben je terug gekomen, weet je zeker dat het goed gaat," Topsstruikelde bijna over haar woorden, daar deze vragen in twee seconde te stellen.

"Rustig, rustig," zei Hermelien bezorgd. "Ja, alles gaat goed met me. Ik was in het krijsende krot en een van de dooddoeners heeft me terug gebracht. Ik weet niet wie het was, hij droeg een masker." Hermelien zag er erg rood uit en leek erg vermoeid.

"Hij droeg helemaal geen masker, ik zag een paar blauwe ogen," reageerde Ron verontwaardigd. "Ik weet wat ik zag."

"Nou, dat is te merken Ron. Ten eerste droeg hij wel een masker, ten tweede zaten er gaten in om door heen te kijen en ten derde waren zijn ogen groen en niet blauw. Ten vierde kreeg ik een bericht mee van de dooddoener, die ik vijf minuten naar aankomst hier moest open maken." Ze pakt het perkament en haalde het rode lint eraf. Ze las snel door, terwijl haar ogen steeds groter werden. Uiteindelijk keek ze op. "We moeten hier weg, ik weet wat Voldemorts plan is." Ze duwde het bericht in Lupos hand en verdwijnselde toen. Iedereen keek haar verrast na, Lupos pakte het bericht en begon het voor te lezen.