Hoofdstuk 3: De Ontdekking

Toen Claire de volgende ochtend wakker werd, dacht ze weer terug aan haar fantastische feestje. Over een week zouden zij en Moon terug gaan naar Zweinstein!

Kreun.

Nog meer Malfidus en Zabini, voordeel was dat er volop jongens waren die Claire maar al te graag zou willen versieren, zoenen en dan weer dumpen.

Geweldige sport.

Plotseling bedacht ze zich iets, maar voor ze overeind kon schieten werd Moon kreunend wakker. Ze greep naar haar hoofd en mompelde:

"Man, ik heb een beetje koppijn"

"Waarschijnlijk is dat je straf voor het feit dat je mij met Malfidus wilde laten zoenen!" Zei Claire grijnzend, ze had absoluut geen medelijden met haar beste vriendin.

"Ah, laat me nou maar met rust, heb toch al genoeg last van een ochtendhumeur" zei Moon en ze trok een kussen over haar hoofd.

Claire haalde haar schouders op maar ging toen stilletjes naar de kamer van haar ouders. Ze klopte niet op de deur maar ging plots naar binnen, terwijl haar ouders in een soort van knuffel verstrengeld lagen.

"Moet dat!" schreeuwde ze, haar ouders werden meteen wakker.

"Claire? Wat kom jij hier dan?" vroeg haar moeder verschrikt, en ze maakte zich los uit de greep van haar man.

"Nou, voordat ik tot deze gruwelijke ontdekking kwam, kam ik vragen naar mijn tweede cadeautje waar jullie het gister over hadden" zei Claire, terwijl ze nog steeds walgend keek.

"O, natuurlijk!"zei haar moeder glimlachend en ze pakte het cadeautje met een grote roze strik erop, en waar vreemd genoeg een paar gaten in zaten. Claire bedankte haar moeder en maakte het vreemde pakje open.

"Aaah!" gilde ze enthousiast, toen ze zag wat erin zat.

In de doos zat een klein, wit poesje van hoogstens een paar maanden oud met kleine hazelnootkleurige oogjes, zodra Claire de doos opengemaakt had pakte ze het poesje eruit en knuffelde het. Het poesje begon meteen te spinnen en te spelen met het korte haar van Claire.

"Mam, ik ga nu naar Moon toe!" gilde ze, "Dankje, ik houd héél veel van jullie!"

En weg was Claire. Ze stormde haar kamer in en trok het kussen van Moon's hoofd.

"Wat is er?" zei ze geïrriteerd.

Claire liet haar het poesje zien, Moon was nog steeds lichtelijk geïrriteerd, maar liet zich wel vermurwen toen het poesje met haar begon te spelen.

"Hoe moet ik haar noemen?" vroeg Claire vragend aan Moon.

Geen idee" zei Moon verveeld maar toen verscheen er een grijns op haar gezicht.

"Draco?"

"Moon, jij eng mens!" zei Claire vol afschuw. "Nee, zal ik haar.. Cupcake noemen?"

Moon barstte in lachen uit.

"Cupcake? Wat doe je dat arme beest aan!" zei ze vol ongeloof en keek met medelijden naar het kleien poesje, dat inmiddels Moon's matras zat te slopen.

"Wat dacht je van Mica?" zei ze toen schouderophalend.

"Ja, dat ik wel een leuke naam voor haar!" zei Claire enthousiast. Zo werd het kleine poesje Mica genoemd.

Claire had die week bijna niets anders gedaan dan met Moon bespreken of ze nou met Frank 'had' ja of nee. Ook op de avond voordat ze naar Zweinstein gingen was het weer een geweldig onderwerp.

"Moon, heb je nou met Frank?" zeurde Claire weer aan Moon's hoofd.

"Weet ik het, lekker boeiend, als ik hem wil zoenen doe ik dat ook wel zonder verkering. En ik wil ook héél graag Blaise Zabini uitproberen." Zei Moon verveeld.

Daarna pakten ze hun koffers in, tot Claire peinzend zat te kijken wat ze nou weer mee moest nemen, als ze een feestje had. Moon werd daar zo gek van, dat mens had gewoon teveel kleding, dat ze gewoon wat kleding pakte en het in Claire's koffer propte. Probleem opgelost.

Eerst protesteerde Claire luid, maar daarna gaf ze toch toe dat het anders een eeuwigheid zou gaan duren.

Toen ze eindelijk hun koffers hadden ingepakt, dat hield dus in dat Moon al na 5 minuten klaar was en Claire en zonder hulp van Moon wel een uur over had kunnen doen. De rest van de avond deden ze niet meer dan lui op de bank liggen, en tot Moon's grote ergernis, zeuren over Frank.

"Ik maak het uit als je nu niet je grote mond houdt!" gilde ze uiteindelijk.

"Dus je geeft toe!" zei Claire enthousiast, wat haar een klap op haar hoofd opleverde. Daarna keek ze Moon met een engelengezicht aan toen deze in lachen uitbarstte.

"Ik denk dat het tijd wordt om een manier te vinden om jou en Malfidus te koppelen" zei Moon met een duivelse grijns.

"Dat doe je niet!"

Moon had weer iets gevonden om Claire angst aan te jagen en de rest van de tijd verveelde ze Claire met dreigementen en feitjes over Blaise Zabini.

Toen ze de volgende ochtend wakker werd was dat door een vals gezang dat uit de badkamer kwam.

"Moon, houd je kop dicht!" gilde Claire met haar kussen over haar hoofd.

Moon ging nog harder zingen om Claire te irriteren. Toen de deur eindelijk openging en er een hoop stoom vrij kwam ging Claire de badkamer in en zong extra vals om Moon te irriteren. Helaas was deze weer eens gevoelloos en zei ze niets, niets irriteerde haar op dit soort momenten.

Toen Claire de douche uitkwam en zich had omgekleed riep haar moeder haar, dar ze onder 4 ogen wilde praten. Claire rolde met haar ogen, en Moon grijnsde vals.

Claire volgde haar moeder naar diens kantoor, wat alleen gebeurde bij serieuze dingen. Haar moeder gebaarde naar een stoel tegenover het bureau, maar Claire weigerde te zitten, om van schrik misschien weer overeind te veren.

"Claire, ga zitten alsjeblieft" zuchtte haar moeder vermoeid.

Chagrijnig, als of het een grote moeite was, ging Claire zitten met haar armen over elkaar geslagen.

"Nou, kom maar op met het slechte nieuws!" zei ze.

"Hoe weet je dat het slecht nieuws is?" snauwde haar moeder zenuwachtig.

"Nou, alttijd als je me hier uitnodigt dan is het slecht nieuws!"

"Goed dan," zei haar moeder, "Ik moet je iets vertellen over Moon"

Claire veerde, zoals verwacht, overeind en staarde haar moeder boos aan.

"Als het over Moon gaat, waarom nodig je haar dan niet uit?"

"Nou, het is een beetje geheim en het gaat over Moon's vader, jij moet het haar vertellen" zei haar moeder een beetje zenuwachtig. Claire ging geschokt zitten.

"Wát zei je?" vroeg ze ongelovig. Haar moeder zuchtte.

"Over haar vader Claire, De Heer van het Duister heeft mij verteld wie het is" zei haar moeder.

"VOLDEMORT?" schreeuwde Claire, "Nou, dan zal het wel weer zo'n stomme Dooddoener zijn, of iemand die hij uit de weg wilt ruimen. Nou? Welke is het?"

"Geen van beiden" zei haar moeder zacht.

"WAT!" zei Claire, en ze veerde weer overeind, "Als het geen van beide is, waarom is het dan zo belangrijk dat Voldemort haar opspoort, en ik het haar moet vertellen?"

"zo moeilijk is dat toch niet om te begrijpen, Claire!" snauwde haar moeder, "Haar vader is -"

"Ja?"

"De Heer van het Duister"

Claire slofte geschokt terug in haar stoel. "Dat kán niet"

Haar moeder knikte. "Dat kan wel"

"En ík moet vertellen dat Voldemort haar vader is, nou ze verklaard me voor gek!" zei Claire, wild met haar armen wuivend.

"Dan is het aan jou de taak om het goed te brengen, de Heer van het Duister verwacht het van je" zei haar moeder achteloos.

"Nou, zeg maar tegen Voldemort dat hij mijn kont kan kussen, ik word NOOIT een Dooddoener, mam!" schreeuwde Claire. Haar moeder verbleekte.

"Je weet wat de gevolgen zijn als je weigert, Claire. Dat van dat Dooddoenerschap kan hij nog wel accepteren, voorlopig, maar als je dit weigert weet ik niet wat de gevolgen zijn" zei Claire's moeder zenuwachtig.

Claire wist heus wel wat en dan gebeurde, en ze wist ook wat de gevolgen waren. Dan maar vertellen..

Toch had ze geen zin meer om naar haar moeder te luisteren en stormde ze het kantoor uit. Ze rende naar haar kamer om vervolgens aangestaard te worden door een stomverbaasde Moon.

"Hé! Wat is er gebeurt? Je ziet er zo opgefokt uit" zei ze verbaasd. Claire nam een paar grote teugen adem en wendde zich toen tot Moon.

"Ik, ik heb gehoord wie je vader is, Moon" zei ze zacht. Moon staarde haar met grote ogen aan.

"Wat?" zei ze verward. Daarna veranderde de blik in haar ogen.

"Je maakt een grapje hè?"

Claire schudde haar hoofd en haalde diep adem.

"Ik zweer het. Ik weet wie je vader is"

Achterdochtig keek Moon haar beste vriendin aan. Ze liegt.

"Wil ik het weten?"

"Waarschijnlijk ben je er niet blij mee" zei Claire, Moon's blik ontwijkend.

Moon staarde Claire nog steeds niet-begrijpend aan, en wist niet wat ze nu moest geloven. Ondertussen vroeg het kleine poesje van Claire, Mica, om aandacht en krabde over Moon's arm. Achteloos haalde Moon haar arm omhoog om haar, haar uit haar gezicht te strijken, en Mica viel van haar arm af op de grond. Toen begon ze klagelijk te miauwen en Claire pakte haar op.

"Je moet iets minder wild doen met Mica, ze is nog maar klein!" zei ze.

"Huh, wat?"

Claire zette Mica naast zich neer en keek Moon serieus aan.

"Moon, ik zal het maar gelijk zeggen, er niet omheen draaien. Je vader is-" Haar stem schokte. Dapper ging ze verder. "Hij heet-"

Moon hapte naar adem. "Het is toch niet, nee alsjeblieft niet, hij!"

"Marten Vilijn" ging Claire verder, zonder op Moon's uitval te letten.

"Dé Marten Vilijn?" vroeg Moon zwakjes. Claire knikte, blij dat ze het eindelijk had durven zeggen.

"Oh, en laat me raden, nou moet ik me bij hem aansluiten? Nou daar kan hij mooi naar fluiten, ik weiger" zei Moon en ze sloeg haar armen over elkaar.

Claire moest lachen om haar koppige houding. Moon keek haar vreemd aan.

"Ha ha ha, wat geestig. Ik hoor net dat mijn vader de meest gevreesde tovenaar aller tijden is en jij gaat lachen?" zei ze beledigd.

Claire deed haar mond open om zich te verontschuldigen, maar op dat moment riep haar moeder de twee meisjes voor het eten. Claire hield Moon tegen toen deze naar de eetkamer wilde lopen.

"Beloof me één ding, Moon. Behandel mijn moeder als normaal, ze doet het alleen in opdracht van hém." Moon trok haar wenkbrauwen op. Daarna verscheen er een glimlach op haar gezicht.

"Ik zal het proberen"

Na dat gezegd te hebben liep ze de trap af richting de eetkamer, waar het eten net opgediend werd door een paar huiselfen. Claire volgde haar, en de vriendinnen gingen naast elkaar zitten aan de lange eettafel.

Na het eten gaan ze naar boven en kletsen nog wat na. Om een uur of 11 is Moon het geneuzel van Claire zat en loopt ze naar de badkamer om haar tanden te poetsen. Als ze terug is in de slaapkamer trekt ze haar pyjama aan en kruipt ze in bed.

Al snel volgt Claire haar voorbeeld maar kan het niet laten om nog even expres over Moon's bed te stampen voordat ze in haar eigen bed klimt, Moon's gevloek negerend.

Als Claire wakker wordt ligt Moon nog in diepe slaap. In zichzelf lachend vraagt Claire zich af waar Moon over droomt. Ze weet niet dat waar Moon over droomt eerder een nachtmerrie is. Maar daar zal ze snel genoeg achter komen.

Ze loopt naar de badkamer en zet de douche in. Zingend staat ze onder de warme straal die ervoor zorgt dat ze zich wakker voelt. Vandaag gaan ze terug naar Zweinstein, iets waar Claire erg veel zin in heeft.

Met een schok schiet Moon overeind in haar bed. Even vraagt ze zich af waar ze wakker van is geworden, maar dan komt alles weer volledig terug. Ze zakt terug op haar kussen en zucht. Het was geen leuke droom geweest. De Cruciatus vloek ondergaan is nooit leuk. Kreunend staat Moon op, en loopt naar de badkamer. Nadat ze een ram tegen de douchedeur heeft gegeven, proberende Claire's gezang te stoppen, wast ze haar gezicht en kleed ze zich aan.

"Wat droomde je?" vraagt Claire als de twee meisjes aan de eettafel aan hun ontbijt zitten. Ze zullen over een uur opgehaald worden door de privé-chauffeur van Claire's vader, die hen naar het station zal vervoeren.

"Ik was bij mijn vader, hij was niet blij met me" Moon zucht, "Crucio en dat soort zooi"

"O" Mompelt Claire, en ze richt haar aandacht weer op haar ontbijt. Ze had niet geweten dat Moon het zo zwaar zou opvatten over haar vader, maar schijnbaar is het erg aangrijpend voor haar.

"Trouwens, we worden opgehaald door de privé-chauffeur van mijn vader, nu allebei mijn ouder niet thuis zijn" Zegt Claire, blij met een ander onderwerp.

De bel gaat en Claire doet open. Het is de chauffeur, die gelijk begint met Claire's hutkoffer in de auto te proppen. Als hij hetzelfde heeft gedaan met de koffer van Moon en de twee meisjes comfortabel op de achterbank zitten, gaan ze richting het station in Londen. Het is best een eind rijden, en omdat Claire afgelegen woont, zijn er amper huizen of mensen te zien. Na wat voor Claire en Moon erg lang heeft geduurd, rijden ze Londen binnen en stoppen ze bij het station. De chauffeur haalt bagagekarretjes, laad de hutkoffers erop, tikt tegen zijn hoed en rijdt weg.

Kletsend over van alles en nog wat lopen de vriendinnen door de massief stenen muur tussen perron 9 en 10. Op perron 9 ¾ staat de Zweinsteinexpres al te wachten, en snel stappen Claire en Moon in. Uiteindelijk vinden ze een lege coupé waar ze tevreden neerploffen.

"Zin om weer naar school te gaan?" Vroeg Moon nieuwsgierig aan Claire.

"Niet heel veel, maarja, het is altijd leuk om weer nieuwe jongens te versieren" Antwoordde Claire met een gemene grijns.

Moon wilde haar mond openen om iets te antwoorden, maar juist op dat moment ging de deur van hun coupé open en kwamen Claire's vriendinnen van Griffoendor binnenstormen.

"Claire!" Gilde Jessy en ze stortte zich op haar vriendin. Nadat ze Claire helemaal platgeknuffeld had bekeek ze haar vriendin is goed.

"niets veranderd sinds ik je voor het laatst zag"

Moon snoof. "Vind je het gek, het is misschien een week geleden"

Jessy keek haar beledigd aan maar zei niets. Winnen van Moon zou ze toch nooit. Ze keek naar haar grijze ogen en wende toen haar blik af, bang voor wat ze in die ogen zag.

Een grijns verscheen op Claire's gezicht terwijl ze zei: "Geen ruzie maken, dames"

Moon stond op en liep naar de coupé deur.

"Ik ben weg, ik zie je wel op school" Zei ze tegen Claire en daarna verdween ze achter de deur.

Met grote passen liep Moon langs de coupés op zoek naar de meisjes van Zwadderich waar ze mee omging. Wat ze niet wist was dat Claire haar volgde. Ze wilde niet dat Moon zomaar weg ging, samen konden ze nog wel is lol trappen in de trein. Ze passeerde de coupés en was nog maar een paar meter van Moon verwijderd tot er een stem riep:

"Hé Tagné!"

Claire draaide met haar ogen en riep: "Rot op, Malfidus! Ik wil niet met je praten!"

Moon had haar inmiddels ook gehoord en dat was iets wat Claire juist probeerde te voorkomen. Moon hield er niet van om achtervolgt te worden, en zeker niet door haar beste vriendin, die dat maar al te goed wist.

"Claire," Zei ze ijskoud. "wat doe je hier, en waarom achtervolg je me? Roep me gewoon!"

Claire zuchtte.

"Sorry, ik wilde je net roepen, maar toen moest Malfidus zich er weer mee bemoeien" Zei Claire.

"Waar moest ik me zo nodig mee bemoeien?" Vroeg een stem achter Claire. Boos draaide ze zich om en stond oog in oog met Draco Malfidus, die ze op haar eigen feestje uitgekafferd had.

"Nu doe je het weer! Ga vrienden zoeken!"

Draco lachte schamper en zijn vrienden verschenen. Claire slikte bij het zien van Blaise, Korzel en Kwast. Moon trok haar wenkbrauwen op.

"Ach, konden we het weer niet alleen aan?" Ze grijnsde. "Hoor je niet een paar onschuldige eerstejaars af te bekken, of nog beter, een onschuldig meisje te zoenen?"

Draco snoof maar draaide zich toen om. Terwijl hij weg liep zei hij:

"Ooit komt de dag, Vilijn, dat jij niet meer bent dan een zielig hoopje as"

Moon gromde. "Daar zou ik maar niet zo zeker van zijn, aangezien mijn vader jouw vader makkelijk overtreft."

Woedend draaide Draco zich om. Moon sloeg haar armen over elkaar en keek minachtend terug. Draco wilde zijn mond open doen om iets te zeggen, maar bedacht zich op het laatste moment. Het scheen hem te dagen, wat Moon net gezegd had. Zonder verder nog op Draco te letten draaide Moon zich om en liep straal langs Claire heen, naar de plek waar ze van plan was naartoe te gaan. Claire draaide zich om en wilde haar volgen, maar bedacht zich toen.

"Moon! Kom terug, we moeten praten!" Brulde ze.

Met heel veel tegenzin liep Moon langzaam terug naar Claire, die onrustig met haar voet tikkend op de vloer, stond te wachten.

"Waarom laat je het mij niet uitvechten met dat stuk vuil van een Malfidus? En waarom, waarom gebruik je je vader om je te verweren?" Siste ze, het woord vader extra sterk uitsprekend.

Moon zuchtte en draaide met haar ogen.

"Sinds wanneer maak jij uit wat ik doe en zeg?"

"Sinds wanneer ben jij zo snel aangebrand?"

"Sinds jij mij commandeert!"

"Ik commandeer je niet, ik wil gewoon zelf het woord doen!"

"Zie je, je bent gewoon arrogant!"

"Wie is hier nou arrogant! Beetje gaan opscheppen wie de beste vader is!"

"IK HEB NIET GEZEGD DAT MIJN VADER DE BESTE IS!"

"Oke, rustig, rustig, het is al goed!"

"Goed zo"

"Vrienden?"

"Vrienden"

Claire lachte en haakte haar arm in die van Moon. Samen liepen ze terug naar de coupé waar Claire vandaan kwam, terug naar hun spullen en haar vriendinnen.