Hoofdstuk 7
De grote test

Dagen werden weken en weken werden maanden en Madison had nog steeds niets van Draco gehoord. De eerste weken had ze met smart gewacht op een bericht van hem. Maar namaten de tijd versteek wachtte ze niet meer en vergat ze hem. Ze had een leven om te leiden. Het was nu achtentwintig april en ze zou naar het ministerie gaan om een test af te leggen waardoor ze een volleerde heks was. Door de methodes van Hermelien was ze sneller volleerd dan andere heksen en tovenaars. Daar waren ze allebei blij om. Madison omdat ze nu een diploma kon halen en Hermelien omdat ze goed les kon geven. Ze had zelfs voorgesteld om te solliciteren op Zweinstein, maar nadat Madison er op had gewezen dat ze niet gemist kon worden bij de orde kwam ze weer tot rust.
Ze was nu ook officieel lid van de orde en het leek wel of er steeds vaker mensen van de orde langskwamen nu zij lid was.

"Madison we moeten nu echt gaan" zei Hermelien terwijl Madison een staart in haar, haar deed, ze had haar, haar een klein beetje geknipt en het was nu veel mooier vond ze en bekeek zichzelf in de spiegel.
"Oké, ik kom" zei Madison en ze deed een jas aan. Harry en Ron gingen ook mee om te kijken en haar te steunen voor de grote test.

Toen ze bij het ministerie aankwamen moesten ze eerst hun stokken registreren en gingen daarna naar de afdeling verdwijnselbrufetten. Het was een ongewone zaak van Madison en ze werd dus ook meteen getoetst op verdwijnselen en verschijnselen. Madison vond het wel prettig dat, dat inbegrepen zat in de toets zo hoefde ze niet nog een keer een afspraak te maken.
De toets ging haar vrij gemakkelijk af en ze wist bijna zeker dat ze geslaagd was. De vrouw Camille Standy was erg aardig en hielp vaak mee. Toen ze het ging nakijken en het praktijkgedeelte ging bestuderen ging het kwartet naar de Wegisweg om daar te winkelen.
In de toverwereld werd het steeds erger en gevaarlijker en niemand durfde nog alleen over straat, alleen de Wegisweg bleef onaangetast. Daardoor kwamen er veel tovenaars, vande goede en de duistere zijde.
Ze hoopte dat ze Draco niet tegen zou komen. Hij haalde een pijnlijke herinnering bij haar naar boven. Daar probeerde ze nu niet aan te denken, nu gingen ze naar de tovertweelings topfopshop wat er als gewoonlijk weer uitsprong naast alle andere saaie winkeltjes. En het was er net zo druk als altijd en ze gingen snel rondneuzen.
Ze zag kauwgom liggen dat in elke smaak veranderde die je maar wilde. Iets sprak haar daar in aan dus kocht een pakje.
"Hier Harry jij mag er ook wel een pakje hebben" zei George toen ze gingen afrekenen en het aan hem gaf.
"Dank je" zei Harry maar hij bleef triest kijken. Zo was hij de laatste tijd wel meer en Madison liep alvast samen met Hermelien de fopshop uit.

"Merk jij dat er ook wat met hem is" vroeg Hermelien aan Madison en ze knikte.
"Er zit hem iets dwars denk ik" zei Madison die wel wist wat hem dwars zat: de profetie.
"We moeten nu gaan, je examenuitslag wordt zo bekend gemaakt" riep Ron, hij nam afscheid van zijn broers en ze gingen weer terug naar het ministerie.
Voor Madison was de tijd erg snel gegaan en ze kon niet wachten om de uitslag te horen.

"Madison Verrera, je bent geslaagd je mag je vanaf nu een afgestudeerde heks noemen" zei de vrouw en Madison omhelsde haar vrienden snel die haar feliciteerde.
"Ik ben zó blij dat ik geslaagd ben" zei Madison toen ze weer op de gang liepen en net toen ze dat had gezegd schoten er een paar schouwers voorbij inclusief Tops.
"Tops wat is er aan de hand?" vroeg Harry en Tops stopte. Tussen het hijgen door zei ze: 'Een aanval van dooddoeners.'
"Wij komen mee, Madison is net geslaagd" zei Harry en Tops feliciteerde haar snel en ging toen achter haar collega's aan.
"Het is in de Wegisweg, Dooddoeners proberen die te veroveren" zei Tops en ze rende snel de lift in die zo snel naar boven ging dat ze bijna opstegen door de zwaartekracht.

Als snel waren ze bij de plek des onheils en overal zag Madison gevechten tussen Dooddoeners en tovenaars. De Dooddoeners hadden maskers op en Madison dacht dat Draco daar makkelijk tussen kon zitten. Net toen ze dat dacht flitste er een groene straal langs haar heen, ze was op één haar na dood geweest. Snel pakte ze haar toverstok en nam het op tegen een veel te dikke dooddoener.
"Paralitis" schreeuwde Madison en ze raakte de Dooddoener meteen in zijn buik waarna hij in elkaar zakte.
Ze keek om zich heen en zag dat Hermelien het tegen een hele lange Dooddoener opnam en ze zag dat Harry het opnam tegen iemand van zijn postuur. Ze herkende hem natuurlijk meteen. Harry vechtte tegen Draco.

Ineens werd er weer een groene spreuk op haar afgevuurd, ze kon er niets aan doen, ze kon geen verweer meer tonen. Alles leek stil om haar heen. Ze deed haar ogen dicht. Ze zou haar dood tegemoet zien. Dat duurde toch wel langer dan verwacht, dacht Madison. Ze deed haar ogen open en ze zweefde in de lucht.
Bijna iedereen staarde even naar haar maar ging toen weer verder met zijn of haar gevecht. Madison maakte snel handig gebruik van haar positie, ze zweefde naar voren en schopte de Dooddoener die de vloek des doods naar haar toe had gestuurd in het gezicht. Die stond nog steeds verbaasd te kijken en viel bewusteloos op de grond.
"Moet je maar geen vloeken op me af vuren!" zei Madison en ze pakte het masker van het gezicht. Het was een man met een spits gezicht en lang blond haar wat hem echt niet stond, dacht Madison. Ineens werd ze opzij geduwd door een Dooddoener en flitste er een groene lichtflits over hen heen. Dat was de derde Avada Kedavra vleok in één dag.
Ze verdwijnselde en kwamen bij een groot landhuis terecht. Ze deed het masker af van de Dooddoener ook al wist ze dat het Draco was. En het was inderdaad Draco.
"Ga van me af!" schreeuwde Madison en Draco keek haar verbaasd aan. Toen hij niet van haar af ging sloeg ze hem en kroop ze snel onder hem vandaan.
"Madison wat is er?" vroeg hij.
"Wat is er, dat je dat nog durft te vragen, je negeert me maanden en in een hevig gevecht leg je ineens op me. Ik respecteer dat je me leven net hebt gered maar dan wil ik nog niet in jouw leven zijn!" schreeuwde Madison en Draco keek haar aan en snapte het, al duurde het wel een tijdje.
"Het spijt me dat ik geen brief kon sturen maar alle post word in het landhuis gecheckt" zei Draco. Hij stak zijn arm op en ze zag dat hij haar armband om had.
Madison's gedachten werkten op topsnelheid. Ze zou hem kunnen vergeven. Ze begreep wel dat zijn leven op het spel stond en niet alles kon doen waar hij zin in had.
"Draco" kon Madison alleen nog maar op een vragende toon uitbrengen.
"Ja" zei hij terug.
"Hier!" ze sloeg hem in het gezicht, net toen hij haar boos aan wilde kijken pakte ze zijn hoofd al wast en zoende hem. Al de agressie, al de haat die ze al die tijd tegen hem had gevoeld had in die klap gezeten.

"Madison ik het wat voor jou" zei hij en verbrak de zoen.
"Accio armband" en uit het landhuis kwam een pakje aanvliegen ook al wist Madison door de someerspreuk wat er in zat.
"Alsjeblieft" zei hij en hij gaf het pakje aan haar.
"Draco als ik hier nu niet had geweest hoe had je het dan willen geven?" vroeg ze uit nieuwsgieigheid en maakte het open.
"Ik had wel een manier gevonden" zei Draco, uit het pakte kwam een prachtige zilveren armband te voorschijn. I Love You Forever Too, Love D. Stond er op en ze deed de armband om.
"Hij is nog mooier dan de armband die ik je gegeven heb" zei Madison en ze zoende hem.
"Madison, nu ze aan het vechten zijn kan ik mijn huis aan je laten zien" zei Draco en ze gaf een arm aan hem en ze liepen als een echt stelletje het huis binnen. Binnen was het zo groot dat je het bijna niet kon voorstellen, ze had altijd al van zo een huis gedroomd, een nette vloer en beige muren met planten en schilderijen.
"Draco, het is hier prachtig" zei Madison en keek hem bewonderend aan want dit was het huis waar ze altijd van gedroomd had.
"D… Draco woon je hier?" kon ze net uitbrengen.
"Ja, mijn hele leven al" zei hij verbaasd tegen de verbaasde blik van Madison.
"Draco Malfidus ik heb echt veel bewondering voor je" zei Madison op een serieuze toon en lachte naar Draco.
Als antwoord zoende hij haar wat een eeuwigheid leek te duren en het had Madison nites verbaasd als het ook niet zo lang geduurd had.