Hoofdstuk 12
De bevalling

Toen ze die avond thuis was gekomen en tegen haar vrienden had verteld dat ze ging trouwen was iedereen blij voor Madison. Alleen de man waarmee ze zou trouwen was iets minder populair. Maar afgezien van dat keek iedereen er naar uit. Ook de bevalling kwam dichterbij en al snel was Madison zo dik dat ze niet meer de straat op durfde en Draco niet meer kon zien. De orde vond het niet veilig om een Dooddoener in de schuilplaats te laten logeren dus schreven ze weer brieven naar elkaar. Ze schreven elke dag ellenlange brieven waarin ze over van alles en nog wat praten. Van het weer tot aan het huwelijk dat ze in April hadden gepland.

"Hermelien, ik wil je al een hele tijd wat vragen" zei Madison opeens tegen Hermelien terwijl ze samen in de keuken zaten. Hermelien was elvenmutsjes aan het breien voor de S.H.I.T (stichting van huiselven voor inburgering en tolerantie) Harry had verteld dat ze dat op Zweinstein ook de hele tijd had gedaan. Ze was er nu echter landelijk mee bezig al wist Madison niet hoe ze dat deed. Zij zelf was bezig met het ontwerpen van een bruidsjurk, al wilde dat niet lukken en dacht ze om er maar gewoon een te kopen.
"Wat dan Madison?" vroeg Hermelien en legde haar breiwerkje weg.
"Nou je weet dat ik schijndood ben geweest, toen had ik mijn vader gezien. Hij zei dat ik nog een belangrijke taak op aarde had. Zou het misschien wat met de baby te maken kunnen hebben?" vroeg ze en ineens was de druk die op haar borst had gelegen weg. Ze had lang over dit nagedacht en gepiekerd.
"Ik heb wel eens wat gelezen over…" Ineens was Hermelien stil alsof ze een hele moeilijke kruiswoordpuzzel had opgelost haar mond hing open en ze stond op.
"Madison één momentje" zei ze en rende naar boven.
Al snel kwam ze terug met een dik boek dat zo te zien uit de tovenaarsbibliotheek was geleend. Ze bekeek de inhoudsopgave toen bladerde ze naar wat ze zocht en begon het uit te leggen aan Madison.
"Madison, ik heb op Zweinstein ooit eens iets gelezen over een vredeskind. Een kind dat tussen het goed en kwaad is geboren. Dat is bij jou het geval. Het is een kind van hoop. Als het kind word gedood is alle hoop weg op een betere toekomst. In elke grote oorlog word er één kind geboren. Ik heb hier een register en in deze vijf jaar dat de oorlog duurt, is er nog niet zo een kind geboren dus er is een kans" vertelde Hermelien.

Madison werd stil, haar kind moest beschermd worden. Een kind tussen het goed en kwaad. Ze legde haar handen beschermd op haar buik en keek Hermelien aan.
"Wat raad jij aan om te doen?" vroeg ze. Hermelien leek overdonderd door de vraag en bloosde.
"Madison, dit kind kán speciale krachten bezitten. Ik kan ook herinneren dat alleen de ouders van het kind het aan kunnen raken en de mensen die goeddunk van de ouders hebben. Tot dat het een kant heeft gekozen. Dat kan in een maand gebeurd zijn maar het kan ook jaren duren.' Zei ze maar Madison had nog geen antwoord op haar vraag gekregen.
"Hermelien wat moet ik doen?" vroeg ze opnieuw.
"Madison je kunt de baby dus aan Draco laten zien zonder dat er iets mee gebeurd" gaf Hermelien als antwoord. Ze bladerde nog wat in het boek en legde het weg.

Ze ging weer verder aan het breiwerkje terwijl Harry en Ginny binnen kwamen verschijnseld. Ze zaten onder het bloed waar Madison erg van schrok. Zo te zien deed Hermelien dat ook want ze stond op en liep naar hen toe.
"Harry wat is er gebeurd?" vroeg Hermelien en ze trok hen mee naar boven. Madison liep achter hen aan en zorgde voor Ginny.
"We liepen in een val, er waren tientallen Dooddoeners" vertelde Harry en op dat moment viel hij op zijn knieën, Hermelien ving hem nog net op tijd op en ze bracht hem naar bed. Madison liep naar het bed van Ginny die ook in haar kamer was en stopte haar daar in. Ze veegde het bloed weg en verzorgde de wonden.
"Madison, je bent een engel" zei Ginny en lachte.
"Dank je maar probeer maar te rusten" zei Madison.
"Ik heb je oude dreuzelvriendin op de hoogte gesteld en het adres gegeven ze kan elk moment komen" zei Ginny.
"Dus daarom waren jullie weg gegaan" zei Madison en voelde zich schuldig. Ze moest zelf achter dat soort dingen aan gaan. Haar moeder zou ook komen. Daar had ze al voor gezorgd. Maar Maria. Ze had haar in zo een lange tijd niet gezien.
"Ginny dat hadden jullie niet moeten doen" zei ze.
"Madison we hadden niet alleen dat gedaan, we hadden twee Dooddoeners horen praten over jouw kind. Als jeweetwel het weet te doden is bijna alle hoop weg zeiden ze. Wat zou dat betekenen?" vroeg Ginny en Madison maakte een gebaar dat ze het niet wist al wist ze het wel. Ze had nu geen zij om uitleg te geven.
"Ik ga even bij Harry kijken" zei ze en schonk voor Ginny een glas water in. Ze liep de deur uit en ging naar de kamer van Harry. Die was er zo te zien ook niet zo erg aan toe en hij zat samen met Hermelien te lachen.
"Hoe gaat het Harry?" vroeg Madison en ging in een stoel zitten die ze naast Hermelien neerzette.
"Het was erger dan het leek" zei hij en ze zag dat alleen zijn arm in het verband zat.

Ineens voelde ze een pijn onder haar buik en meteen wreef ze over haar buik.
Niet nu! Dacht ze maar er kwam een hevige pijnscheut en ze kneep haar ogen dicht.
"Madison moet je bevallen?" vroeg Hermelien die op was gestaan en haar omhoog hielp.
"Ja!" schreeuwde ze en ze liepen naar de overkant van de gang waar ze in het bed werd gelegd naast dat van Ginny.
"Madison gaat het?" vroeg Ginny die dacht dat ze alleen hoofdpijn had.
"Nee Ginny mijn kind komt er aan en het doet pijn!" schreeuwde ze en Harry kwam kijken hoe het met haar ging. Het kon haar niets schelen als ze mensen zou kwetsen met haar geschreeuw. Ze kon gewoon van de pijn niet meer normaal praten.
"Madison, ik ga weer naar mijn kamer maar moet je iets nodig hebben dan hoor ik het wel van Hermelien" zei hij en keek haar liefdevol aan. Ze wist dat Harry dolgraag bij haar wilde blijven maar het waarschijnlijk een vrouwenaangelegenheid vond.
"Dank je Harry" probeerde ze normaal te zeggen maar kon dat door de pijn niet. Ze wilde dat Draco erbij was om haar te steunen. Ze keek naar Hermelien, die zou zoiets nooit goed vinden. De pijn zakte wat af en Madison deed haar kleren uit en deed haar nachtjapon aan.
"Hermelien, vraag aan Harry of hij Draco wilt gaan halen" vroeg Ze. Hermelien keek op om haar een verwijt te maken maar voordat ze die kon zeggen kwam er weer een pijnscheut en hield ze het niet meer uit.
"Haal hem nou maar!" schreeuwde ze maar Hermelien verroerde zich niet.
"Je weet dat de Orde…"
"Het kan me geen flikker schelen wat de orde vind als hij hier met iemand verschijnseld weet hij niet waar de plaats is net als de vorige keer, haal hem nu maar!" schreeuwde Madison zo hard als ze kon. Hermelien was daar nu wel van geschrokken en rende naar Harry.
Madison voelde zich enigszins schuldig dat ze een gewonde Harry het huis uit moest sturen maar het was niet anders. Ze had haar vrienden verteld dat Draco veel in de lekke ketel werkte op kamer 13 en daar vrijwel altijd was zodat hij en Madison elkaar niet mis konden lopen. Maar nu Madison niet meer zo vaak naar hem toe kon gaan was ze diep in zich bang dat hij daar nu niet zou zijn. Maar dat waren zorgen voor later. Nu kon ze zich alleen maar concentreren op de hevige pijnen.

Harry was verschijnseld naar de Wegisweg. Hij liep de lekke ketel in. Hij had veel over voor Madison. Maar hij kon haar niet verliezen nu hij Ron al kwijt was. Ze hadden nu lol met elkaar en dat wilde hij zo houden. Hij had haar zelfs vergeven dat ze een kind van zijn grootste vijand kreeg. Hij had er veel over na gedacht en haar uiteindelijk vergeven al was dat moeilijk.
Hij liep naar boven en klopte bij nummer 13 aan. Hij hoorde een onverschillend 'binnen' en hij deed de deur open.
Hij zag Draco aan een stapel papierwerk zitten. Hij had een belangrijke baan bij het ministerie van toverkunst en met zijn ouders kon Harry het hem niet kwalijk nemen dat hij af en toe weg probeerde te vluchten. Vooral sinds hij wist dat zijn moeder Madison had geprobeerd te vergiftigen.
"Potter, waar heb ik dit genoegen aan te danken" zei Draco, hij stond op en ging in zijn arrogante houding staan. Ook pakte hij zijn toverstok en Harry pakte snel die van hem.
"Malfidus Madison is aan het bevallen, ik moet je halen ze wilt je erbij hebben" zei Harry met tegenzin en hij was blij dat het er uit was. Eerlijk gezegd vond hij het idee dat er een Dooddoener in zijn huis was niet prettig. Wat je voor vrienden al niet over had. Dacht Harry bij zichzelf.
Meteen keek Draco bezorgd en deed zijn toverstaf naar beneden. Hij pakte zijn rugzak in, deed die om en stak zijn arm uit.
"Breng me maar naar haar toe" zei hij. Harry pakte zijn arm vast en verschijnselde weer terug naar het Grimboutplein.

Draco deed de deur open waar Madison zou leggen. Hij trof Hermelien Griffel en Ginny Wemel aan die hij kon. Ook zat er een meisje van ook zijn leeftijd bij Madison ze had Groene ogen en rood haar maar had haar nog nooit eerder gezien.
Toen hij Madison zag werd hij blij. Ze was knalrood en haar, haar zat door de war. In haar handen hield ze een baby'tje met gele kleren. Achter hem zag hij dat Harry ook was binnen gekomen en ook heel blij keek. Ergens had Draco het gevoel dat hij ook vaderlijke gevoelens had, maar veel kon hem dat nu niet schelen. Het enige wat hem nu kon schelen was dat hij vader was geworden. Toen Madison Draco zag lachte ze en maakte een gebaar dat hij naar haar toe moest komen.
"Maria, Ginny, Hermelien, Harry willen jullie even naar de gang gaan ik wil even alleen zijn" Zei Madison en meteen gingen haar vrienden de gang op en zo te horen liepen ze naar beneden.
Draco stond nog steeds als versteend achter het bed.
"Draco kom" zei ze en Draco ging op het eind van het bed zitten.
"Het is een meisje" zei ze en ze gaf de baby aan Draco die het trots vast hield.
"Ik heb een dochter" zei hij en lachte zenuwachtig.
"Ze is best klein, maar ze huilde als een bezetene. Je was net te laat" zei Madison en ging meer rechtop zitten.
"Madison, ik ben verbijsterd" zei Draco en raakte het kindje langzaam aan, de baby pakte zijn vinger en sloot haar vingers er omheen.
"Ik dacht aan de naam Elissa en dan bedenk jij de tweede naam" zei Madison die het al helemaal bedacht had.
"Dan word het Elissa Cassandra Verrera Malfidus" zei Draco en lachte toen hij die namen hoorde.
"De achternamen moeten andersom, we trouwen binnenkort weet je nog" herinnerde Madison hem er nog aan en lachte.
"Ja, maar voor nu is dat haar naam" zei Draco en hij zag de witblonde haartjes die Elissa van hem had geërfd.
"Ik weet niet of je kan blijven" zei Madison triest en ging onderuit leggen.
"Ik vraag het wel" zei Draco.
"En maak geen ruzie alsjeblieft" zei Madison, Madison ging nu slapen, ze was doodmoe. Ze zag nog met Draco met Elissa op staan. Dat was de blik die op haar netvlies was gedrukt voordat ze in slaap viel.