Hoofdstuk 19
De proeftijd

"Voor de zoveelste keer vertel hoe en waarom je bent overgestapt!" schreeuwde de heer van het duister door de kille nacht. Voor hem was Draco op zijn knieën gevallen en had een bloedneus.
"Voor de zoveelste keer, ik ben niet overgestapt!" schreeuwde Draco op een onbeleefde toon.
"Crucio!" schreeuwde Voldemort en Draco lag voor de zoveelste keer stuiptrekkend op de grond. Zijn vader keek zonder iets te doen toe. Hij was bang dat hem hetzelfde overkwam. Zijn zoon had zijn leven gewaagd voor een meisje, zijn vrouw.
Ineens stopte de pijn en keek Draco met een betraand gezicht naar Voldemort.

"Het gaat om het vorige vredeskind hé" zei Voldemort.
"Vorige vredeskind?" vroeg Draco al wist hij al bijna dat hij Madison bedoelde.
"Madison Verrera, het vorige vredeskind. Zij werd geboren vlak nadat de profetie was gedaan over Potter. Ik zocht me gek naar het vredeskind om het te vermoorden en de hoop te verkleinen dat ik ooit verslagen zou worden in deze oorlog. Helaas vond ik haar niet en gaf jouw vader de opdracht om haar te vermoorden. Het bleek de dochter van een vriend van hem te zijn. Hij kwam daar achter vlak nadat ik verdween. Gelukkig bleef hij mij trouw en vermoorde haar vader om vervolgens haar te vermoorden, maar om de een of andere reden kon hij haar niet vermoorden" vertelde Voldemort en even keek hij naar Lucius die snel weg keek.
Draco was sprakeloos, niet alleen had hij een dochter die waarschijnlijk het vredeskind in deze oorlog was maar ook zijn vrouw was een vredeskind.
"Voldemort, ik arresteer je" zei ineens een stem achter hen. Eindelijk, gered. Zei een klein stemmetje in Draco's hoofd.
"Ah, Alastar Dolleman mijn favoriete ex-schouwer. Ik verwachtte al dat je mij een bezoekje zou gunnen" zei Voldemort zonder om te kijken en pas toen hij dat had gezegd draaide hij zich om.
"Nu ga ik je toch eindelijk Azkaban laten zien" zei Dolleman en kwam met opgeheven toverstok uit de schaduwen vandaan.
Draco liet deze kans niet voorbij gaan, hij krabbelde overeind en rende naar zijn toverstok toe die een paar meter verderop lag. Voldemort had niets in de gaten en Draco verschijnselde snel.
Hij verschijnselde in zijn huis en zijn moeder keek haar zoon meteen bezorgd aan. De laatste tijd was ze steeds meer in Draco's buurt.
"Draco wat is er gebeurd?" vroeg ze en keek haar het bebloede gezicht van Draco.
"De heer van het duister denkt dat ik over ben gelopen terwijl dat niet zo is" zei Draco kort maar krachtig.
"Gebruik dan geen occlementie" stelde zijn moeder voor.
"Dan ziet de heer van het duister dat ik getrouwd ben" zei Draco en zijn moeder grijnsde.
"Dat weet hij denk ik toch al, want je trouwring valt nogal op" zei zijn moeder nu nijdig. Ze was erg boos op Draco geworden net als zijn vader dat ze geen uitnodiging hadden gekregen voor de bruiloft van hun enige zoon.
"Moeder ik weet nu wel dat je boos op me bent omdat we je niet konden uitnodigen" zei Draco en liep langs zijn moeder heen naar zijn eigen kamer om wat spullen te pakken.
"Wat ga je doen?" vroeg ze.
"Nu de heer van het duister denkt dat ik over ben gelopen kan ik…" Draco stopte midden in zijn zin.
"Moeder ik kan u dat niet vertellen, dan bent u niet meer veilig als ik er niet meer ben" Zei Draco en keek zijn moeder nu bezorgd aan. Hij wist nog goed dat ze in zijn zesde jaar op Zweinstein Sneep had gesmeekt om op hem te passen. Hij hoopte nu dat ze wel uit de problemen kon blijven zolang hij weg was.
"Ik snap het mijn zoon" zei ze en keek haar jongen aan.
"O ja zeg tegen vader dat hij achter de heer van het duister moet blijven staan en mij niet moet gaan zoeken" zei Draco en toverde een koffer te voorschijn waar hij al zijn spullen in deed.
"Je gaat naar haar toe hé?" vroeg zijn moeder en Draco verstijfde. Hij had zo graag tegen zijn moeder willen zeggen waar hij onder zou duiken, maar hij kon het niet. Als mensen haar met veritaserum zouden ondervragen zouden ze hem zo weten te vinden.
"Ik ga" zei Draco en verdwijnselde midden in zijn kamer.

Hij verschijnselde in de lekke ketel die stampvol zat. Hij landde net naast een oude heks die hem raar aan keek. Hij had die middag met Madison in kamer 13 afgesproken. Hij was van plan om met Madison mee te gaan en naar het goede te lopen. Nu de heer van het duister toch al dacht dat hij aan die kant stond kon hij het net zo goed doen.
Toen hij de deur open deed zag hij Madison zitten op zijn stoel. Op haar schoot zat een klein meisje met witblond haar en lieve oogjes die steeds meer open begonnen te staan. Elissa was nu al zeven maanden oud en groeide als kool.
"Wat is er met jou gebeurd?" vroeg ze toen ze Draco zag. Ze zette Elissa op het bed neer en liep naar Draco toe.
"De heer van het duister denkt dat ik ben overgelopen, ik ben net aan hem ontsnapt" hijgde Draco alsof hij tien kilometer gerend had.
"Weet hij dat we zijn getrouwd?" vroeg Madison die een benauwd gevoel in zich kreeg.
"Volgens mij niet" zei Draco en ging op een stoel zitten. Madison ging snel naar de badkamer een maakte een washandje nat. Toen ze dat had gedaan liep ze weer naar Draco toe en begon de wonden schoon te maken.
"Waar heb je dat geleerd?" vroeg Draco toen Madison al het bloed van zijn gezicht had afgeveegd.
"Weet ik eigenlijk niet" zei Madison die het verstandig had gevonden om Draco eerst even schoon te maken.
"Madison, nu de heer van het duister toch denkt dat ik bij jullie hoor en hij waarschijnlijk bijna elke Dooddoener achter me aan heeft gestuurd zit ik er aan te denken om me bij jullie aan te sluiten" stelde Draco voor en Madison glom helemaal op, maar dat was niet voor lange duur want een paar tellen later was haar gezicht weer somber.
"Dat kan een idee wezen maar ik denk niet dat Harry er blij mee zal zijn" zei Madison en nu snapte Draco waarvoor ze zo droevig had gekeken.
"Laat Potter maar aan mij over" zei Draco en kuste Madison op haar voorhoofd terwijl ze naast hem kwam zitten.

"Hij is de vijand!" zei Harry onder de spoedvergadering die de orde later op die dag had gehouden. Niet alle leden waren erbij, maar alleen degene die oproepbaar waren geweest.
"Misschien moeten we hem vertrouwen, Madison vertrouwd hem dat moet toch genoeg wezen" zei Hermelien er tegenin. Ze nam het de hele tijd voor Draco op. Deels omdat ze dat had moeten doen van Madison maar ook omdat ze hem zelf was gaan vertrouwen.
"Hermelien hoe vaak heeft hij je wel geen jeweetwel genoemd?" vroeg Harry die duidelijk het punt verdedigde dat hij níét bij de orde mocht komen.
"Harry we weten allemaal hoe Malfidus is opgevoed, maar waarvoor geven wij hem geen tweede kans" stelde ze voor.
"Ik ben het met Hermelien eens. Een tweede Sneep kan het niet woorden en hij is hier al eerder geweest zonder ons te verraden" zei Lupos en stond op.
"Wie stemt er voor dat hij bij de orde mag komen?" vroeg hij en ongeveer de helft stak zijn hand op.
"Dan is de andere helft tegen, ik stel voor dat we hem één maand proeftijd geven en daarna nog eens bij elkaar komen of te bepalen of hij fulltime bij de orde mag komen" zei Lupos en er klonk een instemmend gemompel.
"Dan is de vergadering nu gesloten" zei Harry en stond op. Meer mensen volgde. Hij en Hermelien liepen snel naar de kamer waar Madison en Draco zouden gaan slapen. Toen ze de deur open deden zagen ze Madison en Draco op bed leggen. Hermelien die het dichtst bij de deur stond deed haar hand voor haar gezicht en deed de deur weer dicht.
Even later ging de deur weer opnieuw open en kwam Madison naar buiten. Ze had snel wat kleren aan getrokken en haar, haar zat nog door elkaar.
"En?" vroeg ze aan Harry en keek hem aan.
"Nou Hermelien heeft je prachtig verdedigd" zei Harry maar hij kon zijn zin nog niet afmaken of Hermelien ging er al tegen in.
"Ik heb Madison helemaal niet verdedigd, ik heb gezegd waar het op stond" maar ook Hermelien kon haar zin niet afmaken want die kapte Madison af.
"Vertel nou of hij bij de orde hoort of niet"
"We geven hem proeftijd" zei Harry en net toen hij dat had gezegd ging de deur weer open die Madison dicht had gedaan en kwam Draco in tegenstelling tot haar met gekamd haar naar buiten.
"Voor hoe lang?" vroeg hij.
"Een maand" zei Harry en het scheelde weinig of Draco en Harry hadden allebei vuur geschoten naar elkaar.
"Oké" zei Madison blij en omhelsde Draco.

"Hermelien ik vertrouw hem niet en dat zal ik nooit doen ook" zei Harry en hij ging op zijn bed zitten.
"Ik weet dat het moeilijk is" zei Hermelien en ging naast hem zitten.
"Eens een Dooddoener, altijd een Dooddoener" zei Harry en hij zuchtte.
"Dat is nooit bewezen" zei Hermelien.
"Kijk naar Perkamentus en Sneep" zei Harry en maakte een wild gebaar met zijn hand.
"Dat heet verraad, dat betekend nog niet dat mensen niet kunnen veranderen" zei Hermelien er tegenin.
"Dat geloof ik wel maar Malfidus vertrouw ik gewoon niet" zei Harry.
"Luister Harry. Misschien moet je een meisje zijn om dit te zien. Maar Madison en Malfidus houden van elkaar en liefde kan mensen doen veranderen" zei Hermelien, ze stond op en liep naar haar eigen kamer.