Hoofdstuk 20
De Terugkeer van Maria

"Weet je zeker dat we hier kunnen lopen zonder ons zorgen te maken?" vroeg Madison aan Draco. Hij had aangeboden om een stukje met haar door een dreuzelgebied te gaan wandelen maar Madison vond het niet veilig aangezien ze naast Harry misschien wel de meest gezochte personen waren door het kwaad.
"Met mij in de buurt en met Elissa thuis in de box heb je niets te vrezen" zei Draco en kuste Madison op haar wang.
"Ik hoop het maar" zei Madison en keek naar de lucht. Die was helderblauw en de zon scheen fel. Het leek wel veertig graden en de bomen en bloemen stonden heerlijk in bloei.

"Draai je om en laat je toverstok vallen anders gaat ze er aan" hoorde Madison opeens en keek met Draco achterom. Achter haar stond een stelletje Dooddoeners de met hun zwarte gewaden erg vloekte bij hun omgeving. In de handen van de voorste Dooddoener zag Madison een bos rood krullerig haar en groene ogen.
"Maria!" schreeuwde ze en ze wilde naar haar toe rennen maar Draco pakte snel haar arm vast. Dat was maar goed ook want alle Dooddoeners pakte hun toverstokken te voorschijn en richtte die nu op Madison en Draco.
"Doe wat we zeggen of we schieten haar neer" herhaalde de Dooddoener en Madison pakte haar toverstok en gooide die op de grond neer net als Draco.
"Laat haar nu gaan" zei Madison maar de Dooddoeners lachte.
"Wie heeft er hier iets over laten gaan gezegd?" vroeg de Dooddoener en Madison moest haar best doen om de Dooddoener niet aan te vallen en zijn ogen uit te steken achter dat achterlijke masker van hem.
"Ravenwoud laat haar nu maar gaan, ze is nu geen nut meer voor jou nu je ons ongewapend hebt" zei Draco en hij hield Madison nog steeds stevig vast.
"Malfidus ik heb ook zo mijn bevelen" zei de Dooddoener en richtte nu zijn toverstok op Madison. Hij vuurde een spreuk af die Madison niet kon ontwijken. Ze werd vastgebonden door touwen om haar middel en armen. Hierdoor kon Draco Madison niet meer vasthouden en gaf haar een kom-alsjeblieft-niet-in-de-problemen blik toe. Maar voordat Draco het doorhad werd hij ook vastgebonden en verschijnselde ze met z'n alle.

Ze verschijnselde weer in een vochtige ruimte waar een troon in het midden stond, gemaakt van botten. Op de troon zat een man met een kap op, zijn nog net ontblootte handen waren spierwit.
"We hebben ze te pakken kunnen krijgen zonder slachtoffers" zei de Dooddoener en boog diep, net als de andere Dooddoeners deden.
"Goed gedaan jullie kunnen nu gaan, ik kan deze twee wel in mijn eentje aan" de Dooddoeners twijfelde geen moment en verdwijnselde meteen.
"Weet je ze zijn je liever kwijt dan rijk" zei Madison en Draco keek haar met een waarschuwende blik aan.
"Maar kun trouw wankelt geen moment" zei Voldemort en stond op. Hij liep met kleine passen en niemand zei wat, er werden alleen vuile blikken met elkaar gewisseld.
"Wormstaart hier komen!" schreeuwde Voldemort en meteen kwam er een klein dik kalend mannetje aanrennen.
"Breng Malfidus weg" zei Voldemort snel, want zo te zien wilde het mannetje eerst wat zeggen want hij had zijn mond al open en deed die nu weer snel dicht. Hij liep naar Draco toe en trok die mee. Hij probeerde zich te verzetten al lukte dat niet en voordat Madison het wist ging Draco een deur door en verdween hij uit het zicht.

Haar hart ging te keer, wat zouden ze met hem doen. Ze wist dat er erge dingen met hem zouden kunnen gebeuren.
"Madison Malfidus" zei Voldemort en Madison keek op, hoe wist Voldemort dat ze met Draco was getrouwd?
"Ja, kijk maar niet zo verbaasd ik heb alles van een trouwe Dooddoener van mij gehoord" zei hij en Madison wist zeker dat die 'trouwe Dooddoener' Patty Park was geweest.
"Hoe zit het meisje in elkaar dat de zoon van een van mijn trouwste Dooddoeners heeft doen overlopen" ging Voldemort verder en hij kwam nu zo dichterbij dat Madison zijn rode ogen kon doen zien glinsteren in het lucht van de fakkels die de ruimte verlichtte.
"Dat gaat je niks aan" zei Madison en ze spuugde in Voldemort's gezicht. Even dacht Madison dat Voldemort het niet had gemerkt maar voordat ze het wist greep de hand van Voldemort naar Madison's nek en tilde haar op.
"Ik vermoord eerst jouw vriendin, daarna je moeder en daarna je geliefde echtgenoot en als je dat verloren hebt vermoord ik jouw nadat ik Potter heb verslagen" Madison wou al snel wat terug zeggen maar had daar de kracht niet meer voor.
Voldemort's greep om haar nek werd steeds steviger en ze voelde haar hoofd bonken. Net toen ze dacht dat ze het niet meer vol zou houden liet Voldemort haar los en viel met een luide bonk op de grond. Ze ademde snel en voelde met haar eigen hand om haar nek aangezien de touwen los waren geraakt.
"Wormstaart, breng haar weg" zei Voldemort en vanuit het niets kwam het dikke mannetje weer tevoorschijn en trok haar mee naar dezelfde gang waar Draco naartoe ging. In de gang was het al niet schoner dan dat het in de kamer daarvoor was geweest.

"Wat heb je met Draco gedaan?" Vroeg Madison meteen toen ze de hoek om waren.
"In zijn cel gestopt en nu stop ik jouw in de jouwe" zei Wormstaart en hield haar onder schot. In de gang waren allemaal celdeuren waar ze soms enge geluidjes uit hoorde komen.
"Wormstaart heb je geen geweten?" vroeg Madison maar Wormstaart negeerde haar.
"Waarvoor werk je voor hem?" vroeg Madison maar toen deed hij een celdeur open en gooide haar letterlijk en figuurlijk naar binnen.
"Omdat ik wel moest" zei Wormstaart en deed met een harde knal de celdeur dicht.
"Madison!" zei een blije stem van Maria en ze werd door twee handen opgetild en meteen omhelsd door Maria.
"Ik heb je zo gemist" zei ze.
"Ik jou ook" zei Madison terug en lieten elkaar nu los. Maria was geen steek veranderd alleen haar gezicht zat onder het vuil en haar, haar door elkaar.
"Wat is er allemaal gebeurd?" vroeg Madison die nu wel eens wat duidelijkheid wilde.
"Nou mijn moeder was een heks en mijn tante was er achter gekomen dat mijn moeder geen zelfmoord had gepleegd maar is vermoord" vertelde Maria.
"Mijn tante is toen de moordenaar gaan zoeken en dat bleken Dooddoeners te zijn geweest. Toen ze er achter kwamen dat wij jou kende ben ik ontvoerd" vertelde Maria verder.
"Hoe lang is dat wel niet geleden en waarvoor hadden ze je moeder dan vermoord?" vroeg Madison.
"Omdat we familie van je zijn. Mijn tante had uitgelegd dat jij het vredeskind uit de vorige oorlog was en dat jouw vader daardoor is vermoord en dat Elissa het vredeskind van deze oorlog is. Als zij dood gaat zal het makkelijker wezen om de oorlog te winnen voor het kwade" vertelde Maria weer en bekeek de muren die vol schimmel zaten. Ook waren er geen ramen het enige licht dat er was kwam uit een lamp van buiten die door het tralieraampje in de deur naar binnen scheen.
"Maria vertel wat er met je tante is gebeurd"
"Ik weet het niet. Misschien is ze dood of ook wel gevangen gezet maar misschien is ze ongedeerd" zei Maria en Madison zag aan Maria dat ze zich veel zorgen om haar tante maakte die haar enige levende familie nog was.
"Ik weet zeker dat ze nog leeft" zei Madison en veegde een traan bij Maria weg.
"Ik weet niet hoe je het doet maar altijd als ik bij je ben weet je me altijd op te vrolijken" zei Maria en ze lachte naar Madison.
"Ik ben je beste vriendin, ik ken je al heel lang en ik weet hoe je in elkaar zit. En misschien komt het wel omdat je, je hart wilde luchten" zei Madison. Ze liet nu even alles voor wat het was en liep naar het raampje toe en keek naar buiten. Ze zag alleen de gang met deuren en hoorde zo af en toe wat geschreeuw.

"Madison ben je getrouwd?" vroeg Maria opeens.
"Ja hoezo?" vroeg ze en draaide zich om.
"Ik wilde het wel tegen je zeggen maar het moest in het geheim" zei Madison toen ze doorhad wat ze had gezegd. Ze liet haar ring aan Maria zien die er vol bewondering naar keek.
"Madison je hebt een kind en een man ik ben echt jaloers op je, je bent nog geen eens twintig!" Riep Maria verontwaardigd.
"Als Elissa er niet was geweest had ik dat allemaal niet hoor, dan had Draco me al lang vergeten geweest" zei Madison en het was waar wat ze dacht. Als ze niet onverwachts zwanger was geworden had haar leven er heel anders uit gezien.
"Hoe lang denk je dat we hier zitten?" vroeg Maria opeens.
"Ik denk heel lang" zei Madison terug.