Hoofdstuk 23
De eerste verjaardag

Madison stond op de straat waar ze ongeveer twee jaar geleden met Maria had gestaan toen ze naar huis liepen van school. Wat miste ze die tijd. Veel was er ook veranderd. Er lag nu sneeuw en ook waren er meer bomen geplaatst die nu wit van de sneeuw waren. Ze hoopte dat de tante van Maria niets overkomen was en gewoon naar huis was gegaan. Ze was geen lid van de orde en zo wist Madison ook niet of ze dood was of dat ze gewoon lui op de bank tv aan het kijken was. Ze zuchtte en waagde de gok. Ze liep door het krakende sneeuw en liep naar het huis waar Maria woonde. Ze belde aan en hoorde geluiden in het huis. Toen de deur van het huis open ging zag Madison het bekende gezicht van de tante van Maria en haar achternicht.
"Madison, heb je Maria soms gevonden?" vroeg ze meteen en ze werd binnen gelaten.
"Ik kom melden dat Maria dood is" vertelde Madison en snikte. Het was moeilijk om te zeggen.
"Hoe bedoel je, kom binnen" zei ze en liet Madison de woonkamer binnen gaan.
"Maria was ontvoerd zoals u weet. Ik kwam haar tegen en ben samen met haar gevangen gezet. Het ging steeds slechter met haar en ze werd ziek. Ik zag een mogelijkheid om te ontsnappen en ben hulp gaan halen. De volgende dag ben ik Maria gaan halen en toen ging ze dood, net toen ik bij haar was" zei Madison die een week moed had verzameld om het verhaal voor die zoveelste keer te herhalen alleen nu voelde het anders. Het voelde alsof het nu officieel was.
"Nee" zei ze en ging op een stoel zitten. Het duurde even voor het tot haar door drong en toen rolde de tranen over haar wangen.
"Wat is er met haar lichaam gebeurd?" vroeg ze.
"Dat weet ik niet, we moesten haar achter laten omdat het zinloos was om haar mee te nemen. Ik had haar zo graag me genomen en terug naar huis gebracht en…" het deed nog steeds pijn en Madison ging naast de haar achternicht zitten.
"Dat weet ik, het is niet jouw schuld. Maar zorg ervoor dat die orde van jou dat monster vernietigd wat Maria dit heeft aan gedaan" zei ze vol woede.
"Dat doen we zeker, waarvoor sluit u je niet bij ons aan?" vroeg Madison .
"Mijn zus was een snul en ik heb al in geen tijden spreuken om te vechten gezegd. Na de dood van jou vader wilde ik alleen nog de kleine dingen toveren. In de vorige oorlog waren we veel actief, net zo actief als jij nu bent maar die tijd is voorbij" zei ze en veegde haar tranen weg.
"U vecht dan wel niet maar u kan wel mee denken" zei Madison en zag dat ze dacht.
"Heel veel mensen doen veel voor de orde maar vechten niet" vertelde Madison en Maria's tante stond op.
"Ik doe mee, noem me maar Mona, dat is makkelijker" zei ze en lachte.
"Ik was van plan om naar mijn moeder te gaan en het hele verhaal te vertellen ik weet niet of u mee wilt?" vroeg Madison en stond ook op.
"Ja, dat is goed" zei Mona al wist Madison dat ze liever niet mee was gegaan omdat haar moeder en Mona elkaar niet mochten.

"Koffie?" vroeg de moeder van Madison toen zij en Mona in de huiskamer zaten.
"Ja lekker" zei Madison en keek naar haar oude woonkamer, hier had ze zo vaak met Maria gezeten om over problemen te praten of de laatste moppen en raadsels aan elkaar te vertellen.
Madison zuchtte, waarvoor had ze Maria niet mee genomen toen ze Harry net had ontmoet en samen met hem naar het Grimboutplein was gegaan. Madison wist zeker dat als ze dat had gedaan dat ze Maria nu nooit kwijt was geweest. Maar aan de andere kant wilde Maria graag studeren voor dokter en had ze misschien toch niet mee gegaan. Het duizelde Madison en het enige wat doordrong was dat Maria dood was.

Toen Madison de koffiedampen rook schrok ze wakker uit haar overpeinzingen en nam een slok van haar drinken.
"Dus jij gaat mijn dochter hepen Mona?" vroeg Haar moeder aan Mona.
"Ja, zoals je weet was ik vroeger ook actief en ik wil graag Maria helpen wreken" vertelde ze.
"Ik snap het, dat zou ik ook doen in jouw plaats al had ik andere dingen anders aangepakt" zei haar moeder.
"Moeder niet nu" zei Madison kwaad, want Madison wist dat haar moeder haar jeugd bedoelde die erg moeilijk was voor haar moeder en Madison zelf.
"Het geeft niet Madison, maar dan zou het feit nog steeds bestaan dat jij niets aan zou nemen" zei Mona eerst tegen Madison en keerde zich toen naar haar moeder.
"Als jij en je zus me hadden geholpen met de opvoeding en haar een toveropleiding had gegeven zoals Charles had gewild had je nicht nu niet dood geweest en jouw zus niet vermoord geweest. Ja, ik heb er alles over gelezen in de krant dat de Politie bewijs had dat ze vermoord is" vertelde haar moeder en Madison was geschokt.
"Bedoel je dat ik naar Zweinstein had gekund maar niet kon omdat je geen geld en geen zin had om mij in een vreemde wereld los te laten?" vroeg Madison en keek haar moeder geschokt aan. Hoe had haar moeder ooit zoiets kunnen doen.
"Ja, Madison het is waar maar niet omdat ik niet wilde…"
"Vertel dat kind toch eens de waarheid!" schreeuwde Mona zo hard dat de koffie trilde.
"Madison er is een profetie over jouw geboorte gedaan. Wat weet niemand, jouw vader is de enige die de profetie gehoord geeft maar werd vermoord door zijn vriend. Ik had je moeder verteld van de profetie en die wilde je niet naar Zweinstein laten gaan, ze was bang dat het je dood werd. Je vader had je nog niet in geschreven op Zweinstein en zonder toestemming van je moeder kon je daar ook niet heen. Daarvoor hebben wij je niet geholpen met jou op te voeden. Pas als je moeder de gehele waarheid aan je vertelde waren wij bereid om je te helpen" vertelde Mona en Madison stond het huilen nader dan het lachen.
"Is dit waar?" vroeg ze aan haar moeder die met gebogen hoofd ja knikte. Madison stond op, ze wist niet wat ze moest doen. Hoe kon haar moeder ooit zo iets gedaan hebben. Hoe kon haar moeder bijna negentien jaar tegen haar liegen.
"Je moet weten dat ik het voor je eigen bestwil deed" zei haar moeder en Mona stond ook op want het was duidelijk dat Madison niet langer wilde blijven.
"Dag mam, ik hoop dat je een fijn leven verder krijgt" zei Madison, ze pakte Mona's hand vast en verdwijnselde.

Ze verschijnselde weer in het Grimboutplein in de gang wat ze beter niet had kunnen doen want de gordijnen van het schilderij van mevrouw Zwarts schoten open en ze begon te schreeuwen: "Modderbloedjes, schorem, ga weg uit het huis van mijn voorvaderen!" Madison kon het niets schelen. Ze nam Mona mee naar de keuken daar zaten Harry en Hermelien en keken op toen ze het schilderij in de gang hoorde.
"Dit is mijn achternicht Mona en de tante van Maria ze is een heks die al een tijd niet meer getoverd heeft maar wil wel wat betkenen voor de orde. Bij de vorige oorlog heeft ze samen met haar zus en mijn vader wel wat betekend. Als je verder nog vragen hebt vraag je dat maar aan haar ik ga naar boven" zei Madison zo snel dat het bijna niet te volgen was. Ze liep de keuken weer uit en liep een verbaasde Harry ben Hermelien achter.
"Vuile bloederverrader verlaat mijn huis!" schreeuwde mevrouw Zwarts tegen Madison toen ze voorbij liep.
"Ik doe wat ik zelf wil en dit huis is niet meer van jou, je bent maar een pratend schilderij en daar luister ik echt niet naar!" schreeuwde Madison terug. Mevrouw Zwarts stond met een mond vol tanden en achter haar hoorde ze Harry zeggen: "Sirius zou trots op haar zijn geweest"
Madison kon het echter niet veel schelen en liep naar haar kamer deed de deur dicht en ging snel op het bed liggen. Ze lag op haar buik op het bed en haar hoofd duwde ze in de kussens. Ze begon te huilen. Alles kwam er uit, plots hoorde ze dat iemand de kamer in kwam maar het kon haar niet veel schelen. Waarschijnlijk zou het Harry of Hermelien wezen die haar wilde troosten.
De persoon ging op bed zitten en wreef haar over haar rug. Even was het bang dat het die Orlando was maar toen ze zich omdraaide en in het knappe gezicht van Draco keek omhelsde ze hem meteen wat het gevolg was dat hij op haar viel.
"Draco ik ben zo blij je te zien" zei Madison en veegde haar tranen af.
"Wat is er gebeurd dat je zo verdrietig bent?" vroeg Draco die Madison negeerde.
"Mijn moeder heeft heel lang tegen mij gelogen dat ik een heks was en ik had naar Zweinstein kunnen gaan als zij toestemming had gegeven" vertelde Madison in één zin, za had nu geen zin om een heel verhaal te vertellen.
"Madison dat is vreselijk" zei Draco en Madison kon aan Draco's stem horen dat hij dat meende.

De volgende dag werd Madison laat wakker. Ze rekte zich uit en zag dat Draco al uit bed was wat haar niet veel verbaasde aangezien het erg laat was. Nu stond zij ook op en kleedde zich aan. Vandaag zou een dag zijn die niet snel vergeten zal worden. Elissa werd vandaag 1 en Madison had gedacht dat ze samen met Draco en Elissa naar de Wegisweg zouden kunnen gaan om daar cadeau's te kopen en wat lekkers te gaan eten onderweg. Madison had helaas geen tijd gehad om een heel feestje te organiseren aangezien ze veel werk voor de orde op wilde knappen en zo haar gedachten op iets anders te brengen.
Madison liet de kam naar haar toe vliegen en kamde haar, haar. Op de avond dat ze was ontsnapt had ze ontdekt dat ze de kracht van telekinese had ontwikkeld wat Hermelien al eerder had gezegd. Ze had het nog niet uit kunnen proberen en oefende dan ook maar niet met zware en dure dingen. Als ze een lepel nodig had liet ze een lepel naar zich toe vliegen en ook als ze haar haren moest kammen net als nu liet ze die naar haar toe vliegen om toch een beetje te oefenen.
Ze liep nar de kamer van Elissa (naast die van haar en Draco) en tilde haar op van de grond. Ze zat te spelen op haar kamer want de orde kon het niet hebben dat ze door het hele huis liep als er vergaderingen waren. Ze moest in één kamer blijven omdat ze ook erg ontdeugend was en veel kattenkwaad uit haalde. Laatst had ze bijvoorbeeld het tafelkleed van de tafel afgetrokken in de woonkamer en lagen de planten die daar op stonden in scherven op de grond.
Elissa had nu een roze trui met een blauwe broek aan. Ze had kleine schoentjes aan en haar witblonde haar zat in twee staartjes.
Samen liep Madison met haar dochter naar beneden. Vandaag zou er geen vergadering zijn dus kon ze Elissa mee naar de keuken nemen waar alle vergaderingen werden gehouden. Toen ze de deur van de keuken open deed wachtte haar een verrassing. De hele kamer was versierd en op de grote keukentafel stond een grote taart. Er waren heel veel mensen. Ze zag Mevrouw en meneer Wemel, Bill en Fleur samen met hun zoontje Illias, ze zag Charlie met Fret en George praten en ook Ginny was tussen de mensen te vinden samen met Hermelien en Tops. Harry stond in een hoekje serieus met Remus te praten. Verder zag ze geen bekende gezichten, maar wel leden van de orde die ze alleen kende van vergaderingen. Opeens zag ze Draco en Orlando samen en liep naar ze toe.
"Draco heb jij dit georganiseerd?" vroeg ze blij.
"Ja, samen met de rest. We wilde wat leuks voor je terug doen omdat je het de laatste tijd erg moeilijk hebt gehad" vertelde Draco.
"Orlando ik geloof dat je mijn vrouw Madison al kende hé?" vroeg Draco aan Orlando die ja knikte.
"Ze vertelde me al hoe een geweldig huwelijk ze had" zei Orlando en het trio barstte in lachen uit.
"Nou maar ik heb altijd al geweten dat je een verrader was Orlando op Zweinstein wist ik al dat je trouw wankelde" zei Draco en Madison wist nu waar ze net over hadden gepraat.
"Ja, maar van jou had ik het nooit verwacht" zei Orlando.
"Nou ik heb de heer ook niet verraden zelfs niet toen ik net met Madison was getrouwd. Maar de heer geloofde me niet en mijn occlementie beschermde mij, en toen ben ik uiteindelijk over gelopen" vertelde Draco en Madison liet Elissa op de grond staan want de armen van Madison begonnen slapen.
"Ik wil even de aandacht!" schreeuwde een stem van Hermelien opeens door de kamer en iedereen keek haar verwachtingsvol aan.
"Vandaag is de verjaardag van Elissa. Ze word 1 jaar, iets om niet vergeten te worden. Daarvoor wil ik een portretfoto maken van iedereen zodat Elissa die als ze groot is kan bewaren. Dat zal mijn cadeau zijn voor haar" vertelde Hermelien en Madison kwam tot haar schrik er achter dat ze geen cadeau's had. Iedereen schoof bij elkaar. Achter haar zag ze dwaaloog Dolleman. Hij zag er fraaier uit dan Madison hem ooit had gezien (heel weinig)
"In de vorige oorlog is er ook een foto gemaakt, een paar jaar geleden had ik hem gevonden ik zal hem eens meenemen. Dit is trouwens een goede gelegenheid om een foto van de hele orde te maken nu iedereen er nog is" vertelde Dolleman en Madison moest nu aan Ron denken die lid van de orde was geweest en niet op deze foto had gestaan.
"Bedankt" zei Hermelein en ging naast Madison staan. Aan de andere kant van Madison stond Draco en achter haar stonden Fret en George die ze niet vertouwde aangezien ze voor hen stond en ze nog steeds veel narigheid uit haalde.
Voor hem stond mevrouw Wemel die de fotocamera instelde. Ze drukte op een knop, liep snel naar haar plek toe en een verblindende flits verscheen.
Madison moest een paar keer met haar ogen knipperen en aan de geluiden van de anderen te horen hun ook.
"Draco ik had geen tijd om cadeau's te kopen" fluisterde Madison in Draco's oor en die lachte terug.
"Gelukkig ben ik er nog" zei hij en Madison omhelsde hem.
"Als ik jou inderdaad niet had" zei ze en voelde iets aan haar trui trekken. Toen ze zag dat het Elissa was en zich omdraaide plofte ze neer op de grond. Madison pakte haar op en zette haar op een stoel neer.
"Ga maar even naar de taart kijken" stelde ze voor en bleef achter Elissa staan.
"Iek wil je echt artelijk felicitieren Madison" zei een stem van Fleur achter haar en wendde zich nu tot haar.
"Bedankt Fleur, ik heb jou ook nog niet kunnen feliciteren met jou zoon dus hierbij gefeliciteerd" zei Madison en ze aaide het hoofdje van de baby die Fleur in haar handen had.
"Dank je" zei ze.
"Madison kijk uit!" riep Draco maar voordat ze het wist draaide Fleur zich haastig om en vloog de taart die in het midden van de tafel op een verhoging had gestaan door de lucht en landde op Madison doordat Elissa weer aan het tafelkleed had getrokken.
"Dat was de eigenaardiegste val van een taart die iek ooit heb gezien" zei Fleur en Madison haalde de schaal waar de taart op had gestaan van haar hoofd. Veel mensen keken geschrokken naar Madison of begonnen te giechelen. Harry die zo te zien medelijden met haar had zei een spreuk en Madison was weer schoon. Alleen van de taart was niets over.
"Dat was dus de taart" zei Hermelien en toverde de resten van de taart weg.
Madison keek nu naar Draco die het absoluut niet grappig vond zijn hand was om zijn onderarm geklemd en Orlando had zo te zien hetzelfde.

"Ik moet weg nog een fijne dag" zei Orlando snel en verdwijnselde.
"Gaat het?" vroeg ze aan Draco en keek hem bezorgd aan.
"Het gaat wel het is alleen zo een rotgevoel" zei Draco en ging in de stoel naast Elissa zitten.
"Ik kan me het voorstellen" zei Madison en ze klopte Draco op zijn schouder.
Niet veel later verschijnselde Orlando midden in de kamer (bijna op Fleur)
"Jullie moeten vechten, een groot gevecht bij Thames, Dooddoeners zetten een heel dorp in vlammen" ze hij en hijgde of hij een stuk gerend had.
Iedereen verdwijselde daar naartoe en Madison zag zo veel Dooddoeners dat ze hen niet kon tellen.
"Draco, zijn dit alle Dooddoeners die er bestaan?" vroeg Madison.
"Nee Madison er zijn er nog veel meer" verzekerde Draco haar en op dat moment stormde Dooddoeners op hen af en vuurde verschillende spreuken af. Madison zag iedereen hevig vechten. Zelfs Mona vechtte mee.
"Avada kedavra!" hoorde Madison een stem achter haar zeggen en sprong snel met haar levitatie de lucht in om vervolgens weer op de grond te landen. Madison die bezig was om haar toverstok te pakken en dat ondertussen had gedaan riep nu de vloek des dood naar degene die achter haar stond. Een groene spreuk vloog door de lucht en raakte een onbekende Dooddoener.
"Zeker nog nooit een onvergeeflijke vloek gebruikt hé" zei de kille stem van Lucius Malfidus dat achter een masker vandaan kwam.
"Ik word nu kotsmisselijk van jou, Paralitis!" schreeuwde Madison midden in een zin wat haar redding was. Lucius werd verlamd en Madison draaide zich nu om en ging verder met vechten. Alsof het weer aan kon voelen wat er beneden gaande was begon het te regenen en werd het grasveld waar ze op vechten erg modderig.
Ze was nu hevig in gevecht met een meisje van haar leeftijd. Madison probeerde haar te verlammen maar het wilde maar niet lukken.
"Crucio!" schreeuwde ze en voor de tweede keer die dag werd er een onvergeeflijke vloek op haar afgevuurd.
"Had je gedacht!" schreeuwde Madison terug en sprong weer omhoog, ze zweefde weer snel naar beneden en op het moment dat haar voeten de grond raakte verschijnselde er nog meer mensen. Gelukkig waren het mensen van de orde, maar doordat ze daar op lette, lette ze net meer op de Dooddoener die nu weer de Cruciatusvloek naar Madison afvuurde. Deze keer raakte de vloek haar en Madison viel stuiptrekkend op de grond. Een vreselijke pijn schoot door haar lichaam en ze zou het liefst dood zijn gegaan.
Ineens hoorde ze een hoorngeschal en alle Dooddoeners die nog konden verschijnselen verschijnselde. Ook het meisje, die liet Madison op de grond leggen en snel stond ze op. Ze keek om zich heen en zag veel mensen die ze niet kende maar ook zag ze gelukkig veel bekenden lopen alleen miste ze één persoon. Waar was Harry?