Hoofdstuk 25
De Bekentenis

Madison opende haar ogen en het licht was fel. Toen haar ogen aan het licht waren gewend kek ze om zich heen. Gelukkig kon ze haar hoofd weer bewegen. Ze zag dat een stukje verderop Harry lag die verband om zijn hoofd heen had. Tegenover haar zag ze Fred of George leggen en schuin tegenover haar iemand van de Franse ordeleden.
"Mevrouw Malfidus, u bent wakker. Neem dit in" zei een vrouwelijke stem naast haar en er werd ineens een drankje met een of ander vies spul in haar mond gegoten.
Toen ze alles op had gedronken ging ze iets meer rechtop zitten. Gelukkig kon ze haar bovenlichaam ook weer bewegen. Ze probeerde ook haar benen al lukte dat niet erg.
"Je moet dit drankje een paar keer per dag in nemen. Je kan het niet in één keer opdronken omdat het dan te sterk zou wezen" vertelde de vrouwelijke stem weer en toen ze naast zich keek zag ze een mollige vrouw met bruin haar.
"Oké, ik zal er aan denken" zei Madison overdonderd en de vrouw liep weg.
"Phoe gelukkig is ze weg. Ze bemoeid zich overal mee en het ergste is dat ze elk uur ons moet controleren" zei Harry naast haar en keek haar aan.
"Oké" zei Madison die nog even moest bij komen.
"Wat is er precies met jou gebeurd?" vroeg Madison.
"Nou ik werd dood Voldemort ontvoerd en naar zijn kasteel gebracht. Hij wist dat jullie mij zouden komen redden en martelde mij ondertussen, ik probeerde me te verzetten maar Voldemort had mijn toverstok en kon ik weinig doen. Opeens kwamen jullie binnen en meer weet ik niet" zei Harry.
"Nou wij hadden samen met de Franse ordeleden het kasteel aangevallen en iedereen vechtte tegen de Dooddoeners behalve Draco, ik, Hermelien en Ginny. We hadden allemaal gehoopt dat dit het einde zou worden maar dat was dus valse hoop" zei Madison.
"Ik wil er wel aan toevoegen dat ik van Ginny heb gehoord dat jij jeweetwel flink te pakken had genomen" zei Fred of George en Madison kreeg een lichte kleur.
"Dat heb ik ook gehoord" zei Harry en keek Madison aan.
"Ik was gewoon erg kwaad meer niet" zei Madison en er viel een stilte.
"Hoe lang ben ik dan buiten westen geweest als Ginny al langs is geweest?" vroeg Madison.
"Al vijf dagen en ik moest zeggen dat Malfidus de eerste dagen niet weg te slaan was bij jou" zei Harry.
"Waar is hij nu?" vroeg Madison.
"Waarschijnlijk bij mij thuis" zei Harry en Madison snapte dat hij Grimboutplein 12 bedoelde maar dat hier niet hardop kon zeggen. Daarna werd het stil en niemand zei iets meer. Madison draaide zich om en maakte zich klein, ze had het koud. In die gedachte viel ze weer in slaap en droomde over Draco.

Een paar weken later werden Harry en Madison ontslagen uit het st. Hostilo, George (die er had gelegen) mocht al eerder weg maar Harry en zij moesten voor observatie blijven. Voor de kerst mochten ze uiteindelijk weg en dat betekende dat Madison bijna jarig was. Toen ze thuis waren werd dat dan ook meteen gevierd.
Thuis was de hele familie Wemel, Tops en Lupos. Helaas zag ze ook Orlando, maar niets kon perfect wezen. Verder kon niemand omdat iedereen op zijn hoede was. Voldemort was dan wel verzwakt, maar nog niet dood en hij kon altijd nog opdrachten aan zijn Dooddoenders geven. Madison vond het eigenlijk wel prettig dat er zo weinig personen waren. De keukentafel was bedekt met een mooi blauw kleed met veel eten en drinken. Madison wist bijna zeker dat mevrouw Wemel en Fleur daar verantwoordelijk voor waren geweest.
"Welkom thuis" zei Hermelien en kwam op Harry en Madison afgelopen. Ze had het zo te zien erg warm maar lachte hen toe.
"Eindelijk uit dat st. Hostilo, wat ben ik blij" zei Harry en liep samen met Hermelien verder.
"Hoi schoonheid" zei een stem achter haar en ze zag Draco staan. Ze omhelsde hem meteen, ze had hem zo erg gemist. Ze had hem natuurlijk wel gezien in het st. Hostilo. Hij had haar elke dag op gezocht, maar toch was deze hereniging anders.
"Mama" zei een klein stemmetje naast haar en toen ze Draco los liet en naast zich keek zag ze Elissa staan. Ze tilde haar op en knuffelde haar ook. Ze had Elissa sinds haar verjaardag niet meer gezien. Ze had ook niet mee naar het st. Hostilo gekund al hadden Draco en Madison dat zo graag gewild, Elissa bleek de kracht van Madison geërfd te hebben en liet de laatste tijd alles zweven wat los en vast zat en dat was nogal gevaarlijk in het st. Hostilo. En aangezien ze het vredeskind was vond de orde het erg gevaarlijk om haar naar buiten te laten gaan.
Veel mensen keken Madison aan en af en toe hoorde ze een 'ah' of 'oh'. Ze zette Elissa weer op de grond en liep weg naar haar kinderwagen waar een pop in lag.

"Madison, Harry jullie moeten even zitten. Ik heb aan de heler in het st. Hostilo beloofd dat jullie het rustig aan moeten doen" zei Mevrouw Wemel en duwde het tweetal naar de keukentafel waar ze gingen zitten. Niet veel tijd daarna ging de rest ook zitten en begon iedereen met eten. Madison wilde eigenlijk het liefst zo snel mogelijk naar bed. Ze was moe en had hoofdpijn en daar kwam bij dat iedereen twintig keer had geraagd hoe het met haar ging. Uiteindelijk kon ze om half acht weg komen met het smoesje dat ze Elissa naar bed moest brengen.
"Je moet zo je medicijn nog in nemen hé, anders kom ik het wel brengen" fluisterde Draco in Madison's oor en kuste haar op haar wang.
"Dat is goed" zei Madison en gaf Draco een zoen op zijn wang terug. Even zag ze Orlando die naast Draco zat in haar ooghoeken jaloers kijken, maar het kon haar niets schelen. Ze stond op met Elissa en liep naar boven. Ze ging op haar bed zitten en bleef even met Elissa spelen.
Uitendelijk viel ze in slaap en bracht Madison Elissa naar haar bed, zelf ging ze zich ook om kleden en ging ook op bed leggen. Bijna sliep ze en de deur ging open. Even dacht ze dat het Draco was maar toen ze op keek zag ze dat het Orlando was.
"Waar is Draco?" vroeg ze en Orlando kwam naast haar zitten op bed.
"Hij is nog beneden" zei hij en hij gaf een glas met een vieze vloeistof er in.
"Dit moest ik van hem geven" zei hij en Madison dronk het vieze spul op en merkte dat het een vies medicijn was dat ze nu twee keer per dag moest in nemen.
"Bedankt voor het brengen" zei ze en gaf het glas weer terug.
"Madison ik met je wat vertellen" zei Orlando en schoof dichter naar haar toe waarop Madison meer weg schoof.
"Wat dan?" vroeg Madison al wilde ze het liever niet weten.
"Vanaf het eerste moment dat ik je zag was ik al verliefd op je, en ik vind je echt heel leuk en aardig" zei hij en Madison keek hem met een geschokt gezicht aan. Op dat moment ging de deur weer open en kwam Harry binnen. Orlando keek van Harry naar Madison en weer terug, hij stond op en liep zonder iets te zeggen weg.
"Gaat het Madison?" vroeg Harry en hij kwam ook naast haar zitten maar niet zo dicht op haar als Orlando had gedaan.
"Ja, het gaat wel" zei Madison de nog steeds half geschokt was.
"Orlando bleef nogal lang weg en niemand had het in de gaten behalve ik, dus ik ging naar boven om te kijken want ik vertrouw hem niet helemaal, eens een Dooddoener altijd een Dooddoener aan welke kant hij zegt te staan" zei Harry en keek met een blik alsof hij alle Dooddoeners in een keer uit wilde roeien.
"Denk je dat ook van Draco?" vroeg ze.
"Ik hou het altijd in mijn achterhoofd en dat moet jij ook doen" zei Harry en keek Madison ernstig aan.
"Al is hij nog een Dooddoener dan doet hij ons toch niets, dat deed hij vroeger ook niet" vertelde Madison die Draco blindelings vertrouwde, al had Harry toch een onbekend gevoel in haar ontwaakt. Wat nou als Draco een dubbelspion bleek te zijn.
"Dat is waar, maar als zijn eigen leven er vanaf hangt doet hij het wel, dat is een eigenschap van een Zwadderaar en Dooddoener. Ze zijn trouw maar als het hun te heet onder de voeten word gaan ze weg en redden eerst hun eigen leven en dan die van een ander" het werd stil, Madison wist dat het waar was wat Harry vertelde
Ze legde haar hoofd op de kussens en zei niets meer, ze dacht alleen maar. Uiteindelijk stond Harry op en liep de kamer uit.