Hoofdstuk
26
Bedrogen
Die nacht werd Madison wakker, ze voelde
naast zich en kwam tot de ontdekking dat Draco niet naast haar sliep.
Meteen deed ze haar ogen open en keek naast haar. Het bed was wel
beslapen maar leeg. Ze ging haar bed uit en deed de deur open die op
een kier stond. Het was donker en de deur kraakte, even was ze bang
dat iemand het had gehoord, maar toen ze stemmen hoorden die niet
stopte toen de deur open ging was ze e van overtuigd dat er niemand
wist dat ze stond te luisteren.
"Waar ga je dan heen?" vroeg
een fluisterende stem van Orlando.
"Ik moet een oude rekening
vereffenen" zei een stem van Draco.
"Maar waar?" vroeg hij.
"De verdonkerde maansteeg" vertelde hij.
"Weet je het
zeker?" vroeg Orlando en hoorde dat een van de twee een stap
verzette.
"Ja, en laat me nu maar los" zei Draco en ze hoorde
hem de trap af gaan. Ze hoorde de voetstappen van Orlando haar kant
op komen, snel liep ze naar bed en ging snel liggen en deed alsof ze
sliep. Ze hoorde de deur kraken en hoorde Orlando adem halen. Keek
hij zelfs naar haar als ze sliep? Even had ze het gevoel alsof ze
moest kotsen, maar hield zich in en wachtte tot Orlando weg ging wat
een eeuwigheid leek te duren.
Toen ze zeker wist dat hij weg was
stapte ze weer uit bed en kleedde zich snel aan. Ze haalde snel een
kam door haar, haar en sloop Harry's kamer in. Ze wist dat hij een
ontzichtbaarheidsmantel had, maar waar? Harry sliep gewoon door en
Madison keek in de kast en zocht naar de mantel.
Harry had gewoon
veel te veel kleren, vond ze op dat moment. Ze zag op een plank een
mantel liggen van een zachte stof gemaakt. Ze pakte het en deed om
haar heen. Haar lichaam verdween, dit was de mantel die ze zocht.
Ze
sloop de kamer uit en liep naar beneden, daar verdwijnselde ze naar
de Wegisweg waar ze ongezien naar de verdonkerde maansteeg kon lopen.
Ze deed de mantel om al had ze het gevoel dat, dat niet nodig was,
het was namelijk hartstikke donker en ze had het gevoel dat ze voor
niets onzichtbaar was. Ze sloeg af naar de verdonkerde maansteeg waar
het bijna niet donkerder kon worden. Ze was er eigenlijk nog nooit
eerder geweest en daar was ze ook wel blij om. Ze vond het vrij eng
daar, ze had het gevoel dat ze elk moment door iets besprongen kon
worden. Eigenlijk was ze wel blij dat ze onder de
ontzichtbaarheidsmantel zat, anders had ze zo rechtsomkeert gemaakt.
Er was niemand te bekennen in de verdonkerde maansteeg. Dat vond
Madison erg vreemd, zou Draco Orlando af willen schudden of had hij
geheimen. Even duizelde het haar, maar toen hoorde ze stemmen. Ze
draaide zich om en zag een paar gedaantes in een mantel gehuld de
hoek om komen. Daar moest Draco bij zitten dacht ze en volgde het
groepje dat uit drie personen bestond. De mensen praatte niet maar
liepen erg snel door. Madison was zelfs voor een moment bang dat ze
het groepje niet bij kon houden. Uiteindelijk namen de mensen
afscheid van elkaar en ging er een weg. De andere twee slopen naar
een steegje en deden de kappen van hun mantels af. De ene was Draco
en de ander was tot Madison's afschuw Patty Park.
"Je wou me
spreken" vroeg Draco op zakelijke toon.
"Ja, dat wilde ik
inderdaad" zei Park en kwam naar voren, ze zoende hem en Madison
zat even met open mond toe te kijken. Even had ze gedacht dat Draco
haar weg zou duwen maar dat deed hij niet. Madison kon het niet
geloven, het was alsof haar hart in duizend stukjes brak. Er kwamen
tranen naar boven die ze bijna niet meer in kon houden.
Ze rende
weg en bleef stil staan toen ze weer op de Wegisweg was. Hoe had ze
ooit op Draco kunnen vertrouwen. Ze was notabene met hem getrouwd en
had en kind van hem. Ze leunde tegen een muurtje aan, het kon haar
even niet schelen hoe koud het muurtje was of dat de
ontzichtbaarheidsmantel af zou vallen, het enige wat haar nu nog kon
schelen was dat Draco Patty Park had gezoend. Wie weet hoe lang dit
al speelde en wat ze al gedaan hadden.
Ze deed nu geen moeite om
haar tranen in te houden, ze stroomden over haar wangen, hoe had ze
Draco kunnen vertrouwen.
De zon begon op te komen. Haar tranen
weerspiegelden in het pas geboren zonlicht. Ze had er nooit op gelet
hoe mooi de zon kon zijn en was. Ze veegde haar tranen weg en snikte
even, hier en daar liepen al mensen die naar hun werk gingen. Zijzelf
zou ook weer naar huis gaan, dadelijk miste iemand haar, of zou Draco
eerder thuis zijn dan haar. Ze verdwijnselde met een luide plop en
belandde op de keukenvloer van Grimboutplein nummer 12. Er was
niemand in de keuken. Ze liep de trap op langs de fraaie opgehangen
huiselvenhoofden en ging stilletjes Harry's kamer in. Harry lag nog
steeds te slapen en Madison kon niet voorstellen dat iemand op dit
moment nog rustig in bed kon liggen en slapen. Ze vouwde de
ontzichtbaarhiedsmantel op en legde hem weer op zijn oude plek in de
kast.
"Madison?" vroeg Harry slaapdronken en Madison
versteende.
"Ik eh, ik lag te slapen en ik dacht we kunnen
morgen, dus nu vandaag naar de Wegisweg gaan om een kinderbezem voor
Elissa te kopen" zei Madison en keek Harry aan al wist ze dat dit
de slapste smoes was die ze ooit had bedacht.
"Madison je hebt
gehuild, je ogen zijn rood wat is er?" vroeg Harry bezorgd en ging
op bed zitten. Ineens kwam alles weer naar boven en kon ze haar
tranen niet meer in houden. Harry schrok daar van en stond op, hij
troostte haar door een arm om haar heen te slaan.
"Ik haar
Hermelien wel even dan…"
"Nee, ik stel me aan" zei
Madison en veegde haar tranen weg.
"Oké, vertel maar wat
er gebeurd is" zei Harry en ze gingen samen op de rand van het bed
zitten.
"Ik werd vannacht wakker en hoorde Draco, hij ging
vanavond weg. Ik hoorde dat hij naar de verdonkerde maansteeg ging
dus ik ging hem achterna" vertelde Madison en ze stopte even.
"Toen ik hem daar zag zoende hij met Park" vertelde Madison
en het klonk nu officieel.
Weer had ze het gevoel alsof ze een
stuk afval was en er rolde weer een traan over haar wangen.
"Madison" zei Harry vol medelijden in zin stem alsof ze hem
net had verteld alsof ze weer zwanger was. Madison durfde hem niet
aan te kijken. Ze wist dat Harry Draco haatte en dat hij nooit voor
was geweest dat ze met het was getrouwd.
"Madison over dit
soort dingen kan je beter met Hermelien praten" zei Harry en keek
met de ik-heb-geen-verstand-van-dit-soort-dingen blik naar Madison.
"Dat weet ik, maar ik ga naar bed. Wil je dit tegen niemand
zeggen?" vroeg Madison en stond op, ze wilde dit op haar eigen
manier oplossen.
Ze liep naar haar kamer en kleedde zich om.
Ze kwam er achter dat ze het truitje aan had waarmee ze Draco voor
het eerst had gezoend, alles deed haar aan hem denken, van de lamp
die aan het plafond hing tot aan de lakens op het bed.
Ze ging
weer in bed liggen en deed haar ogen dicht, ze was veel vermoeider
dan dat ze eerst was geweest en sliep ook snel in.
Even later
werd ze weer wakker en zag dat Draco ent binnen was gekomen. Even
dacht ze dat het net een droom was geweest maar toen ze zag dat hij
nog zijn gewone kleding aan had wist ze dat het niet zo was.
"Goedemorgen" zei Draco alsof er niets was gebeurd en Madison
kek hem slaperig aan.
"Waarvoor?" vroeg ze en Draco keek haar
verbaast maar ook best geschrokken aan.
"Hoe bedoel je?"
vroeg hij.
"Waarvoor heb je met Park gezoend?" vroeg ze.
"En
hebben jullie überhaupt meer gedaan?" voegde ze er aan toe en
nu zuchtte Draco en keek sip naar beneden want hij was in de
tussentijd naar Madison toe gelopen en op het bed gaan zitten.
"Hoe
weet je dat?" vroeg hij maar durfde haar niet aan te kijken.
"Weet
je hoe ik dat weet, ik werd wakker en hoorde je op de gang en ik ben
je toen gevolgd en dat is maar goed ook" zei Madison op normale
toon en wreef het slaap uit haar ogen.
"Madison hoe lang heb je
daar gestaan?" vroeg Draco alsof hij het helemaal niet erg vond.
"Dat je dat nog kan vragen ik heb er lang genoeg gestaan!"
zei Madison weer wat harder. Het was al erg dat hij haar had bedrogen
laat staan dat hij het helemaal niet erg vond dat zij het had gezien.
Madison kon er niet meer tegen, ze wilde zijn gezicht niet meer zien,
ze wilde met iets gooien, haar kussen die lag binnen handbereik. Ze
pakte die en gooide die in Draco's gezicht, ze stond op en gooide
met een glas die op het bureau stond ze kon er niet meer tegen. De
woede die ze eerder die dag al had gevoeld kwam weer terug en Draco
stond op en probeerde naar Madison toe te lopen.
"Blijf weg!"
schreeuwde ze en Draco keek Madison nu met die bekende lieve blik
aan. Niet de arrogante en bedrijgende blik van hem die hij altijd
tegen andere gebruikte, maar de blik die haar hart deed doen smelten,
zijn ander kant. Toch was woede de overheerser en barstte ze in
tranen uit. Ze begon nu te huilen en hield haar handen voor haar
ogen.
"Madison het is waar ik heb haar gezoend maar…" begon
Draco maar Madison onderbrak hem.
"Peper het er nog in!"
schreeuwde ze en stormde op de kast af. Niet boos maar erg relaxt al
was het in haar lichaam nog niet helemaal afgekoeld. Ze pakt al
Draco's kleren en liep naar de gang, ze deed de deur open en gooide
alles op de rond. Ze zag Draco in haar ooghoeken met open mond toe
kijken en vergat helemaal wat hij wilde zeggen. Nu pakte Madison zijn
andere bezittingen en zette dat ook op de gang.
"Dit is nu mijn
kamer en ik wil niet dat je er nu bent" zei ze maar hoorde dat haar
stem erg zacht en trillerig was.
"Maar Madison laat me het uit
leggen" probeerde Draco.
"Wat gebeurt er hier?" vroeg
Hermelien die opeens in de deuropening stond en naar alle spullen
keek die op de grond lagen.
"Ik wil Draco weg hebben maar hij
wilt niet gaan" zei Madison en nu keek Draco Madison met een
had-dat-nou-niet-gezegt blik aan en liep weg.
"Ik geef je niet
op" zei Draco en liep nu weg en pakte al zijn spullen op. Hermelien
deed de deur dicht en Madison liet zich op het bed vallen. Nu moest
ze het hele verhaal voor de derde keer die dag mee maken. Ze deed
haar ogen dicht en viel vrijwel direct in slaap onder het gevraag van
Hermelien wat er was gebeurd.
