Hoofdstuk
33
Een laatste gegeven kus
Madison draaide zich om en
stond oog in oog met Draco.
"Gelukkig heb je het gene nog niet
gedaan dat je wou doen" zei hij en omhelsde haar net zo hevig als
zijn moeder net had gedaan. Madison deed haar ogen open die ze een
kort moment had dicht gedaan en schrok zich meteen een ongeluk. Er
kwam een spreuk op Draco en haar af. Ze leviteerde omhoog en hield
Draco vast die zich een ongeluk schrok.
Al snel landde ze weer en
begonnen ze zij aan zij te vechten met verschillende Dooddoeners.
"Hoe is het je gelukt om ontsteend te worden?" vroeg ze en
vuurde een spreuk af die mistte.
"Door Orlando, je had geen
rekening gehouden dat hij ook nog thuis was" zei Draco en Madison
kon zich wel voor haar kop staan dat ze daar niet aan gedacht had.
Gelukkig was het goed afgelopen.
"En hoe heb je me gevonden?"
vroeg Madison weer en ontweek snel een spreuk.
"Je sporen
volgen" zei Draco simpelweg maar Madison kon het zich niet
voorstellen dat ze sporen had achter gelaten. Ineens raakte een
onbekende spreuk van een onbekend iemand op haar af en raakte die in
haar been. Ze werd naar achteren geblazen ver van Draco vandaan. Ze
landde tegen een staand bord aan en zag dat een klein dik en een
groot dun persoon zich in de winkel schuil hielden.
Ze wist niet
wie het waren of hoe ze er goed uit zagen. De zon was dan al veel
meer op, het was op sommige plekken nog steeds schemerig. Madison
probeerde op te staan maar ging snel weer zitten door de pijn die
door haar been heen schoot.
Ze kon niets anders doen dan stil
zijn en wachten tot de pijn wat gezakt was. Niemand had door dat zij
zo ver weg was geblazen behalve Draco, maar Madison zag hem nog
steeds vechten tegen Zabini al waren het hele lullige spreuken en was
het duidelijk dat geen van de twee elkaar pijn wilde doen.
Dan
was er altijd Hermelien nog die tegen Patty Park vocht, wat had
Madison haar zelf graag in de pan gehakt, maar ze zag wel dat
Hermelien het prachtig deed, ze had nu zelfs het haar van haar in de
brand gestoken. Als deze situatie niet zo ernstig was geweest had ze
dubbel gelegen maar ze hield zich nu in.
Remus en Tops vochten
tegen twee klerenkasten die Korzel en Kwast heette en die deden het
ook niet slecht. Ron hielp Harry met Voldemort die het jammer genoeg
goed vol hield. Verder zag ze nog meer gevechten met onder andere
Orlando er in al wist ze niet met wie hij allemaal vocht, ook een
paar mensen van de orde herkende ze niet, maar veel kon haar dat op
het moment niet schelen.Dit vormde samen het gevecht. Toch had ze het
zich eigenlijk wat spectaculairder voor gesteld.
In eens viel
Kwast bewusteloos neer en ging de deur naast haar op een keer open.
Er kwamen twee personen naar buiten die Madison niet zagen zitten.
De een had lang vet haar en een puntneus en ging gehuld in een
zwart gewaad en de ander was klein en mollig en was kalend: Severus
Sneep, en Wormstaart die beter bekend stond als Peter Pippeling.
Wormstaart liep achter Sneep aan met opgeheven toverstok.
Nu
was de duistere zijde in het voordeel, ze moest opstaan en vechten.
Ze stond op en leunde op haar gewonde voet.
"Au" riep ze en
zakte weer in een. Ze zag hoe de twee mannen zich in het gevecht
gingen mengen. Sneep man kon vrij goed vechten en was goed in
nonverbale spreuken, iets wat Madison niet kon. Ze had het wel
geprobeerd, maar kon het gewoonweg niet. Het was geen verplichte
spreuk op een examen dus hadden zij en Hermelien er geen verdere
aandacht aan besteed.
Ineens gebeurde er iets waarop Madison als
versteend stond toe te kijken en zo te zien niet alleen zij maar de
rest staakte ook hun gevecht. De toverstokken van Voldemort en Harry
verbonden zich met elkaar door een straal en er kwamen kleine
lichtstralen vanaf. Madison zag ook twee lichtbundels een groene en
rode. Ze dacht dat het vast voor twee spreuken stond. Harry had dit
verschijnsel al eens eerder gehad, dat wist ze. Dat had hij aan haar
verteld. In zijn vierde jaar was dit ook gebeurd toen Voldemort terug
kwam. Dit verschijnsel heette priori incatatem.
Hermelien had
verteld dat dit verschijnsel alleen kon gebeuren als twee
toverstokken met dezelfde kernen tegenover elkaar staan. Het kwam
niet vaak voor en Madison hoopte dat het nooit bij haar zou gebeuren
want zo te zien zag het er moeilijk uit voor zowel Harry als
Voldemort.
Dit duurde een tijdje en Madison zag de spreuken heen
en weer tussen de draad in het midden gaan, ook verscheen er een
ruimte om hen heen want moeilijk te omschrijven viel.
Ineens
verbrak een van de twee de verbinding en werden de spreuken een. De
krachtbol die een witte kleur had kwam op Madison af en sommige
mensen kwamen er nu pas achter dat Madison dar zat. Maar veel tijd om
daar aan te denken had ze niet. Er kwam een levensbedreigende bol op
haar af, want als je door die bol heen liep was je zeker weten dood.
Madison kon niks bedenken en de tijd drong, nog een paar seconden
en ze zou dood zijn. Zonder het te merken gebruikte ze haar
telekinese en vuurde ze de bol in tegenovergestelde richting. Ze wist
niet naar wie de bol zou gaan maar toen ze zag wie die persoon was
schrok ze. De bol ging regelrecht op Harry af en het was te ver weg
om terug te sturen. Harry keek Madison met een vastbesloten gezicht
aan en ze zag dat hij een plan had. De bol kwam op hem af en hij
mompelde snel een paar woorden, de bol veranderde nu van richting en
ging nu naar Voldemort toe, die stond maar twee meter bij Harry
vandaan. Hij kreeg geen tijd om een plan te bedenken, die bol raakte
hem en met een verblindende lichtflits verdween de bol. Toen Madison
haar ogen weer open deed zag ze Voldemort bewusteloos op de grond
liggen. Veel mensen zowel ordeleden en Dooddoeners kwamen naar het
lichaam kijken of het echt zo was. Maar dit was echt het einde van
jeweetwel, hij die niet genoemd mag worden, de heer van het duister,
Voldemort.
Harry kwam ook naar voren en er werd een weg voor
hem gemaakt. Hij liep naar Voldemort toe en keek naar hem. Hij was
dood, hij was echt dood.
Ineens kwam er uit het niets een groene
spreuk op Harry af, Madison wist dat dit de vloek des doods was en
Harry kon hem nog maar net ontwijken.
Toen ze zag wie die straal
had afgevuurd zag ze dat het Sneep was geweest.
"Severus, hij
is weg je bent geen Dooddoener meer" zei een Dooddoener die Madison
niet kende tegen Sneep.
"Er zijn nog steeds oude wonden" zei
de man en vuurde weer een spreuk af, nu was het echter te laat Harry
kon hem niet ontwijken hij zou dood gaan.
"Nee!" schreeuwde
een hoge stem en Wormstaart die samen met Sneep was gearriveerd. Hij
sprong naar voren en ving de vloek des dood voor Harry op.
De
'nee' echode nog een paar seconden door de Wegisweg en iedereen
was stil, ook Sneep.
Op dat moment werd het Harry te veel en viel
op de grond. Madison kroop vanuit haar positie snel naar Harry toe
wat er erg amusant uit zag, maar het kon haar niet veel schelen. Ook
Hermelien en Ron waren naar Harry toe gekomen en voelde of hij nog
wel leefde. Dit was gelukkig nog wel het geval.
"Laat nu je
stok vallen" zeiden verschillende mensen tegen Sneep en zijn
toverstok hing nutteloos naar beneden maar hij liet hem nog niet
vallen.
"Avada Kedavra!" schreeuwde hij en er kwam weer een
spreuk op een bewusteloze Harry af. Madison stuurde die met haar
krachten terug naar de man en werd doorboord met de spreuk, Madison
schrok van wat ze had gedaan. Ze had Sneep vermoord, het was niet
expres gegaan. Madison was nou eenmaal gewend om de spreuk terug te
sturen naar de eigenaar.
Verschillende blikken keken haar
aan. En sommige verdwijnselde nu. De oorlog was afgelopen en het was
tijd om hun oude onbezorgde leven weer op te pakken. De zon was
vrijwel helemaal op gekomen en verlichtte iedereen. Dit was de dag
waarop de toverwereld bevrijd werd.
"Kom we brengen hem naar
het st. Hostilo" zei Remus die ook bij Harry kwam kijken. Hij was
aan zijn gezicht te zien heel bezorgd maar ook gerustgesteld toen hij
zag dat Harry nog ademde.
"Ja" zei Hermelien en ze
verdwijnselde samen met hem gevolgd door de rest. Madison was anders
nog niet van plan om te gaan. Ze was nu wel blij dat de oorlog
afgelopen was maar ze was nog niet vergeten waarvoor ze gekomen was.
"Madison gaat het?" vroeg Draco en hij tilde haar van de
grond op. Haar enkel deed minder pijn en net aan kon Madison staan.
"Ja, het gaat beter dan dat het was" zei ze en ze knuffelde
Draco. Dat had ze wel even nodig alleen om even te zeggen dat ze blij
was dat deze oorlog voorbij was. Nu kon Madison ook goed om haar heen
kijken en zag dat er een paar mensen dood waren. Tot haar verbazing
ook Patty Park. Eigenlijk lag ze er best zielig bij, maar veel
medelijden kon ze niet naar boven halen voor haar.
"Het is
eindelijk over" zei hij.
"Ja, eindelijk geen oorlog meer"
zei ze terug. Ze liet Draco nu los en draaide zich om. Lucius
Malfidus was er nog steeds en bekeek een paar van zijn oude
'vrienden' die bloedend op de grond lagen.
"Avada Kedavra!"
schreeuwde ze naar hem en hij ontweek. Op een haar na was hij dood
geweest.
"Madison hou op!" riep Draco en probeerde de stok
van Madison af te pakken wat niet lukte.
"Jij hebt allebei mijn
ouders vermoord, nu ga jij er aan!" schreeuwde ze en stuurden nog
een vloek op hem af.
"Wat jij wilt dan heb ik meteen jou ook"
zei hij en vuurde een vloek af die Madison terug kaatste.
"Vader
hou op!" schreeuwde Draco toen hij wist dat hij Madison niet kon
stoppen.
"Nee" zei hij simpelweg en stuurde een groene vloek
op Madison af. Madison wist even niet meer wat ze moest doen, deze
vloek kon ze niet ontwijken.
Deze vloek zou haar dood worden. Ze
deed haar handen voor haar gezicht maar voor ze het wist werd ze
opzij geduwd door Draco waarna ze samen op de grond belandde.
Toen
ze haar handen voor haar gezicht vandaan haalde schrok ze zich bijna
dood. Tranen brandden er in haar ogen. Draco had geprobeerd Madison
om te duwen maar had zelf de vloek op hem gekregen. Draco lag nu op
haar met open ogen waar geen leven meer in was.
"Nee" snikte
ze en sloeg haar armen om Draco heen. Hij was ijskoud wat ze
angstaanjagend vond, ze kon dit niet geloven. Ze kon dit niet meer
aan, op dat moment werd het zwart voor haar rode ogen en viel ze met
een luide dreun met haar hoofd op de grond.
Toen Madison haar
ogen weer open deed zag ze dat ze op een prachtige plek was. Op de
grond hing een witte mist die tot haar heupen door ging zodat je niet
wist waar je stond. Overal was het wit en er klonk een lied. Een lied
waarvan je hoop kreeg. Madison had het idee dat het door engelen werd
gezongen zo mooi.
"Madison" zei een stem van Draco en hij was
ineens uit het niets voor har verschenen.
"Draco" zei ze en
omhelsde hem zacht. Het was toch wel eng om met iemand te knuffelen
die dood was.
"Het spijt me, het spijt me zo" zei ze en liet
hem los en keek in zijn prachtige grijze ogen waar nu een klein
lichtje in danste.
"Madison het is niet jou schuld, ik heb
mezelf opgeofferd om jou te redden. Een mooiere dood had ik niet
kunnen hebben" zei hij op een zachte toon.
"Nee, ik kan niet
leven zonder je, je mag niet dood gaan" zei ze zacht en haar wangen
waren nu nat van alle tranen die ze had gelaten.
"Het is mijn
tijd om hier heen te gaan maar nog niet die van jou" zei hij en
veegde de tranen van Madison haar gezicht.
"Maar wat moet ik
zonder je, zonder jou wil ik ook dood!" zei ze en snikte. Draco had
een glimlach op zijn gezicht en die trok Madison nu ook. Ze kon dit
niet geloven, dit was zo onwerkelijk.
"Ik heb nog een dochter
daar beneden waar voor gezorgd moet worden" zei hij.
"Je
ouders zorgen wel voor haar, laat me bij je blijven" zei ze terug.
"Nee, een kind heeft zijn moeder nodig" zei hij er weer tegen
in vastbesloten om haar niet hier te laten.
"Wat heeft jouw
vader ons aan gedaan, ik vermoord hem" zei ze en weer rolde er en
traan over haar wang.
"Madison, je bent geen slecht mens. Je
moet me beloven dat je nooit meer iemand vermoord. Het past niet bij
je" zei hij en keek haar aan.
"Ooit heb ik je gevraagd om
altijd jezelf te blijven, en hou je aan die belofte Madison beloof
het me. Word niet zo een moordenaar als mij" zei hij en Madison zag
dat nu ook zijn ogen nat begonnen te worden.
"Ik beloof het"
zei ze en ze kwamen naar voren en zoende elkaar. De laatste zoen die
Madison ooit van Draco zou krijgen. Ze voelde zijn lippen en tong en
streek over zijn borst heen. En dat voor de aller laatste keer, en
voordat Madison het wist, voordat ze er op had gerekend verdween
Draco uit het niets.
