More than Just a Girl
- Hoofdstuk 1: Het Begin -Marlies zat in de les van Toverdranken. Het was altijd hetzelfde ritueel. Iedere vrijdag het laatste uur was het Toverdranken samen met de Zwadderaars en iedere keer was professor Sneep nog irritanter dan de rest van de week. Marlies zat nu in haar zevende en laatste jaar Zweinstein en iedereen vond haar speciaal. Hoewel ze zelf niet kon bedenken waarom, er was niets speciaals aan haar. Ze had gewoon blond haar, dat krullend op haar schouders lag en van die ijskoude, twinkelende blauwe ogen. Ze droeg een rechthoekige bril met bijna dezelfde kleur van haar ogen. Haar naam was Marlies Penutsmaker, een ongelooflijke stomme achternaam. Ze was zeven jaar geleden ingedeeld door de Sorteerhoed in Griffoendor, werd in haar vijfde jaar Klassenoudste en dit jaar was ze Hoofdmonitor geworden. Ze had altijd goede punten, daar zorgde ze voor, zelfs bij Toverdranken. Het enige opvallende aan haar was, dat ze goed bevriend was met de professor Verweer Tegen de Zwarte Kunsten, niemand minder dan Harry Potter. Vier jaar geleden had hij het vak op zich genomen en was hij Marlies lievelingsleerkracht en lievelingsvak geworden. Ze was er heel goed in en behaalde op haar duizendste gemak altijd het maximum van de punten, of toch bijna altijd. Wat er ook opvallend aan haar was, was hoe professor Sneep, ondanks ze een Griffoendor was, heel goed met haar kon opschieten. Marlies was één van de weinigen die goed met iedereen kon opschieten en vooral met leerkrachten, hoewel ze dit zelf niet doorhad. Zwadderaars waren jaloers op haar vanwege haar goede punten bij alle lessen en vooral bij die van Toverdranken. En de vele meisjes van Zweinstein keken haar altijd bedreigt aan, overal waar Marlies kwam waren er altijd jongens die zich omdraaiden en haar aangaapten, maar van dit alles was Marlies zich niet van bewust. Het enige wat ze wist, was dat ze vele vrienden en vriendinnen had, hetzij meer jongens dan meisjes. En dat was het, meer viel er over haar niet te vertellen.
Marlies was net bezig met haar brouwsel van deze les in een flesje te droppen toen professor Sneep aan haar zijde kwam staan.
'Dat heeft de perfecte kleur, juffrouw Penutsmaker.' Keurde professor Sneep goed.
'Dank u.' antwoordde Marlies.
Professor Sneep legde zijn hand op haar schouder terwijl hij goedkeurend verder keek naar het brouwsel in het flesje. Marlies voelde haar niet op haar gemak met de hand van de leerkracht op haar schouder en ademde zwaar door haar neusgaten. Ze voelde hoe de hand zachtjes in haar schouder kneep en dan haar losliet.
Professor Sneep ging over naar de volgende leerling in zijn klas. Hij had zonet de schouder vastgehad van zijn lievelingsleerlinge. Hij had moeite om zich te bedwingen om Marlies gewoon vast te nemen en haar geur op te snuiven, in haar haar zitten woelen, haar strelen. Ondanks zijn vele nachtmerries de voorbije twee jaar, was hij meer en meer voor haar charmes gevallen. Severus wist dat er nooit iets zou kunnen zijn tussen hen. Tenslotte was hij haar leerkracht en zij zijn leerlinge en dan kwam er ook nog eens bij dat hij veel te oud voor haar was, maar deze redenen waren niet voldoende om Severus' hart minder snel te laten kloppen als hij Marlies zag. Bij iedere gelegenheid dat zich voordeed en hij haar kon aanraken dan gebruikte hij die ook met volle teugen. Hoe langer hij haar kende, hoe meer hij viel voor haar charmes en hoe meer het hem niet meer kon schelen wat de eventuele gevolgen zouden kunnen zijn. Dit was haar laatste jaar op Zweinstein en het was nu of nooit!
'Juffrouw Penutsmaker, kan ik je na de les even spreken?' vroeg hij Marlies vriendelijk.
'Ja, hoor.'
Het antwoord kwam volgens Severus er liefdevol uit en het deed zijn bloed hard stromen tegen de aders. Maar de echte klank van het antwoord was vriendelijk en onverschillig, maar dat ontging Severus.Hij stapte richting zijn bureau en zette zich neer. Hij liet zijn blik dwalen en keek, zonder dat hij het wist, weer naar Marlies.Ze was zo perfect, hij had haar zien opgroeien, hij had haar daarmee geholpen door haar Toverdranken aan te leren. Hij had gezien hoe Marlies twee jaar geleden, toen alles was begonnen, naar hem toegekomen was. Ze kon nergens anders heen.Er werd op zijn deur geklopt en Severus keek op.
'Ja?' Vroeg hij met tegenzin. Hij was uitgeput, zijn leerlingen hadden deze week hem een vermoeiende week bezorgd.
'Professor?'
'Ja, wat is er?' en hij keek op, naar degene die het zich waagde hem op dit uur nog lastig te vallen. Het was een griffoendor meisje, wat deed die hier, vroeg hij zich af.
'Euhm, professor. Ik weet,' begon ze aarzelend.
Severus dacht diep na, wie was dit meisje nu ook al weer? Was het niet juffrouw Protsemakers? Nee, dat was het niet. Of misschien was het Prutsemakers? Nee. Wat was het nu weer? Ah, juffrouw Penutsmaker, ja dat was het! Blij dat zijn geheugen zich nog niet in de steek liet, zakte hij achterover in zijn stoel en keek het meisje vragend aan.
'Ik wou je niet storen, professor. Maar…'
'Kom terzake, juffrouw Penutsmaker. Ik heb niet de hele avond de tijd!' Sneep begon woedend te worden. Wat was er nu weer aan de hand?Maar daarvoor kreeg hij de tijd niet.
Marlies stond voor haar professor Toverdranken. Ze had iets op haar hart liggen dat er absoluut af moest. Ze was eerst bij Harry geweest, maar hij was er niet en ze had steun van iemand volwassen nodig, eender wie als het maar Perkamentus niet was!Toen de professor haar zo ruw onderbrak, was de moed haar in de schoenen gezonken en vroeg ze zich af waarom ze naar hem was gekomen. Hij was professor Sneep!Nog voor ze zich kon inhouden, of nog maar wenrennen, begon ze luid te snikken. Haar emoties waren te veel, het was alles in één keer!
'Wat in godsnaam is er mis, juffrouw Penutsmaker?' Marlies vond dat zijn stem zo streng klonk, hoe kon ze nu op het idee komen om het aan hem te zeggen?
'Ik,' stotterde ze 'Ik, ik, ik kan het niet zeggen. Niet tegen u.' fluisterde ze zacht.
'Hoe, u kunt het niet tegen mij zeggen? Waarom komt u dan naar hier?' de leerkracht keek haar nieuwsgierig aan en door haar betraande wimpers heen kon Marlies zien dat zijn blik er bezorgd uitzag, ondanks de afschuw in zijn stem.
'Ik ben, ik ben,'
'Ga je nu nog verder geraken dan "ik ben"?'
Hierdoor begon Marlies nog meer te snikken. Het begon haar te duizelen, alles begon vaag te worden, maar ze hield haar sterk. Ze besloot om het gewoon te zeggen. Hij moest toch ergens een greintje fatsoenlijkheid hebben, waar dan ook?
'Mijn ouders zijn in een vliegtuigongeluk omgekomen, vorige nacht,' Marlies nam adem 'Ik ben wees.' En toen stortte ze in.
Severus liet de informatie, die als een klap in zijn gezicht aankwam, tot zich doordringen. Hoewel hij daar niet echt de kans voor kreeg. Nog voor hij kon reageren, zakte Marlies in elkaar en sprong hij recht zodanig dat ze niet tegen de vloer zou vallen. Met een zachte plof kwam ze bewusteloos in zijn armen terecht. Severus vroeg zich af wat hij moest doen, zou hij haar naar de ziekenzaal brengen of haar naar zijn slaapkamer brengen? Hij besloot voor het laatste, aangezien dat veel dichter bij was.
Ze lag daar nu al meer dan 5 uur en al die tijd zat Severus naar haar te kijken. Hij had zitten nadenken over hoe hij zou reageren moesten zijn ouders zo een dood gehad hebben. Waarschijnlijk niets, hij hield niet van hen. Maar dit meisje had in een paar seconden tijd te weten gekomen dat ze geen thuis meer had en geen familie. Ze was wees.Opeens draaide Marlies zich om en keek hem recht in de ogen, die ijskoude ogen deden Severus lichtjes trillen.
Marlies opende haar ogen en vroeg zich af waar ze was. Dit alles kwam haar niet bekend voor. Het bed, met zijn matras, kwam haar onbekend voor. Dan maar de kamer eens bekijken, in plaats van die kale muur en ze draaide zich om. Marlies schrok vanbinnen toen ze in de ogen van professor Sneep keek. Ze wist opeens weer wat er was gebeurd. Het begon haar allemaal weer duidelijk te worden. Het briefje dat haar werd gegeven dat ze bij professor Perkamentus moest gaan, het schoolhoofd vertelde haar het slechte nieuws over haar ouders, hoe haar wereld in elkaar stortte en hoe ze met iemand wou spreken, die haar begreep. Wie kon dat beter dan Harry Potter, die ook wees was? Maar hij was er niet geweest. De enige naam, die toen door haar hoofd vlamde, was professor Sneep. Marlies was de enigste geweest van de Griffoendor meisjes, of algemeen van Griffoendor, die hij goede punten gaf.Plots kwam er een schaamtegevoel over haar heen, ze wist dat ze bewusteloos moet geweest zijn en dat in de buurt van een leerkracht. Marlies besefte ook onmiddellijk, toen ze weer bij haar positieven was, dat zij professor Sneep's ogen aan het bestuderen was. Ze hadden een mooie, diepe, zwarte kleur waar zoveel gevoelens zich schuilhielden . Ze zag niet alleen haat, hebzucht en gierigheid, maar ook bezorgdheid, liefde en medeleven, of beeldde ze zich dat maar in? Hij had borstelige wenkbrauwen en korte wimpers. Haar blik dwaalde weg van zijn ogen en keek naar zijn neus. Het was een lange neus, ook weer niet te lang. De neus was een klein beetje gebogen, alsof er een bult onder zat, maar vreemd genoeg paste de neus bij de rest van de professor zijn gezicht.
'Ahum,' kuchte professor Sneep, 'Is mijn gezicht goedgekeurd?'
'Euhm, professor?'
Severus keek verschrikt op en keek in die ijskoude, blauwe ogen van Marlies.
'Ja, wat is er?' vroeg hij verbaast.
'De bel is gegaan.' Nu was het Marlies haar beurt om Severus verbaast aan te kijken. 'U had toch gevraagd of ik even kon blijven? U wou me toch spreken, of niet soms?'
'Huh?' Severus begon bijna te glimlachen toen hij haar onzekere en verbaasde blik zag. Hij schrok weer op uit zijn gedachten en besefte dat Marlies hem een vraag had gesteld. 'Oh, ja. Was ik even vergeten.'
'Als u me nu niet wilt spreken, professor, dan ga ik hoor.'
'Nee, neen,' schudde Severus heftig zijn hoofd. Dat was wel het laatste wat hij wou dat ze zou weggaan, 'Blijf maar of beter gezegd, zou u mij willen volgen naar mijn kantoor? Daar kunnen we rustig verder praten.'
Marlies knikte.
Marlies volgde professor Sneep en vroeg zich af wat hij nu weer van plan was. Toen hij toonde dat ze zich moest zetten op de stoel tegenover zijn bureau, kon ze niet langer haar nieuwsgierigheid bedwingen en vroeg professor Sneep op de man af: 'Waarvoor wilt u mij spreken, professor Sneep? Heb ik iets verkeerds gedaan, misschien?'
'Neen, natuurlijk niet. Hoe gaat het met je?'
Marlies trok verbaast haar wenkbrauwen naar omhoog. Dat had hij haar niet meer gevraagd sinds…sinds…ja, sinds wanneer?
'Hoe bedoelt u, professor?'
'Wel, ik vraag gewoon hoe het met je gaat, of begrijp je dat niet?' snerpte het antwoord van professor Sneep door haar ziel.
'Natuurlijk, wel.' Stotterde ze.
'Wel dan, waar wacht je dan nog op?'
'Het gaat prima met me.' Antwoordde ze toonloos.
'Prima? Ben je daar zeker van?'
'Euh, ja,' maar toen ze de blik van haar leerkracht zag, twijfelde ze. 'Ik denk het toch.'
'Je denkt het, maar bent niet zeker?'
'Euh, ja.'
'Waarom ben je niet zeker?'
'Ik weet het niet, professor.'
'Waarom weet je het niet zeker?'
Marlies begon zich onzekerder en onzekerder te voelen. Professor Sneep bleef maar vragen op haar afvuren, waar ze geen antwoord – of toch geen juiste, volgens de professor – kon geven. Waar wou hij naartoe? Probeerde hij haar in één of andere hoek te drijven? Dat ging ze toch niet laten gebeuren en besloot om de rollen om te draaien.
'Waarom twijfelt u eraan dat het niet prima met me gaat?'
'Omdat je antwoord er maar zinloos uitkwam. Alsof je mij probeerde te misleiden.'
'Waarom zou ik u willen misleiden?'
'Omdat je zelf de waarheid van je antwoord wilt ontvluchten, misschien?'
'Waarom zou ik mijn antwoord willen ontvluchten?'
'Om niet gekwetst te worden, juffrouw Penutsmaker.'
'Waarvoor zou ik dan gekwetst moeten zijn?'
Marlies begon zo haar twijfels te krijgen over het gezonde verstand van professor Sneep.
'Ik denk dat we beiden weten waarom.'
'Oh, ja. Dan moet ik u teleurstellen, professor. Ik heb geen flauw idee waarover u het hebt. Zou u mij een tip kunnen geven?'
Severus kreeg er zenuwen van. Hij had geantwoord op haar vragen, maar nu was hij het toch beu aan het worden. Hij wou werkelijk weten hoe het met haar ging.
'Juffrouw Penutsmaker, ik ga niet zinloos rond de ketel gaan draaien. Hoe voel je je nu, op dit eigen moment!'
'Zoals ik al zei, professor. Prima!'
'De waarheid!' brulde hij en om zijn woede nog meer te laten uitkomen, klopte hij hard met zijn vuist op het blad van zijn bureau. Een paar seconden later had hij er spijt van, toen zijn hand pijnlijk begon te bonzen en vooral wanneer hij zag hoe zijn studente trilde van zijn woede uitbarsting.
'Angstig, professor.'
'Het spijt me,' meende Severus oprecht, 'Ik had niet zo tegen u mogen uitvallen. Ik wil weten hoe je je voelde, voordat ik tegen je uitvloog.'
'De waarheid?'
'De waarheid.' Knikte Severus bevestigend.
'Niet zo goed.'
Severus zag haar aarzelen en besloot om er meer achter te weten te komen. 'Wat is het probleem?' vroeg hij medelevend.
'Als ik eerlijk mag zijn, professor,' begon Marlies en wanneer ze professor Sneep een handgebaar zag doen dat ze vooral niet mocht stoppen, ging ze verder. 'Ik dacht dat ik me prima voelde tot dat u me deed twijfelen.'
'Deed ik je dan twijfelen?'
Marlies besloot om daar niet op in te gaan en vervolgde haar uitleg. 'U deed me inzien, dat ik mij maar oppervlakkig prima voelde. Nu weet ik beter. Ik voel me…'
'Je voelt je allesbehalve prima?'
Ook dit negeerde Marlies. 'Ik voel me hartstikke goed in mijn vel.'
Marlies kreeg de slappe lach toen ze de verbaasde blik van professor Sneep zag en besefte dat hij er in getuimeld was. Opeens stopte ze met lachen.
Severus keek haar woedend aan. Hij had aan haar getoond dat hij bezorgd om haar was en als beloning zag hij haar hem uitlachen. Severus moest wel toegeven dat ze een mooie lach had, vooral aanstekelijk. Hij had Marlies al eerder zien lachen: aan de tafels in de Grote Zaal, in de gang, wanneer Griffoendor een Zwerkbalmatch won, onder haar vrienden, zelfs naar hem. Het had hem ook al opgevallen dat wanneer ze lachte, haar ogen altijd die vrolijke twinkelende schijn had. Iedere keer als hij Marlies zag lachen, vrolijkte hij meteen ook op.Maar niet deze keer, hij wist dat ze het niet meende wat ze zei. Dan maar de harde en korte pijn, dacht hij bij zichzelf.
'Goed, je laat me geen keus. Als je het liever zo wilt.' Zei hij koeltjes tegen Marlies.
'Welke keus?' keek Marlies hem argwanend aan.
'Deze keus. Ik vroeg me af hoe je je voelde nu je al twee jaar zonder ouders leeft, zonder enige familie en toen je had besloten om hier op Zweinstein in de vakanties te blijven en hier te komen wonen.' Hij ademde eventjes en sprak toen toonloos verder: 'Ik vroeg me af of je niet eens met mij daarover wou praten, aangezien ik je toen ook hebt geholpen. Ik vroeg me af of het werkelijk met je goed ging, want als ik nu eens eerlijk mag zijn, juffrouw Penutsmaker, je punten gaan achteruit wat Toverdranken betreft, en niet omdat ik je haat, maar omdat je onvolledig bent en bovenal, afwezig bent in de lessen!'
'Ik heb nog nooit een les gemist.' Zei Marlies, die duidelijk haar oren niet kon geloven.
'Daar heb ik het niet over.' Severus zuchtte lichtbaar geërgerd. 'Je bent lichamelijk aanwezig, maar niet met je gedachten, Penutsmaker. Ik heb ook al gemerkt dat je je onder vrienden niet meer gedraagt zoals je dat vroeger deed. Ik zie je wel nog plezier maken, maar het is geforceerd, je lacht geforceerd, je bent vriendelijk, maar het is geforceerd. Ik heb gehoord dat je je voortdurend afzondert op je kamer en in de uilenvleugel. Ik heb gemerkt dat je bijna niets meer eet.'Severus zag de ogen van Marlies van verbazing opensperren. Ze keek hem ongelovig aan.
'Hoe kom je daar nu bij? Bespioneer je mij soms?' vroeg Marlies verbluffend.
Was het zo duidelijk dat ze de laatste tijd afwezig was en nu meer dan ooit haar ouders miste, was het echt zo duidelijk dat zelf een vreemde, een leerkracht het veranderde gedrag van haar merkte?
'Je weet net zo goed als ik dat ik dit niet aan het verzinnen ben.' Zuchtte professor Sneep. 'Ik heb je twee jaar geleden verteld, juffrouw Penutsmaker, dat ik je in de gaten zou houden en dat je altijd bij mij langs mocht komen als het niet ging. Maar blijkbaar ben je dat vergeten of wil je mijn hulp niet.'
'Ik ben het niet vergeten.' Mompelde ze.
Integendeel! Ze had er al een paar keer over nagedacht om bij professor Sneep te gaan, maar had dat voor de één of andere manier steeds uitgesteld. Ze was stom geweest om te denken dat niemand het zou gemerkt hebben. Ze kon zich nog zo goed herinneren dat professor Sneep voortdurend opdoemde op momenten wanneer ze het minste had verwacht, hij haar in de gaten hield dat ze niet depressief zou zijn en iets stoms zou uithalen, dit allemaal in het eerste jaar na de dood van haar ouders. Daarna was hij gestopt met haar in het oog te houden, of dat had Marlies toch gedacht.
'Waarom ben je dan niet langsgekomen?' vroeg professor Sneep met een zachte stem.
'Ik – Ik – Ik,' stamelde Marlies.
Severus zag dat zijn leerlinge op het punt stond om in huilen uit te barsten. Om geen moment van schaamte te hebben stond hij op en ging op zijn hurk naast marlies zitten en legde een troostende hand op haar schouder.
'Het is goed, ik hoef geen antwoord.' Zei Severus stilletjes en hij liet toe dat Marlies zich omdraaide om hem tenslotte vast te nemen rond de nek en in huilen uit te barsten.
Terwijl Severus Marlies troostte, was hij in gedachten verzonken. Hij had haar nu al sinds de grote vakantie tot nu toe zien veranderen. In het begin was ze nog vrolijk en speels geweest, niet haar grote mond te vergeten! Maar naarmate dat het schooljaar zich verstrekte was ze gaan veranderen. Haar punten begonnen langzaam te zakken, ze lachte maar af en toe, 's morgens zat ze niet aan de ontbijttafel en naarmate de weken verstreken zat ze ook al niet meer 's middags en 's avonds voor het eten aan de tafel. Twee weken geleden bij de Zwerkbalmatch Griffoendor – Zwadderich was Marlies niet komen opdagen en nog steeds zakte haar punten en kwam nu zelfs af en toe te laat in zijn lessen. Hij zag haar geleidelijk aan magerder worden tot over een week een vriendin van haar tegen Marlies zich bezorgt maakte. Sindsdien kwam ze weer eten – al was het maar weinig tot bijna niets – lachte ze weer – wel geforceerd. Maar haar gedrag was er niet beter op geworden. Misschien dachten haar vrienden dat Marlies weer de oude was geworden, maar Severus wist beter. In deze laatste week was Marlies begonnen met zich op te sluiten op haar kamer en een rol speelde tegenover haar vrienden. Severus moest toegeven dat ze goed kon acteren, aangezien zelfs haar beste vrienden mooi in de val liepen. Severus zag dat de laatste test van Marlies allesbehalve nog goed was. Ze was op drie dagen tijd vier punten gedaald en had nu nog maar een één behaald. Snikkend verstoorde Marlies zijn gedachten: 'Professor?'
'Hmm.' Antwoordde hij uit teken dat ze mocht spreken.
'Professor, wilt u mij helpen?'
Marlies keek professor Sneep onzeker aan. Wanneer ze hem bemoedigend zag glimlachen, ontspande ze zich meer.
'Natuurlijk wil ik je helpen, Marlies.' De woorden waren slechts een gefluister, maar Marlies had ieder woord verstaan. Ook zij glimlachte terug, ook al was het een beetje beverig. Marlies zocht naar een zakdoek in één van haar zakken, maar vond er geen. Ze besloot dan maar om gewoon haar neus op te halen, bij gebrek aan iets dergelijks. Bij dat teken was het alsof professor Sneep wakker sprong en naar zijn bureau terug liep. Daar zag ze hem een lade openen en er een zakdoek uithalen.
'Hier,' gaf hij haar de zakdoek, 'kan ietsje handiger zijn.'
Dankbaar nam ze het aan en maakte er gebruik van. Toen ze het weer opvouwde stak ze het in haar binnenzak van haar gewaad en toen werd het stil, vreselijk stil.
In de voorbije tien minuten hadden ze elkaar alleen maar stilzwijgend aangestaard. Professor Sneep had soms van zijn stoel opgestaan en stapte rond in zijn kantoor. Af en toe had hij zijn mond geopend alsof hij iets wou zeggen, maar had zich toen weer bedacht en was dan weer op zijn stoel gaan zitten. Daar was hij zenuwachtig met zijn veer beginnen te spelen en toen hij had gemerkt dat het op Marlies haar zenuwen werkte, was hij gestopt. Nu had professor Sneep zich niet meer bewogen voor wel vier minuten en waren ze in een stilzwijgend ooggevecht geraakt.
Marlies herinnerde zich nog toen ze voor het eerst zijn ogen had opgemerkt en later nog vele keren had bestudeert. Iedere keer wanneer ze hem diep aankeek, kreeg ze twijfels. De ene keer hadden die ogen haar met begrip, liefde, genegenheid, trots en geluk aangekeken. De andere keer: haat, schaamte, droevigheid, afgunstig en vooral met afkeer. Professor sneep had zoveel verschillende opzichten wat zijn ogen betrof, dat ze zich nog steeds afvroeg of hij zich op dit eigen moment zich schaamde, haar iets wou zeggen dat belangrijk was, of haar gewoon wou wegsturen uit verveling. Wat ging er toch in hem om?
'Moet ik het haar nu vertellen, of niet?' Dacht Severus. 'Nee, dit was geen goed moment, of juist wel?'
'Nee, nu nog niet! Wachten, Severus, wachten!'antwoordde een stemmetje in Severus zijn gedachten. 'Je wilt haar niet wegjagen, niet nu ze je hulp nodig heeft.'
'Maar heeft ze wel je hulp nodig?' antwoordde nog een ander een stemmetje.
'Natuurlijk, anders zou ze het toch niet vragen?'
'Misschien is het weer één van haar sarcastische opmerkingen, of gewoon een grap die ze uithaalde?'
'Neen!' schreeuwde het ene stemmetje weer. 'Dit was geen grap, ze had geweend, hem gesmeekt om haar te helpen. Ze had zijn hulp nodig en wel zo snel mogelijk!'
'Maar hoe kan ik haar helpen? Met wat moet ik beginnen?' vroeg Severus tegen zijn eigen gedachten.
'Misschien met te beginnen dat ze zich ontspant, op haar gemak voelt?' stelde het andere stemmetje weer voor.
Severus glimlachte om zijn gedachten. God, wat was hij blij met hen, ze zorgden er steeds voor dat hij een oplossing had.
'Marlies,' zei Severus wachtend tot ze uit haar eigen gedachten wereld kwam. 'ik stel voor dat je vanaf nu iedere avond rond acht uur bij mij komt, dan zullen we eens zien of we je weer kunnen oplappen. Als het belangrijkste achter de rug is, zal ik eens kijken of ik je kan helpen met je schoolwerk.' Hij keek Marlies aan en zag haar instemmend knikken. 'Goed,' ging Severus verder. 'je hoeft voor mij geen huistaken meer te maken en de testen niet mee te doen. Maar iedere vrijdag zal ik je hier op mijn kantoor overhoren of je wel hebt opgelet, misschien doe ik hier dan wel een klein testje voor je. Ik zal zien of ik iets dergelijks kan regelen bij je hoofdvakken, geen huiswerk meer of zo. Vanavond zal ik nog snel eens bij professor Perkamentus gaan, als je morgen voor de lessen nog eens wilt langskomen zal ik je verder informeren.'
'Ok,' antwoordde Marlies. 'Bedankt.'
'Is graag gedaan.' Glimlachte hij weer en stapte naar de stoel van Marlies. 'Als er iets is, kun je altijd langskomen, al was het in het holst van de nacht, of bij het krieken van de dag!'
'Zal ik onthouden, professor.'
'Als je wilt, mag je nu gaan. Ik hou je niet langer meer tegen.'
Hierbij stond Marlies recht en keek hem diep in de ogen. Een lichte trilling kwam er via zijn rug omhoog naar zijn nek en zijn maag maakte een vreselijke tuimeling, die hij nog wel leuk vond. Voor hij het goed en wel besefte haalde Marlies haar armen uit en sloeg ze rond zijn nek en omhelsde hem hevig.
'Bedankt, professor.' Zei ze stilletjes en vertrok toen, zachtjes de deur sluitend.
