Author's Note: Sorry, dat het weer zo'n tijdje heeft geduurd, maar in februari wou ik een deel posten, en dat mislukte maar steeds...mijn document werd niet herkend of zoiets, maar goed, deze keer werd dit dus wel gedaan... Oh, misschien hebben jullie het al door, maar ik was niet zeker of ik het al eerder vermeld had, maar dan zeg ik het toch nog maar eens. Als je Severus in vorige hoofdstukken zag staan bv. zei Severus, dan was dat in het standpunt van Severus, was het: zei professor Sneep, standpunt van Marlies...verdere uitleg beneden en gelieve pas na dit hoofdstuk te lezen.

Autmn Avaia thanks voor je review. Je geeft me goede moed om verder te schrijven.


- Hoofdstuk 7: Een nieuwe vriend. -

Marlies stapte haastig naar beneden, tot helemaal beneden. Eenmaal in de koele kerkers aangekomen rilde ze en nam haar gewaad stevig vast. Bij de deur aangekomen las ze een bordje: "Professor Severus Sneep, leerkracht Toverdranken." Marlies klopte op de deur.

'Wie is het?' klonk het ver langs de andere kant van de deur.

'Marlies, professor.'

Marlies hoorde iets vallen op de grond dat breekbaar was. 'Verdomme.'

'Als ik een andere keer moet…' begon Marlies, maar toen ging net de deur open. Een geeuwende professor stond naar haar te kijken. Hij wreef in zijn ogen en hield met een hand zijn gewaad toe en met zijn andere hand nodigde hij haar uit om binnen te komen.

Oftewel heb ik hem wakker gemaakt, oftewel heeft hij dringend nood aan slaap, dacht Marlies.

Professor Sneep nam zijn toverstok op zijn bureau en herstelde snel datgene wat gebroken was. 'Jammer voor de inhoud,' zei hij nogal triestig voor zijn doen.

'Sorry, professor als ik u stoorde,' verontschuldigde Marlies zich meteen. 'Kan ik misschien helpen om het opnieuw te maken?'

Professor Sneep glimlachte naar haar, maar moest het eventjes onderbreken om te gapen. 'Het is goed. Ik brouw morgen wel een nieuwe.' Hij keek Marlies eventjes aan. 'Wel, waarmee kan ik je helpen op dit onmenselijk uur?'

'Onmenselijk?' vroeg Marlies verbaasd. Snel keek ze naar haar horloge en zag dat het kwart voor één was. 'Jeetje, ik heb daar werkelijk uren gezeten.' Marlies zag professor sneep vragend kijken en wetend wat hij ging vragen antwoordde ze meteen: 'In de Waarzeggerijtoren met Tinne. Niets om u zorgen over te maken dus.'

Severus was meteen klaarwakker toen ze dat zei. Hoe wist hij dat hij haar ging vragen waar en met wie, nog belangrijker, hoe wist zij dat hij bezorgd was? Misschien was het gewoon toeval.

'Maar goed, om op u vraag te beantwoorden.' Marlies keek hem eventjes aarzelend aan. 'U zei toch dat ik mocht langskomen wanneer ik wou, of het nu heel laat, of heel vroeg was. Ja, toch?'

'Uiteraard,' haastte Severus zich. Hij gebaarde dat Marlies moest gaan zitten en nam zelf plaats achter zijn bureau. Hij was nogal verbaasd om Marlies hier nu, op dit uur, hier op zijn kantoor te zien. Aangezien ze het hem gisteren duidelijk had gemaakt dat ze niets meer van hem moest weten. Hij had gisteren tevergeefs gewacht op haar dat ze misschien nog zou komen, maar diep vanbinnen wist hij dat dat niet het geval zou zijn. Hij had gelijk gehad. Hij had niet geslapen, denkend hoe hij het weer kon krijgen zoals het was, dat ze weer vertrouwen in hem kreeg en dat Marlies doorhad dat hij haar niet haatte, integendeel. Nu was hij verbaasd om haar hier te zien.

'Ik weet dat u me niet haat, professor. Ik weet het zeker,' zei Marlies overtuigend.

Verbaasd keek professor Sneep haar aan. 'Hoe komt het dat je het opeens zo zeker weet?'

'Ik voel het gewoon,' haalde ze nonchalant haar schouders op.

'Zo plotseling?' vroeg hij wantrouwend.

'Luister, professor. Als er één ding is waar ik me op kan vertrouwen van mijn lichaam, is het mijn instinct.'

'En jouw instinct zei plotseling in de Waarzeggerijtoren: "Hij haat me niet, ik weet het zeker, ik voel het, dus zal ik hem eventjes lastig vallen in midden van de nacht om het dat te laten weten?' zei professor Sneep sarcastisch terwijl hij haar goed bekeek, alsof hij door haar heen wou dringen.

Marlies opende haar mond en sloot het tenslotte weer, niet wetend wat te zeggen. Ze liet haar hoof naar beneden hangen en keek verveeld naar haar schoenen. Ze had gedacht dat hij naar haar wou luisteren, maar natuurlijk was ze vergeten dat het professor Sneep was, niet Harry. Harry zou tijd hebben gemaakt om naar haar te luisteren, hij zou haar niet meteen gekrenkt hebben, hij zou eerst haar werkelijke reden van haar komst aangehoord hebben.

'Is er verder nog iets, Marlies?' verbrak hij de ijselijke stilte. 'Of mag ik gaan slapen?'

Marlies stapte gewoon naar de deur en keerde zich om in de opening.

'Ik wou enkel zeggen dat ik u vertrouwde en dat ik, een voor mij, belangrijk geheim wou vertellen om te laten zien dat ik u vertrouwde. Ik wou ook even om uitleg vragen en om vergiffenis omdat ik zo snel had geoordeeld zonder eerst naar u te luisteren, maar blijkbaar ben ik niet de enige met die fout.' Marlies draaide zich om en liep haastig weg. Ze hoorde de deur van het kantoor opengaan, maar besteedde er geen aandacht aan. Ze begon harder te lopen, ze wou weg zijn van het kantoor. Marlies wist niet waarom, maar ze voelde zich teleurgesteld en alleen. Verder lopend veegde ze de eerste tranen van haar gezicht weg tot opeens een hand haar bij de pols greep nadat ze achter een donkere hoek was afgeslagen. Marlies deed een sprongetje en gilde het uit, toen er bruusk een hand op haar mond kwam.

'Shh, Marlies,' klonk de stem bangelijk dicht tegen haar oor. 'Ik ben het.'

De gestalte draaide haar om en nu kon ze duidelijk zien wie haar zo had laten schrikken. De hand gleed nog maar van haar mond of Marlies protesteerde al: 'Professor, laat het. Ik wil gaan slapen.'

'Marlies,' klonk de stem beverig en nog steeds dicht bij haar. 'het spijt me vreselijk.'

'Spijt is een groot woord. Je gebruikt het enkel en alleen wanneer je berouw hebt als je iets gezegd of gedaan hebt en je in de latere toekomst achtervolgt, waardoor je schuldgevoelens hebt. Spijt is een woord dat je moet menen en niet gewoon gebruiken om je veilig te stellen. Het is juist door dat specifiek woordje dat je je bloot stelt aan de ander, vooral je kwetsbaarheid, professor.' Citeerde Marlies dat zinnetje dat hij een paar dagen geleden tegen haar had gezegd.

Professor Sneep keek haar smekend aan en Marlies glimlachte. 'Ik heb het blijkbaar goed onthouden, hè?'

De professor knikte enkel. Hij nam haar hand vast en keek haar in de ogen. 'En ik meen ieder woord dat ik zonet gezegd hebt, het spijt me werkelijk vreselijk dat ik niet wou luisteren. Ik dacht gewoon dat je mij aan het lijntje…'

Marlies glimlachte en nam hem stevig vast. 'Professor, het is goed. Zeg maar niets, ik weet wat je bedoeld.' Marlies voelde hoe twee armen haar ook stevig omarmde. Ze kreeg opeens een leuk gevoel in haar maag en wou daar nog voor uren staan. Ze zeiden niets, maar ze had het gevoel dat hij ook de omhelzing niet wou verbreken. Ze voelde zich nu zo goed dat ze bang had dat ze zich weer depressief zou voelen vanaf het moment dat hij haar zou loslaten, maar ongetwijfeld moest dat er ooit eens van komen…

Professor Sneep was degene die de omhelzing verbrak en Marlies begeleidde naar zijn kantoor. Daar aangekomen zette Marlies zich op één van de stoelen voor zijn bureau en in plaats van dat professor Sneep zich achter de bureau zette, plaatste hij zich op de stoel naast haar.

'Marlies,' begon hij. 'ik vind dat het tijd wordt dat we meer dan alleen leerkracht en leerlinge worden.'

Marlies keek verschrikt op. 'Hoe bedoel je?'

'Ik geloof niet dat je je diepste geheimen kunt vertellen tegen een persoon die je professor Sneep noemt. Als je wilt mag je me hier in het kantoor, als er uiteraard niemand anders bij is, mij Severus noemen.'

'Severus.' Het klonk heel stil en raar. Het was iets waar ze zou aan moeten wennen, maar ergens had hij gelijk. Hoe kun je nu iemand vertrouwen die je aanspreekt met professor?

'Ik heb tijd om naar je te luisteren.'

'Het is in feite al iets wat je weet, profes…' Marlies stopte abrupt en hernam zich. 'Severus, maar nog niet echt officieel.'

Marlies keek naar professor Sneep en zag dat hij aandachtig luisterde en wou weten wat ze te vertellen had. 'Goed.' sprak ze zichzelf moed in. 'Die avond dat je bij professor Potter binnenkwam, ik geloof dat…'

'Ben je verliefd op hem?' onderbrak hij haar bruut.

Marlies dacht na. Ze wist niet waarom, maar ze twijfelde. Vreemd, moest iemand het haar gevraagd hebben zou ze normaal onmiddellijk ja gezegd hebben, maar nu ze het werkelijk moest zeggen, had ze het moeilijk. Hield ze van hem? Was ze verliefd op hem? Of was dat alleen maar als schijn ontwikkeld gewoon omdat hij begreep hoe het was om geen ouders te hebben en naar haar luisterde?

'Ik denk van wel.' aarzelde Marlies. 'Ik bedoel, ik heb toch gevoelens voor hem.'

'En wat voor gevoelens zijn dat?' Marlies hoorde een verbitterende klank in zijn stem en vroeg zich af welke gevoelens ze precies had.

'Dit blijft toch onder ons?'

Professor Sneep glimlachte vriendelijk. 'Waar zijn vrienden anders voor?'

Vrienden? Ja, op een korte tijd had ze het gevoel dat ze hem kon vertrouwen en dat hij er voor haar stond. Ze waren vrienden geworden, misschien nog geen goede, maar het was een begin.

'Als ik Harry zie dan zou ik hem willen omhelzen en niet steeds achter een gesloten deur. Ik zou hem wel willen kussen, maar als het moment er is en ik met hem alleen ben, heb ik de laatste tijd dat ik weg wil. In het begin is alles nog in orde, maar…' Marlies keek even naar professor Sneep waar er een bedenkelijke blik over zijn gezicht huisde. 'Ach ik weet het niet.'

'Als jij het niet weet, ik dan ook niet.' zuchtte professor Sneep. 'Ik denk dat je gewoon je twijfels hebt. Je bent een slim meisje, Marlies, je zal wel doen wat je denkt dat het beste voor je is. Misschien is dat wel het uitmaken met Potter.' Marlies herkende iets van een hoop in zijn stem en keek hem achterdochtig aan.

'En wat als ik nu eens de verkeerde beslissing neem?' overwoog Marlies de mogelijkheden. 'Ik heb nu het gevoel dat mijn leven bij Harry ligt, stel nu dat ik verkeerd kies, wat dan?'

Professor Sneep keek haar aandachtig aan en antwoordde: 'Je kan er alleen sterker uitkomen, Marlies. Weet je het leven is er om fouten te maken en om uit je fouten te leren. Wie er uit leert zal steviger in zijn schoenen staan, wie er niet van leert en weer dezelfde fouten steeds opnieuw maakt, zal achteruitgaan. De keus ligt bij jou Marlies, niet bij mij, niet bij juffrouw Kruipers of bij meneer McKenzie, maar bij jou.' Hij stond even recht en stapte naar een kast haalde er een bruin flesje uit en goot het in een ketel. Hij wendde zijn blik weer naar Marlies en vervolgde: 'Ik geloof dat nu het beste voor je is als je gaat slapen. Denk eens na over wat ik gezegd heb.'


A/N: En dat was hoofdstuk 7. De verdere uitleg. Marlies begint nu met professor Sneep, Severus te noemen, dus ik denk dat weldra ook het standpunt van Marlies: zei Severus, zal worden. Om verwarring te vermijden om te weten in wie zijn standpunt we nu zitten, probeer ik zo veel mogelijk het standpunt van Severus te vermijden. En als dat mocht gebeuren, dan zal er een plaats tussen zijn tussen de twee standpunten, meer dan een regel, twee zoals in dit hoofdstuk, zodat jullie al een beetje een ideetje krijgen. Of misschien zal ik Severus' standpunt vetgedrukt zetten in volgende hoofdstukken, zo ver ik weet is dat nooit zoveel...ach, ik zal wel zien wat het moment brengt en jullie verwitten.

Volgende hoofdstuk: Kunnen dromen uitkomen? Misschien wel!

Please Review en weet me te zeggen wat jullie van dit hoofdstuk vonden.

Tot een volgende,

PadfootLotte