- Hoofdstuk 3 –
Herinnering
Ik zat aan de tafel, Remus kwam de kamer net weer binnenlopen met twee koppen twee. Eentje zette hij voor mij neer. De andere nam hij zelf. Hij ging tegenover me zitten.
'Nou, begin eerst maar eens te vertellen wat jij allemaal het uitgevreten in je 1e jaar op school' Ik grinnikte en knikte. Uitgevreten, nou… dat was nogal wat. Heel wat, dus waar zou ik beginnen. Met mijn foute indeling? Nee, dat had toch niets te maken met de echte problemen die ik kreeg. Ik zou beginnen met het Dagboek.
'Het begon allemaal toen Ginny mij een dagboek liet zien…'
Een hele tijd later besloot ik mijn verhaal met de zin: 'En toen heb ik alles aan Perkamentus verteld, en dat was het.' Remus had het hele verhaal in stilte aangehoord. De kopjes thee stonden onaangeroerd op de tafel, maar nog steeds waren ze warm. Dat merkte ik toen ik uiteindelijk wat ging drinken. Het vertellen had me dorstig gemaakt. Remus pakte ook zijn kopje thee en zei verder nog niets. Hij keek alleen ernstig.
'Waarom ben je niet eerder naar iemand toegegaan en hem verteld wat er was?' Vroeg hij plots. Ik verslikte me bijna in de thee. Snel zette ik het kopje weer neer.
'Omdat Marten me bedreeg, dat zei ik toch. Hij zou de Basilisk op me af sturen als ik maar iemand iets zou gaan vertellen.' Antwoordde ik.
'Maar je wist toch dat Marten niets kon als dat dagboek dicht zat?' Bracht hij ertegen in. 'Of niet soms?'
'Ja, dat wist ik. Maar ik wist ook dat Marten wel een manier zou vinden om die Basilisk alsnog vrij te laten. Dat wist ik gewoon.' Remus knikte naar me.
'Daar zit wel wat in ja.'
'Maar daarvoor dan.' Zei Remus. 'Toen Ginny je het dagboek net liet zien had je toch al kunnen weten dat het niet in de haak was? Zulke dingen zijn niet normaal, zelfs niet in de Tovenaarswereld.' Ik knikte.
'Ik weet het, maar ik had het idee, Ginny is al veel langer in de Tovenaarswereld. Dus zij zal het wel weten. Ik had inderdaad het idee dat het niet normaal was. Maar Ginny zag er geen gevaar in.' Remus knikte.
'Je vertrouwde op je vriendin…Tja…' Ik knikte naar hem. Ik pakte toch mijn kopje thee weer en dronk hem leeg.
'Toen Marten je had bedrogen, waarom was je toen niet meteen naar iemand toegegaan. Als ik het goed begreep had hij toen nog niet gedregen met een aanval op jou.'
Ik knikte, ik had het toen kunnen doen. Waarom kwam ik er nu pas achter. Mijn problemen hadden snel opgelost kunnen worden, maar ik moest weer via de moeilijke weg. Ik haalde mijn schouders op en antwoordde niet op Remus vraag.
Hij knikte en dronk zijn kop thee leeg. Er viel een stilte tussen ons. Hij keek me doordringend aan. Alsof hij mijn gedachten wilde lezen. Ik ontweek zijn blik. Misschien schaamde ik me wel een beetje voor mijn stommiteit. Het had allemaal zo makkelijk gekund, ik had erop moeten letten. Ik zuchtte, maar ik had het niet gedaan. Het zeggen was altijd makkelijker dan het doen.
'Je hoeft je niet te schamen hoor.' Zei Remus. Ik keek hem verbaasd aan. Had hij mijn gedachten nou gelezen, of was het toeval dat hij dat zei.
'Ik denk ook dat je op dat moment met heel andere dingen bezig bent. Je denkt dan alleen maar aan de leugen die hij heeft verteld. En wist je op dat moment als wat hij deed?' Hij keek me vragend aan. Ik schudde mijn hoofd.
'Op dat moment had ik nog geen idee van de echte krachten die in het Dagboek zaten. Ik wist toen alleen dat hij meer wist van de Geheime Kamer, en dat hij de verkeerde had betrapt.' Remus knikte.
'Zoiets dacht ik al.' Ik knikte naar hem, mijn kop thee was leeg.
'En wat heb je verder nog gedaan?' Vroeg hij.
Ik keek hem vragend aan, ik had hem toch alles verteld wat ik had meegemaakt, wat wilde hij nu weer weten.
'Naast al de overtredingen die bij jou grote probleem hoorden zul je vast wel meer uitgevreten hebben.' Ik dacht na, als het goed is had ik alles al verteld.
'Naast mijn bezoekjes aan het Verboden bos en het overslaan van mijn lessen aan het begin en aan het eind van het jaar heb ik niets uitgevreten.'
'Lessen overgeslagen aan het begin van het jaar?' Vroeg Remus. Ik knikte naar hem en keek hem aan. Toen verstarde mijn gezicht en besefte ik wat ik had gezegd.
'Heb je aan het begin van het jaar ook lessen niet gevolgd?' Vroeg Remus. Ik knikte, nu zou ik hem toch ook over die verkeerde sortering moeten vertellen, anders zou hij nooit begrijpen waarom ik mijn lessen had overgeslagen.
'Nou… dat zit zo…' Begon ik, maar ik twijfelde en stopte halverwege mijn zin.
'Nou, Hoe zit dat?' Vroeg Remus. Hij klonk nu wel een beetje als een boze vader.
'Nou… Ik werd eerst in Zwadderich ingedeeld…' Remus' adem stokte en keek me geschrokken aan.
'Zwadderich?' Vroeg hij ongelovig. Ik knikte naar hem en keek hem Serieus aan.
'Ja, ik maak geen grapje. Die stomme hoed sorteerde me eerst in Zwadderich door een paar vooroordelen.'
'Welke vooroordelen?'
'Door mijn vader, wat hij heeft gedaan.' Remus zei niet, hij knikte alleen maar in stilte.
'Maar hoe kom je dan in Griffoendor en wat heeft dat met het overslaan van lessen te maken.'
'Nou… Ik zat niet echt lekker op mijn plaats in Zwadderich, dus ben ik gaan leven buiten de leerlingenkamer. En ik was gewoon even helemaal in de put geraakt, dus stopte ik met lessen volgen. Dit ook omdat de Zwadderaars me buiten de leerlingenkamer ook niet met rust lieten. Zeker Draco niet.'
'Draco Malfidus?' Vroeg Remus.
'Ja die.' Antwoordde ik. ' Dus ging ik in het geheim leven en volgde ik geen lessen.'
'Maar waar zat je dan al die tijd?'
'Ik zat vaak in de Uilenvleugel, daar praatte ik wat met de uilen of ik maakte wel wat dingen uit mijn boeken, om toch een beetje bij te blijven. Uiteindelijk had ik dus mijn hele berg boeken naar de uilenvleugel verplaatst.'
Remus knikte, maar keek toch een beetje verbaasd.
'Wat is er?' Vroeg ik.
'Zei je nou net dat je met de uilen praatte?' Vroeg hij. Ik knikte, zijn mond viel open.
'Echt praten?' Vroeg hij. Ik knikte weer.
'Je verstaat ze echt?'
'Ja, ik versta ze echt!' schreeuwde ik bijna uit. Remus keek een beetje geschrokken naar me.
'Oké.' Antwoordde hij tenslotte. 'Ga verder.'
'Goed, uiteindelijk ben ik na een lange tijd dus toch weer een keer in de Grote Zaal verschenen. Ik werd toen meteen gegrepen, als het goed is door Anderling. Ik ben toen naar Perkamentus gebracht. Ik vertelde hem wat er was en hij zei dat hij niets kon veranderen aan mijn indeling. Toen vertelde ik wat de hoed had gezegd en zei Perkamentus dat hij nu juist een grote fout had gemaakt, en ben ik alsnog in Griffoendor geplaatst.'
Remus knikte naar me.
'Nog een vraagje, als je niet in de Grote Zaal kwam. Wanneer at je dan?'
'In het begin liet ik de Uilen eten voor me halen.'
'De Uilen?' Vroeg Remus ongelovig, maar knikte toen. 'Oké en daarna dan?' Vroeg hij.
'Een tijdje later had ik de Keukens ontdekt en kon ik zelf voor mijn eten zorgen.'
'Je hebt de keukens al in je eerste jaar ontdekt?' Vroeg hij, nu leek hij het echt niet te geloven.
'Ja.' Antwoordde ik. 'Waarom is dat zo gek?'
'Aangezien James…' Hij slikte. ' …En Sirius…' Nog een slik. '… Er pas in hun derde jaar achter kwamen. En de meeste leerlingen ze nooit vinden.' Ik haalde mijn schouders op. Dat zou wel, ik had ze in ieder geval wel gevonden.
'Nog een vraagje.' Zei Remus. 'Waar zat je als je niet in de Uilenvleugel zat? Het verboden bos?' Ik schudde mijn hoofd.
'Nee, in het begin zat ik nog niet in het Verboden bos. Als ik niet in de uilenvleugel zat, dan zat ik in een van de Geheime gangen die ik had ontdekt.'
'Geheime gangen?' Vroeg hij.
'Ja, Geheime gangen. Eentje achter een van de wandkleden en nog eentje bij een schilderij, weet even niet meer welke, maar ik herken het wel als ik het zie.'
'Oké, goed hoor. Je bent beter in het vinden van Geheime gangen dan je vader.' De Woorden "je vader" kwamen er zachtjes uit. Hij had duidelijk moeite om over mijn vader te spreken. Vorig jaar was het me nog niet echt opgevallen, behalve dan dat hij het onderwerp probeerde te vermijden.
'Goed, zullen we het dan nu over een leuk onderwerp hebben?' Vroeg Remus. Ik knikte naar hem.
'Dat lijkt me wel een leuk idee.' Antwoordde ik.
'Oké, dan zullen we dat doen…' Hij stopte met praten.
'Waarom stop je?' Vroeg ik. Hij glimlachte.
'Aangezien ik geen idee heb wat ik moet zeggen.' Antwoordde hij.
'Wil je weten wat er op die fabeldierenmarkt is gebeurd?' Vroeg ik. Remus ogen glinsterden.
'Ja, dat wil ik wel eens weten.' Zei hij.
'Uitgebreid of kort?' Vroeg ik. Hij keek me even verbaasd aan.
'Doe maar Volledig.' Antwoordde hij.
'Die zit er niet tussen.' Ik grijnsde naar hem. Hij schudde zijn hoofd.
'Rare meid.' Mompelde hij. 'Begin maar gewoon te vertellen.'
'Goed, het werd dus drukker op de weg, Ik raakte je kwijt. Ik besloot naar de linkerkant van de weg te gaan om te kijken of ik je dan wel zo zien. Toen stond ik aan de zijkant, ik zag de Hippogrieven. Eentje zag mij en vloog over het hek en kwam naar me toe. Ik wist eerst niet wat ik moest doen, hij wilde me aanvallen, ik herinnerde me wat ik moest doen. Net voor dat hij aanviel boog ik. Hij raakte in de war en boog uiteindelijk. Ik wilde hem net aaien toen Hagrid aankwam en hij me wegtrok. Daarna zijn we dus naar de Lekke Ketel gegaan en vonden we jou.' Ik zuchtte, dat was veel. Remus keek me verward aan.
'Zou je dat nog eens kunnen Herhalen, maar dan wat duidelijker en langzamer?' Vroeg hij. Ik glimlachte naar hem en begon opnieuw te vertellen, maar nu iets rustiger.
'Goed, het is je dus gelukt om vriendjes te worden met een Hippogrief. Als ik dat goed begrijp.' Dit was meer een vaststelling dan een vraag. Maar ik knikte toch ter aanduiding dat het juist was.
'Maar ik snap niet helemaal hoe je Hagrid nou vond.' Zei hij. Ik glimlachte, dat was een vraag die ik niet kon beantwoorden, want ik vond Hagrid niet, hij vond mij.
'Ik vond hem niet, hij vond mij.' Antwoordde ik dus maar. Remus knikte.
'Het zal allemaal wel, Ik weet in ieder geval dat jij jezelf op de gekste manieren alsnog in de problemen kan werken. Net als…' Hij stopte.
'Net als…?' Vroeg ik.
'James en Sirius.' Zei Remus. Er klonk droefheid door in zijn stem. Ik slikte. Alles wat we ook bespraken, ik deed hem steeds weer denken aan zijn twee beste vrienden. Eentje zat in de Gevangenis, en de ander was door die ene vermoord. En die ene was dan ook nog eens mijn vader. Ik liet mijn hoofd zakken. Op een of andere manier voelde ik Remus' neerslachtigheid. Ook ik voelde het verdriet wat hij had.
'Zullen we het over iets leuks hebben?' Vroeg ik.
Hij keek op en knikte.
'Als jij een leuk onderwerp weet te verzinnen.' Ik keek hem even aan en haalde toen mijn schouders op. Ik wist geen onderwerp. Hij keek me somber aan. De hele stemming hier was in een klap omgeslagen.
'Gaat het goed met jou?' Vroeg Remus. Ik haalde mijn schouders op.
'Het is wat je goed noemt. Ik ben wel oké, maar de sfeer die hier hangt nu. Die zorgt toch een beetje voor een vervelend gevoel.'
'Ik weet wat je bedoeld.' Antwoordde Remus. Hij staarde langs me heen de verte in, er was geen emotie te lezen in zijn ogen. Hij had even een moment voor zichzelf en die mocht ik niet verstoren. Ik pakte zijn kopje en stond zachtjes op. De Stoel leek in deze stilte opeens extra hard te piepen. Maar Remus reageerde niet. Ik schuifelde de woonkamer uit naar de keuken, daar zette ik de kopjes neer op het aanrecht.
Ik keek uit het raam naar buiten, ik zag een gezellige straat. Buiten speelden een paar dreuzelkinderen. Of misschien waren er ook tovenaarskinderen bij. Maar die kon ik niet onderscheiden van de anderen. In de woonkamer hoorde ik nu een stoel achteruit geschoven worden en voetstappen. Ze kwamen alleen niet naar de keuken. Zachtjes liep weer naar de woonkamer. Daar zag ik Remus staan bij de kast. Hij hield een pakje in zijn handen. Ik schrok toen hij zich weer omdraaide en mij recht aankeek. Verstijfd bleef ik staan, hij bewoog verder ook even nog niet. In zijn ogen zag ik een neerslachtigheid die niet te beschrijven was. Enkele minuten stonden wij zo stil. Toen kwam Remus in beweging en liep naar de tafel, daar ging hij weer zitten. Het pakje had hij nog steeds in zijn handen. Hij gebaarde dat ik ook moest komen zitten. Ik liep ook naar de tafel en nam plaats.
Weer viel er een stilte in de kamer. Ik keek afwachtend naar Remus, terwijl hij naar het pakje staarde. Plots schoof hij het naar mij toe.
'Alvast voor je verjaardag.' Zei hij. Ik keek hem verbaasd aan en pakte het pakje. Ik keek hem nog eens aan, Hij knikte geruststellend. Ik knikte weer naar hem en begon het pakpapier voorzichtig open te scheuren. Verbaasd keek ik naar hetgeen er in mijn handen lag toen ik het papier had weggescheurd.
'Wat is dit?' Vroeg ik verbaasd. Remus Grinnikte.
'Het is een dreuzeldingetje, zij noemen het een Mp3 speler. Je kunt er muziek opzetten, dit hoor je via een computer te doen. Maar met een beetje magie gaat het ook prima.' Ik bekeek het ding van alle kanten. Het was een soort lang staafje, in het midden zat een schermpje en aan de zijkant zat een knopje. Deze zou zo te zien dienen om hem aan te zetten. Bovenop zat nog een knopje, daarmee zou ik waarschijnlijk naar het volgende nummer kunnen. En ook hingen er oortelefoontje aan.
'Net zoiets als een Cd-speler dus, of een discman. Maar dan kleiner.' Stelde ik vast. Remus keek me verbaasd aan.
'Een Cd-speler? Een Discman?' Nu was het mijn beurt om te grinniken. Remus kende dus wel Mp3's, maar geen andere dingen.
'Hoe werkt het?" Vroeg ik.
'Nou, je moet er dus muziek opzetten. Ik zal je zo wel even voor je opschrijven hoe je dat doet, met magie uiteraard.'
'Ik mag niet toveren buiten schooltijd.' Merkte ik op. Remus verstarde, maar ontspande snel weer.
'Dan Vraag je Professor Perkamentus even om het te doen.' Antwoordde hij.
'Ik knikte, en dan?'
'Klik op dat ronde knopje.' Zei hij. Ik knikte naar hem en drukte op het knopje. Eerst gebeurde er niets, maar toen ging het schermpje aan en verscheen er "Mp3- speler" in het schermpje. Dit verdween weer en nu kwam er een titel van een liedje te staan.
'Stop de oortjes in je oren en druk op het play knopje.' Zei Remus. Ik pakte de oortjes en stopte ze in mijn oren, toen drukte ik op het knopje in het midden. Even hoorde ik niets, maar toen hoorde ik de muziek in mijn oren klinken.
'Dus toch een soort Discman.' Zei ik. Remus keek me weer verbaad aan.
'Er staan nu als het goed is 50 nummers op. Dat zie je daar onder in je scherm.' Zei hij. Ik keek en knikte toen.
'En met dat knopje op de bovenkant kun je naar een ander nummer.' Ik drukte op het knopje, meteen sprong hij over naar een ander muzieknummer. Een aantal van de nummers herkende ik. Het was dreuzelmuziek, maar ook kwam ik een aantal liedjes tegen die me totaal onbekend in de oren klonken. Waarschijnlijk zou deze muziek door Tovenaars zijn gemaakt.
'Hoe kom je eraan?' Vroeg ik. 'Ik heb het niet in de winkels zien liggen.' Zei ik.
'Wanneer ben jij voor het laatst in de dreuzelwinkels geweest.' Zei Remus.
'Gisteren.' Antwoordde ik. Hij leek even uit het veld geslagen, maar glimlachte toen.
'Het kan best kloppen hoor. Dit dingetje is ook nog niet bekend onder de Dreuzels, die werken er nog aan. Maar wij, tovenaars hebben de laatste foutjes er al uitgehaald en hem zo aangepast dat wij hem ook kunnen gebruiken. Er zijn dus geen batterijen nodig.' Zei hij. Ik grijnsde.
'Ze zijn dus ook nog milieuvriendelijk. Mooi zo.'
Remus knikte naar me.
'Geniet ervan hè. '
'Zal ik zeker doen.' Antwoordde ik. 'Maar als de Tovenaars er de laatste fouten uit hebben gehaald, hoe kan het dan een dreuzeldingetje zijn?' Vroeg ik.
'Nou, het basisidee ligt bij Dreuzels, wij hebben het alleen verbeterd.' Ik knikte. Het zou allemaal wel. Bewonderend keek ik naar het dingetje, het zou vast wel wat gekost hebben. Dus zou ik er zeker zuinig op moeten zijn. Het was voor het eerst dat ik zoiets vast had. Verder viel het me op dat Remus' muziek keuze voor mij helemaal niet zo slecht was. Het grootste gedeelte was echt leuk. Ik keek even naar Remus. Hij genoot ervan toen hij mij zag genieten. De stemming hier in huis was in een keer omgeslagen van droeg naar vrolijk. Het was een enorme opluchting voor me.
Ik zette de Mp3 weer uit en keek naar Remus.
'Waarom heb je hem nu al gegeven, als hij voor m'n verjaardag is?' Vroeg ik.
'Zodat je er nu al van kan genieten, en ik hoop dat je even aan me zult denken, iedere keer als je hem opzet.'
Ik glimlachte naar hem.
'Zal ik doen. Bedankt.' Ik stond op en liep naar hem toe. Ik keek hem even recht aan en gaf hem toen een stevige knuffel.
'Serieus bedankt. Nog nooit heb ik zoiets gehad.' Ik liet weer los en keek Remus aan. Ik wist op dat moment een ding. Nog nooit had ik een cadeautje zo gewaardeerd als nu. Ik wilde Remus nooit kwijt, nooit.
