Iedereen bedankt voor de reviews! Jullie zijn the best! (k)

Disclaimer: Nee, ik ben GEEN Rowling, wat zou ik hier dan doen? Enkel Maaike, Linsey, Tara (en nog wat eigen bedachte perso's) en het plot zijn van mij!

Hoofdstuk 3: Familie en conclusies

'Mijn ouders waren Schouwers.' Met een onvaste, beetje bibberende stem, stak ik van wal. 'Ze kenden elkaar daar ook van, van de Schouwersopleiding en later ook hun samenwerking, bedoel ik. Tot ze bij elkaar kwamen.' Ik glimlachte zwakjes. 'Schouwers die op de één of andere manier met elkaar te maken hebben, mogen niet samenwerken, want ze moeten objectief blijven.'

Ik staarde naar mijn haar, dat als een donkerbruine vlek voor mijn eigen zat, schimmen van een man aan een tafel met vele voorwerpen erop doorlatend.

'Ze hebben beiden tegenover Jeweetwel gestaan.'

Ik ademde diep in en weer langzaam uit. De man aan het bureau stond op en ging bij de muur staan. Ik streek het haar uit mijn ogen en zag dat het oude Schoolhoofd voor een schilderij was gaan staan.

'Ja. Ja, dat klopt,' bevestigde Perkamentus met een korte knik. Zijn blik was wijs, en zoals hij daar bedachtzaam naar het schilderij keek, alsof hij ieder detail in zich op nam om nooit meer te vergeten, met zijn lange grijze baard en het gouden brilletje op zijn neus, leek hij heel erg wijs.

'Dat klopt,' mompelde hij bedachtzaam verder. 'Je ouders waren geweldige mensen, Maaike, en geweldige Schouwers. Ze hebben dit absoluut niet verdiend en jij ook niet.'

De glinsterende oogjes, die zo blij hadden gekeken toen ze aan het vertellen was, werden somberder en hij draaide zich weer om naar mij.

'Meneer?' vroeg ik met zachte stem. 'Als u alles over ze weet, waarom kunt u mij dat niet gewoon vertellen? In plaats van me zo laten... aanmodderen?'

Hij glimlachte zwakjes en zo ogen glimden weer als tevoren, alsof ik me dat sombere had ingebeeld.

'Dat is mijn taak niet Maaike. Het is niet aan mij je alles te vertellen.'

'Aan wie dan wel?'

'Het is allemaal aan jezelf Maaike. Je kunt het beste zelf dingen gaan uitzoeken. Je bent slim Maaike, je kunt vast wel dingen bedenken.'

'U zegt dat u me niet alles kunt vertellen, maar misschien wel een beetje?' vroeg ik schijheilig en Perkamentus lachtte.

'Nee Maaike, het is het beste zo. Je zult echt achter alles komen, als het al niet uit boeken is, hoor je het van anderen. Maar niet door het uit te drukken. Je komt er gewoon achter. Ooit zul je me dankbaar zijn dat je het zelf heb mogen uitzoeken, echt waar.'

Ik stond abrupt op en liep door de grote ruimte, met de vele vreemde, wonderlijke apparaten, heen, met zachte tred en bijtend op mijn onderlip, om voor het raam te blijven staan. Over het grote, glinsterende meer starend, vervolgde ik mijn verhaal.

'Ik weet hun namen.' Met die woorden verscheen een dromerige blik op mijn gezicht. 'Ze heetten Fabian en Eliza Protser. Eigenlijk heet ik dus Maaike Protser.'

'Weet je wat dat betekent voor je familierelaties?' vroeg hij en toen ik omkeek twinkelden zijn ogen vrolijk. Wantrouwig keek ik hem aan.

'Nou?'

'Dat je familie bent van Ron Wemel.'

De dromerige blik en mijn wantrouwige houding verdwenen gelijk en ik staarde hem geshoqueerd aan.

'NEEEEEEEEEENOOOOOOOOHEEEEEEEEEEEELLL!' schreeuwde ik door de ruimte heen. 'Ik kan toch geen familie zijn van die sukkel!'

Een geamuseerde grijns kwam op zijn gezicht, terwijl ik boos heen en weer stond te springen.

'Zeg me dat het niet waar is. Het was maar een grapje, toch?'

'Het spijt me, maar het is geen grapje. Jouw vader, Fabian Protser, was een broer van Molly Wemel-Protser en daarmee ben je een volle nicht van Ginny, Ronald en de andere Wemelkinderen.'

Shock. Ik viel nu opeens helemaal stil.

'Weten ze dat? Ik bedoel, Molly Wemel zal dan wel weten dat ik geboren was en nog leef.'

'Ik heb het stilgehouden. Iedereen denkt dat Maaike Protser dood is.'

'Dat is ze ook,' mompelde ik. 'Maaike Protser is dood. Maaike McPhilip leeft.'

'Nee. Maaike Protser leeft nog. Ze leef nog in jou.'

'Wat betekent...?' zei ik op een vragende toon. Mijn wenkbrauw verdween bijna in mijn haarlijn.

'Dat ik draag zou willen dat je een bezoek brengt aan je tante.'

'En mijn neven en nichten,' concludeerde ik logisch. 'Uhuh, nee, geen sprake van, dank u. Ze hoeven niet te weten dat ik hun nicht ben.'

'Maaike, kun je er in ieder geval over denken? Ik bedoel maar, ken je Molly Wemel?'

'Niet persoonlijk, nee,' mompelde ik mokkend. Ik staarde boos naar de oude man en draaide me toen om, om weer naar het raam te staren.

'Molly,' begon Perkamtus, 'is de meest liefhebbende persoon die ik ken. Je weer waarschijnlijk wel dat de Wemels arm zijn, maar toch heeft Molly Wemel voor iedereen een bord eten en een bed klaarstaan als ze dat nodig hebben. In dat opzicht is ze precies als je vader. Ze was er dan ook kapot van toen je vader doodging, toen je moeder doodging, maar haast nog erger vond ze het dat jij dood was. Jij was immers nog maar een baby, je had nog een heel leven voor je, en dat was je zomaar afgenomen! Het zou zoveel voor haar betekenen dat je nog zou leven. Gun je dat haar niet?'

Ik keek beschamend naar de vensterbank, waar ik met mijn handen opsteunde. Met mijn ogen volgde ik een mier die erop liep. Langzaam keek ik weer naar voren.

'Je moet haar gewoon een keer ontmoeten Maaike! Ik beloof het je, je zult gelijk van haar houden.'

Ik beet op mijn onderlip.

'Oké,' zei ik uiteindelijk. 'Oké dan, dat is goed. Maar voor de rest wil ik niet dat iemand het weet, niemand, zelfs niet Potter of Griffel ofzo. Nog niet, in ieder geval. Later, misschien later.'

'Dat is aan jou om te bepalen, dus dat zal gebeuren,' knikte Perkamentus. 'Ik zal een ontmoeting regelen. En hup, nou weer verder over je ouders, volgens mij heb je nog niet alles verteld.'

Ik knikte en begon weer te vertellen, op een toon alsof ik gewoon wat feiten opdreunde, die me eigenlijk niets zeiden. En eigenlijk zeiden ze me ook niets. Ik wilde graag weten wie mijn ouders waren en waarom ze waren vermoord, maar ze zeiden me niets. Ze waren mijn biologische vader en moeder, ja, maar ze waren niet mijn ouders.

'Mijn ouders zijn vermoord op zeven augustus, waarom is niet bekend; ze waren dan wel vijanden van Jeweetwel, maar niet gevaarlijker dan anderen. Drie straten verderop woonde een voor Jeweetwel gevaarlijker gezin, maar zij werden niet 'zomaar' vermoord en mijn ouders wel.'

Perkamentus onderbrak me met een beweging van zijn hand en hij schudde zijn hoofd zachtjes.

'Je hebt foute informatie, Maaike. Je vader is niet 'zomaar' vermoord. Hij is omgekomen in een gevecht met Dooddoeners. Je moeder daarentegen, is wel 'zomaar' vermoord in huis. Zij lag ergens in de woonkamer, verstopt achter een bank. Jij lag boven in een wiegje.'

'Enige sporen van iets van een duel over een gevecht of whatever?' Jarenlang iedere woensdag- en zaterdagavond in de vakanties politieseries kijken werpt op z'n duur toch wel z'n vruchten af, ik zweer het je.

'Ja, de deur was opengemaakt zonder sleutel, dus waarschijnlijk met Alohomora, en niet dichtgedaan. Ook is er bloed gevonden, maar dat was niet van je moeder of jou. Bovendien zijn er vazen omgevallen.'

Ik dacht even na.

'Okeeej... Nou, in dat geval: Er is niet bekend waarom mijn moeder is vermoord, aangezien zo'n drie straten verder een voor Voldemort gevaarlijker gezin woonde, maar dat heb ik geloof ik al verteld.'

Buiten liepen een blonde jongen. Met glazige ogen volgde ik zijn pas tot aan de deur van Zweinstein, aangezien ik toch niets anders had om naar te kijken. Verderop liep een langharige blonde man de andere kant op. Even knipperde ik met mijn ogen en toen herkende ik Lucius Malfidus. De jongen was waarschijnlijk dan zijn arrogante zoon.

Op het raam was mijn eigen spiegelbeeld wazig zichtbaar. Donkergroene ogen staarden me aan en lange bruine haren bewogen bij iedere beweging die ik maakte. Ik zuchtte en draaide me om.

'Waarom ik ben vermoord, is al helemaal niet duidelijk en is gewoon ontzettend onlogisch. Meneer, waarom ben ik niet vermoord? Ze hoefden alleen één trap op te lopen en ze hadden ons gezin helemaal uitgeroeid. Het klopt gewoon niet dat ik niet vermoord ben. Waarom sta ik hier nog?' Mijn stem stierf hakkelend weg.

Zijn ogen stonden ernstig, somber en zijn brilletje gleed langzaam van zijn neus af.

'Ik wilde dat ik het je kon zeggen.'

'Heeft u geen enkele theorie?' vroeg ik, bijna wanhopig.

'Zoveel. De ene is nog onwaarschijnlijker dan de ander en ik zal er waarschijnlijk helemaal naast zitten. Ik weet niet alles Maaike.'

Nope, daar nam ik dus geen genoegen mee, zelfs al knikte ik. Hij wist het wel. Hij hield wat voor me verborgen. Dat kon ik zien.

'U weet wel alles over mijn ouders,' zei ik wijsneuzerig. Ik moest weten wat hij dacht. Waarom hij dacht dat ik nog leede.

'Feiten, meisje. Feiten.'

'Fck de feiten, ik wil weten waarom ik niet vermoord ben en mijn ouders wel!' Ik rolde met mijn ogen. Hij snapte het echt niet, leek het wel. En dat was dan de wijste en grootste tovenaar ter wereld?

'Nou nou, ik denk niet dat je ouders je zo hebben opgevoed, Maaike. Let een beetje op je taalgebruik, wil je?'

Zucht.

'Sorry meneer. Heeft u echt geen enkele theorie die zou kunnen kloppen?'

'Nou, ik heb twee belangrijke theorieën,' zei hij twijfelend.

Dûh, dat wist ik wel. Anders had ik het niet gevraagd. Jeeez, was hij echt zo dom als hij leek?

'De eerste is dat Voldemort niet wist dat je geboren was.'

Ik schudde inwendig mijn hoofd. Nee, Jeweetwel wist alles. Of ten minste, bijna alles. Hij zou geen detail hebben overgeslagen, hij moest het hebben geweten.

'Hij vermoordde je moeder – of liet haar vermoorden, maar het komt op hetzelfde neer – en ging toen weer weg, niet wetend dat jij boven lag te slapen.'

'Nee.' Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, dat klopt niet. Voldemort zou geweten hebben dat ik geboren was. Hij is slim, als ik de verhalen moet geloven.'

'Dat moet je zeker. We mogen hem niet onderschatten. Nee, het klopt ook niet. Ik heb er ook dagenlang over gepiekerd.'

Ik knikte. Hij was wijs, je zag het aan zijn hele houding. Maar zijn schouders waren in elkaar gezakt. Hij wist het niet, zei dat. Hj wist het niet, en daar kon hij niet tegen.

'De tweede theorie is dat Voldemort je niet dood wilde hebben, maar dat is zo onwaarschijnlijk, dat zal ook wel niet.'

'Dus u hebt eigenlijk echt geen idee,' zei ik spijtig.

'Ik heb eigenlijk echt geen idee,' bevestigde hij en ik draaide me bedachtzaam weer naar het raam terug. Het moest een reden hebben, maar het was allemaal te ongeloofwaardig om waar te zijn.

'Dank u wel, professor,' zei ik, en ik meende het. Hij had me toch heel veel verder geholpen, al wilde hij het eigenlijk niet. 'Ik weet nu al een stuk meer. Dank u.'

'Weet je nog meer?' vroeg hij nieuwsgierig.

'Ja, ik -'

De deur vloog met een klap open en een zwartharige jongen kwam hijgend binnenzetten.

'Professor, ik – Oh, hé McPhilip.' Zijn stem klonk spottend toen hij dat zei, op een toon van "jij-ook-hier-wat-toevallig-nou!"

'Potter,' zei ik koeltjes. Ik draaide me naar Perkamentus, die me met twinkelde ogen aankeek.

'Nou, aangezien Potter mijn verhaal kwam verstoren, zal ik hem maar niet nadoen en jullie laten praten. Mag ik naar u toekomen als ik meer weet?'

'Altijd.'

Ik glimlachte, knikte arrogant kort naar Potter en draaide me om.

'Dag professor.'

Aan de deur bleef ik even stil staan. Ik hoorde een paar woorden uit het gesprek.

'"Visioen", "Dooddoeners waren aan het beraden", "Volgens mij".'

Zucht, jep, dat was Potter. Dacht altijd dat hij belangrijker was dan anderen, doordat hij één of ander litteken had. Pff, ik heb ook een aanval van Voldemort overleefd.

Nee, dat was anders, maar toch... Hij schepte er zo'n beetje over op: 'Ik heb mijn ouders verloren, aanbid me nu allemaal'. Zijn hoogmoed was hem duidelijk naar het hoofd gestegen.

Nee, hij haat mijn haat hélemaal aan zichzelf te danken.

O ja, zeker weten.

Muaha, ik had het idee van Maaike als Protser al HEEL lang in mijn hoofd, maar ik kwam er laatst pas achter dat ze dan familie van Ron zou zijn. Nou, DAT vond ik pas geweldig! xD
Reviews zijn van HARTE welkom!