Ehm...
beetje lang niet ge-update. Je sais. I know. Ich
weiße es. IK WEET HET! JAHA! HOU OP MET SLAAN! Ahum... sorry,
ik draaide weer eens door. Wanneer ook niet..
Does...
NIEUW CHAPPY! Bist du nu happy?
-What The Pearl Really is...-
'Luv... kijk...'
'Ik kijk!'
'Niet naar mij, luv, daar!' zei Jack terwijl hij naar de horizon wees. Marain keek ernaar, maar zag nog niks. Toen herkende ze iets... een zwart stipje.
'Wasdat?'
'Da's de Pearl! Ze komen me halen!' riep Jack blij uit. Marain keek hem eens aan.
'En ik dan?'
'Ehm... ja. Juist.' zei Jack, en zijn grote grijns was meteen weer verdwenen.
'Mag ik niet mee? Ik heb nergens anders om heen te gaan!' riep Marain uit, erg wanhopig naar Jack kijkend.
'Dat... moet ik nog even met Ana Maria overleggen.' besloot Jack het gesprek. Allebei staarden ze naar het zwarte stipje dat steeds iets groter werd.
'Wat
moeten we nou met haar?'
'Meenemen natuurlijk! We kunnen haar
toch niet zomaar hier achterlaten?'
'Ja, maar..'
'Geen maar, Jack, ik weet dat je het niet leuk vind, maar ze gaat mee.'
'Wazzah?' vraagt Marain als ze wakker wordt. De onbekende vrouw waarmee Jack net stond te praten wendde zich tot Marain.
'G'morning, mi bella.' zei de tot nu toe nog onbekende vrouw. Jack stond er grimmig bij.
'Marain, Ana Maria. Ana Maria, Marain.' zei hij terwijl hij ons om beurten aanwees. Nu was de vrouw dus niet onbekend meer.
'Welcome aboard the Pearl!' riep een man uitbundig toen ik het schip, dat zo zwart als de nacht was, opstapte.
'Ehm... ja, ook hallo, denk ik.' zei Marain, terwijl ze het schip scande.
'Nice ship.'
'Ja... what the Pearl really is... freedom.' zei Jack, die stiekem achter Marain was komen staan. Marain schrok en maakte daarbij een klein sprongetje naar achteren, recht in Jack's handen, die hij weer eens op een vage manier vooruit had gestoken.
'O, sorry..' zei Marain, die begon te blozen.
'Never mind, luv.' zei Jack, die het toch ook niet zo heel erg leek te vinden. (man, wat een zinsconstructie...) Marain stapte voorzichtig weer een stapje naar voren en voelde Jack's armen van zich afglijden. Zo stond ze eventjes, en ze hoorde Jack achter zich ademen.
'Let's go! Captain?' werd er over het dek geschreeuwd. De schreeuw was afkomstig van Ana Maria, die blijkbaar erg graag weer wilde uitvaren. Jack liep naar het roer toe, het anker werd ingehaald, de zeilen gehesen. We voeren uit.
Marain liep naar Jack toe en ging naast het roer staan.
'Jack? Waar gaan we heen?'
'Hmm.' was het antwoord van een dromerige Jack.
'Jack?'
'He? Wat? O, ben jij het.'
'Jack... vind je het heel erg dat ik mee ben gegaan? Je leek het niet zo leuk te vinden...'
'Nee, luv, het is goed.'
'Weet je het zeker?'
'Captain Jack weet het altijd zeker.' Een grote grijns verscheen op zijn gezicht toen hij naar de horizon staarde.
'Laat hem maar, hij draait wel weer bij. Hij moet weer even the feeling of freedom terugvinden dat hij verloren was on the godforsaken island.' legde Ana Maria uit, terwijl ze samen naar de gelukzalig glimlachende Jack keken.
'Vind hij het erg dat ik mee ben gekomen?' vroeg Marain.
'Nee... uiteindelijk niet. Hij moet gewoon even wennen aan het idee.'
'Oké, thanks, dat wou ik even weten.'
'Yer welcome.' was het antwoord van Ana Maria.
Marain ging op de rand van het schip zitten, haar benen schommelend naast het schip. Zo bleef ze een poosje staren naar de horizon. Ze was een compleet nieuw leven begonnen. Dit was wat ze wou. Toch?
Marain schrok op (voor de zoveelste keer) van iemand die achter haar op zijn hurken zat, en Marain op haar schouders tikte. Marain had helemaal niet gemerkt dat het weer omgeslagen was. De lucht was nu donkergrijs, bijna zwart, en in de verte flitste er iets. Meteen daarop volgde de donder.
'Het gaat stormen, misschien kun je beter naar binnen gaan.' raadde Ana Maria Marain aan. Marain deed netjes wat haar was aangeraden en ging naar binnen. Ze zat daar als enige en vond het toch niet zo'n leuk idee dat andere mensen hard bezig waren terwijl zij hier niks zat te doen. Toch bleef ze braafjes zitten. Buiten begon het inderdaad te stormen. Marain hoorde de golven op de Pearl beuken, en ze hoorde geschreeuw van de crew, de woorden die verloren gingen in de harde wind.
Toen hoorde ze een serie knallen achter elkaar. Het leek bijna op een pistool... een pistool?
'JACK! ANA MARIA!' schreeuwde Marain angstig, en ze deed de deur van de hut open. Zodra de deur ook maar een centimeter open was, werd het al hard weggeklapt door de wind. Marain kon net op tijd opzij stappen. Ze keek naar buiten en probeerde wat te zien in de storm. Ze zag vage vormen heen en weer schieten. Marain begon tegen de wind in te lopen, naar de figuren toe.
'JACK! ANA MARIA!' het waren de enige namen die ze hier kende, en daarom riep ze die. Ze zocht naar iemand, ze wilde weten wat er gebeurd was, en nog steeds gebeurde. Ze keek naar rechts en even leek het of daar ook een schip was. Toen was het alweer verdwenen in de storm.
'JACK!' riep ze nog een keer, en ze keek om zich heen, overal behalve recht voor zich. Daardoor miste ze compleet het grote ding dat op haar afkwam, en kon ze het niet ontwijken. Het laatste wat ze voelde, was een harde frontale klap van iets zwaars. Toen werd alles zwart.
