Dief sluipt binnen FEESTTT

Een dief sloop binnen. Vanavond na de onthulling zou hij de farao doden. Het zou zo druk zijn in het paleis dat hij zou kunnen verdwijnen in de massa. Hij was verkleed als een demon, onherkenbaar, met een masker op, zijn zwarte cape en rode punten in zijn haar. Verstopte zich in de schaduwen sloop door de verlaten gangen. En voegde zich onopgemerkt bij de menigte.

Hij had het recht om op Yami's verjaardag te komen, hij was tenslotte een dievenkoning.

Hij kwam in een grote zaal, in het midden stond het podium, waarop de opening gehouden werd. Daaromheen was de dansvloer en daaromheen weer banken en tafels vol met eten.

Toen hij de hapjestafel zag, maakte zijn maag de keus voor hem. Terwijl hij gulzig de rijkste hapjes naar binnen schrokte hoorde hij een stem. Hij was gaan zitten naast stelletje zitten. Hij keek even, zijn mond viel op en toen hij zag wie het meisje was. Teanna, hoe heeft zij eenDATE gekregen voor het feest?

"RYOU KIJK WAT JE DOET, MIJN HELE JURK ZIT ONDER! STOMME SLAAF IK HAD JE NOOIT MEE MOETEN NEMEN!"

Blijkbaar was hij haar slaaf en niet haar vriendje, hij had medelijden met hem. Teanna gaf Ryou een klap voor zijn oren en Ryou lag aan haar voeten, te smeken om te mogen blijven. Hij moest ingrijpen.

"Sorry dat ik stoor mevrouw, maar mag ik deze dans van u?" vroeg hij aan Ryou, hoewel hij wist dat Ryou een jongen was. Teanna had even tijd nodig om door te krijgen wat er aan de hand was, en hij hielp Ryou van de vloer en de dansvloer op. " Meneer sorry, maar ik ben geen meisje." Fluisterde Ryou in zijn oor terwijl ze dansten. "Dat was om haar te verwarren, anders had ik je niet mee te dans gekregen."

"Oh." Antwoordde Ryou. Het voelde alsof hij zweefde in de demons armen. Het nummer was afgelopen en ze liepen terug naar de hapjestafel. Bakura had net iets lekkers in zijn mond toen hij een bekende stem hoorde, valk naast hem.

Niet zo maar een stem maar DE stem.

De farao stond naast hem en vroeg of hij aan de kant wilde gaan.Bakura verslikte zich. De farao sloeg op zijn rug om het hoesten te minderen. "Is alles goed met hem?" vroeg een beleefde stem. Een engel met wit haar en een licht blauwe mantel, Ryou, bemoeide zich met het gesprek. Bakura's masker viel af door het kuchen. De farao hapte naar adem. Bakura slikte toen de farao hem herkende. "Dief wat moet jij hier." Zijn stem laag van woede. "Dief?" vroeg de engel.

"O ik kwam voor het, cough, eten, en natuurlijk om jou te vermoorden." antwoordde Bakura haatvol.

"Kunnen jullie alstublieft niet vechten, het is feest." De engel probeerde het nog te sussen.

Yami trilde van woede. "Wach-

"Ze horen je toch niet." Brak Bakura hem af. Yami keek om zich heen het feest maakte te veel kabaal, eigenlijk konden ze elkaar nauwelijks verstaan. Dan maar een andere oplossing dacht Yami. Ik heb altijd mijn magie nog. Dus riep hij de laatste spreuk die hij zich herinnerde. "ERAEAUTRU WETET AMUZEPTUN ERASUZU NEPMENRE UT IOMDE!" schreeuwde hij. Hij besefte te laat welke spreuk het was. (oeps) Maar het had natuurlijk een veel grotere impact op de dief dan die op hem was geweest, hij was de farao, hij had de sterkste magische krachten van Egypte. De dief werd omringd met een blauw licht, hij viel op zijn knieën. Alsof hij door de bliksem werd getroffen. 2 seconden later was het blauwe licht weg en de dief lag bewusteloos op de grond.

"Leef je nog." Vroeg de engel bezorgd terwijl hij voorzichtig Bakura op zijn rug legde. Bakura kreunde.

De feestzaal was er stil van geworden. "Wachters!" Riep Yami.

"Hoe kun je zoiets doen," fluisterde de engel terwijl hij zich op Yami richtte.

"Hij is een dief." Zei Yami simpel.

"Dan is hij nog een mens, hij mag dan wel een dief zijn. Maar hij heeft vast ook een moeilijker leven dan jij. Jij hoeft maar met je vingers te knippen en je hebt wat je nodig hebt. Niet alle mensen kunnen dat." Zei de engel op een zachte maar strenge toon. Zijn witte haar viel op zijn schouders.

"Ja maar.." Zei Yami, hij wist dat hij verkeerd gekozen had. De dief verdiende het als een dief maar niet als een mens. Heel ingewikkeld allemaal. De wachters kwamen al toegesneld.

"Breng hem naar een van de gastkamers, boei hem aan het bed. Ik wil niet dat hij wegloopt voor ik met hem heb kunnen praten." zei Yami toen richtte hij zich op de menigte die nog steeds toekeek. Hij was sprakeloos.

Toen kwam er iemand zijn kant op. En schreeuwde tegen de massa, "GA DOEN WAAR MEE JE MEE BEZIG WAS NU!".(drie keer raden wie..)

Yami kende die stem en hij kreunde. Dat betekende dat de engel Ryou was.

Toen richtte ze zich tot de engel die nog steeds bij de bewusteloze dief zat.

"En waar denk jij dat je mee bezig was SLAAF!"

"Ik …" tranen kwamen in zijn ogen.

"JIJ HELPT EEN DIEF, SCHAAM JE DIEP SLAAF, JE HEBT EEN NACHT IN DE KELDER VERDIEND."

Ryou huilde, de engel huilde.

"Is het goed dat ik deze slaaf van je overneem, dan mag je er 2 uitzoeken van mijn aanbod," zei Yami, "Ik heb wat goed te maken met deze slaaf." Hij knikte naar Ryou.

De wachters namen Bakura op hun rug en droegen hem naar de slaapvertrekken.

Ryou keek Teanna hoopvol aan. "Dat is goed," zei Teanna, "Deze zwakkeling is nu helemaal van jou." voegde ze er aan toe.

"Volg ze," zei hij tegen Ryou, "en laat de dief vast geboeid zitten tot ik langs gekomen ben."

"Okee meester." Antwoordde Ryou en hij rende naar de slaapvertrekken.

Twee armen werden om de farao gegooid in een warme omhelzing. De engel van het dansen keek hem met vragende ogen aan en hij was meteen weer betoverd door de paarse gloed van onschuld. En begeleide de engel naar de dansvloer. "Alles is goed." Fluisterde Yami in zijn oor. "Kan niet beter." Fluisterde de engel terug.

De paren dansten verder.

Seto gleed in zijn blue ice kostuum over de dansvloer. Hij had verschillende danspartners. Allemaal vrouwen die zich afvroegen welke jongeman achter het masker van de blue ice zat. Hij vond er eigenlijk niet veel aan. Ik bedoel het was een feest voor de farao en het was wel zo aardig om op te komen dagen. Maar hij trok zich liever terug van zulke gelegenheden. Hij hielt niet zo van grote feesten met veel poeha erom heen. Er was gewoon niets aan. Nee, een tournament , dat zou pas leuk zijn. Je krachten meten met andere priesters en magiërs en de winnaar natuurlijk een grote beker. Spannende spelen, geen duffe kaart spelletjes. Er moest wel wat op het spel staan, waar vecht je anders voor. Misschien een goed voorstel voor de volgende vergadering met de farao. Hij verliet de dansvloer en ging naar buiten, om zijn tenen wat rust te gunnen. Met dat meisje van daarnet zou het hem niets verbazen dat ze helemaal blauw waren. Mensse wat had die scherpe hakken. Hij vroeg zich af of ze ooit een man zou kunnen vinden als ze op zulke vreselijke schoenen liep- De wachters braken zijn gedachten gang af.

"Maak dat je weg komt. Hier zijn geen weirdo's met wit haar toe gestaan!"

"Maar-" protesteerde een zachte stem.

"Niets te maren je bent hier niet welkom." Er was een luide smak te horen. En toen een zacht gesnik.

De wachters waren weer eens te ver gegaan. Seto liep hoofdschuddend naar de ingang toe.

En meisje met een mantel lag op de grond probeerde de schoppen van de wachters te ontwijken. Snikkend had ze haar grijze mantel omhooggetrokken. Seto stapte er op af.

"En waar zijn jullie mee bezig." Commandeerde hij.

"We leren dit gedrocht een lesje, wie je ook mag zijn je kunt je je hier beter niet mee bemoeien." snauwde 1 van de wachters. Het meisje keek met heel grote ogen naar hem. "Seto." Fluisterde ze.

'Ze kent mij?' vroeg hij zich af. "Laat haar met rust, in de naam van de Hoog priester Seth." Zei hij en hij deed zijn masker af. De wachters hapten naar adem, ze hadden hem beledigd. Snel maakten ze excuses en smeekten hem hun niet te laten vervolgen. "Zorg dat dit nooit meer voorkomt, begrepen!" Antwoordde Seto. Hij hielp het meisje overeind en leidde haar naar de tuinen, waar ze rustig konden praten.

"Wie ben jij." Vroeg Seto op een zachte toon. Het meisje keek hem met betoverende blauwe ogen aan haar witte haar viel onder haar mantel uit. Zo puur, dacht hij. Terwijl hij een zilveren lok uit haar gezicht streek.

"Kisara." Antwoordde ze. " Ik ken je nog van vroeger, je redde me, weet je nog."

"De slavenhandelaars, dat weet ik nog, toe waren we nog kinderen." Fluisterde Seto. Ze keek hem in de ogen, hij was met de jaren veel knapper geworden, waarschijnlijk had hij elke dag meisjes om hem heen. Ze zuchtte waarom moest ze nu net verliefd worden op de knapste jongen van het paleis.

"En sinds die dag dat ik je veilig ergens onderbracht heb ik geen ander lief kunnen hebben."

Geen meisjes, geen ander, het kon niet. Gewoon onmogelijk, hij was nog vrij. En heeft op mij gewacht?

"Seto, ik zal ook nooit die dag vergeten, het betekende zo veel voor me." Ze keek hem in de ogen , hij meende het.

" Ik wist niet waar ik op wachtte, maar nu besef ik dat jij het was, die mijn hart gestolen had. Breng het vandaag alstublieft niet naar me terug."Hij keek haar hoopvol aan.

"Seto, dit betekent even veel voor jou als voor mij. Ik ben mijn hart al die jaren ook kwijt geweest. Maar nu vind ik het hier weer terug." Ze voelde het in haar borst, haar hart sloeg sneller dan ooit. Samen stonden ze daar in de tuin. Voor ze er zelf besef van hadden kusten ze. Alsof het zo moest zijn.

De klokken sloegen 12 uur…