«·´·.(·.¸(·.¸ ¸.·´)¸.·).·´·»
1. Papa, wat doe je?
Ik
zit op de rug van een grote vogel. Hij vliegt tussen de wolken en ik
zie niks.
"Wat is dit?" schreeuw ik, maar de wind overstemt
mijn woorden. Ik houd me stevig vast en de vogel begint te dalen.
Steeds dichter komen we bij de grond, ik kan huizen zien, een
glinsterende rivier die door het land kronkelt en een groot bakstenen
huis dat we naderen. Aan de achterkant van het huis zit een open raam
en de vogel begint te krimpen. Hij vliegt door het raam en gooit me
van zijn rug. Versuft lig ik op de grond, als de vogel nog meer
slinkt en hij in het kleine kooitje op de kast gaat zitten.
"Op
een grote paddestoel..." een klein meisje zit op de grond en zingt
zacht een kinderliedje. Ze ziet me niet.
"Hallo?" probeer ik,
maar ze reageert niet. Ik richt me op en kijk rond. Het is een kleine
kamer, met twee bedden, een kast en twee stoelen. Alleen het
hoognodige staat erin, waarschijnlijk is het een
hotelletje.
Voetstappen klinken in de gang. Een sleutel wordt in
het slot gestoken en de deur gaat open. Een lange man met grijzend
haar verschijnt in de deuropening.
"Papa, ik vind het niet leuk
hier," zegt het meisje verveeld, "ik wil naar mama terug."
"Hou
je mond."
De man doet de deur achter zich dicht en draait zich
dreigend naar het meisje toe. Even kijken ze elkaar zwijgend aan, het
meisje ziet er nu bang uit. In de ogen van de man zie ik een
agressieve blik en dan stapt hij naar voren.
"Papa, wat doe je?"
vraagt het meisje angstig. Opeens begint hij woedend op haar in te
slaan en ze probeert zichzelf te verdedigen, maar is weerloos. Het
meisje wordt met haar hoofd tegen de rand van het bed geduwd en
blijft versuft liggen. Bloed sijpelt langs haar voorhoofd en
verbijsterd kijk ik toe hoe de man zich nu zorgzaam over haar heen
buigt.
"Kom maar, lieve Marykins, ga maar rustig slapen. En we
hebben het niet meer over mama, begrepen?"
Ik knipper met mijn
ogen. Het zier er zo vredig uit, alleen de brede snee op het hoofd
van het meisje verraadt de plotselinge woedeaanval van haar vader.
Hij stroopt haar mouwen op en bekijkt haar dunne armpjes – ik kijk
met grote ogen naar de grote blauw-groene plekken die haar huid
ontsieren.
"Niet meer stout zijn," mompelt de vader. Dan wordt
alles zwart.
Hijgend werd Allison DuBois wakker. Met een
geschrokken gezicht keek ze om zich heen – haar man Joe deed
slaperig zijn ogen open.
"Wat is er?" vroeg hij.
"Ik heb
weer gedroomd," mompelde Allison, "een meisje dat mishandelt werd
door haar vader."
"Komt waarschijnlijk door de film die
gisteren op tv was, denk je niet?"
"Nee, dit was echt.
Belachelijk gewoon, hij was vreselijk agressief en daarna was het
gelijk over. Onberekenbaar."
"Probeer weer te gaan slapen,"
zei Joe zacht, "je kunt er nu toch niets aan doen."
Ondanks
dat bleef Allison wakker. Telkens als ze haar ogen sloot, zag ze weer
het beeld voor zich van Mary die versuft tegen het bed werd geslagen.
Ze was blij toen Bridgette om zeven uur hun kamer binnen kwam
hollen.
"Mama, mama, " roep ze, "mijn beer is weg!"
"Heb
je al onder je bed gekeken, lieverd?"
"Ja, en gister had ik 'm
nog... Hij vind dit een eng huisje," zei Bridgette pruilend.
Allison glimlachte.
"Dit is toch helemaal geen eng
bungalowpark?"
"Vindt beer wel."
Allison sloeg op de
deken, ten teken dat Bridgette tussen Joe en haar in mocht zitten.
Bridgette sprong op bed en Joe opende zijn ogen.
"Hoe laat is
het?"
"Zeven uur, schat."
Diep gekreun. Allison lachte
en Bridgette trommelde op de dekens.
"Wat gaan we vandaag
doen?"
"Naar een heel mooi stuk natuur, hier vlakbij,"
vertelde haar moeder, "we gaan lekker wandelen."
"Ah bah,
dat wil ik niet."
"Bridge, niet zo flauw. Je zult het echt
leuk vinden en morgen gaan we naar het zwembad."
"Maar ik wil
niet lang wandelen!"
"Deze vakantie gaan papa en mama zich ook
helemaal niet inspannen," zei Allison, terwijl ze Bridgette
knuffelde, "we gaan lekker rustig aan doen."
"Echt
waar?"
"Echt waar. En nu moet mama even snel bellen."
Allison
schoot uit bed en pakte haar mobieltje uit haar tas. Ze verdween in
de gang en sprak met gedempte stem. Ze wilde de anderen nog even
laten slapen.
"Devalos."
"Hoi, met Allison."
"Hoe
gaat het? Is er iets?"
"Ik heb vannacht weer gedroomd – is
er toevallig een meisje vermist, dat Mary heet? Ze is rond de vijf
jaar, schat ik."
"Ik zal even kijken, één
moment."
Allison trommelde met haar vingers tegen de muur.
"Ik
ben bang van niet."
"Nee? Ook geen Mary-Jane of zo?"
"Een
Eliza-Mary, maar die is vier jaar terug gevonden. En toen was ze
dertig."
"Goed. Toch bedankt."
"Oké, fijne
vakantie nog."
"Ja," en Allison hing op. Ze keek
teleurgesteld naar haar telefoon.
"Mama, wie belde je?" Ariel
stond slaperig in de deuropening van de kinderkamer.
"O, gewoon,
niets bijzonders." Allison glimlachte geruststellend. "Ben je
wakker geworden door Bridgette?"
"Ja, zij kan nooit stil doen.
Ik wil niet bij haar slapen!"
"Ariel, we hebben maar twee
kamers hier. En niet zo schreeuwen, je maakt Marie wakker."
"Kan
Bridgette niet bij jullie?"
"Nee, dat kan niet," Joe
verscheen nu ook in de gang. Hij wreef in zijn ogen en keek toen
Allison aan.
"Wie belde je?"
"Devalos. Geen nieuws."
Hij
zweeg en knikte toen.
"Ik wil niet bij Bridgette," zei Ariel
op luide toon. Uit de kinderkamer klonk nu gehuil en Allison schoof
haar oudste dochter zuchtend opzij.
"Geweldig, Ariel. Nu is ze
echt wakker."
"Sorry hoor!"
"Leuk, zo'n weekje ertussen
uit," zei Joe sarcastisch en Allison boog zich over Marie's
bedje.
"Je helpt niet echt,' zei ze boos tegen haar man. Hij
verdween zonder iets terug te zeggen en Allison tilde Marie
op.
"Goeiemorgen, lieverd," fluisterde ze, "rustig maar.
Shh. Shhh."
