Ik hoorde gestommel maar draaide me om in mijn bed. Ik wilde niet wakker worden. De dekens waren te warm en zacht. Ik hoorde hoe iemand de gordijnen open deed. De zon scheen naar binnen en ik zag een rode gloed door mijn oogleden. Het was dus zonnig.
"Sssssstt Remus, Sirius slaapt nog " hoorde ik iemand fluisteren. Ik hoorde iemand lopen en een deur kraken. "Ondertussen niet meer hoor " mompelde ik sarcastische.
"Goeie morgen Sluipvoet of moet ik zeggen slechte morgen "hoorde ik James zeggen. Ik opende mijn ogen en zag als eerst de muur. Ik draaide me om en zag het kastje waar mijn wekker op stond. Ik sloeg de dekens van me af en ging recht op zitten. Ik deed mijn ogen dicht en gaapte even. Ik strekte mijn armen en gaapten nog een keer. Ik deed mijn armen weer bij mijn lichaam en deed mijn ogen open. Ik zag James op zijn bed zitten en grijnzend naar mij kijken. Ik hoorde ineens de douche gaan. Remus douchte dus dacht ik. Ik zag 2 op gevouwde bedden.
"Waar is Wormstaart ? " vroeg ik. Ik zag dat James zijn schouder ophaalde. Ik liet me van mijn bed glijden en zocht naar mijn hutkoffer onder mijn bed. Gister had ik geen tijd gehad om mijn kleren in de kledingkast te hangen. Ik voelde mijn hand klemmen om de hand greep en trok mijn koffer onder mijn bed vandaan. Ik maakte hem open en pakte wat kleren en stond op ik gooide het op mijn bed en pakte uit mijn koffer de rest van mijn kleren. Toen alle kleren eruit waren sloeg ik mijn koffer dicht en schopte hem onder mijn bed. Ik opende de kast naast mijn bed en begon mijn kleren erin op te ruimen. Toen ik klaar was kwam een schone Remus uit de badcel met schone kleren aan en plofte naast James neer.
"Sinds waarneer slaap jij zolang Sirius ?" vroeg hij terwijl hij op de klok wees. Ik keek erop en schrok een beetje. Het was 7 uur. "Had ik zin in " antwoordde ik op Remus zijn vraag. " Trouwens Maanling, waarneer is het vollemaan ? " vroeg James terwijl hij zich half omdraaide. Ik plofte neer op mijn bed en keek Remus vragend aan. "Over een week " zei hij en keek ons wantrouwend aan. "Wat dan ? " voegde hij eraan toe. "Voor de zekerheid " mompelde James maar hij leek in gedachten verzonken. Ik haalde mijn schouders op en stond op van mijn bed. Ik deed de kast weer open en pakte mijn schoolkleding. Snel kleedde ik mij om. Ik bukte weer om mijn hutkoffer te pakken en mijn handen sloten zich voor de 2e keer om een handgreep. Ik trok mijn koffer weer onder mijn bed vandaan en sloeg hem open. Toen ik mij herinnerde dat we onze roosters bij het ontbijt kregen. Ik keek op de klok. Half 8.
"Kom dan gaan we ontbijten " zei ik. Ik schopte mijn koffer onder mijn bed wat niet helemaal lukte want hij stond nog open. Ik haalde mijn schouders op en draaide me om. Ik liep achter James en Remus aan. Ik hoorde mijn voeten op de trap neerkomen. Langzaam zag ik het licht van de Leerlingenkamer. Ik keek even om me heen. Van alle Leerlingenkamers vond ik deze het leukste. En ik moet dat weten. Ik dacht even terug aan de tijd dat ik de leerlingenkamer van Zwadderich, Huffelpuf en Ravenklauw was binnen gekomen. Er kwam een grijns op mijn gezicht, blijkbaar zag James dat want die vroeg net voor de portret "Wat zit je te grijnzen, Sirius? ". Ik keek hem even aan en dacht nog dat ik door hem die leerlingenkamers had gezien. Ik besloot mijn gedachten hardop te zeggen.
"Ik dacht even dat ik dit toch wel de leukste Leerlingenkamer vindt van ze allemaal". Ik zag dat James ook begon te grijnzen. Remus had niks door en stond al aan de andere kant van de portret gat. "Sinds waarneer doen jullie er zolang over om bij de Grote Zaal te komen? Meestal zijn jullie der als eerst" zei hij. Ik stootte een lach uit. Nou het leek eerder op geblaf maar dat komt ook door mijn dierlijke transformatie. Ik stapte toen toch door de portret en James volgde mij. We liepen naast elkaar. Toen James ineens stil stond.
"Niks wordt meer hetzelfde, toch? " fluisterde James. Ik draaide me om en keek hem aan. "Nee niks' zei Remus die ook was blijven staan en omgedraaid. James grijnsde even en zei toen "Ik moet … wat vertellen ". Ik probeerde hem weer aan te kijken maar hij bleef strak naar de grond kijken. "Ik ben verliefd"zei hij. "Dat zal niet de eerste keer zijn " mompelde Remus. James keek op en in zijn ogen waren woede."Ik meen het dit keer echt" zei hij schril. Je zag aan Remus dat hij geschrokken was. "Sorry "mompelt Remus. Ik zag James een keer diep adem halen en toen zei hij "Geeft niet Remus maar ik ……..eeeeh…….". Hij keek even hopeloos naar mij. Maar wat kon ik doen ?. Ik besloot hem een aanmoedigend knikje te geven.
"Ik ben verliefd ……. Op ……… Lily Evers ". Dat laatste mompelde hij zo zacht dat ik automatische wat naar hem toe boog. Vol spanning keek hij ons aan. "Goeie keus Gaffel, alleen 1 probleempje. Ze vindt jou niet zo aardig " zei ik. Het leek me het best als hij de waarheid gelijk te horen kreeg."Jammer genoeg weet ik dat " zei hij. Je hoorde in zijn stem dat hij het echt meende. "Weet je? Ik zou me als ik jou was dan niet meer zo vervelend doen en er werk van maken. Je bent niet de enigste" zei ik naar waarheid's getrouw. Lily was een gewild meisje. Vele jongens waren verliefd op haar. Niet alleen Griffoendor maar ook Huffelpuf, Ravenklauw en zelfs uit Zwadderich ook al was ze een dreuzelkind.
"Willen jullie me daarmee helpen dan? " vroeg hij. Ik staarde hem aan. Was dit Dé grote James Potter, Ster in Zwerkbal, een grote meiden verslinder. Was dit die jongen die ons nu om hulp vroeg om een meisje ? ." Tuurlijk Gaffel" zeiden Remus en ik in koor. Hij grijnsde even maar keek toen op zijn klokje. "8 uur" zei hij "schiet op ander hebben we onze roosters niet". Ik grijnsde even en toen zette ik het op een lopen. Ik slipte hoek naar hoek om tot ik voor de deur van de Grote Zaal stond. Ik liep regelrecht naar de tafel van Griffoendor. Ik plofte neer en begon wat toast te pakken. Professor Anderling deelde net de roosters uit. Ik pakte het van haar aan en bekeek het. We hadden gelijk de 1e 2 uren Verzorging van Fabeldieren. Daarna studie uur en daarna pauze. Na de pauze hadden we Toverdranken en daarna niks meer.
"Goed rooster"mompelde James goedkeurend. Hij was tegenover mij geploft. "Die vrije uren zullen we wel weer nodig hebben voor ons huiswerk " hoorde ik Remus mompelen. "Ah bah huiswerk" zei James. Ik grijnsde even. Typische James. Ik at mijn toast snel op, wierp een blik op mijn horloge en stond op. "Huh…wat…" bazelde James toen hij zag dat ik zo snel op stond. Ik rolde even met mijn ogen en zei toen "Het is kwart over 8 Gaffel, als je op tijd wilt komen moet je nu je boeken pakken". "Ja… mama" mompelde James sarcastische en hij stond op. Remus die naar ons had gekeken stond ook op en zei "Ik heb gehoord dat we de 1e 2 uren het over de elfen gaan hebben".
"Dan is het eindelijk is een leuke les " zei James en knipoogde. Ik zuchtte als het zo blijft gaan staan we er volgend jaar nog dus ik besloot mijn altijd werkende plannetje uit te voeren. "Gaffel als je nu je boeken niet haalt mag je de les niet in en kan je Evers niet zien" zei ik plagerig. James gaf me een vernietigende blik maar rende toen toch de Grote Zaal uit. Ik grijnsde even naar Remus en ik zag dat hij terug grijnsden. Toen renden we achter hem aan. Voor de 2e keer ging ik slippende bochten door. Als snel had James in gehaald. Hij mocht dan wel een ster zijn op het Zwerkbal veld, op de grond versloeg ik hem dik. Hijgend kwam ik tot stilstand bij de Dikke Dame.
"Wachtwoord "vroeg ze. Ik had even geen adem om te antwoorden. Pas toen James en Remus aan kwamen rennen kon ik weer adem halen. "Ochtendglorie". Ik liep het portret gat door terwijl James en Remus buiten adem mij na probeerde te doen. Ik lachte even maar rende toen naar de Jongens slaapzaal. Ik trok mijn koffer voor de helft onder mijn bed vandaan. De slot hoefde ik niet op te doen gelukkig. Ik pakte mijn boeken en wat inkt met veren en perkament en gooide dat in mijn tas. Ik deed precies hetzelfde voor James alleen zijn hutkoffer was nog rommeliger dan de mijne. Maar als snel had ik ook zijn tas. Bij Remus was ik snel klaar want hij had zijn spullen netjes opgeruimd. Ik pakte de 3 schooltassen en rende weer naar beneden. Ik zie dat James en Remus nog steeds een beetje hijgen.
"Dan kunnen we nu weer naar buiten rennen want we hebben nog 5 minuten" zeg ik met een grijns. James grist zijn tas uit mijn handen mompelt "bedankt" en rent weg. Ik lach even maar gooi dan de tas van Remus in zijn handen en volgde James. Ik hoorde Remus achter me aan rennen maar lette er niet zoveel op. Vlak voor de deur haalde ik James in. Ik rende over de groene velden en bij het begin van de bos zag ik dat we in een voor gedeelte van de bos les kregen. Ik rende niet meer maar liep naar de achterste tafeltjes. Ik gooide mijn tas op een tafel en ging er aan zitten. Ik sloot mijn ogen en genoot van de warme zon maar ook van de schaduwen van de bomen. "Record Sirius slaapt nu al en de les is niet eens begonnen". Ik deed mijn ogen open en zag dat James naast me zat. Hij grijnsde even. Ik keek even achterom en daar liep ze. De zon verlichte haar donker bruine haren zodat het glinsterden. Ze had mooie bruine ogen vol met vreugde. Haar haar wapperde een beetje. Ze was lang en dun maar toch zo magische mooi. Ik stootte James en knikte in de richting van haar. Hij keek maar zag waarschijnlijk niet wat ik zag, want hij keek naar het meisje wat naast haar liep. Een mooi en dun meisje met rood haar. De wind speelde ermee. Ze hadden groene amandelvormige ogen. Ze had een lach op haar gezicht. Het was Lily de eerste echte liefde van James. Mijn aandacht werd weer getrokken door het meisje naast haar. Ze gaf een elleboog stoot aan Lily en knikte naar ons. Ze lachte even. Het meisje heette Elanor.
Ze keek me even aan maar wende toen haar blik af naar het bos. Lily pakte haar gewaad en trok haar naar een paar tafeltjes dicht bij de onze. "Goeie morgen dames en heren" hoorde we ineens een vrolijke stem. Ik snel naar voren en zag een grote gespierde man voor alle tafeltjes staan. Hij had rood krullend haar en donker ogen. "Okee vandaag gaan we het hebben over de gasten die bij ons blijven, Elfen dus". Hij bukte even en pakte een boek te voorschijn hij bladerde even en zei toen " Op blz. 210 zien we een plaatje van een Elf. Elfen zijn lang en slank en hebben felle kleuren ogen. Ze hebben punt oren waar ze verschrikkelijk goed kunnen horen. Ze kunnen ook heel goed zien en zijn onsterfelijk. Ze kunnen alleen dood gaan door een gebroken hart of door vermoord te worden. Ze kennen dus geen dodelijke ziektes.Ze wonen in Rivendel de hoofdplaats van de Elfen en verschillende bossen waarvan de Woodland Realm de bekendste is. Alleen nog geen enkele tovenaar of dreuzel heeft ooit die bossen of plaatsen gevonden. Ze kunnen heel goed zwaard vechten en pijl en boog schieten. Dat helpt ze erg goed tegen de Orks. Orks waren vroeger elfen alleen zijn ze gemarteld en vermikt door de duistere kant. Ze vrezen geen pijn en dood en ze zijn immuun voor magie. Daarom vechten de Elfen het liefst met zwaard of boog. Hij die niet genoemd mag worden schijnt weer gebruik te maken van Orken. De elfen hebben er tegen gevochten alleen waren ze in de minderheid. Toen heeft 1 Elf, de prins van de Woodland Realm beter bekend als de Demsterwold een nood brief gestuurd aan Professor Perkamentus om op Zweinstein te verblijven. Perkamentus heeft erin toegestemd en toen zijn ze met de overlevende en gewonde hier na toe gekomen. Ieder elf heeft een gave bijvoorbeeld in de toekomst kijken". Gefascineerd zat ik te luisteren. Ik merkte dat niemand zat te praten wat meestal wel het geval was. Ik hoorde ineens de bel. 1e les uur was voorbij. De 2e les uur kregen we te horen wat we dit jaar allemaal kregen. We gingen Terzielers behandelen. – wat dat dan ook waren- We krijgen Boogschiet lessen. En nog veel meer maar meer kreeg ik niet meer mee want het was niet meer zo spannend. Ik hoorde de 2e bel en ruimde snel mijn boek op. "Volgende week wil ik een opstelletje over Elfen !" riep professor Staartjes er boven uit. De rest van de dag ging bijzonder goed. Bij toverdranken was Professor Slakhoorn weer helemaal in de ban van Lily. En voor eerst kregen we geen strafwerk op onze eerste dag. Nadat alle lessen waren afgelopen en ook het avondmaal. Besloot ik maar gelijk het werkstuk te maken voor Verzorging van Fabeldieren. Bijzonder genoeg had ik hem snel af. Ik keek even naar James en zag dat hij even staarden naar Lily. Ik zag ook dat Remus zijn ogen ten hemel sloeg en iets mompelde. Ik keek door het raam naar buiten. Het leek alsof het bos riep om een wandeling. Ik borg mijn werkstuk op en liepen richting het portret. Ik hoorde de voetstappen van James en draaide me om. "Wat ga je doen?" fluisterde hij. "Verboden bos" fluisterde ik terug en draaide me weer om. Ik liep het portret gat door en hoorde hoe James mij volgde. "Blijf staan zo kan ik toch nooit de Onzichtbaarheids mantel om je heen doen" hoorde ik James zeggen. Stom van me omdat te vergeten. Ik stond stil en voelde de mantel om me heen vallen. We kwamen op weg gelukkig geen Vilder tegen dus stonden we snel buiten. We liepen snel het bos in en legde de mantel toen in een bosje. "Prachtig weer voor een wandeling" zei ik. Ik zag dat James –die nu naast me liep- grijnzen. Opeens hoorde ik voetstappen. Ik keek snel om alsof een hond een vos rook. "Daarheen" zei James. Zo stil als we konden volgde we het geluid van de voetstappen.
Op een moment hoorde we niks meer. Toen… het was alsof er iets vlijmscherps door de lucht vloog en in een boom neer knalde. Ik keek James aan en zag dat hij het ook niet kon thuis brengen. Ik liep op mijn tenen richting de plek waar het geluid vandaan kwam. Ik zag dat de halve maan een prachtig licht gaf op een open plek. De bomen erom heen waren donker maar iets trok mijn aandacht. Ik verschool mij achter een bosje om het te zien. Ik zag daar een meisje staan in een Zweinstein school gewaad. Haar haar glinsterde in het maanlicht en ik herkende het ergens van maar toch ook weer niet. In haar handen had ze een prachtige boog. Op haar rug zat een koker waar gele veren uitstoken. Ik hoorde James even naar adem snakken. Het meisje pakte een veer en er bleek een pijl aan vast te zitten. Ze legde de pijl in haar boog en trok hem naar achter met een zilverachtig draadje. Ineens liet ze los en de pijl scheerde door de lucht. En toen…. Met dezelfde knal als die ik hoorde kwam hij recht in een boom terecht. Ik voelde dat James naar mij toe kwam. Ineens verbrak iets de stilte. Ik draaide me om en ik zag het. James was op een takje gestaan en die brak. Ik gaf hem een woedende blik maar richtte snel mijn aandacht op het meisje. Ik schrok me te pletter toen ik zag dat ze haar pijl en boog op ons richten. Ze ziet je niet sukkel. Ik keek even naar haar gezicht en zag de donker bruine ogen. Ik herkende ze ergens van maar waar van? 1 angstaanjagend moment dacht ik dat ze me diep in de ogen keek. Maar toen kwam er een wind en die liet verschillende bomen waaien. Dit was onze kans. "Kom mee" siste ik naar James en ik greep hem bij zijn gewaad en trok hem mee naar de bomen groep. Ik liet hem los en rende. Ik rende en rende. Ik stopte pas toen ik het licht van Hagrid's huisje zag. Ik hijgde na en hoorde dat James er aan kwam rennen. Hij hijgde. Na 5 minuten na hijgen bracht hij er eindelijk wat uit "Wie was dat ? ". Hij keek me aan, Ik dacht even na. Die ogen, die mooie bruine ogen. Maar 1 persoon heeft die op de hele wereld. "Elanor" fluisterde ik. James keek me niet begrijpend aan. Ik gaapte even. Ik keek op mijn horloge en schrok 11 uur. "Kom op! Ander verslapen we ons morgen nog" zei ik. James pakte de onzichtbaarheid mantel en gooide die over ons heen. Ook op de terug weg kwamen we Vilder niet tegen. In de uitgestorven Leerlingenkamer durfden we pas de mantel af te doen. James zette al 1 voet op de trap maar ik rende even naar de raam. Daar zag ik haar over het veld rennen. Haar pijl en boog had ze niet bij zich. "Sirius ! " riep James geïrriteerd. Ik liep snel naar hem toe en volgde hem op de trap. In de jongens slaap kamer aangekomen zag ik dat Remus en Peter al sliepen. Ik kleedde me snel om en ging in bed liggen. "Dus het was echt Elfenlicht? "vroeg James zacht aan mij toen hij ook in bed lag. Ik haalde die ogen voor me in gedachten en antwoordde "Jah "."Vreemd..! maar Trusten"."Trusten" mompelde ik terug. Ik deed mijn ogen dicht. Mijn lichaam was moe van het rennen. Ik viel in slaap met die ogen voor me. Vanaf die nacht wist ik het zeker ik was verliefd op Elanor Elfenlicht.
