Hoofstuk 2: Gewaden kopen en de laatstevoorbereidingen!
Daimy
word vroeg wakker, aangezien het nog donker is buiten. Ze werpt een
blik op haar wekker. Half acht. Het is nog vroeg maar ze bedenkt dat
beter ze kan opstaan en haar gaan klaarmaken. Want vandaag gaat ze
immers voor de eerste keer naar de Wegisweg. Ze loopt de gang op en
herinnert zich dat ze de badkamer niet weet zijn. Ze besluit om te
wachten tot ze iemand op de gang hoort. Ze draait zich om en wou net
haar kamer binnen gaan toen ze iemand "Daimy" hoort roepen. Daimy
kijkt verschrikt om en ziet Peter staan.
"Wat doe jij hier
nou?" vraagt hij toen hij zie dat hij haar aandacht heeft.
"Nou
ik was al wakker, en dacht om een douche te nemen, tot dat ik net
bedacht dat ik de badkamer niet weet zijn", antwoord Daimy luchtig.
"Ach jah, dat hebben we je allemaal nog niet getoond, gisteren"
zegt Peter, die nu pas merkt dat ze het niet getoond hebben.
"Nou,
neem de spullen die je nodig hebt en ik toon je de badkamer."
"Ok,
zo terug", met die woorden Daimy loopt de kamer in, grist haar
spullen en verschijnt weer in de gang.
"Volg maar", zegt
Peter, wanneer Daimy weer op de gang verschijnt. Ze lopen door
verschillende gangen terwijl Peter wat over de geschiedenis van het
huis vertelt:
"Dit huis staat hier al sinds de 18 de eeuw, maar
het staat hier nog steeds. Het huis wordt volgens traditie doorgeven
van vader op zoon. Als de zoon 17 wordt mag hij zijn intrek nemen en
vertrekken de ouders naar een ander huis, tenzij dat het de wil is
van de zoon dat zijn familie bij hem blijft.", vervolgt Peter. Er
viel een korte stilte waarin Daimy de informatie nog eens doorneemt.
"Dit huis heeft zelfs stand gehouden tijdens de oorlog met
Hij-Die-Niet-Genoemt-Mag-Worden. Dat was een tijd." Hij zwijgt
even, alsof hij met een goede herrinering eraan terug denkt en zegt
toen:
"Maar hier is de badkamer. De weg naar je kamer, de
keuken, de woonkamer, en de eetkamer zal je wel vinden niet?"
Daimy knikt terwijl ze "Euhm, ja hoor" mompelt. Ze betwijfelt
of ze nog wel de weg zal vinden, het is hier zo immens groot!
Daimy
gaat de badkamer binnen en sluit de deur af.
"Wat een
badkamer", denkt ze bij zichzelf.
Er staat een linnenkast die
tot aan het plafond met handdoeken bezaait is, een kast vol met
verschillende zepen, een immens groot bad en wat verder een douche.
Er was nog zoveel plaats over dat je in het midden van de badkamer
nog een wilde tango kan dansen als je dat wilt. Net toen Daimy dit
bedenkt ziet ze een radio staan. Ze bekijkt de radio wat beter en
ziet dat het al een oude radio is. Maar het gekke vind ze dat er
helemaal geen knoppen aan de radio zijn. Daimy probeert om de radio
op gang te krijgen:
"Doe iets! Speel! Hallo! Werk!". Niets
werkt.
"Nouja, dan ga ik maar douche". De radio springt aan.
"He, wat is me dat nou"? Ze zegt nog eens "douche" en de
radio springt weer uit. Zo werkt het dus denkt ze, goed dat ik dat
weet. Ze zegt nog eens "douche". De radio speelt weer en Daimy
zet de douche aan, kleed zich uit en stapt erin. Ze hoort dat de
omroepster net het nieuwe lied van de zangeres Celine Mervina omroept
het heet 'dromen'. De eerst klanken komen uit de boxen. Daimy
besteed er zelf geen aandacht aan. Net toen de laatste klanken uit de
boxen komen is Daimy klaar. Ze stapt uit de douche en begint zich af
te drogen en aan te kleden. Daarna borstelt ze haar haar en bekijkt
zichzelf kritisch in de spiegel. Ze nam voor dat ze dringend nieuwe
make-up moest kopen want zonder make-up is ze niets!
Ze hoort
iemand aan de deur murmelen, dus doet ze die open. In de deuropening
staat niemand minder dan... Karel:
"Ow, sorry, ik vond het al
raar dat de badkamer op slot was. Ik kom later wel terug." zegt
Karel, met een rode blos.
"Nou, het geeft niet, hoor. Ik ben
toch klaar, dus dan kan je nu wel gaan", antwoord ze.
"Oh,
goed. Man en pap zijn al in de keuken"
Daimy neemt haar
spullen, glipt de badkamer uit. Ze dropt haar spullen in haar kamer
toen ze voorbij kwam, en gaat zo door naar de keuken. Toen ze daar
aankwam hoorde ze haar flarden van een gesprek tussen haar ouders:
"… zou nogthans een goed meisje voor Karel zijn, dus we
kunnen haar toch uitnodigen?" vraagt Katerine, op een bijna
smekende toon.
"We zien wel, nodig maar uit', vertelt de stem
die van Peter afkomstig is.
"Park, is het niet?"
"Yep."
Daimy vind alsof ze aan het afluisteren is en voelt zich er niet
goed bij dus gaat ze maar naar binnen.
"Goedemorgen" zegt ze
als groet.
"Goedemorgen Daimy, lieverd," begroet Katerine
haar, Peter zegt niets; die is te verdiept in de Ochtendprofeet.
Daimy ging aan tafel zitten, die bezaait is met stapels brieven
en eten. Daimy kan op de bovenste brief van de dichtbijzijnde stapel
het opschrift ' De Familie Park' lezen.
Ze kijkt vragend naar
de brieven.
"Dat zijn de uitnodigingen voor vanavond"
verklaart Katrine, die blijkbaar de vragende blik van haar had
gezien. Op dat moment kwam Karel binnen.
"Ah, je bent ook al
wakker" zegt Peter, die de Ochtendprofeet blijkbaar beu is.
"Dat
is goed, dan kunnen jullie vlug eten en dan kunnen we naar de
wegisweg" zegt Katrine aanvullend.
Daimy en Korzel beginnen
aan het ontbijt. Al vlug zijn ze klaar. Ze nemen hun mantels en doen
die aan, haar moeder neemt de stapel brieven en ze gaan naar de open
haard.
"Daimy, ga jij eerst, dan volg ik, dan Karel en dan
Peter" zegt Katerine uitleggend, terwijl ze een potje met
glinsterend poeder voorhield. Daimy nam een snuifje poeder, ging in
de haars staan en zei "De wegisweg". Uit reflex doet Daimy haar
ogen toe, en 2 seconden later kwam ze slippend tot stilstand in de
Lekke Ketel. Niet veel later arriveerd de rest van de familie
ook.
Ze gaan met zijn allen naar Goudrijp, de tovenaarsbank. Daimy blijft
samen met Karel buiten wachten, terwijl Katerine en Peter naar de
kluis geld zouden ophalen. Na een tiental minuten wachten kwamen,
Katerine en Peter buiten, die zo te zien heel blij zijn dat ze terug
buiten waren; Ze zijn namelijk heel wit weggetrokken!
"Schat,
geeft het als ik eventjes ééntje ga drinken, om wat te
bekomen?" vraagt Peter op een héél lieve toon, waar
iedere vrouw voor zou vallen.
"Ja, doe maar hoor," zegt
Katerine, redelijk geïrriteerd; omdat ze met stress zit, omdat
er nog zo veel gedaan moet worden en ze zo weinig tijd hebben.
"Wij
komen wel als we klaar zijn," vervolgt ze, terwijl ze naar Karel,
zichzelf en mij wees. Ze zeggen gedag tegen elkaar en lopen verder.
"Laten we eerst naar de uilenpost gaan," zegt Katerine toen,
die nog altijd met de stapel brieven rondloopt, wat vrij moeilijk is
aangezien de stapel brieven vrij hoog is. Ze gaan naar een winkel,
die de naam de 'vliegende Uilenpost' draagt. Ze stappen binnen en
trokken als gelijken hun neus op. Het stinkt er naar uilen! Ze
wandelde, liepen bijna naar de toonbank, en daar verwelkomt een
tovenaar met een beschermend gewaad en handschoenen hen:
"Goedemorgen, kan ik U helpen?"
"Ja, dat kunt u ...".de
rest hoort Daimy al niet meer, want ze had besloten om rond te kijken
naar de uilen. Ze wandelde en bekeek de uilen. Op het einde van een
rayon zat een immens grote, donker bruine-bijna zwarte-uil; ze vind
dat deze er eng uitziet, en draait zich om, en kijkt recht in het
gezicht van...
"Karel, je laat me schrikken!" zegt ze
bedeesd.
"Sorry, ik wou je net roepen toen je je omdraaide. En
wil je me niet Karel noemen? Noem me maar Kwast, al men vrienden doen
dat."
"Ja oke, dat zal ik doen, Kwast" zegt Daimy met een
speelse knipoog. Kwast lacht naar haar.
"Jongens, we gaan!"
roept Katerine.
Ze gaan naar haar toe en liepen de winkel uit.
Daimy snuift de verse en ademlucht diep in, ze ziet dat Kwast en
Katerine het ook doen.
"Zo binnnen een uurtje zijn de brieven
bezorgt. Laten we nu om de galagewaden gaan," zegt Katerine, en ze
loopt met een snelle pas verder.
"Het is wel een zenuwpees"
denkt Daimy.
Opeens stopt Katerine, en Daimy moet remmen om te
beletten dat ze tegen haar opbotst. Ze stapt de winkel binnen en
Kwast en Daimy volgen haar. Ze leest nog vlug de naam: Madame
Mallekin's Gewaden. In de winkel kwam onmiddelijk een dame op hen
afgelopen met de vraag of ze kon helpen.
"Ja, Ik zoek een
gewaad voor mijn zoon én dochter" zegt Katerine vlug.
Toen
voelde Daimy een schok. Een leuke schok weliswaar maar toch, Katerine
had haar zojuist haar dochter genoemd. Dat deed deugd. Zo weet ze dat
ze gewaardeerd word, en dat voelt goed. De dame had ondertussen een
tweede bediende gevraagt die met Kwast zou meegaan. Ze gaan naar een
aparte ruimte, waar een bordje 'Galagewaden' ophing. Daimy moet
op een stoeltje staan, zodat het lint kan meten. Ondertussen zegt de
bediende: '... U heeft ook mooie groene ogen, een goede
lichaamsbouw,..." Ondertussen was het lint gestopt met meten.
"Ja
juffrouw, komt u maar van het stoeltje, ik ga een aantal gewaden
halen." met die woorden vertrekt ze en komt een paar tellen later
terug.
"Zo, neem er maar eentje uit en pas maar."
Daimy
neemt een donkergroen gewaad en gaat het pashokje in. Toen het gewaad
perfect zit ging ze het hokje terug uit.
"Nou, wat vinden
jullie?" vraagt ze.
"Wouw, dat is prachtig" zegt Katerine,
die onder de indruk was. De bediende knikt overeenstemmend.
"Nou
laat ik dan zeggen dat ik deze neem," zegt Daimy met een lach omdat
de twee dames onder de indruk waren.
"Goed, dat is beslist."
zegt Katerine, ook lachend "Laten we nu kijken of het bij Karel ook
zo simpel is gegaan. Ze gaan terug naar het onthaal en zien dat Kwast
al staat te wachten. Katerine betaalt beiden gewaden en ze verlaten
de winkel. Daimy ging vlug naast Katerine lopen en zegt:
"Bedankt
voor de jurk, maar moet ik ze niet zelf betalen?"
"WAT"?
roept Katerine verontwaardigt, zodat er enkele mensen omkeken. "Wat
vroeg je? Terugbetalen? Zelf betalen? Hoe durf je dat te vragen? Dat
wil ik helemaal niet!" zegt Katerine, nu met bedeesde stem.
"Sorry, wou je niet kwaad maken" zegt Daimy
verontschuldigend.
"Ik ben niet boos, ik was aleen maar
geschrokken, maar goed. Laten we maar terug naar huis gaan. Er is nog
veel te doen." zegt ze terwijl ze op weg was naar de kroeg, waar
Peter zit.
"Maar mam, doen de huiselven het voorbereidend werk
niet?" vraagt Kwast verbaasd.
"Ja, maar je weet ik wil alles
nog eens controleren" antwoort Katerine haastig.
Toen ze in de
kroeg aankwamen, was Daimy een beetje buiten adem; ze moest hard
lopen om Katrine goed te kunnen bijhouden. Peter komt gauw naar hen
toe, en ze kunnen vertrekken. Vijf minuten later is iedereen thuis.
Katerine is nerveus en laaiend, sommige dingen waren nog niet
helemaal af, en Katerine dacht dat de huiselven het al vergeten
waren. Ze ging de tuin bekijken die ook versierd zou worden en wou
naar buiten lopen:
"Aja, Karel en Daimy, ga jullie elk al
klaarmaken. Karel neem jij de badkamer helemaal boven? Dan kan Daimy
die van vanochtend nemen." en met die woorden loopt ze de tuin in.
Daimy en Kwast nemen hun gewaad en gaan elk naar een badkamer.
Daimy had een paar keer een verkeerde deur genomen, maar uiteindelijk
kwam ze toch in de badkamer terecht. Ze had nog maar net haar gewaad
aan getrokken of ze hoorde iemand aan de deur kloppen:
"Daimy,
mag ik binnen komen?" vroeg de stem door de deur. Daimy merkte dat
het Katerine is die voor de deur staat.
"Ja hoor, kom maar."
Ze komt binnen en bekijkt Daimy.
"Mooi" beaamt ze "Maar
er mag nog wel wat make-up bij. En je haren die zal ik ook even
doen."
Ze leidt Daimy naar een stoel en begintmet de make-up.
Daarna steekt ze Daimy haar haren door middel van een handige spreuk,
op zodat ze de hele avond goed zouden zitten.
"Zo, dat is goed"
Daimy bekeek zichzelf in de speigel en keurde zichzelf goed. Ze
bedankte Katerine, maar die wuifde ze weg.
"Zo Daimy binnen een
half uurtje komen de gasten. We brengen de gasten naar de zaal, en
daarna stellen we jou aan hen voor. Karel zal je komen halen en je
begeleiden. Goed?"
Daimy knikt dat ze het begrepen heeft, en
Katerine verlaat de badkamer. Daimy voelt zich desondanks nerveus. Na
een tijdje hoort ze beneden stemmen en muziek en Daimy bedenkt dat
het bijna aan haar is. Na nog een paar minuten wachten kwam Kwast
haar halen. Bovenaan de trap laat hij Daimy alleen achter.
"Nee,
blijf bij mij," smeekt ze.
"Dat gaat niet, je moet alleen
komen, relax het zal wel lukken, ik heb het ook moeten doen."zegt
hij geruststellend, maar het helpt niet. Kwast gaat naar beneden en
Daimy blijft bovenaan de trap wachten. Opeens hoort ze een magisch
versterkte stem:
