De Man, de Hond en Haar Paard
Een prachtig, sierlijk paard galoppeerde naast een brede rivier waarop verschillende watervogels aan het genieten waren van de warme zomerzon. Binnen een uurtje zou de zon onder gaan en gingen de vogels weer naar hun nest. Aan de zijkanten van de rivier stonden reusachtige eikenbomen, waarvan de takken lichtjes heen en weer bewogen in de wind. Op de rug van het schimmelkleurige paard zat een meisje van een jaar of zestien gehuld in dure rijkleren. Haar zwarte leren laarzen glansden in de zomerzonen pasten perfect rond haar mooi gevormde benen. Op de witte rijbroek, die het meisje droeg, was geen vuiltje te vinden. Hetzelfde gold voor het zwarte vestje dat het ze droeg. Ze was rijk, dat was duidelijk te zien. Zij was de enige tiener in het dorp dat met een zadel paard reed.
'Komaan Emeralda,' zei het meisje tegen de schimmel merrie terwijl ze in het zadel ging staan. Ze hield de leren met bladgoud versierden teugels aan het uiteinde vast zodat het paard de volledige vrijheid had. Het paard dat uit een sprookje ontsnapt leek te zijn, schudde haar hoofd en versnelde haar pas. De oren van het edele dier stonden naar voren gericht. De sterke hoeven roffelden over de laan.
'Komaan,' fluisterde het meisje tegen haar paard. Het paard gehoorzaamde en galoppeerde alsof haar leven ervan af hing. In volle vaart galoppeerde het paard door een scherpe bocht, zonder te weten wat er achter de bocht op het duo lag te wachten.
Toen Emeralda de bocht om was, moest ze alle remmen dicht gooien anders zou ze de man, die daar wandelde omver galopperen. De grote hond, die de man bij zich had, blafte woest naar het beeldschone paard en zijn berijdster. Het meisje dat op de rug van de merrie zat, vloog door de plotse remactie over de nek van haar dure rijdier. Met een doffe dreun viel ze op de zandgrond van de laan. De man, die gehuld was in een zwarte broek en een wit hemd, liet de lijn van de hond los en liep op het meisje af.
'Hé, meisje?' vroeg de man bezorgd. 'Kun je me horen?'
Het meisje opende voorzichtig haar ogen en kreunde zachtjes.
De grote, grijze hond van de man gromde woest tegen het paard.
'Emeralda,' mompelde het meisje.
'Is dat je naam?' vroeg de man. 'Af, Bronzo!' riep hij tegen zijn hond. Onmiddellijk gehoorzaamde de hond en liep naar de zijde van zijn norse baas.
'Nee, Alicia,' zei het meisje terwijl ze ging zitten.
'Emeralda,' riep ze naar haar paard. Het grote, witte paard hinnikte zachtjes en liep naar haar meesteres toe. Plotseling bleef het paard staan en hief haar hoofd hoog op en keek de man wantrouwig aan. De hond ontblote zijn witte tanden en gromde luid. Emeralda stapte traag achteruit met haar oren in haar gespierde nek. Het wit van haar ogen was te zien.
'Emeralda, hier!' beval Alicia. Ze wilde opspringen maar de man hield haar tegen.
'Rustig,' siste de man. Zijn grote handen rustte op Alicia's schouder.
Emeralda hinnikte luid terwijl ze met haar voorbeen waarschuwend over de zandgrond schraapte.
De grote hond sprong wild blaffend naar voren, klaar om aan te vallen.
'Bronzo!' riep de man zonder zijn handen van Alicia's schouder te halen.
De hond luisterde niet meer naar de bevelen van de man. Dit was niet goed…
Emeralda hief haar voorbenen van de grond en richtte zich op in haar volle lengte. Dreigend maakte ze wilde gebaren met haar voorbenen. Geschrokken deinsde de ongehoorzame hond naar achteren.
'Emeralda!' riep Alicia wanhopig. Met een enorme dreun kwamen de voorbenen van het paard weer op de grond terecht. Het dier sprong vooruit en stormde tussen de eikenbomen door weg, het bos in.
'Emeralda!' riep het Alicia hopeloos. Ze sprong haastig op en wilde haar paard achterna rennen al wist ze dat Emeralda veel sneller was met haar vier lange benen.
'Nee!' beval de man. Alicia keek de man geschrokken aan. De ogen van de man waren donker en leeg. Zijn lange donkere haren kwamen haast tot zijn middel. Aan de hand waarin hij de hondenlijn weer vast had, droeg hij twee zilveren ringen. Eentje met een glinsterende, blauwkleurige steen en eentje in de vorm van een halve maan.
Alicia streek met haar hand door haar lange, blonde haren en liep kordaat op hem af. Wat denkt hij wel? dacht ze kwaad. Hij heeft me niets te bevelen!
De hond keek Alicia aan. Niet vriendelijk, maar ook niet kwaad.
'Jij hebt mij niets te bevelen,' siste Alicia. Ze kneep haar bruine ogen een beetje dicht en zette haar handen in haar zij. Zo leek ze op een beetje op een strenge schooljuffrouw. Het enige wat ze miste, was een bril. 'Jij bent wel de reden dat ik van mijn merrie ben gevallen.'
'Nachtmerrie bedoel je,' zei de man kalm. Hij trok zich niets aan van Alicia's gedrag. Hij leek het zelfs leuk te vinden want zijn mondhoeken gingen een klein beetje naar boven. 'Je moet in het vervolg niet zo door de bochten galopperen met dat beest van je.' De hond keek zijn baas kwispelend aan.
'Beest! BEEST!' gilde Alicia. 'Ze is een Andulisier! Spaans raspaard! Ze is de beste van onze stal!'
De man lachte. Alicia merkte tot haar afgunst dat de man zijn tanden geel waren en eentje was bijna helemaal zwart.
'Ik wil mijn paard! Jouw hond heeft haar weggejaagd.'
'Kalm, ik help je zoeken hoor,' verzekerde de man haar.
'Echt?' vroeg Alicia twijfelend.
'Ja. Mijn hond heeft haar per slot van rekening weggejaagd.' Alicia snapte er niets meer van. Eerst had de man haar paard uitgescholden en gezegd dat het haar schuld was dat ze op de grond was gevallen en nu wilde hij haar helpen. Was hij wel te vertouwen?
'Amon,' zie de man terwijl hij zijn hand uitstak.
'Alicia Eleanor Watermortel,' zei Alicia terwijl ze de hand van de man schudde.
Even dacht ze dat de man zijn ogen niet meer zo leeg waren maar meer hongerig toen ze haar naam had uitgesproken.
'Eleanor?' vroeg hij achterdochtig.
Alicia knikte. 'Doet er niet toe. We moeten Emeralda vinden voor het donker is.'
Amon liep samen met zijn donkere wolfachtige hond het bos in waar Emeralda er ook was in gestormd. Alicia volgde hem een beetje wantrouwig. Gelukkig had het vanochtend geregend, dacht Alicia. Nu stonden de hoefsporen van Emeralda nog in de bodem.
Een hele tijd liep het tweetal en Bronzo de hond zwijgend door het bos. Hoe verder ze het bos in liepen, hoe dichter het werd. De bomen stonden dichter op elkaar en er waren ook een heleboel vreemde struiken. Alicia had het gevoel dat ze gevolgd werden al verzekerde Amon haar, toen ze had vertel over dat gevoel, dat als ze gevolgd zouden worden, niemand hen zou lastig vallen. Alicia vroeg waarom dat was, maar ze kreeg geen antwoord. Na een dik halfuur door het bos te hebben gestrompeld, kwamen ze op een open vlakte. Het gras op de vlakte kwam tot aan Alicia's knieën. Voor kabouters zou dit een enorm woud zijn. Voor hen zouden de grassprieten zijn wat Sequoia's (super grote bomen die in Amerika staan)zijn voor de mensen, dacht Alicia. Als er iets was waar Alicia in geloofde, dan was het wel in kabouters en elfen. Iedereen verklaarde haar voor gek, maar ze hield voet bij stuk.
'De voetsporen leidden het veld in,' lichtte Amon Alicia in.
'Maar het gras is niet plat getrapt.'
'Roep haar,' beval Amon.
Wat heeft die man toch met bevelen? Ik laat me niet bevelen! Dacht Alicia.
'Waarom?' snauwde Alicia. Ze wilde hem laten merken dat zijn gedrag haar ergerde.
'Misschien antwoord ze dan?' suggereerde de man. Bronzo, de grijze hond van de man, kwispelde verlangend en staarde naar het hoge gras.
'Misschien neem ik geen bevelen aan van onbekende mannen met ongemanierde, agressieve honden,' legde Alicia bot uit. 'Begrepen?'
'Helemaal,' zei Amon geduldig. 'Ga je haar nu nog roepen of niet? Of wil je zelf dat veld in gaan, meisje?' Alicia staarde naar het groene gras. Nee, dat wilde ze niet. Het veld was veel te groot.
'Wel?' zei Amon. Bronzo blafte schel waardoor Alicia achteruit deinsde.
'Ik zal haar wel roepen,' siste Alicia.
'Mooi zo.' Amon keek Alicia aan met zijn donkere, lege ogen.
'Emeralda!' riep Alicia. Gespannen wachtte ze op antwoord van haar trouwe paard. Alicia draaide zich om en keek naar het bos waar ze vandaan kwamen. Het gevoel dat ze bespied werden, was sterker dan in het bos. Toen Alicia zich terug naar het veld draaide, stond Emeralda in al haar schoonheid voor haar neus.
A/N: Bedankt voor het lezen, Revieuw a.u.b. Vragen zijn ook altijd welkom, misschien krijg je wel een antwoord!
