Hoofdstuk 10

Er waren nog twee opdrachten te gaan en dan zou het kamp al afgelopen zijn. Op de dag van de tweede opdracht stond er een soort klein stadium, en Perkamenus vertelde dat ze gingen duelleren. Iedereen nam plaats op de tribunes en wachtte af.
"Goed, de eersten zijn…Hanneke Sloep en Mandy Kroo!" zei Perkamentus, nadat hij alle regels had uitgelegd. Mandy ging naar beneden en stond tegenover een dik meisje met krullen.
Sirius, James en nog meer mensen lagen al half te slapen toen Perkamentus opeens omriep:
"De volgende zijn Severus Sneep en Sirius Zwarts!" Sirius grijnsde gemeen.
"Laat hem wat zien, Sluipvoet," zei James. Sirius liep naar beneden en ging tegenover Sneep staan. Sneep keek woedend naar Sirius, maar die grijnsde nog steeds vals. Perkamentus telde af. Sirius was te snel voor Sneep en Sneep werd een meter of tien naar achter geblazen. Sirius lachte, net als veel andere mensen. Maar Sneep had Sirius al vervloekt en hij werd tegen de tribune geslagen. Een paar meisjes gilden, maar Sirius stond snel weer op.
"Paralitis!" riep hij en hij Verlamde Sneep.
"Meneer Zwarts heeft gewonnen!" riep Perkamentus om. Professor Anderling kwam aangesneld en ze maakte Sneep weer wakker met een spreuk.
"Volgende: Meneer Potter tegen meneer Zwarts…" zei Perkamentus. Veel leerlingen keken geschrokken van Sirius naar James. Iedereen wist dat ze beste vrienden waren en ook nog eens de besten van de hele school in vervloeken. Maar James en Sirius schenen er totaal geen probleem mee te hebben.
"Dit gaat lang duren…." verzuchtte professor Anderling. Het duurde inderdaad lang. James en Sirius riepen steeds vervloekingen, maar die ontweken ze ook steeds zodat er eigelijk niks bijzonders gebeurde.
"Oke, zullen we maar eens stoppen?" zei James grijnzend.
"Als ik mag winnen," zei Sirius ook met een grijns.
"Mooi niet, je hebt net toch ook al van Secreetje gewonnen?" zei James. Sirius wou net toegeven toen Perkamentus omriep dat de volgenden maar moesten komen.
"Mevrouw Evers en meneer Malfidus…" Lily liep zuchtend naar beneden langs de stoeltjes. Ze ging tegenover Malfidus staan.
Hij was niet zo goed als ze dacht. Ze had in vijf minuten al gewonnen, onder luid gejuich van Sirius en James, maar wel met een snee in haar voorhoofd.
Aan het einde van de tweede opdracht zei Perkamentus:
"Ik zal jullie alvast de derde opdracht vertellen, die is over drie dagen. We gaan dan het bos in, en jullie moeten de trofee zien te vinden, maar jullie moeten wel door allerlei obstakels heen….Jullie gaan gewoon met jullie eigen groepje, en het enige wat je mee mag nemen is je toverstok. Dus over drie dagen om zeven uur 's avonds verzamelen we hier."
De leerlingen liepen terug naar het kamp en praatten nog lang na over het duelleren.

De volgende avond was Perkamentus even weg, en hij kwam terug met de mededeling dat iedereen geslaagd was. Iedereen juichte en ze bouwden een feestje.
"He, gooi die worsten even!" riep Sirius naar Peter. Peter gooide iets te hard tegen Sirius' hoofd aan.
"Bedankt…." kreunde hij, wrijvend over zijn hoofd. Lily en James hielden even op met zoenen en lachten met de anderen mee.
"Weet je waar Marlou is?" vroeg Sirius. Lily glimlachte.
"Eh…daar. Hoezo?" zei ze.
"Oh, gewoon…" mompelde Sirius hij liep naar de andere kant van het kampvuur en ging naast Marlou zitten.
"Zullen we ergens anders heen?" vroeg James. Lily knikte. Ze liepen naar een afgelegen plekje en gingen naast elkaar in het gras liggen.
"Wat ga je doen als je van school af bent?" onderbrak Lily de stilte.
"Schouwer worden, denk ik. En trouwen!" zei James. Lily draaide haar hoofd om en grijnsde.
"Met mij?" zei ze. James keek haar aan.
"Ligt eraan of jij wil." zei hij. Lily lachte.
"Is dit een huwelijksaanzoek?" zei ze.
"Ja, mevrouw Evers." zei James kakkerig.
"Nou, meneer Potter, ik wil best met u trouwen, edele here…" zei Lily. James trok haar lachend naar zich toe.
"Zodra we van Zweinstein zijn!" zei hij.
"Dat zijn we al…" zei Lily.
"Nou en." zei James. Er volgde een lange zoen, tot ze opeens stemmen hoorden.
"Eh…tijd om weg te gaan." zei James. Ze stonden op, en zagen Sirius en Marlou hand in hand langslopen. Stilletjes slopen ze terug naar het kamp.
"He Maanling!" zei James vrolijker dan ooit.
"Wat heb jij?" zei Remus.
"Eh..niks, laat maar." zei James snel.
"Shit, mijn ketting is weg!" zei Lily.
"Misschien ligt hij nog in het gras daar…" zei James. Lily liep snel weg.
"Lumos," zei ze en het puntje van haar toverstok lichtte op. Ze scheen op het gras.
"Zocht je dit?" zei een stem. Lily keek op. Het was Sneep. Hij had haar ketting in zijn hand.
"Dankje-" zei Lily, maar toen ze haar hand uitstak trok Sneep zijn hand weg.
"Geef hier," zei Lily.
"Moet je er wel wat voor doen," zei Sneep vals. Hij deed een paar stappen dichterbij en Lily een paar stappen achteruit, zodat ze tegen een boom stond.
"Ga weg!" snauwde ze. Ze greep naar de ketting die ze van James had gekregen, maar miste. Ze probeerde haar toverstok te pakken, maar Sneep pakte haar hand.
"Kom op nou…geen zin in iets leuks?" zei hij. Hij zag er behoorlijk bezopen uit en probeerde haar overal aan te raken.
"ROT OP!" schreeuwde Lily. Ze gaf hem een knietje, pakte de ketting af en ging ervandoor. James kwam haar tegemoet rennen.
"Lily! Is alles goed?" zei hij.
"Ja…ja, het was Sneep…" zei ze.
"Wat is er gebeurd?" vroeg James. Lily vertelde alles.
"Die vuile-" gromde James toen Lily was uitverteld.
"Het is al goed James…." onderbrak Lily hem.
"Helemaal niet! Dit zet ik hem betaald, dat beloof ik je!" zei James woedend. Hij schopte tegen een prullenbak waar ze voorbijkwamen. Lily had hem nog nooit zo kwaad gezien.
"James, zo erg was het nou ook weer niet…" zei Lily.
"Jawel! Ga naar Anderling! Of Perkamentus!" zei James.
"Nee! Nee, James, ga het alsjeblieft aan niemand vertellen!" zei Lily. James was eindelijk gekalmeerd.
"Alsjeblieft?" zei Lily.
"Oké…" zei James.
"Laten we dit vergeten, goed?" zei Lily. James knikte en ze omhelsden elkaar even en doken hun tent in, waar de anderen ook zaten.