Hoofdstuk 12

"I'm gonna make it to heaven! Light up the sky like a flame, fame! I'm gonna live forever-" zong Lily, dansend door haar kamer.
"Je kan mooi zingen." zei een stem. Lily draaide zich snel om en zag James door het raam hangen.
"James!" zei ze verrast. Ze hielp hem naar binnen. "Wat doe jij hier? Waar is Sirius?"
"Oh, ik had niks te doen en Sirius slaapt al. Hij verhuist morgen." zei James.
"Waarom?" vroeg Lily.
"Omdat hij nu meerderjarig is en hij 'wil ons niet langer tot last zijn'" antwoordde James. "Zijn je ouders thuis?" Lily glimlachte ontdeugend.
"Voorlopig nog niet," zei ze.

De volgende morgen werd Lily wakker door geklop op het raam. Ze zag Sirius, die op de ladder was geklommen en schrok toen ze merkte dat James nog met een arm over haar heen naast haar lag.
"James, wakker worden…" zei ze. James gromde alleen maar wat. Sirius had het raam inmiddels open gekregen en sloop voorzichtig naar James. Lily stond bij de kast toen Sirius keihard "GAFFEL!" in James' oor schreeuwde, zodat die uit zijn bed rolde en met zijn armen en benen maaide onder de dekens. Lily en Sirius lachten heb uit toen hij met een slaperig hoofd onder de dekens vandaan kwam.
"Goeiemorgen Gaffel! Wat deed jij hier?" zei Sirius.
"Uh…slapen. Wil je me nooit meer zo laten schrikken?" zei James.
"Slapen. Slapen? Als jij hier alleen maar hebt geslapen, ben ik de kaaskoning!" riep Sirius.
"Oh, hou je kop." mompelde James. "We gaan maar weer eens." Lily knikte en Sirius en James klommen snel de ladder af toen ze iemand de trap op hoorden lopen.
Die middag verhuisde Sirius naar een huis in Londen. Het was klein, maar Sirius was er tevreden mee, ook al moest hij al zijn rommel erin kwijt, zodat je er na een uur al niet meer kon lopen. Uit het raam zagen ze de Lekke Ketel.
"Kijk, nou kan ik zo naar de Wegisweg als ik nieuwe boeken moet halen!" zei Sirius tevreden.
"Sluipvoet, we zijn al van school af…" zei James.
"Oh ja," mompelde Sirius.
Ze besloten om toch nog even over de Wegisweg te slenteren.
"Wat deed jij vannacht bij Lily?" vroeg Sirius.
"Slapen…" mompelde James.
"Kom op nou Gaffel…" zei Sirius. "Ik weet het heus wel!"
"Waarom vraag je het dan?" snauwde James. Sirius zei maar niets meer toen hij merkte dat James chagrijnig was.
"Maar hoe zit het nou met jou en Marlou?" vroeg James opeens toen het een hele tijd stil was geweest.
"Eh…oh ja, nog steeds aan…" zei Sirius vaag. James grijnsde toen Sirius' wangen rood werden.
"Wat is er?" zei hij.
"Ze…Ze wil trouwen…" zei Sirius iets zachter.
"Zei ze dat?" vroeg James nieuwsgierig.
"Nee…ik weet het gewoon." antwoordde Sirius.
"En jij?" vroeg James.
"Ik weet het niet…." zei Sirius.
"Je houdt toch van haar?" zei James.
"Ja, maar ik ben bang dat het misloopt ofzo…" zei Sirius.
"Welnee, je moet het gewoon doen." zei James zeker.
"Jij weet het tenminste zeker." zei Sirius.
"Ik weet het niet zeker, misschien gaan wij later ook wel scheiden ofzo. Maar toch ga ik gewoon trouwen." zei James. Sirius antwoordde niet meer en ze liepen terug naar zijn huis.

Twee weken later ging Petunia trouwen, met Herman Duffeling. Lily was, op aandringen van haar moeder, bruidsmeisje en moest een vreselijke zalmroze jurk met kant en ruche dragen.
"Wat! Dat ding doe ik niet aan, mam!" riep Lily, toen haar moeder de jurk liet zien, een dag voor de bruiloft.
"Pas hem nou even…." zei die. Met tegenzin trok Lily de jurk aan. Het stond echt vreselijk; de kleur paste niet bij haar rode haar, de jurk had lange mouwen en was helemaal dicht tot haar nek.
"Het lijkt wel een dwangbuis," zei Lily.
"Zeur niet zo, Petunia wil dat je hem aandoet." zei haar moeder kortaf.
"Kom op nou, je gaat toch niet zeggen dat je dat ding mooi vind?" zei Lily wanhopig. Maar haar moeder antwoordde niet omdat Petunia net binnenkwam in ook een zalmroze jurk, maar dan met nog meer kant en ruche. Lily wilde haar mond net open doen om iets te zeggen, maar haar moeder wierp haar ene waarschuwende blik toe en bekeek toen Petunia's jurk.
"Je moet je vriendje nog bellen, Lily. Je moet wel iemand hebben om mee naar de bruiloft." zei ze met haar rug naar Lily toe.
"Wat, James?" zei Lily geschrokken. James was absoluut geen type voor bruiloften en nette pakken.
"Ja, en zeg dat hij iets nets aan moet doen." zei Lily's moeder.
"Kon je dat niet eerder zeggen?" mompelde Lily. Ze verkleedde zich snel, ging naar buiten en belde bij James aan.
"Hoi," zei hij en ze gaven elkaar een kus.
"Wil je morgen mee naar de bruiloft van mijn zus?" vroeg Lily, toen ze even later op de bank zaten.
"Wat? Een bruiloft?" zei James geschrokken.
"Ja. Van mijn zus." zei Lily.
"Mooi niet! Ik, naar een bruiloft? Belachelijk!" zei James.
"Ik ken ook andere jongens met wie ik kan gaan hoor…" zei Lily plagerig.
"Zoals?" zei James.
"Eh….Gert, van 1 straat verderop…die kakker." zei Lily.
"Oké, ik ga al mee." zei James meteen.

De volgende dag stonden Lily en James klaar om naar de bruiloft te gaan. James had een net pak aan en Lily die vreselijke jurk.
"Ik mag hier niet mee gezien worden," mompelde ze terwijl ze zich zo goed mogelijk achter James probeerde te verschuilen.
"Het valt heus wel mee," zei James grinnikend. "Waar is je zus eigenlijk, en die Herman?"
"Eh…ik geloof-oh, daar komen ze." zei Lily. Petunia kwam binnen in haar vreselijke trouwjurk, met Herman achter zich aan. Ze bestudeerden James, met zijn warrige haar, ondeugende bruine ogen en in zijn nette pak die totaal niet bij hem paste.
"Hoi, ik ben James." zei James toen het even stil was. Hij schudde hand met Petunia, die haar naam mompelde en gauw weer losliet. Herman deed hetzelfde, ze liepen weer verder en Petunia stootte in het voorbijgaan een vaas omver.
"Laat mij maar," zei James, toen Petunia de scherven wilde opruimen. Hij pakte zijn toverstok. Herman en Petunia deinsden angstig achteruit.
"Reparo," zei James. De scherven kwamen samen en werden weer een vaas. Petunia keek James boos aan en Herman keek geschrokken. Petunia trok hem mee de keuken in en keek nog even boos naar Lily en James.
"Wat heeft zij?" zei James.
"Eh…ze vindt het niet zo leuk als er getoverd word…" zei Lily.
"Oh…aha…dat moet ik onthouden." zei James.
Een uur later zaten ze al in de kerk. James zat te knikkebollen en Lily gaapte, toen Petunia opeens arm in arm met haar vader binnenkwam. De muziek begon te spelen en Petunia en meneer Evers liepen naar het altaar, waar Herman al stond te wachten. Toen kwam er een hele preek en Lily en James schrokken weer wakker toen er geklapt werd. Petunia en Herman waren aan het zoenen en hadden hun ringen om. Lily klapte mee en gaf James een duw.
"Huh? Wat? Oh…eh..ja.." zei James en hij klapte snel mee.
"Vind je het heel erg dat ik niet zo'n bruiloft wil?" zei Lily.
"Nee! Wij doen het lekker simpel, oké?" zei James. Lily knikte.

Herman en Petunia hadden een huis in de Ligusterlaan gevonden om in te wonen, dus Lily had geen last meer van haar. James was intussen aan zijn opleiding tot Schouwer bezig en Lily aan een opleiding tot Heler, dus ze hadden niet veel tijd voor elkaar. Maar toch besloot Lily om maar eens aan haar ouders te vertellen dat ze met James wilde trouwen.
"Eh…mam, pap, ik moet even iets vertellen." zei ze op een avond, toen ze aan het eten waren.
"Ben je geslaagd?" vroeg meneer Evers.
"Nee, pa, luister nou even….het gaat om James en mij." zei Lily.
"Is het uit?" vroeg meneer Evers. Lily vond het een beetje hoopvol klinken.
"Ssssh!" zei mevrouw Evers.
"Eh…nee, integendeel. We willen gaan trouwen." zei Lily. Haar ouders staarden haar aan en hadden blijkbaar even tijd nodig om dit nieuws te verwerken.
"Jij, trouwen met James?" zei haar moeder na een tijdje. Lily knikte. Haar moeder keek blij, maar meneer Evers keek kwaad. Lily voelde weer een ruzie aankomen.
"Met die Potter? Nee! Niet met hem!" zei hij en hij stond op. Lily stond ook boos op.
"Pa, dat heb jij niet te bepalen! Ik hou van hem en ik ga met hem trouwen!" zei ze.
"Hij past niet bij je! Je hebt zelf een keer gezegd dat je hem haatte!" zei meneer Evers luid.
"Dat was vroeger!" riep Lily.
"Maar toch past hij niet bij je!" schreeuwde meneer Evers nu.
"Waarom moet je nou weer kwaad worden?" gilde Lily. Haar moeder keek angstig toe. Ze durfde zich nooit in de ruzies van meneer Evers en Lily te mengen. Lily voelde haat in zich opborrelen. Ze had al jaren ontelbare ruzies met haar vader gehad, maar dit was het toppunt.
"Jij weet gewoon niet wat goed voor me is. Je bent mijn vader niet!" schreeuwde ze. Toen ze dat gezegd had gaf meneer Evers haar een keiharde pets in haar gezicht, zodat ze achterover op de grond viel.
"Lily!" zei mevrouw Evers bezorgd. Ze knielde naast Lily neer, maar die stond alweer op. Ze zei niets, maar draaide zich om en rende de kamer uit.