Hoofdstuk 15
James werd nog witter dan hij al was en kon geen woord
uitbrengen. Ze gingen naar het bos, waar Lily blijkbaar was.
"Oké,
dit gaat even duren….het bos is groot," zei Marlou. Ze liepen het
bos in. Na een halfuur vonden ze nog niets.
"Konden we niet
gewoon naar die plek zelf Verschijnselen?" hijgde James.
"Nee,
kan niet in dit bos," zei Marlou.
"Waar is Perkamentus dan?"
zei James.
"Weet ik veel- hé, daar!" zei Marlou.
Perkamentus verscheen vanachter een paar bomen, alsof hij gehoord had
wat James had gezegd.
"Ik heb nog niks gevonden…" zei hij
voordat ze iets konden vragen.
"Hoe weten jullie dan dat ze in
het bos is…" zei James knorrig.
"Een wandelende tovenaar zei
dat," zei Marlou. James had om de uitspraak 'wandelende tovenaar'
gelachen als ze niet in zo'n ernstige situatie zaten.
"AAARGH!"
schreeuwde iemand. Het volgende moment viel Sirius opeens uit een
boom. "Au…" kreunde hij.
"Wat doe jij nou?" zei
James.
"Eh…ik was even een kijkje bovenin aan het nemen…"
zei Sirius.
"We kunnen beter splitsen," zei Marlou. Ze liep
met James naar rechts en Sirius en Perkamentus gingen naar links.
Na
wat wel uren leek gelopen te hebben kwamen Marlou en James een
tovenaar met een gescheurd gewaad tegen.
"Help," hijgde hij
wanhopig.
"Wat is er aan de hand, meneer?" vroeg James
snel.
"Dooddoeners in het bos! Snel weg, voordat ze ons vinden!"
zei de man paniekerig. Maar Marlou en James keerden niet om, maar
begonnen juist sneller verder te lopen. Al snel kwamen ze bij een
open plek- waar ze inderdaad een groep Dooddoeners aantroffen. Ze
hadden James en Marlou nog niet opgemerkt, dus die slopen achter een
boom.
"Op mijn teken vuren we zo veel mogelijk Verlamstralen
af," zei hij. Marlou knikte. Ze gingen allebei klaarstaan.
"Klaar?
1…2…NU!" riep James. Ze sprongen allebei tegelijk achter de
boom vandaan.
"PARALITIS!" riepen ze allebei tegelijk.
Ze raakten twee of drie Dooddoeners en schoten nog meer Verlamstralen
af, tot er nog maar zes overbleven, die de spreuken ontweken. James
zag Lily, vastgebonden aan een boom. Hij rende naar haar toe, maar
een Dooddoener hield hem tegen. Hij bond James onverwachts vast met
een spreuk. Marlou wilde gaan helpen, maar hij Verlamde haar. Een
andere Dooddoener stapte naar voren.
"Meester, hij is hier."
zei hij. James herkende die stem. Het was Sneep! Hij keek hem vuil
aan, maar Sneep keek naar een paar bomen, waar opeens een gedaante
achter verscheen. Hij droeg een lange zwarte mantel, hij had een wit
gezicht met rode ogen…Voldemort.
"Dank je, Sneep." zei hij
met een kille stem. Sneep boog diep. "Maak die meid los," Sneep
liep naar Lily en sneed de touwen door. Lily stond op en trok zich
woedend los uit zijn arm.
"Zo, Potter," zei Voldemort tegen
James. "Ik heb gehoord dat je een goeie Schouwer bent?" James zei
niets. "Waar is Perkamentus?" vroeg hij opeens.
"Weet ik
niet," zei James.
"Crucio!" zei Voldemort opeens.
Lily gilde het uit.
"Nee!" riep James. Hij probeerde zichzelf
los te krijgen, maar dat lukte niet. Voldemort lachte.
"Ik moet
hem alleen even spreken…" zei hij.
"Ik weet niet waar hij
is!" zei James boos. Hij bewoog zijn hand een beetje en raakte de
punt van zijn toverstok aan. De Dooddoeners letten niet op, dus hij
ging iets verzitten en kon zo zijn toverstok pakken.
"Diffindo!"
zei hij en de touwen werden doorgesneden. Hij stond op en ontwijkte
nog net een spreuk van Voldemort. Op dat moment kwam Perkamentus
opeens aanlopen, met Sirius achter zich aan. Perkamentus kwam meteen
in actie en toverde met een zwaai van zijn toverstok een soort gouden
net om Voldemort heen.
"Ga naar huis," zei hij tegen James.
"Maar-" begon James.
"Ga!" zei Perkamentus. Sirius
pakte Marlou op en hij liep samen met James weg. De Dooddoeners
durfden blijkbaar niets te doen.
"Enervatio," zei
Sirius. Marlou werd weer wakker.
"Wat is er gebeurd?" zei ze.
"We moeten gaan, kom mee!" zei Sirius. Ze renden zo snel
mogelijk het bos uit.
"Wij eh…gaan alvast, hè Sirius?"
zei Marlou, toen ze bij de bosrand uitrustten.
Sirius zei
niets.
"Hè Sirius?" zei Marlou nog luider en ze gaf hem
een duw.
"Wat? Oh, ja!" zei Sirius. Ze Verdwijnselden
allebei.
"Lily, het spijt me, ik had niet moeten-" begon
James.
"Nee, ik stelde me aan. Sorry, ik begrijp ook wel dat je
zenuwachtig bent…" onderbrak Lily hem.
"Maar-" zei
James.
"Zand erover," zei Lily glimlachend. Ze omhelsden
elkaar lachend.
"We trouwen binnen een week!" zei James.
En
inderdaad, vier dagen later waren ze al op weg naar de kerk. Lily in
een mooie witte jurk, en James in een net pak. Hij had nog bijna een
spijkerbroek aan willen doen, maar Lily was dreigend met een
koekenpan de slaapkamer binnengekomen, dus had hij toch maar dat pak
aangedaan.
"Ik hou niet van kerken…" zei James.
"Ik ook
niet," zei Lily. "Het wordt heus niet zo erg als bij mijn zus
hoor, het is zo voorbij," Toen ze bij de kerk kwamen zagen ze
Sirius al staan.
"Hèhè, daar zijn onze
tortelduifjes!" zei hij grijnzend.
"Hou je kop, Sluipvoet,"
zei James zuur.
"Hé, kom op, dit is je bruiloft man!"
zei Sirius. Hij gaf James een klap op zijn schouder.
Het was een
kleine bruiloft, Sirius was getuige en voor de rest waren alleen
Remus, Peter, Shirley, Marlou, Anderling, Perkamentus, de ouders van
James en de ouders van Lily er. Er werden veel magische foto's
gemaakt. De Dreuzel die hen had getrouwd keek verbaasd naar het
fototoestel, waar rook uitkwam.
"Nu jij nog, Sluipvoet," zei
James knipogend. Hij stond met Sirius, Perkamentus en Remus bij een
buffettafel.
"Jaja…" mompelde Sirius.
"Met wie dan?"
zei Anderling.
"Jij bent ook niet bij de tijd, hè
Minerva." zei James plagerig. "James heeft een vriendin, Marlou.
Je kent haar toch?"
"Natuurlijk, ik heb haar toch les
gegeven…maar Sirius, trouwen?" zei Anderling
ongelovig.
"Ja…mensen doen gekke dingen," zei James. Sirius
gaf hem een duw.
"He, eh…ik moet gaan," zei Remus
opeens.
"Hoezo?" vroeg Sirius. Remus keek hem veelbetekenend
aan. "Oh ja…" James wilde ook nog iets zeggen, maar Remus was
al weg.
"Shit, dat had ik eerder moeten bedenken," zei
hij.
"Ach…" zei Sirius alleen maar.
De volgende
morgen werden Lily en James pas om kwart over 12 wakker.
"Moguuh,"
zei James slaapdronken.
"Goeiemorgen! Koffie?" zei Lily
opgewekt.
"Eh…ja," zei James. "Ik kom zo…"
Maar een
halfuur later was hij nog niet opgestaan, en Lily had al zoveel keer
geroepen dat ze een emmer water pakte en die uitkipte over James'
hoofd.
"Aaargh! Hou op, het is nog vroeg!" zei James
geschrokken.
"Bijna 1 uur ja!" zei Lily lachend.
"Goed,
goed, ik kom al," zei James. "Lastig mens," mompelde hij er nog
achteraan.
"Wat zei je?" zei Lily.
"Eh…vaste grens,"
verzon James snel.
"Huh?" zei Lily.
"Dat was het eerste
wat in me opkwam. Kijk, als ik opsta, zeg ik altijd maar: vaste
grens! Dan begint de dag goed, zie je," zei James half
lachend.
"Jaja…volgens mij moet jij echt even een douche
nemen," zei Lily.
Toen James een kwartier later naar beneden
kwam, zat Lily aan de keukentafel foto's uit te zoeken.
"Help
je even mee?" zei ze. James ging tegenover haar zitten en pakte een
foto.
"Oh nee!" riep hij uit.
"Wat?" zei Lily.
"Deze
is van de musical…" zei James.
"Nou en?" zei Lily.
"Die
moet weg," zei James. Hij liep al naar de prullenbak, maar Lily
hield hem tegen.
"Laat zien dan…nou, die is toch best leuk?"
zei ze.
"Kom op nou, ik speelde daar Romeo. Om je dood te
schamen!"
"Helaas," zei Lily en ze pakte onverwachts de foto
af. "Denk je dat ik zo graag Juliet wou spelen dan?"
"Eh…ja?"
"Nee!"
"Geef maar toe," zei James
plagerig.
"Shirley had me ingeschreven! Ze had dat met Sirius
afgesproken ofzo…hij had jou ingeschreven," zei Lily.
"Inderdaad,
en ik moet nog steeds iets terug doen…" zei James.
"Waarom?
Je bent toch geen kleuter…" zei Lily.
"Oh, hou op," zei
James.
"Hoi," zei een stem. Ze keken om en zagen Sirius
staan.
"Hoi Sirius….hoe lang sta je hier al?" zei
Lily.
"Eh…net. Maar ik kwam even zeggen dat ik volgende week
al ga trouwen," zei Sirius.
"Echt? Leuk! Met Marlou?" zei
Lily enthousiast.
"Duh," zei James.
"Maarre…jullie
mogen getuigen zijn," zei Sirius. Lily knikte.
"We gaan nog
even naar de Orde, wat ophalen." zei ze.
"Oké," zei
Sirius. "Doei!" En hij Verdwijnselde.
