Frodo stapte de elfen bood op met tranen in zijn ogen ( hij wist dat hij zijn vrienden nooit meer zou terug zien, maar toch had hij hoop).
Toen hij opgestapt was stapte de bijstaande elfen en Gandalf ook de bood op.
Hij begon te varen, zachtjes over het helderblauwe water, zo helder dat hij de prachtige vissen er in kon zien zwemmen. "Ik ben blij dat je meegegaan bent op dit nieuwe avontuur, jongen," zei Bilbo. "Ik ben ook blij dat ik bij jouw mag zijn en vergezeld mag zijn door elfen," zei hij.
"Je zult nu wel je vrienden missen zeker, hé, jongen?"
"Ja, ik denk het wel, ik mis ze nu al, ze hebben me altijd gesteund in goede en slechte dagen, ik hoop dat ik er ooit nog iets van hoor."
"Ja, nu je daarover begint vertel me eens waar je in die lange tijd gebleven bent?"
"Nou ja…"
En zou begon Frodo heel het verhaal te vertellen, hij had wel zeker 4 uur nodig voor alles uit te leggen, en dan had hij nog altijd niet alles tot in het detail uitgelegd.
"… en dan ben ik hier geraakt," eindigde Frodo zijn verhaal.
"Dat is een prachtig verhaal, jongen, toen ik jouw leeftijd had heb ik ook zo'n avontuur beleeft en ik heb zin om er nog zo één te beleven," zei Bilbo.
De deur van de kajuit ging op, daar stond Gandalf de tovenaar. "Jullie zitten hier wel al lang, buiten is de zon al uren onder gegaan, ik weet dat jullie veel te vertellen zullen hebben, maar zou het niet beter zijn dat morgen te vertellen," zei hij.
