Dit is dan hoofdstuk 2 van het ubergeweldigemegafantastischevetgave verhaal van SPB en Ginevrapsk. Dit hoofdstuk is geschreven door ikke, Bo (SPB) en ja, ik ga proberen het net zo lang te maken als hoofdstuk 1, maar of het gaat lukken weet ik niet. Lees en vergeet vooral niet heel veel te reviewen!
Hoofdstuk 2
Langzaam slenterden de meisjes terug naar hun coupe, waar tot Kat's grote ergernis het etenskarretje al was langs geweest. Gelukkig kon ze nog van ergens onderin haar zak een lolly opvissen, waar ze tevreden aan begon te likken. Zij en Moon spraken niet meer over het gesprek in de coupe met bagage, uit angst dat Patty of een van haar vriendinnen het zou horen.
Naarmate de dag verstreek werd het donkerder in de coupe, en de lichten sprongen aan. Ze naderden Zweinstein met rasse streden.
"Zullen we ons maar gaan omkleden?" vroeg Kat, terwijl ze haar hutkoffer uit het bagagerek trok, zodat deze enkele millimeters van Milano's tenen neerplofte. Angelo was om een of andere rare reden verdwenen.
"Kan het wat rustiger!" Riep Milano verontwaardigd, terwijl ook hij zijn hutkoffer naar zich toe trok.
"Sorry," zei Kat terwijl ze een engelengezichtje trok.
Omgekleed en wel, in hun Zwadderaar uniform zagen ze het kasteel verschijnen, waar ze een heel schooljaar zouden moeten uithouden. Verveeld keek Moon weg van het kasteel wat ze zo goed kende, en richtte haar blik op Kat, die er tot Moon's grote ergernis weer is in was geslaagd haar niet-sexy uniform zo te dragen dat het net een cheerleaderpakje leek.
Kat zag haar blik en grijnsde, en Moon glimlachte, al was het met tegenzin, terug.
Moon vond het leuk om weer naar school te gaan. Al had ze het best naar haar zin gehad in de Lekke Ketel, ze snakte naar normaal voedsel en een warm en comfortabel bed.
Daarbuiten stond ook nog is dat ze zich in Zweinstein veilig voelde, ook al moest ze haar vertrouwen dan aan Perkamentus geven.
Eindelijk, na nog een half uur, kwam de Zweinsteinexpres langzaam tot stilstand. Alle bagage werd achtergelaten en Moon en Kat liepen door de overvolle gangen richting de uitgang, en stapten het perron op.
Kat gilde toen een grote, natte en koude regendruppel haar neus raakte. Ze begon idioot over haar neus te wrijven, terwijl Milano achter haar grinnikte. Het lachen verging hem snel toen Moon hem zonder pardon de plenzende regen in trok, en hij maakte dat hij naar een koets kwam. Kat volgde hem, en Moon slenterde achter haar aan.
Tevreden zakte Moon op de zachte bank in de koets neer. Ze keek naar het kasteel met zijn vele torentjes en naar de Terzielers die de koets trokken. Ja, ze kon de beesten zien, wat niemand verbaasd zou hebben als ze wisten wie haar vader was. De koetsen kwamen in beweging en langzaam reden ze richting Zweinstein.
Aangekomen in de Grote zaal, kletsnat en wel, ploften Kat en Moon neer op een bank aan de tafel van Zwadderich, er niet op lettend wie er tegenover hun zaten. Milano was doorgelopen naar het eind van de tafel waar Angelo met zijn 'vriendin' zat.
"Wegwezen," mompelde Moon tegen Kat die met een nogal arrogante en verontwaardigde blik naar de personen tegenover haar zat te kijken.
Kat knikte instemmend, maar op het moment dat ze op wilden staan kwamen de nieuwe eerstejaars binnen die gesorteerd moesten worden, en ploften de twee meisjes terug op hun plek.
"Zo te zien konden jullie mijn verpletterende uiterlijk niet weerstaan en wilden jullie me gelijk weer zien. Vooral jij, Kat. Ik wist dat je me zag zitten," sneerde Draco, een van de redenen waarom Moon en Kat zo snel weg wilden.
"Zoals je misschien wel gezien hebt gemerkt zitten we hier niet vrijwillig. Of was je misschien zo druk bezig met jezelf bewonderen dat je dat niet zag?" siste Kat zonder de jongen aan te kijken.
Draco wilde zijn mond open doen om iets beledigends terug te zeggen, maar op dat moment klonk er applaus van de tafel van Ravenklauw en struikelde er een kleine jongen weg van de Sorteerhoed.
Zodra het applaus was afgelopen werd de volgende eerstejaars gesorteerd. De twee meisjes keken vol verveling hoe de volgende een Huffelpuffer werd.
Toen er na een aantal kleine krengen, zoals Moon ze maar al te graag zou noemen, er eindelijk een Zwadderaar bijzat sprongen Moon en Kat als twee debielen op en probeerde de rest van de Zwadderaars te overstemmen met hun gegil.
"We hebben hem, we hebben hem!" gilde Kat naar de tafel van Griffoendor, alsof het een wedstrijd was geweest en de Zwadderaars hadden gewonnen.
Bij de volgende Zwadderaars bleef het angstvallig stil vanaf hun kant, de twee meisjes waren van mening dat je jezelf maar beter zo min mogelijk voor gek kan zetten.
Kat lakte haar nagels met een potje nagellak van vorig jaar, wat de huiselven gemist hadden en schijnbaar mee was gewassen met haar uniform, en Moon leek ineens heel geïnteresseerd in het magische plafond, waar ze nog nooit eerder zo'n belangstelling voor had gehad.
Tegenover hun werd er gegrinnikt. Zonder weg te kijken van het plafond zei Moon ijzig: "Als er iets grappigs aan ons te zien is, zouden wij dat ook graag horen"
"Niets wat jou interesseert Moon," Klonk de stem van Blaise. Moon keek hem achterdochtig aan. Hij legde wel erg de nadruk op haar naam.
"Goh, wat zijn we toch weer aardig. Hoe je al die meisjes kan krijgen begrijp ik echt niet. Alleen al het zien van jouw kop maakt me misselijk," zei Kat hooghartig, en ze grijnsde naar Moon.
"Ach Katje, er is meer wat jij niet begrijpt, zoals-" Opeens stopte Blaise met zijn opmerking en keek naar de tafel, die een tel daarvoor gevuld was met eten.
"Aha, ik zie dat je afgeleid bent," Zei Kat gemeen en ze trok Moon aan haar arm. "Kom, we zoeken een andere plek"
De twee meisjes liepen arm in arm naar het eind van de tafel, om daar rustig te kunnen eten. Ze vulden hun borden met het heerlijkste eten en Moon viel gelijk aan. Even keek Kat vreemd naar haar vriendin die zoveel opschepte wat zijzelf niet eens in een week zou kunnen opeten, maar haalde toen haar schouders op en begon ook eten op te scheppen.
Toen ook de toetjes van de borden waren verdwenen voelde Moon zich lekker soezerig en liet haar hoofd op Kat's schouder rusten. Ook Kat zag er vermoeid uit en ze zakte onderuit op de bank.
Perkamentus stond op en begon aan zijn altijd hetzelfde en elk jaar saaiere toespraak. Moon's ogen vielen dicht en al snel lag ze te slapen op Kat's schouder.
De laatste woorden die Kat opving van Perkamentus' toespraak waren: "Het verboden bos is verboden voor iedereen, onthoud-" Toen zakten ook haar ogen dicht.
"Kat? Moon?" een zachte stem schudde Moon wakker uit haar hazenslaapje. Ze geeuwde en haalde haar hoofd van Kat's schouder. Grinnikend zag ze dat Kat met haar hoofd op de tafel lag te slapen, waarna ze zich tot haar wekker wende. Een klein meisje, hoogstwaarschijnlijk een van de nieuwe eerstejaars, keek een beetje angstig terug.
"Wat is er?" Vroeg ze niet bepaald geïnteresseerd, terwijl ze om zich heen keek. Toen ze zag dat de zaal al bijna leeg was, gaf ze Kat een por in haar zij.
Kat schrok wakker. "Wat moet je? Ik lag net lekker te slapen!" Moon lachte.
"Perkamentus' toespraak is voorbij. We moeten naar onze slaapzaal."
Kat haalde haar hoofd van de tafel en wreef er met een pijnlijk gezicht over. "Ik zweer nooit meer in slaap te vallen in de Grote zaal. De tafel ligt niet lekker."
Moon stond op en trok Kat met zich mee. "Slapen doen we in de slaapzaal, niet in de Grote Zaal," zei ze lachend, terwijl ze de deur naar de kerkers openduwde. In stilte daalden ze de trappen af en liepen richting de grote waterspuwer, waar de ingang van hun leerlingenkamer was.
"Uhm, Moon? Weet jij het wachtwoord?" vroeg Kat met een nogal pijnlijk gezicht. Ze was zich er erg van bewust dat ze zonder wachtwoord niet naar binnen zouden kunnen.
"Nee, net als jij heb ik geslapen. Ik was dus niet op tijd om het wachtwoord te weten!"
Kat plofte neer naast de waterspuwer. "Fijn"
Net toen Kat en Moon de hoop op redding hadden opgegeven, kwam Angelo op zijn gemak aangelopen door de verlaten gang.
"Wat doen jullie hier?" vroeg hij verbaasd.
Kat sprong op en rende naar haar broer toe, om hem daarna om de hals te vallen, terwijl ze gilde:
"De reddende engel!"
Angelo deed net alsof zijn zus niet om zijn nek hing en liep verder naar de waterspuwer.
Hij mompelde het wachtwoord en langs de waterspuwer naar binnen.
Kat, die haar broer inmiddels had losgelaten, en Moon volgden hem. De leerlingenkamer was verlaten, iedereen was naar bed. Nadat ze Angelo welterusten hadden gewenst liepen de twee vriendinnen de keldertrap af richting hun slaapzaal.
Toen Moon de volgende ochtend wakker werd scheen de zon door de gordijnen van haar hemelbed heen. Snel stond ze op en liep naar de badkamer, om te gaan douchen.
"Let the sun shine! Let the sun shine!" Kat werd kreunend wakker van een afgrijselijk gezang uit de badkamer.
"MOON! HOU JE BEK!" brulde Kat terwijl ze uit haar bed strompelde.
Even was het stil. "Sorry!" giechelde Moon terug. Inmiddels waren de andere meisjes ook wakker geworden en begonnen zich aan te kleden.
"Nou ja, het was toch tijd om op te staan," Breed grijnzend kwam Moon de slaapzaal inlopen. Kat keek haar vernietigend aan.
"Jij vind het misschien tijd om op te staan, maar ik had graag nog even uit willen slapen."
Kat griste een zwarte broek uit haar kast en trok hem aan terwijl ze woedend in zichzelf mompelde. Moon haalde haar schouders op en liep naar de deur.
"Katje? Kom je? Ik ga eten, en ik dacht, je wilt vast wel mee," zei Moon met een engelengezicht. Kat was zwaar uit haar humeur dus kon het niet echt waarderen. Brommend volgde ze haar vriendin en samen liepen ze naar de Grote zaal.
Gapend zat Kat aan haar ontbijt, terwijl Moon heel vrolijk aan het praten was met Patty Park. Ondertussen slaagde ze er ook nog in om haar ontbijt naar binnen te werken.
"Uw Rooster, juffrouw Grazioso-Amore," zei professor Anderling die zonder geluid te maken naast Kat was komen te staan. Kat draaide met haar ogen bij het horen van haar achternaam, maar pakte haar rooster toch aan. Even staarde ze er zonder iets te zeggen naar, maar daarna kreunde ze.
"Moon? Heb je het rooster al gezien? Een groot rampenplan!"
Inmiddels had Moon ook haar rooster gekregen, en ze mompelde iets in zichzelf.
"Lekker toch? We hebben als eerste een blokuur Toverdranken, dat valt altijd wel mee, en daarna hebben we een dubbel uur vrij."
"Valt wel mee!" gromde Kat ongelovig. "We hebben gelijk de tweede dag Astronomie! Dat betekent midden in de nacht je bed uit om nutteloos naar sterretjes te gaan staren."
Nu begon Patty zich ook met het gesprek te bemoeien. "Astronomie is toch interessant? Professor Zwamdrift zei-"
"Het interesseert me niets wat die uit de kluiten gewassen mol zegt!" gilde Kat er overheen. "Ik was in gesprek met Moon, niet met jou!"
Moon grinnikte en stond op. "Kom je mee Kat?" vroeg ze, terwijl ze haar tas van de grond griste.
"Hmpf, op naar Toverdranken." zei Kat niet bepaald enthousiast. Ook zij stond op en pakte haar tas, maar wierp nog wel even een dodelijke blik op Patty, die deed alsof ze het niet zag.
Terwijl de twee vriendinnen de Grote zaal uitliepen zei Moon: "Je moet je niet zo laten opwinden door Patty. Ze is nou eenmaal niet een van de slimste."
"Jij hebt makkelijk praten, tegen jou durft ze niets te doen. Daarom gaat ze maar dom tegen mij doen."
"Laat haar gewoon zien dat je Kat heet, dan houdt ze wel op. Waarom denk je dat ze niks tegen mij doet? Ze kan niet van me winnen!" zei Moon, terwijl ze de deur naar de kerkers openduwde.
Ze liepen naar het toverdrankenlokaal wat al open was, en gingen naast elkaar zitten, ergens achterin.
"Weet je dat ik die Sneep nog steeds niet mag? Ookal geeft hij ons genoeg punten, hij blijft eng"
"Vind je het gek? Als slaafje van Voldemort is het een gave om eng te zijn. Dan kom je meer in de buurt van je meester," zei Moon walgend.
Kat giechelde en dook onder de tafel om haar spullen te pakken.
Sneep kwam binnen en iedereen was op slag stil. Behalve Malfidus natuurlijk, hij kon zich als lievelingetje van Sneep alles veroorloven. Hij praatte met Blaise over iets wat kennelijk heel lachwekkend was.
"Ik wens graag stilte," zei Sneep nogal overbodig, want zodra hij een stap binnen het lokaal zet, is het op slag stil. "Jullie zitten nu in jullie zesde jaar, en hoewel ik niet kan geloven dat sommige mensen dit jaar gehaald hebben," Zijn blik bleef even hangen op de Griffoendors, met wie Kat en Moon Toverdranken hadden. "Zitten jullie hier toch allemaal, en wens ik ook optimale inzet. Jullie gaan de drank van de Levende dood maken, en beginnen, nu"
Kat gaapte nog is breed en liep naar de ingredientenkast, daarbij een paar Griffoendors opzij douwend. Moon volgde haar terwijl ze lachend met haar hoofd schudde.
Toen Moon terug kwam van de kast was Kat een beetje verveeld in haar boek aan het bladeren.
Aan het eind van de les kwam Sneep hun drank testen(was het maar waar) uhm, checken, en hij knikte goedkeurend. Toverdranken is een eitje. Kat was wakker geworden uit haar halfslaap en lachte nu duivels naar Sneep, die het natuurlijk weer niet merkte.
Zo'n tien minuten later liepen Moon en Kat richting hun leerlingenkamer, blij dat ze weg mochten uit de kerker van Sneep.
"Waarom moet hij ons op de eerste dag al een stapel huiswerk geven?" Kat kreunde. "Ik wilde net lekker languit op de bank gaan liggen slapen, die vrije twee uur."
Moon lachte sarcastisch. "Alsof jij normaal wel je huiswerk maakt! Je praat je er gewoon uit."
"Er kan er maar één de studiebol zijn he!" zei Kat terwijl ze maakte dat ze wegkwam. Moon gromde even beledigd maar haalde toen haar schouders op.
"Goed toch. Voortaan zoek je het zelf maar uit" En zonder nog iets te zeggen liep ze richting een tafel om haar huiswerk te gaan maken.
Ze was nog geen vijf minuten bezig of twee donkerblauw/groene ogen vroegen om haar aandacht.
"Sorry Moontje, ik zal je nooit meer beledigen." Zei Kat liefjes.
"Het is je geraden. Volgende keer ben ik minder meegaand."
Het een grote glimlach op haar gezicht knuffelde Kat haar beste vriendin. Daarna liep ze naar de slaapzaal en kwam terug met perkament, inkt, een veer en haar Toverdrankenboek. Moon staarde haar niet-begrijpend aan.
"Je gaat me niet vertellen dat je nu je huiswerk voor Toverdranken gaat maken." zei ze verbaasd.
"Nouja, eigenlijk was ik dat wel van plan. Als je het niet erg vind" Kat stak haar tong uit en ging naast Moon zitten.
Moon haalde haar schouders op. "Er komt nog eens een dag dat jij braaf je huiswerk maakt"
Op Kat's gezicht was inmiddels een gelukzalige glimlach verschenen. "Weet je dat we vandaag heel erg geluk hebben?"
"Ohja?" zei Moon niet erg geïnteresseerd.
Kat knikte. "Ja. We zijn vandaag nog niet lastig gevallen door een van die jongens die-denken-dat-ze-alles-zijn"
"Dat zou ik niet al te hard zeggen. Wat hebben we hierna?"
"Kijk op je rooster, dan weet je het." Moon keek haar vernietigend aan voordat ze op zoek ging naar haar rooster.
Uiteindelijk vond ze het rooster, ergens onderin haar tas. Ze keek erop en lachte.
"Ach, wat is het toch een heerlijke dag vandaag"
"Wat heb ik gedaan?" vroeg Kat achterdochtig. Moon keek haar aan.
"Last van een schuldgevoel? Wat heb je nu weer uitgespookt!"
"Niks, maar je doet zo vrolijk, ik zou bijna denken dat je iets van plan bent."
Moon lachte ijzig. "Ik? Iets van plan? Nou nee"
Moon stond op en pakte haar tas. "Ik ga even naar de bibliotheek. Ga je mee?"
Kat schudde haar hoofd. "Ik ga hier lekker op de bank liggen." Moon draaide met haar ogen.
"Ja, tuurlijk, vooral niets aan je school doen"
Hoofdschuddend liep Moon naar de waterspuwer die voor haar opensprong. Ze liep de trappen op, richting de Bibliotheek. Eenmaal aangekomen gooide ze haar tas op de grond en ging verder aan haar huiswerk van Sneep. Het huiswerk was weer eens zo moeilijk dat je alleen al een half uur bezig was om het juiste boek te vinden.
Zuchtend begon Moon aan het zoeken van het boek.
"Zocht je dit?" klonk opeens een stem. Razendsnel draaide Moon zich om.
"Oh, ben jij het. Al wakker?"
"Jaja, ik denk, ik ga Moon gezelschap houden." antwoordde Kat, met een boek in haar handen. Moon pakte het af en begon er in te bladeren.
"Dit is het verkeerde boek." Ze keek om zich heen, en haar blik bleef hangen op een kleine Ravenklauwer. "Die daar, heeft het goede boek."
Kat keek even in de richting van de Ravenklauwer en knikte toen. "Nou, laat ik ook maar is wat voor mijn Zwadderaar-reputatie gaan doen"
Ze liep op de jongen af en ging bij hem aan tafel zitten. Hij keek achterdochtig op bij het zien van de donkerharige Zwadderaar.
"Je hebt dat boek vast niet meer nodig hè? Mooi, dan kan ik hem vast wel even lenen voor mijn vriendin," zei Kat en zonder op antwoord te wachten griste ze het boek van tafel en liep weg.
"Hé!" riep de Ravenklauwer. Kat draaide zich om.
"Wat?" zei ze met een vernietigende blik.
"Uh, mag ik het boek wel weer terug?" Kat draaide met haar ogen en liep verder. Ze gooide het boek bij Moon op de tafel.
"Alsjeblieft," zei ze met een brede glimlach.
Tevreden bladerde Moon door het boek tot de juiste pagina. Kat ging naast haar zitten en samen maakten ze het huiswerk. Nouja, Moon maakte het en Kat maakte af en toe een opmerking, terwijl ze hooghartig en verveeld om zich heen staarde.
De rest van de dag sloften ze verveeld door de gangen richting hun lessen, zich voorbereidend op nog meer huiswerk en vervelende leraren.
"De eerste dag! En dan al zoveel huiswerk!" Kat legde haar hoofd op tafel. Moon klopte geruststellend op haar rug.
"Het leven is zwaar Kat, ik weet het," knikte Moon.
Eindelijk mochten ze weg van hun laatste les, Verweer tegen de Zwarte kunsten, en liepen ze richting de Grote zaal voor het avondeten. Tot Kat's grote ergernis ging Patty tegenover haar zitten en probeerde ze een gesprek aan te knopen. Kat draaide met haar ogen en Patty hield haar mond.
Moon grinnikte. "Je moet niet zo hard voor haar zijn, Kat. Dan zou je bijna gaan denken dat je een Zwadderaar bent." Kat draaide beledigd haar hoofd weg van haar vriendin.
"Hmpf"
Kat begon gepikeerd eten op te scheppen, erg gewelddadig met de lepel zwaaiend. Moon keek verveeld toe, en volgde daarna Kat's voorbeeld, al was ze wel wat rustiger met het bestek.
Nouja, dat was het verschrikkelijk saaie en inhoudloze tweede hoofdstuk van SPB en Ginevrapsk. Het volgende hoofdstuk wordt weer geschreven door Prema, die beter in schrijven is dan ik. Het hoofdstuk is voor mijn doen ook aardig lang.. Blijf vooral meer reviewen dan nu, enne, ik weet dat het een dom eind is. Doeidoei! Veel plezier met lezen en stuur veel reviews!
