The Not So Typical Tale
Heey! Heb maar besloten weer eens verder te schrijven... :p Was erg druk... Does... ik ben er weer! (iedereen: AARRGH!#rent weg#)
Hoofdstuk (erm...ff opzoeken:P)
Ja! Hoofdstuk 5!
Goed
Hoofdstuk 5 dus
Laat ik dan maar beginnen
Scheize...dit duurt lang
Ahum!
Hoofdstuk 5
"Kat! Wakker worden! Of moet ik weer gaan zingen?" riep Moon terwijl ze langs Kat's bed heen liep naar de douche. Kat gromde iets, terwijl ze keek hoe laat het was.
"MOON! PSYCHOPAAT! WEET JE WEL HOE LAAT IS?" gilde ze, terwijl ze haar hoofd begroef in de kussens.
"Ja! Tijd om op te staan!" gilde Moon opgewekt terug.
"NIETES! HET IS ZATERDAG!" gilde Kat nog harder.
"Ja," zong Moon, "maar het is Kerstvakantie! We gaan naar huis! En we moeten over een uurtje bij de trein staan!"
Kat vloekte luid, zodat Patty wakker schrok en haar bed uitrolde. Boven het gebonk van een neerdreunende Patty en het gevloek van de rest van de slaapzaal die wakker schrok, bedankte Kat Moon chagrijnig, en sprong haar bed uit. Ze liep naar de deur.
"Wat ga jij doen?" vroeg Moon.
"Angelo en Milano wakker maken natuurlijk," gromde Kat half slapend, terwijl ze eerst een paar keer tegen de deur opknalde voor ze er eindelijk aan dacht deze open te doen en erdoor heen te lopen. Toen ze halverwege de trap van de leerlingenkamer was, riep Moon:
"Zo? Kat, moet je je niet eerst aankleden? Draco en Blaise zitten ook op die slaapzaal, weetje!"
Kat haalde haar schouders op en slofte door. Het was waar. Ze zag er een beetje belachelijk uit. Ze droeg een te grote broek van Angelo, die laag op haar heupen hing, een topje vanzichzelf, dat wat kort was en in combinatie met de broek een gedeelte van haar buik liet zien. Verder zat haar haar nogal in wilde krullen, en droeg ze grote, roze pantoffels, waar ze telkens half over struikelde. Kat sliep nog teveel om dit op te merken...
Ze liep de jongensslaapzaal in, inmiddels helemaal wakker, en liep naar het eerste bed toe dat ze zag en schoof de gordijnen opzij. Er lag een gestalte onder de dekens, en ze trok de dekens weg. De witblonde jongen gromde iets, en trok de dekens weer terug. Toen pas zag Kat dat het Draco was. Ze grijnsde. En trok de dekens weer weg. Nu gromde Draco weer. En hij probeerde de dekens weer terug te trekken, maar Kat deed een stap naar achteren, zodat Draco chagrijnig een oog open deed en keek wie hem kwam storen in zijn slaap... Toen hij Kat zag, deed hij beide ogen open en kwam verdwaasd overeind.
"AH! JE ZIET ER LIEF UIT!" riep Kat uit, terwijl ze hem bekeek. Zijn haar zat door de war, en hij zag er heel schattig uit als hij zo verdwaasd keek.
"Sorry?" vroeg Draco verbaasd.
"Dat je er heel erg schattig uitziet met je haar zo," herhaalde Kat knipogend. Draco gromde, terwijl hij naar zijn haar greep dat in lokken voor zijn ogen hing.
"Nee jij dan, Katje! Sexy slaapoutfit," zei hij. Kat trok het topje zo ver mogelijk over haar buik. Wat niet erg ver was. Draco Malfidus was alweer wakker...
Kat maakte een nogal onfatsoenlijk handgebaar naar Draco en liep toen door naar het bed van Milano. Ze opende de gordijnen die ervoor hingen, nam een aanloopje en sprong op het bed en de persoon die erin lag. Haar broer gromde.
"Wakker worden! WE GAAN NAAR HUIS!" gilde ze.
Haar broer trok de dekens over zijn hoofd heen, zodat zij van het bed af gleed en met een bonk op de grond belande.
"OH! WORDT WAKKER MILAANTJE!" riep ze met een hoog stemmetje, terwijl ze overeind krabbelde en weer op het bed sprong. Ze werd altijd heel irritant en hyperactief als ze haar broers wakker moest maken...
Een kwartier later lag Kat slapend in Milano's bed, terwijl hij net opstond, wakker gemaakt door Angelo.
"Valt dat mens zelf in slaap," mompelde Milano, terwijl hij richting badkamer liep. Angelo liep achter hem aan, en Draco kwam net de badkamer uit.
Hij keek even naar Kat, die slapend in het bed lag, liep naar het bed van Blaise, trok zijn kussen onder zijn hoofd vandaan, negeerde het gegrom dat half bestond uit scheldwoorden en half uit gemompel waar je met de beste wil van de wereld geen woord van kon maken van Blaise, liep een stuk naar achteren en smeet het kussen tegen Kat aan.
Die sliep gewoon door.
Niet bepaald het beoogde effect.
Draco gromde en gooide het kussen opnieuw tegen haar aan.
Ze sliep nog steeds.
Draco gromde weer en keek de kamer rond. Zijn blik viel op de kan water naast zijn bed.
Bingo.
Arme Kat…
Hij tilde de kan op, liep ermee naar Milano's bed en begon de kan langzaam te kantelen. De eerste druppels vielen op Kat's wang. Ze draaide even. Nu begon er steeds meer water te vallen. Toen ze naar adem snakte en wakker schrok van het water draaide Draco de kan ineens helemaal op de kop. Een stortvloed aan water landde op Kat.
Deze gilde, knipperde even en keek toen omhoog naar Draco. Die besloot dat dit een mooi moment was om te gaan ontbijten. Terwijl hij de kamer op hoogtempo uitslenterde, hoorde hij Kat's gevloek en gedreig en getier op de achtergrond.
Wat was het toch een schatje.
0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0
In de verte klonk het gefluit van de trein. Kat en Moon hoorden het gepraat van de leerlingen die instapten wegsterven, terwijl ze door de hal naar de buitendeur renden.
"Kreng!"
"Wat nou?" vroeg Kat onschuldig.
"Waarom kun je nooit eens een keer aan een ander denken en op tijd komen? Het is egoïstisch en irritant en een heel slechte gewoonte!" gromde Moon, terwijl ze doorrenden.
"Was mijn schuld niet. Draco stond in de leerlingenkamer voor de trap naar de slaapzaal en wilde me niet naar boven laten gaan. Dus het is mijn schuld niet dat ik in de laatste 2 minuten mijn spullen moest inpakken! Je hoort medelijden te hebben met me!"
"Dat klinkt ongelooflijk fout. Medelijden met Katiara…" spotte Moon, maar ze waren inmiddels bij de trein aangekomen, die al aan het rijden was. In de deuropening stond Angelo.
"Hé broertje! Stop de trein eens voor ons?" probeerde Kat liefjes, maar Moon en Angelo maakten alletwee een geïrriteerd geluid. Kat haalde haar schouders op terwijl ze renden om de trein bij te houden. Ze gooide met een verbijsterend slecht gemikte worp die Angelo nog net niet raakte haar tassen in de trein en pakte zijn hand, waarna hij haar de trein in hees. Terwijl ze tegen de muur aanleunde keek ze toe hoe haar broer Moon ook de trein in trok, na de bagage van Moon ontweken te hebben die op haar hoofd af kwam suizen, al was het wel beter gemikt dan Kat had gedaan.
"Dus. Ik neem aan dat jij en Milaan wel op tijd waren?" begon Kat, maar Angelo rolde met zijn ogen terwijl hij langs haar heen naar een coupé liep. Moon rolde ook met haar ogen terwijl ze ook langs Kat heen duwde en achter Angelo aanliep. Kat bleef even staan en knikte.
"Ja, blij dat te horen, broer. Ik hou ook van jou, Moontje."
Daarna volgde ze Moon naar de coupé waar Angelo heen was gelopen.
0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0
De treinreis was, met vier letters gezegd, saai. Sááí. Kat schold willekeurig iedereen uit die zijn hoofd in de coupé stak, Moon staarde uit het raam, Milano en Angelo waren aan het kaarten in een hoek, waarbij het enige hoogtepunt was toen Angelo luid vloekend zijn kaarten verscheurde en door de coupé smeet toen Milano won, en verder gebeurde er niets. Tot halverwege Draco en Blaise binnenkwamen, een stuiterbal ontweken waarmee Kat door de hele coupé aan het gooien was, en Blaise naast Moon ging zitten.
"Hoe is het uitzicht?" vroeg Blaise aan Moon, terwijl hij ook naar buiten keek.
"Beter dan jouw gezicht, dus als je het niet erg vind kijk ik je niet aan," antwoordde Moon.
"Natuurlijk vind ik dat erg! Jouw verschijning is als mijn enige levensdraad waar ik mij wanhopig aan vastklamp als een schipbreukeling in de zee, onstuimig als jouw glanzende haren en temperament! Elke seconde dat ik niet van jouw schoonheid geniet is als een afschuwelijke hel! Kus me, Moon!" zei Blaise met een tweederangs emotieloze gepassioneerde stem. Moon schopte hem en ging verder met haar gewichtige bezigheid, het landschap observeren.
Intussen, aan de andere kant van de coupé zat Draco naast Kat.
"Heb je me gemist?" vroeg hij. Kat stootte een luid 'HA!' uit en reageerde verder niet.
"Ik jou wel. Ik ben een beetje verlegen en schaam me ontzettend nu, maar, lieve, lieve Kat: ik vind je denk ik, heel misschien wel een klein beetje leuk. Vind jij mij ook leuk?" vroeg hij, met een erg onrealistisch kleuterstemmetje.
"HA!" deed Kat weer. Angelo en Milano keken even op, kregen de beruchte stuiterbal hun richting op gesmeten en kaartten weer door.
"Nou goed dan. Ook al leek je me wel leuk te vinden toen je me zo gepassioneerd kuste in de Grote Zaal. Ik moet zeggen dat het erg aangenaam was, maar de volgende keer moet je misschien even waarschuwen voor je zo op me duikt. Hoewel ik natuurlijk onweerstaanbaar ben en ik dit soort acties van jouw kant al gewend ben na al die jaren van schaamteloos geflirt van jou, moet ik zeggen dat-…" zei Draco, tot hij werd onderbroken door gerinkel. Kat had de stuiterbal met zo veel kracht gesmeten dat het coupéraam aan diggelen lag, waardoor Moon op een levendiger en intensievere manier van het uitzicht kon genieten. Wat ze overigens niet deed. Ze hield het op opspringen, expres op Blaise' voet landen, de glasscherven van zich afslaan en luid te vloeken en te tieren tegen Kat die niet echt leek te luisteren en inmiddels al een nieuw speeltje had gevonden ergens onder de bank: een jojo.
Terwijl Moon de schade opsomde en luidkeels klaagde, en Blaise en Draco grinnikten en grijnsden als twee grinnikende en grijnzende jongens, wat ze trouwens technisch gezien ook waren als je er diep over na zou denken. Kat testte de jojo uit, erin resulterend dat de jojo dwars door de coupédeur ging, waarna ze het ding maar braaf terug onder de bank schoof, het geklaag van Moon negerend over hoe ze nou nooit in een trein kon zitten zonder alles te ruineren en iedereen kapot te ergeren en wat een slechte invloed rijdende voertuigen op wieltjes op haar hadden. Angelo en Milano keken even op, zagen de schade en het meer dan schuldige en karakteristieke gezicht van Kat, trokken hun conclusies en gingen wijselijk door met kaarten.
De rest van de treinrit verliep hetzelfde, Draco en Blaise die dodelijk irritant waren en bleven flirten met Moon en Kat, Moon die Blaise negeerde en er niet echt aan dacht het raam te reparen en gewoon naar de open buitenlucht staarde, Kat die elke vijf seconden een andere, even irritante bezigheid vond die vooral resulteerde in het verder slopen van de coupé, Angelo en Milano die erg opgingen in het kaartspel, en willekeurige mensen die af en toe het waagden de coupé binnen te komen en afgeschrikt werden door Kat die dingen naar hun hoofd gooide of Moon die ze erg alarmerend vuil aankeek.
Uiteindelijk, na een vermoeiend lange reis, met vermoeiend irritante mensen in een vermoeiend kleine coupé, kwamen ze aan op het station. Kat sprong op, Moon stond op, en samen met de jongens liepen ze naar buiten.
Daar stond Lucius Malfidus samen met zijn vrouw Narcissa te wachten. Ze zagen eruit als een ijskoud plaatje. Ze straalden niks uit, behalve hooghartigheid, en Moon liep snel langs ze. Ze zag de ouders van Kat en haar broers, een stijlvol geklede jonge vrouw, die ondanks haar schoonheid eruitzag alsof je een gesprek met haar beter kon vermijden, en de vader, die ook jong en knap was, in een zakenpak en eruitzag alsof hij vond dat hij zijn tijd verdeed. Moon aarzelde even maar liep toch op ze af om een praatje te maken.
Terwijl Moon de gebruikelijke geforceerde beleefdheden uitwisselde met de ouders van Kat, werd Blaise koeltjes begroet door zijn moeder, die bijna een onnatuurlijke schoonheid leek. Kat had haar vaker gezien, en elke keer leek ze jonger en mooier wat ze waarschijnlijk ook was, met dank aan magie.
Op dat moment trok Milano Kat aan haar pols mee naar hun ouders, terwijl Angelo de bagage ging halen, en verloor Kat het zicht van haar medeleerlingen. Als ze was blijven staan, had de zoekende blik van Draco haar vast gevonden. Nu bleven zijn grijze ogen in de menigte zoeken naar wilde zwarte krullen en een zeldzame maar beeldschone lach.
0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0
Kat zat in de kamer die toebehoorde aan Milano, maar die ze meestal deelden met zijn drieën omdat deze het mooiste uitzicht had. Ze was voor de verandering best stil. Ze miste Moon. Ze vroeg zich af waar ze heen was, nu ze niet meer naar haar vader ging. Ze weigerde op school te blijven omdat ze ertussenuit wilde, maar Kat maakte zich, voor de verandering, zorgen.
0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0-o-0
Moon stapte de bus uit en gooide, vlak voor deze met een knal verdween, haar tas ertegenaan. Stomme bus. Stomme onvoorzichtig rijdende bus. Stomme alles. Vloekend pakte ze haar tas weer op en liep de grote smeedijzeren hekken door en regelrecht naar een groezelig klein cafeetje. In het donker kon ze het niet onderscheiden, maar ze wist dat op het witte doek dat vast niet meer zo wit was als het ooit was geweest, de afgehakte kop van een zwijn was afgebeeld. Ze duwde de deur open en stapte het café binnen, waar het ongeveer even donker was als buiten.
Ze ging voor de bar staan en klopte even op de doorroestte, metalen barplaat. Niemand verscheen. Moon zuchtte geïrriteerd, legde haar tas naast zich neer, en trommelde nu met beide handen op de plaat. Weer geen reactie. Ze bonkte nu. Nog steeds niemand.
"Hé! Is er iemand! Hé, mensen, er is een klant! Een zeer geïrriteerde klant die op het punt staat weer te vertrekken! Wil je verdienen of niet?" riep ze. Op dat moment hoorde ze sloffende voetstappen vanachter de bar, en kon ze in het donker vaag een man onderscheiden.
"Wat?" grauwde hij. Moon trok haar wenkbrauwen op en vroeg om een kamer. Na een heleboel nors gesnauw en nadat Moon het restant van haar Galjoenen op de bar had neergegooid, kreeg ze een klein, stoffig sleuteltje toegesmeten. Ze pakte haar tas weer op, keek de barman nog eens vuil aan, bedacht dat hij dit niet kon zien vanwege het gebrek aan licht en liep door naar het trappetje in de hoek van het café. Terwijl ze de kaars in het kleine, nauwelijks gemeubileerde stoffige kamertje aanstak na 6 armzalige pogingen doordat de lucifers al minstens 5 keer nat geworden en weer opgedroogd leken te zijn, smeet ze haar tas in een hoek en voor ze op het vuile bed ging liggen, hoopte ze dat geen enkele Dooddoener haar hier naar binnen had zien gaan. Ook al had het café waar ze nu sliep, de Zwijnskop, misschien geen kwaliteit, het was beter dan gevonden worden door Dooddoeners, of zelfs Voldemort.
OKAY! Héél ergerlijk kort hoofdstukje, ik weet het, waar ongeveer niks in gebeurt, ik weet het, saai saai saai, ik weet het, SORRY! Maar ik heb het zoooo druk, niet normaal, en Boowtjuh zat me te dwingen snel iets te posten P Dus, review alsjeblieft! Het motiveert ons! Toch Boow!
……………………-stilte-…………………………
Ja…dat is duidelijk…
Review!
En bedankt voor het wachten!
Dus, volgende chap is weer voor Boowie! STAY TUNED!
Kusjes!
Amor
