hoofdstuk 18

'Had jij verwacht dat ze dooddoeners zouden zijn' vroeg Ron. 'Ja' zeiden Harry en Hermelien in koor. 'Moeten we ze niet aangeven' zei Ginny. 'We moeten het proberen maar ze gaan nu alles op alles zetten omdat te verhinderen. En ze gaan proberen ons om zeep te helpen' zei Hermelien. Ginny keek haar aan: 'Weet je dat zeker' zei ze ontzet. 'Ja Ginny' zei Hermelien. 'O' zei Ginny alleen maar.

Maar dat kunnen we wel aan zei Ron. Ze lachte weer, en liepen terug naar zweinstein. Wat vreemd dat ze ons niet achterna gaan zei Ginny. Wees daar maar niet zo zeker van zei Ron kijk maar eens achter je. Ginny keek achter zich: oeps... zei ze. Gewoon door blijven lopen zei Harry anders denken ze dat we bang zijn. Pff hebben we iets om bang voor te zijn dan zei Hermelien luchtig. Ze lachte weer, He jullie daar, stelletje modderbloedjes riep Malfidus kwaad. praat over jezelf zei Ginny. Wat bedoel je daarmee zei Malfidus. Wat je zegt ben je zelf zei Ginny, het klonk best kinderachtig maar dat vond Malfidus niet, hij was woedend. Hoe durf jij, jij, jij stom kind zei hij toen maar. Ginny keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan: Verder nog iets? vroeg ze. Ze draaide zich om en liep terug naar school met Harry, Ron en Hermelien. Ginny zat te bibberen, ze had het koud, het was namelijk winter. Heb je het koud vroeg Hermelien. Een beetje zei Ginny. O dan weet ik de juiste oplossing zei Hermelien, en ze begon hard over Ginnys armen te wrijven. Oké, oké het is al goed zei Ginny lachend. Toen ze eindelijk op zweinstein waren werden ze toegejuicht door de leerlingen van griffoendor. Ze kregen overal complimenten, en ze werden boos aangestaard door de zwadderaars. Ik heb honger zei Ron. Dat heb je altijd zei Hermelien. Ze lachten weer, nu je het zegt ik heb eigenlijk ook wel honger zei Harry. Ze liepen de grote zaal in, Sneep kwam op hen aflopen. Wat hebben jullie gedaan Ginny, Harry en Ron keken tegelijk naar Hermelien. Wat zei ze, Ginny gaf haar een por. O we zijn gewoon naar zweinsveld geweest zei Hermelien. Gewoon naar zweinsveld zei je zei sneep lijzig nou goed dan, maar als ik merk dat er toch iets is… gebeurt er iets dat jullie niet leuk vinden zei hij kil. Ginny en Hermelien keken hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. Kijk niet zo naar me snauwde Sneep. Ze liepen langs Sneep en gingen aan tafel zitten.