4. Le Baiser du Dragon – Cartier (De Kus van de Draak)
Personages: Ron, Fred, George, Minerva Anderling
Rons eerste moment op Zweinstein
Haar rug is zo kaarsrecht als de bomen die achter het Nest groeien. Haar reputatie snelt haar vooruit.
Fred en George's beschrijving van haar maakt hem doodsbang.
Ze lieten hem zweren op het leven van Schurfie dat hij geen woord zou doorvertellen van wat ze hem zo zouden vertellen. "Je zal het op moeten nemen tegen een trol zonder toverstok om te bewijzen wat je waard bent. Dan word je bij een Afdeling ingedeeld. We hebben het allemaal moeten doen. Dat is hoe we in Griffoendor zijn gekomen. Misschien kan jij het ook wel."
George knikte plechtig, "En je moet het ook tegen Professor Anderling opnemen in een duel. Toen ik tegenover haar stond, kwam er vuur uit haar toverstok, zo … woesj. Voor haar moet je je bang maken. Die trol is een eitje."
Trollen staan in de top tien van angsten van Ron. Spinnen staan met stip bovenaan.
Maar leraren die vuurspreuken op studenten afvuren?
Daar heeft hij nog niet eerder over na durven te denken. Zelfs als hij smeekte en ze probeerde om te kopen met Choco Kikkers, wilden ze niet vertellen hoe ze alles hadden doorstaan.
Hij begrijpt nu dat ze logen – de stommerds – over dat met die Trol, maar hoe zit het met haar? Zij knieën beven wanneer ze zijn naam noemt.
De Sorteerhoed twijfelt geen seconde voor hij verkondigt, "Griffoendor!"
Hij geeft de Hoed terug aan het hoofd van zijn nieuwe Afdeling. Er schittert iets in haar ogen als hij haar strakke blik doorkruist en hij heeft het gevoel dat ze hem helemaal doorziet. Ze prevelt tussen haar tanden, "Meneer Wemel."
Fred en George zijn leugenaars, maar ze hebben een punt: hij vraagt zich af wie het zou wagen ook maar iets te proberen wat haar zou kunnen ergeren.
