Een half uur later kwam Lucius terug. Narcissa had gedurende die tijd alle vragen beantwoord die de jongens konden bedenken. "Ik heb de bestellingen geplaatst" zei Lucius terwijl hij aanschoof aan het tafeltje. Ze knikte. "Draco, Abigor, nou moeten jullie even goed naar me luisteren. "Hij haalde uit zijn zak twee kluissleutels terwijl hij verder ging. "Dit zijn de sleutels van jullie bank kluizen. Jullie moeten er heel erg goed op letten begrepen?" Beide jongens knikten. Lucius haalde nog iets uit zijn zak en liet het zien. "Kijk, dit is een ketting met een pendant eraan. Kijk, zo gaat hij open" Hij drukte aan een palletje en de voorkant sprong open. Lucius deed het sleuteltje erin en deed het dekseltje weer dicht. Daarna deed hij hetzelfde met een andere pendant en het tweede sleuteltje. Daarna gaf hij elk een ketting. De jongens keken er nieuwsgierig naar. "Kijk, het plaatje op de voorkant is ons familiewapen. Als je hem draagt kan iedereen zien dat je een Malfoy bent. "Wat mooi!" zei Abigor bedachtzaam. "Narcissa, help je de jongens even om het om te hangen?" vroeg Lucius. Ze knikte en liep naar Draco en deed de ketting om bij hem, daarna deed ze hetzelfde bij Abigor. "Nou moeten jullie weten dat er een aantal spreukenn aan de ketting zijn bevestigd." Vertelde Lucius nadat Narcissa weer was gaan zitten. "Welke spells er precies op ziten dat kan ik jullie niet vertellen, maar het zijn spreuken die maken dat niemand met slechte bedoelingen hem kan stelen of openmaken. Begrepen?" De jongens knikten. "Ik zal er goed op passen pappa?" zei Draco trots. "Dat is je geraden ook" lachte Lucius. "Nu, laten we de rest van de middag doorbrengen met shoppen. Ik bedenk mij dat jullie nog meer robes nodig hebben, immers jullie zijn nu grote jongens en beginnende tovenaars".

Ze brachten de rest van de middag door als gezegd. Draco en Abigor vermaakten zich best. Het was ook allemaal zo interessant wat er te zien viel. Ze kochten een heleboel nieuwe kleren voor verschillende gelegenheden. Toen ze klaar waren keerden ze terug naar The Leaky Cauldron om vanuit daar terug naar de Manor te flooen. Bij thuiskomst plopte een van de huiselven in de kamer. "Meester, uw bestelling is afgeleverd en wacht in het voorportiek". Zei het. "Prima, ik zal er zo naar kijken. "Kunnen jullie diner regelen? We hebben beste honger". "Jawel Meester" antwoordde de huiself en plopte weg.

Ze zaten in de salon toen Lucius tegen de jongens zei "Kom eens hier jullie twee? Want ik heb nog een cadeautje voor jullie"". Verheugd stonden de beide jongens op van hun stoel en liepen naar hun vader. Die toverde een groot pak tevoorschijn. "Het is voor jullie allebei sprak hij, en helemaal alleen van jullie pappa" De jongens namen het pak in ontvangst en ontdeden het gebroederlijk van zijn verpakking. Een bord met zwarte en witte vlakjes kwam uit de doos, en een doosje dat rammelde alsof er houtenn blokjes in zaten. "Papa, wat is het?" Vroeg Draco als eerst. "Het is een tovenaarsschaakspel" antwoordde Lucius. "Kom, ik zal jullie leren hoe het gaat."

Narcissa lachte geamuseerd. Het was typisch iets voor Lucius om hen een schaakspel cadeau te doen. Ze had niet geweten wat hij hen zou geven, hij had het met een glimlach geheim gehouden toen ze er naar vroeg. Lucius liet beide jongens aan weerskanten van de tafel zitten. Hij legde het bord neer tussen hen en zei "Zien jullie, als jullie gaan spelen en het bord neerleggen, zorg dan dat er altijd een wit vakje aan je rechterhand is" hij wees beiden het vakje aan waar ze op moesten letten. Daarna opende hij het doosje dat zo had gerammeld. "Toverschaak is oorlogje spelen. Twee tovenaars nemen het met hun legers tegen elkaar op in een strijd op het slagveld" hij wees naar het schaakbord om duidelijk te maken dat het bord symbool stond voor het slagveld. "En dit" hij liet het doosje met schaakstukken zien, "Dit zijn de legers, het zwarte leger behoort de ene tovenaar toe, het witte de andere" "Dus ik moet vechten tegen Draco?" vroeg Abigor. Lucius knikte. "Maar Draco is mijn broer!" riep Abigor een beetje verward uit. "Het is geen echt gevecht" suste Lucius de jongen. "Het is een spel, en geen van beide zullen jullie erdoor sterven". De jongen leek te ontspannen. "Oh, gelukkig maar" verzuchtte hij. PLOP! Een huiself verscheen in de kamer. "Meester, het diner is klaar". "Goed" zei Lucius. "Kom jongens, we gaan nu eten, een andere keer zal ik jullie meer over het spel leren, goed?" "Graag pappa" antwoordde de jongens terwijl ze opstonden om naar de eetkamer te vertrekken.

Na het diner stuurde vader Lucius zijn kinderen naar bed. De dag was lang genoeg geweest voor hen en hijzelf had nog het een en ander te doen voor morgen. Morgen zou hij beginnen zijn zoons te onderwijzen. Hij verheugde zich erop. Terwijl Narcissa de kinderen naar bed bracht liep hij zelf naar het voorportiek om de bestellingen weg te bergen. Het waren voornamelijk zaken ten behoeve van de educatie van zijn zoons. Ketels, boeken, perkament, schrijfveren, inkt en andere dingen die nodig waren in de nog in ere te herstellen onderwijsruimte. Het was dan ook vrij laat toen Lucius en Narcissa klaar waren en hun bed opzochten.

De volgende dag kwam Narcissa de jongens rond een uur of tien wekken. "Goedemorgen mijn grote kerels, het is tijd om op te staan" zei ze opgewekt terwijl ze het gordijn opentrok. "Vandaag gaat pappa ons dingen leren nietwaar?" vroeg Abigor verheugd. ""jazeker" antwoordde zijn moeder, " zo te horen heb je er zin in" De jongen glimlachte. "Ik kan niet wachten om mijn eerste spreuk te leren" zei hij waarna hij zich tot zijn jonge slang wendde. –Veni, ben je wakker?- -Ja meester- antwoordde het dier. –Heb je zin me te vergezellen tijdens mijn les als dat mag van Papa?- -Natuurlijk meester. Ik ga waar jij gaat- Abigor schoof de dekens van zich af en kwam zijn bed uit terwijl Narcissa bezig was Draco wakker te maken. "Mama, ik ben een grote jongen niet waar?" Vroeg hij zijn moeder "Ja Abigor, dat ben je zeker" antwoordde deze. "Mama, denk je dat ik zelf mijn robe aan kan krijgen?" vroeg de jongen onzeker "Je kunt het proberen, maar wees er voorzichtig mee" antwoordde Narcissa. "Als het niet lukt, help je me dan?" "Natuurlijk. Draco, word je wakker nu?" Abigor liep naar de stoel waar zijn robe op lag en pakte het. Hij zou trots op zichzelf zijn en zich echt een grote jongen voelen als hij het ding zelf aan kreeg. En dat lukte! Na tien minuten had hij hem eindelijk aan, en redelijk netjes. Draco was ook aangekleed en keek naar de onhandige acties die zijn broer uitvoerde. "mama! Het is gelukt! Nu ben ik echt een grote jongen" zei Abigor trots. "Zeker ben jij een grote jongen. Nou kom jullie twee, het ontbijt is klaar.

Na het ontbijt nam Lucius de twee jongens mee naar een ruimte waar ze nooit eerder waren geweest. Er waren twee bankjes, en er stonden kasten met van allerlei dingen erin. "In deze ruimte zullen jullie je lessen krijgen, meestal van mij, maar soms ook van mamma. De jongens die naast elkaar in de bankjes zaten knikten. "Het eerste dat ik jullie wil leren is iets heel belangrijks. Het gaat over onze familie. Daarna gaan we beginnen met magie. Ik ga jullie je allereerste spreuk aanleren." "Leuk!" riepen Abigor en Draco tegelijk. "Maar voordat we verder gaan wil ik een paar afspraken maken. "Als ik praat mag je me niet onderbreken. Is dat duidelijk?" De jongens knikten. "Als ik wat vraag aan 1 van jullie, dan geeft alleen diegene antwoord aan wie ik het heb gevraagd" De jongens begrepen het. "Heb je een vraag steek dan je vinger op. En als laatste, als ik stop zeg dan staken jullie onmiddellijk welke activiteit waar jullie mee bezig zijn" Nogmaals een knik van beide jongens. "Goed Laten we dan beginnen" zei Lucius tenslotte.

"Draco, weet jij nog het verschil tussen een tovenaar en een heks?"

"Een tovenaar is altijd een man en een heks altijd een vrouw."

"Goed zo Draco. Nu is het zo dat men als men over tovenaars en heksen tezamen spreekt men het bijna altijd over Tovenaars heeft, tenzij het merendeel van de groep uit vrouwen bestaat. Als iemand dus zegt. 'er liepen heel veel tovenaars op Diagon Alley rond' dan betekent dit dus niet dat er alleen maar mannen liepen."

De jongens knikten als teken dat ze het begrepen.

"Niet alle mensen zijn tovenaar. Sommige mensen hebben geen greintje magie in zich. Deze mensen worden door tovenaars 'Muggles' genoemd. Een muggle weet niets over de wereld van de tovenaars, ze geloven niet eens dat tovenaars bestaan. De wereld waarin zij leven laat geen enkele vorm van magie toe. Een muggle die ooit een tovenaar magie ziet doen zal denken dat hij gek is geworden of hij zal domweg ontkennen wat hij heeft gezien.

"Dat zijn dan knap stomme mensen" merkte Draco op.

Lucius schoot een scherpe blik in Draco's richting.

"Sorry pappa"

"Nu bestaat de wereld niet alleen uit muggels en tovenaars." Vervolgde Lucius. "En dat is nou precies wat ik jullie vandaag wou leren. Draco, Abigor, Ik ben jullie vader. Ik ben een tovenaar. Jullie moeder is een heks. Kinderen van tovenaars en heksen zoals jullie worden ook wel Pure Blood tovenaars genoemd. Ik zal hier later op terug komen. Nu zijn er ook muggle ouders die een kind met magisch vermogen op de wereld zetten. Zo'n kind noem je een Muggle-Born. Pure blood tovenaars en Muggle-Born tovenaars zijn dus het absoluut tegenovergestelde van elkaar. Vaak is het zo dat tovenaars met zuiver tovenaars bloed in zich beter met magie en magische dingen zijn dan tovenaars van onzuiver muggle bloed. Dat komt omdat mensen met onzuiver bloed geen erfmagie hebben." Toen pauzeerde hij even. "Mijn zonen, jullie moeten deze les goed onthouden, want ik kom er een volgende keer op terug en zal er meer over uitleggen. Bewaar al je vragen voor dan ok?" Beide jongens knikten. "Nu dan, laten we over gaan tot het leukere gedeelte" Lucius glimlachte. Hij pakte de dozen van zijn tafel opende ze en gaf beide jongens hun wand.

Nadat ze hun wand nogmaals bewonderd hadden zei Lucius "Nu houd je wand in je rechter hand. Houd die recht naar voren zodat de punt van de wand van je af wijst. Adem diep en dan zeg "Lumos" Beide jongens deden zoals gezegd en een klein flitsje licht kwam uit de top van hun wands. "Nu schreeuw 'Lumos' zo hard als je kan" zei Lucius. "De jongens begonnen te schreeuwen. "LUMOS! LUUUUMOS!" en uiteindelijk ontsprong een redelijke bundel licht uit de top van hun wand. Die bleef even hangen en doofde daarna uit. "Goed, dit word jullie huiswerk voor morgen. Ik zou erg trots op jullie zijn als jullie morgen een straal licht kunnen toveren die meer dan drie tellen zichtbaar bleef" sprak Lucius. De jongens waren door het dolle heen. Ze hadden een lichtstraal getoverd die een fractie van een seconde was blijven hangen. Maar het moest langer, en er was niets leukers dan te leren toveren.

Toen ze klaar waren met de les zochten beide broertjes een plaats op waar ze konden oefenen. Ze vonden een lege kamer en besloten daar hun spreuk te gaan oefenen. "LUMOS! LUUUUMOOOOS!" schreeuwden ze telkens weer. In de verte kon Narcissa hen horen schreeuwen. Toen Lucius dan ook de salon binnen stapte kon ze niet nalaten om te vragen wat hun zoons aan het uitvoeren waren. "Oh Cis, het is niks, ze proberen hun Lumos te verlengen." Narcissa keek hem vragend aan. "En daar moeten ze zo voor schreeuwen?" Lucius grijnsde. "Niet perse voor de spreuk, het is voor kinderen een makkelijke manier om hun krachten te bundelen en te focussen" Narcissa knikte begrijpend. "Ik heb het ook zo geleerd" grijnsde Lucius. "Het is een gebruikelijke vorm van onderwijs in de Malfoy lijn. Hoe heb jij je Lumos eigenlijk geleerd Cis?" "Ik leerde Lumos pas op school" zei ze. "Bij ons in de familie is Accio de eerste spreuk die ze kinderen leren." Lucius keek even bedachtzaam. "Dat is interessant" sprak hij. "Zou je me eens wat meer over jullie educatie traditie willen vertellen? We hebben het daar eigenlijk nooit zo over gehad". "Natuurlijk. Maar ik denk dat ik je beter mijn boek daarover kan lenen. Die ligt trouwens in mijn kluis in Gringotts" "Ik zou het graag eens lezen" sprak Lucius. Toen hoorden ze een hele harde LUUUUUUUUMOOOOOOOOOOOOS! "Ik ga even bij de kinderen kijken" zei Lucius voor hij op stond.

Toen Lucius in de lege kamer kwam zag hij dat Abigor daar in zichzelf gekeerd op de vloer zat met zijn wand in zijn naar voren stekende linkerhand waaruit een enorme felle lichtbundel kwam die daar bleef hangen. Draco stond er met open mond naar te kijken, wachtend op het moment dat het licht doofde. Beide jongens waren zo gefixeerd op het licht dat ze niet eens door hadden dat hun vader de kamer was binnengekomen. Het licht hing daar in de lucht en het doofde niet. Abigor keek gefocust naar de top van zijn wand. Toen na vijf minuten brak de wand met een krak. De Lumos doofde en op hetzelfde moment viel Abigor achterover op de vloer. Lucius rende op hem af pakte de gebroken wand en nam zijn zoon in de armen. "Pappa?" vroeg Draco. "Draco, ga naar mamma, ze is in de salon." Draco knikte en verliet het vertrek. Daarna liep lucius met een totaal slappe Abigor in zijn armen naar de slaapkamers van de jongens en legde hem daar in bed om vervolgens zijn zoon en vrouw op te zoeken om te vertellen wat er gebeurd was.

Toen hij aankwam in de salon zei hij tegen Draco, "Hoe gaat het met je uiltje Draco? Misschien kun je even met hem gaan spelen? Dan kunnen mamma en Ik even met elkaar praten." Draco knikte en verliet de salon. Lucius ging zitten, haalde de gebroken wand uit zijn zak en legde hem op de salontafel. "Wat is er gebeurd?" vroeg Narcissa bezorgd. "Ik vrees dat Abigor te sterk is voor deze wand" antwoordde Lucius. "Hij deed een Lumos die meer dan vijf minuten moet hebben blijven hangen. Want toen ik daar binnen kwam duurde het nog vijf minuten voordat de wand brak, de jongen door zijn energie was en de Lumos doofde." "Waar is Abigor nu?" vroeg de moeder bezorgd. "Ik heb hem in zijn bed gelegd, dan kan hij zichzelf weer opladen." Narcissa slaakte een zicht van verlichting. "Maar als hij het voor elkaar krijgt om met zijn energie een wand te breken, dan moet hij erg magisch vermogend zijn." Constateerde ze. "Inderdaad" sprak Lucius. "We zouden Onze Dark Lord hiervan op de hoogte moeten brengen denk ik. Hij zou er alleen maar blij mee zijn." Narcissa glimlachte. "Weet je Luc, hij voelt nu zo als mijn eigen zoon dat ik bijna vergeten was dat het Onze Dark Lords gratie is dat wij hem mogen opvoeden" Lucius glimlachte. "Vergeet dat nooit Cis, Vergeet dat nooit. Wie weet wat voor grootse positie Abigor zal kunnen verkrijgen wanneer hij ouder is. Onze Dark Lord moet al geweten hebben dat hij zoveel kracht bezit, anders had Hij er vast niet zoveel werk van gemaakt om de jongen daar weg te krijgen en hem fatsoenlijk te laten opvoeden. Wie weet wat voor grootse plannen Hij met hem heeft." sprak Lucius. "Ja" zei Narcissa bedachtzaam. "En ik denk dat je hem ook moet vertellen dat hij Parsel spreekt" Lucius knikte. "Mee eens. Ik zal vandaag nog een verslag maken en het Onze Dark Lord toesturen". Daarna stond hij op om Draco te zoeken. Hij begreep dat de jongen veel vragen had over wat er gebeurd was.