Hoofdstuk 1

Christianne was nu 11 jaar oud en woonde met haar zussen in een klein huisje. Na de val van Voldemort hadden ze zich nog steeds een tijdje onder moeten duiken maar nu hadden ze de vrijheid al was dat ook niet alles. Iedereen had wat van ze gewild en Celine was zelfs ten huwelijk gevraagd. Iedereen wilde zich met het gezin bemoeien maar zelf hadden ze altijd de eindjes aan elkaar weten te knopen. Ook was de dader van de moord op hun vader en Alena nog niet gepakt. Het ministerie wilde het woord van een klein kind niet geloven. Na de dood van Alena had Chris zich heel schuldig gevoeld, maar in de loop van de tijd raakte het vergeten al zal ze er nooit over heen komen. Chris hadnamelijk een afwijking: na Alena had ze nooit meer en vriendin gehad.

"Ik kan niet wachten tot volgend jaar Camille dan ben je eindelijk van Zweinstein af" zei Celine die lui op de bank lag tegen haar zus.

"En dan?" vroeg Chris.

"Dan heb ik hier eindelijk iets te doen" zei Celine verveeld. Celine had heel weinig te doen in het huis afgezien van het feit dat haar vriendin Liza soms langs kwam.

"Nou dan ga je een baan op het ministerie van toverkunst zoeken dan kunnen we als Camille en ik van Zweinstein komen eens behoorlijk eten" zei Chris en stond op om haar spullen in te pakken. Ze was al gedeeltelijk klaar met inpakken maar voor nu vond ze het een goede smoes om weg te gaan bij haar zussen. Ze hoorde Camille nog net zeggen: "Het is wel zo wat ze zegt" en daarna wat geschreeuw van Celine en deed daarna de deur dicht. Soms had ze het idee dat Celine haar liever niet had gehad om voor te zorgen, al zorgde ze niet echt voor haar. Ze zorgde meer voor haarzelf. Ze was erg opvliegerig in tegenstelling tot Camille die heel erg kalm was. Ze deed de deur van haar kamer open en haalde haar zwarte haar los. Ze leek helemaal niet op haar zussen die kastanjebruin haar hadden. Ze hadden alle drie wel dezelfde bruine ogen, dat was het enige waaraan je de zussen kon herkennen.

Ze zuchtte, en ging verder om wat kleren in te pakken.

De volgende dag werd ze vroeg wakker. De regen kletterde tegen de ramen. Snel stond ze op en begon zich met aan kleden. Vandaag zou ze naar Zweinstein gaan. Ze was zo zenuwachtig, haar hele leven had ze er naar uit gekeken maar nu het bijna zo ver was kon ze bijna niet wachten. Ze was zelf zo erg dat ze om acht uur 's ochtends al beneden zat. Celine kon daar (die ook vroeg wakker was) alleen niet tegen en ging zich ook aankleden (waar ze wel een halve ochtend over deed) Camille daar in tegen was heel erg blij en vertelde allemaal dingen over Zweinstein. Zo ging de ochtend snel voorbij en ging het drietal op weg naar het Kings Cross station.

"Camille pas alsjeblieft goed op jezelf" zei Celine en ze omhelsde elkaar.

"Zal ik doen" zei Camille.

"En doe jij ook maar je best" zei Celine tegen Chris die het eigenlijk wel grappig vond omdat Celine in tweestrijd te zien of ze haar nou ook moest omhelzen of niet. Uiteindelijk deed ze het toch maar niet en Camille en Chris rende door het hek tussen perron 9 en 10 en kwamen zo op perron 9¾.

"Dat was cool" zei Chris toen ze de trein in liepen.

"Nou je kan het hierna nog zes keer doen en geloof me je raakt er wel aan gewent" vertelde Camille die ook de koffers van Chris de trein in sleepte.

"Mag ik met jou in een coupé zitten?" vroeg Chris en haar zus keek haar benauwd aan.

"Nou ik zit altijd met mijn eigen vriendinnen en dan is het al krap dus ik denk niet dat je erbij kan" zei Camille.

"Anders ga achteraan in een coupé zitten, die zijn meestal leeg" vertelde ze en liep zelf met haar koffers naar een coupé toe die zo te zien inderdaad propvol leek te zitten.

Zelf liep Chris naar een coupé achter aan die inderdaad nog leeg was. Eigenlijk was Chris bang dat ze geen vrienden zou krijgen. Sinds Alena dood was gegaan had ze nooit meer een vriendin gehad, ze was bang ze kwijt te raken. Celine zei dat ze een fobie had en daarom zo vervelend was, maar daar had Chris nooit in geloofd. Ze ging zitten en deed de coupédeur dicht. Ze zuchtte en pakte haar nieuwe toverstok te voorschijn. Hij was best lang en van eikenhout gemaakt.

Ineens ging de coupédeur open en kwam een jongen met donkerblond haar binnen en groene ogen.

"Zijn deze plaatsen al bezet?" vroeg de jongen en Chris schudde van nee. Meteen sleepte de jongen zijn koffers mee naar binnen en ging zitten.

"Ik heet Titus Venker" zei de jongen en haalde uit zijn koffer een zak vol met allerlei snoep en begon die op te eten.

"Ik ben Chris Xellirius" zei Chris en vond de jongen erg onbeschoft, hij zat niet alleen snoep te eten voor haar neus zonder haar wat aan te bieden maar legde nu ook zijn voeten nog eens op de bank naast hem.

"Waarvoor heb je een jongensnaam?" vroeg hij met volle mond.

"Ik heet eigenlijk Christianne maar Chris vind ik wel iets hebben. En ik werd altijd al zo genoemd" legde Chris uit en de jongen knikte dat hij het begreep. De Zweinsteinexpres begon te rijden en de coupédeur ging voor de tweede keer die dag open. Nu stond er een vrouw met een etenskarretje voor.

"Willen jullie iets van mij karretje kopen?" vroeg ze en lachte vriendelijk.

"Ja, ik wil wat" zei Titus en stond op om wat te kopen. Hij had die hele zak snoep al op en deed het lege zakje nu in de zak van zijn gewaad.

"Hoe kan je nu nog trek hebben als je net al een hele zak op heb gevreten?" vroeg Chris verontwaardigd.

"Nou ik koop niets voor mezelf maar voor jou. Ik wou testen of je het lef had om wat snoep aan mij te vragen, maar dat had je niet. Maar nu vind ik het zielig en heb nu net een paar chocokikkers voor je gekocht" Zei Titus in één zin en gooide een paar chocokikkers naar Chris toe die ze net aan kon op vangen. Hij schoof de deur dicht en ging weer in zijn oude positie zitten.

"Ik hoef niets van jou"zei ze en gaf de kikkers terug.

"Het was maar een grapje" zei Titus en begon nu zelf de kikkers op te eten.

"Ik weet niet of je het hebt gemerkt maar ik lach me dood" zei Chris op een neerslachtige toon. Even was het stil, totdat Titus de stilte weer verbrak.

"Oké, ik heb een idee. We beginnen gewoon weer over nieuw en dan is er niets gebeurd" zei Titus en Chris keek hem verontwaardigd aan.

"Hoe bedoel je?" vroeg ze dan ook.

"Zoals ik het zei" zei Titus en hij deed de chocokikkers in zijn koffer.

"Ik ben Titus" zei Titus en gaf Chris nu netjes een hand.

"Oké, ik ben Chris" zei Chris en schudde de hand van Titus.

"Waarvoor heb je een jongensnaam?" Vroeg Titus en de twee lagen in een deuk. Chris moest toegeven dat de jongen best grappig was en zo bij haar over had willen komen, al was de manier waar op nogal raar.

De reis duurde veel te kort vond Chris. Onderweg hadden Titus en zij over vroeger gepraat. Hij bleek een volbloed tovenaar te zijn uit een vrij rijke familie die veel deden voor het ministerie van toverkunst. Chris had tegen Titus gezegd dat zij dat ook was. Ze mocht tegen niemand zeggen dat ze geen ouders meer had, al was Voldemort verdreven hun leven liep altijd nog gevaar aangezien veel mensen het op haar en haar zussen voorzien hadden en de dader nog niet gepakt was. Ze was wel volbloed, maar niet ijdel zoal de meeste waren.

Ze stapte samen uit en keken om zich heen.

"Zie jij Zweinstein al?" vroeg Chris verbaasd die had verwacht dat je Zweinstein meteen zou zien.

"Nee" antwoordde Titus en trok Chris mee, zo te zien had hij iets gezien en toen Chris dat ook zag schrok ze zich eerst rot. Ze zag een grote reus die de eerstejaars naar hem toe riep. Toen ze zag dat hij niets deed was dat wel een opluchting en liet ze zich verder door Titus mee trekken.

Ze liepen samen met alle nieuwe eerstejaars naar de bootjes waarmee ze gingen over steken en eindelijk zagen ze Zweinstein. Overal hoorde Chris verschillende soorten 'oehs' en 'ahs' en vooral toen ze Zweinstein in stapte. Het was zo groot dat je het je niet voor kon stellen. Het was rijk versierd en er waren veel trappen.

Uiteindelijk moesten ze even op de gang wachten en er kwam een vrouw naar buiten met een streng gezicht en een schots geruit gewaad.

"Ik ben professor Anderling, ik geef transfiguratie en ben tevens afdelingshoofd van Griffoendor. Je hebt vier afdelingen: Griffoendof, Huffelpuf, Ravenklauw en Zwadderich" vertelde professor Anderling.

Ze liep nu naar een grote deur en deed die open. Iedereen volgde haar en ze kwam in een zaal aan waar vier afdelingstafels stonden.

"Zweinstein is nog groter dan ik had durven dromen" zei Chris tegen Titus en keek om zich heen.

"Ik had wel gedacht dat het ongeveer zo groot was aangezien mij er veel over verteld is" zei Titus en Chris zuchtte, hij zou nooit zijn ongelijk toegeven dacht ze bij zichzelf. Nu lette ze weer op de vrouw die een grote rol perkament in haar handen hield, naast haar stond een kruk met een hoed. Chris kon hier niet wijzer uit worden. Ze had gehoord van Celine dat je met een trol moest vechten, en ook Camille had dat ooit eens beweerd.

"Als ik je naam noem dan kom je naar voren, dan zal ik de sorteerhoed op je hoofd zetten en dan worden jullie over de afdelingen verdeeld"

"Abdeel Letietsia" zei professor Anderling en er kwam een meisje met lichtbruin haar naar voren, ze had lichte blauwe ogen en was best dun. Ze ging op de kruk zitten en kreeg de sorteerhoed op haar hoofd. De hoed deed er niet lang over en hij schreeuwde: Griffoendor! Het meisje liep toen naar de tafel van Griffoendor en nam plaats aan de tafel.

"Abdeel Lucas" zei professor Anderling en er kwam een jongen met even lichtbruin haar als het vorige meisje aan, het enige verschil was dat hij grijze ogen had maar verder was het onmiskenbaar een tweeling. Hij kreeg de sorteerhoed op zijn hoofd en deed er ook niet erg lang over.

"Grifoendor!" schreeuwde de hoed en de jongen ging naast zijn zus zitten.

"Beel Karel" werd naar voren geroepen en hij ging zitten en kreeg de hoed op zijn hoofd, hij deed er erg lang over maar uiteindelijk kwam hij bij Zwadderig terecht, de enige afdeling waar zij niet zou willen zitten.

Zo ging het een tijdje door totdat Titus werd geroepen.

"Venker Titus" zei professor Anderling, Chris fluisterde hem succes en hij liep naar voren waar hij werd gesorteerd. Veel kinderen stonden er niet meer te wachten. Een jongen met rood haar en zij stonden er alleen nog.

"Griffoendor!" schreeuwde de hoed en ze zag Titus naar de tafel van Griffoendor lopen.

"Wemel Bill" zei professor Anderling en de jongen met het rode haar kwam naar voren, hij ging op de kruk zitten en de sorteerhoed had net zijn oren aangeraakt of hij zat al bij Griffoendor.

"Xellirius Christianne" het werd stil in de zaal en het enige meisje die nog stond te wachten ging naar voren en ging op de kruk zitten. Ze kreeg de hoed op haar hoofd en er kwam een klein stemmetje in haar hoofd.

"Christianne, een goed stel hersens, en veel moed. Op welke afdeling zal ik je zetten. Je bent duidelijk anders dan je zussen en ouders. Het word toch maar GRIFFOENDOR!" Het laatste schreeuwde de hoed keihard in haar oor waar ze even van schrok. Ze deed de hoed af en liep snel naar de tafel van Griffoendor. Ze ging tegenover Titus zitten en naast de rode jongen.

"Allebei Griffoendor" zei ze enthousiast en lachte naar Titus.

"Ja, gelukkig wel stel je…"

"Stil nou professor Perkamentus wil wat zeggen" zei de rode jongen en nu Chris zich omdraaide zag ze dat de kruk en de sorteerhoed weg waren en het schoolhoofd was opgestaan.

"Welkom en welkom terug, aan al jullie hongerige blikken te zien hebben jullie geen zin in het gezeur van een oude man dus speeches komen later wel, voor nu smakelijk eten" vertelde hij en de tafels vulde zich met van alles en nog wat. Iedereen viel meteen aan terwijl Chris op de gebakken aardappels af ging.

"Ben je ook zo dol op aardappels?" vroeg de rode jongen naast haar.

"Ja, altijd al geweest" zei ze.

"Ik het trouwens Bill" zei de jongen.

"Ik heet Chris" zei ze en de jongen keek haar raar aan.

"Hoezo, een jongensnaam?" vroeg hij en Chris zuchtte even, ze moest het zo vaak uit leggen dat het een afkorting van haar naam was geweest.

Net toen ze haar mond open deed om het uit te legen was Titus haar al voor.

"Het is een afkorting" zei hij dan ook.

"Ja, dat is waar" zei Chris want ze zag dat Bill al wat terug wilde zeggen en die zich nu daarvan weerhield.

"Oké, ik vind het wel wat hebben" zei hij vriendelijk terug en Chris wist dat hij heel aardig zou zijn en niet zo verwaand als Titus.

"Bedankt" zei Chris en begon nu te eten.

"Chris gefeliciteerd, je zit bij griffoendor" zei een bekende stem achter haar en toen Chris zich om draaide zag ze Camille staan.

"Dank je" zei ze terug en ze kam naast haar zitten.

"Dit zijn Titus en Bill trouwens" zei Chris en stelde ze voor.

"Het is fijn dat je vrienden hebt, je kan altijd naar me toe komen als je problemen hebt hè" zei ze en Chris knikte dat ze het begreep. Nu stond Camille weer op en liep naar haar plek.

"Wie was dat?" vroeg Titus met open mond.

"Dat was mijn zus hoezo?" vroeg Chris, want Titus werd ineens heel rood.

"Hij vind haar leuk" fluisterde Bill in haar oor en nu begreep Chris alles.

"Titus ze is net zeventien" zei Chris met een geschokte stem waarvan iedereen in de lach viel.

"Leeftijd maakt niets uit" zei hij wijs.

"Maar het is en blijft mijn zus" zei ze.

"Wat wil je daar mee zeggen?" vroeg hij.

"Dat ze je niet in de familie wilt hebben" zei een andere stem en Chris zag het meisje van de tweeling achter haar staan met een bord, ze pakte een lepel en schepte wat aardappelen op.

"Waar bemoei jij je mee?" vroeg Titus, niet op een boze toon maar meer een uitdagende.

"O sorry hoor meneer perfect" zei ze en liep nu met een vol geschept bord weer weg.

Verder was het onder het eten stil totdat alles verdween en Perkamentus begon te spreken.

"Het verboden bos is verboden gebied en meneer Vilder wil dat ik jullie vertel dat knal bommen dit jaar verboden zijn" Nadat dat gezegd was stond iedereen op en werd naar de leerlingenkamer geleid, die van Griffoendor was helemaal bovenaan achter een schilderij waar een dikke dame op stond. Je moest een wachtwoord geven (zweinenpoot) en dan mocht je naar binnen. Het was erg knus en gezellig in de leerlingenkamer en ze zag Titus bewonderingvol om zich heen kijken.

Chris ging naar haar slaapzaal terwijl Titus naar zijn eigen slaapzaal aan de overkant. Chris sliep met het meisje van de tweeling en een meisje dat er erg depri uit zag en veel zwart droeg en ze afschilderde als Gothic. Ook was er een meisje die overactief bleek te zijn. Er was ook nog een ander meisje dat heel stil was en niet veel durfde, ze sprak af en toe wel, maar dat was ook het enige. Nu ging Chris in haar bed liggen en dacht na ver wat ze vandaag allemaal had meegemaakt.

Ze had weer vrienden, zou ze het wel aan durven om vrienden te hebben, zou ze dat wel willen, of bang zijn om ze weer te verliezen. Chris kon het op dat moment niet zeggen, ze viel in een diepe slaap terwijl ze aan dat onderwerp dacht.